No. 39.
Honderd en negende {aargang.
1907.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
VRIJDAG
15 FEBRUARI
Hinderwet.
Zitting van den Gemeenteraad
Prijs der gewsne advertentlën
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaae f 0,80franco door het geheele Rjjk f
Afzonderlijke nummers i Cents.
Telefoonnummer 3,
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HEJRMs. COSTER ZOONYoordam O 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Alkmaar
brongen tor algemeene kennis, dat heden op de gemeente-
secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende
verzoek met bjjlagen van Th. VAN SPALL, in zjjne
kwaliteit van directeur der Alkroaarsohe IJzer- en
Metaalgietorjj, om vergunning tot het uitbreiden van
genoemde fabriek door bijbouw van een paar werkplaatsen
en het plaatsen van 2 zuiggasmotoren van 60 P. K. met
bjjbshoorenda generator-gasinriohtingen, dienend» tot het
drjjven van werktuigen, in het perceel e/d Voormeer,
kad. bekend in seotie B. No. 3491.
Bezwaren tegen deze uitb reiding kunnen worden ingediend
ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Donderdag
28 Februan e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk
vóór of op dien tjjd. Gedurende drie dagen vóór ge-
melden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft
ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de
terzake ingekomen schrifturen kennis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
14 Pebr. 1907. DONATH, Secretaris.
Tsaar Nicolaas zit nu eenmaal vast aan z'n idéé
en wij willen geen spelbrekers zijn. Ten slotte
kloppen we er toch wat uit. Een verplicht inter
nationaal soheidsgerecht is verdienstelijke onzin.
Wanneer het zoo ver is gekomen, dat een staat
naar het laatste middel grijpt, onderwerpt hij zich
natuurlijk niet aan een procedure, welke zijn
tegenstander den tijd schenkt tot wapening. Dat is
niets voor volwassenen. Dit etiket kan dan ook
wel op de vredeskist worden geplakt, doch op den
inhoud komt het aan. Op begrenzing van de
krijgsbegrootingen.
Alkmaar, 15 Februari.
Er doet een vreemd verhaal de ronde, dat, zoo
het niet waar is, toch wel aardig is gevonden.
Zooals men weet, maakt de Engelsche vredes
apostel Stead over wiens voorstellen voor de
vredesconferentie men tegenwoordig al niet meer
een propagandareis ten bate van den vrede.
Hij is ook te Berlijn geweest en daar door von
Bülow, den rijkskanselier ontvangen. Die vertelde
hem, dat de Keizer, alle Duitsche generaals en
vele staatslieden besliste aanhangers van den vrede
waren. Maar hij, de rijkskanselier, wist een best
middel, om den wereldvrede te verzekeren. „Zorg
dat ik machtiging krijg om tien journalisten van
naam in te rekenen. Ik zal beginnen met den
redacteur van de Kölnische Ztg. en dan gaat de
redacteur van de Times als tweede aan de galg."
Het is de Vossische Ztg., de deftige oude „tante
Voss", welke dit verhaaltje opdischt. Het kan hoog
stens waarheid bevatten, wanneer de heer von
Bülow in carnavalsstemming verkeerde. En er is
des te meer reden, om dit te gelooven, wijl de
eigenlijke redacteur van ee Kölnische Ztg. is
de heer von Bülow. Het is namelijk een bekend
feit dat het groote Keulsche orgaan een officieus
blad is, dat uit de Wilhelmstrasze die artikelen
over buitenlandsche politiek ontvangt, welke de
regeering liever niet wil plaatsen in de offioieele
Nordd. Algemeine Ztg* Wat de Times betreft
dat blad maakt zich wel eens schuldig aan felle
bestrijding van Duitschlands plannen en verdacht
making van Duitschlands bedoelingen. Ook andere
Engelsche bladen doen dat en in den laatsten tijd
is Duitschland herhaaldelijk verweten, dat het een
sta-in-den-weg is voor elke vredes- en ontwapenings
plannen en dat het niet alleen het groote struikelblok
is voor bezuinigingen op de begrooting voor oorlog
en marine, doch dat het een verhooging van die
begrooting in de hand werkt. Daartegen teekenen
de Duitsche bladen protest aan. Zij zeggen, dat
dergelijke vertoogen geen ander doel hebben dan
een pressie uit te oefenen op het Duitsche rijk.
Zij gaan zelfs nog verder en waarschuwen, dat
men Duitschland in de val wil laten loopen. Wordt
n.l. gehoor gegeven aan dergelijke stemmen uit het
buitenland, dan zijn de gevolgen niet te overzien.
Het groote Duitsche rijk zou zich de wetten laten
voorschrijven door het buitenland, het zou niet meer
alleen invloed kunnen uitoefenen op den gaDg van
zijn eigen zaken, het zou niet meer die maatregelen
kunnen nemen, welke het noodig achtte voor de
nationale eer en de nationale belangen. Als men
eenmaal, daartoe gedwongen, A had gezegd, moest
men natuurlijk ook B zeggen, want men had het
recht, te doen wat men zelf verkoos, verloren. Men
zou zich erop kunnen voorbereiden, dat men ten
slotte óf tegen dat heerschzuchtige buitenland een
bloedigen oorlog zou moeten voeren, óf lijdelijk zou
moeten toezien, dat met een beroep op den wil of
den vrede van Europa alle voordeelen, welke in den
loop der jaren werden behaald, zouden worden
ontnomen.
En zoo wordt er in den breede geredeneerd. De
Hamburger Nachrichten gaat zelfs zoover met het
oog op de mogelijkheid van een dergelijk geval
met pathos uit te roepen „Reeds de gedachte aan
zooiets brengt het Duitsche bloed aan het koken en
mïinZ00 on8 op de ^ipPen) dat de
SSen ^ten die de eer en de onafhanke
lijkheid van Duitschland moeten verdedigen, liever
op hun plaats laten, dan een voet van ons bezit te
willen afstaan, het bezit, dat wij in een heldhaftigen
en moeielrjken tijd, onder het offeren van srtoomen
Duitsch bloed, met de wapens hebben gewonnen."
JSt k1.8 f e° medelevende taal, welke gebruikt
wordt bij de bespreking van een zoo vredelievend
onderwerp als de ontwapening is. Aardig is de
wijze, waarop Max Harden in de Zukunft dit punt
behandelt. Hij laat koning Eduard en den heer
Olemenceau met elkaar spreken. Koning Eduard
zegt: „Wat in Den Haag zal gebeuren is u bekend,
De Russen professor Martens vertelt het overal
hebben weinig zin, dit vraagstuk ter tafel te
brengen. Of..... ze doen alsof ze weinig zin hebben.
Ze zouden er onder de huidige geldschaarschte niets
bij wagen. Doch waarschijnlijk wil de tsaar zijn kei
zerlijken buurman, bij wien nog wel eens een leening
zal worden geplaatst, niet onaangenaam zjjn. Komt
een dusdanig besluit er toch, wat de tsaar allicht
hoopt, dan heeft hij het tenminste niet voorgesteld.
Duitschland vreest zulk een voorstelhet wil zijn
vloot zoo snel als mogelijk is, sterk maken. Een
ieder die er officieel mede zou zijn aangekomen,
ware onder spot naar huis gestuurd. Daarom hebben
we dat zaakje maar opgedragen aan den hoog
ernstigen komiek Stead, die minstens eenmaal 's jaars
de menschheid van alle kwaad verlost en in Duitsch
land erg bemind is, sinds hij wat Duitsche pers
mannen naar Londen op bezoek heeft gesleept
slechts de allerwildste Teutonen moeten niets van
hem hebben. Bereiken doet de man daar echter
niets
Omdat Duitschland meent in de eerste plaats
door die ontwapeningsliefhebberij bedreigd te worden
nietwaar
Juist. De enorme bewustheid van eigenwaarde,
waarin de Duitscber gedrild is, doet hem gelooven,
dat dusdanige maatregelen speciaal tegen hem
gericht zijn: 'n vreemd volk, die Duitschers! Alsof
een door hen gebouwde vloot ons vrees zou aan
jagen. We zjjn immers ver vooruit. En bouwen ze
vlug, dan bouwen we tweemaal sneller. Twee schepen
op stapel tegen een, door hen besteld. Bij een wed-
loopen raken ze toch den adem kwijt.
Bovendien vinden ze onze Britsche en Fransche
vloten vereend tegenover zich. Slechts één land kan
ons op zijde streven en inhalen Amerika.
Nu is slechts de kwestie: zullen we 't op de
Haagsche conferentie aan onze zijde kunnen krijgen P
t Heeft niet ontbroken aan goede voorbereiding.
Dat we Amerika op het oog hebben, vermoedt
nog niemand. Komt het artikel aan de orde, dan
stemmen de Yereenigde Staten vóór, wijl ze een
zet tegen 't Duitsche rijk vermoeden. Of wel er
komt niets van en dan zjjn wij de humane Euro
peanen en heeten Duitschland den spelbreker."
Is deze wijze van politiek-behandelen niet aardiger
dan die andere, waarbij in zoo krasse termen zulke
oorlogszuchtige dingen worden gezegd P
van ALHSAAH,
op Woensdag, 13 Februari 1901,
das namiddags 1, nar.
Vervolg.)
10. Het afvoeren van faecnltën.
B. en W. st»]l*n voor, om in verband met de bepalingen
der Bjuw- en Wocingverordening
a. aan den beer Mr. W. O. Bosman, als beschikking
op zjjn adres dd. 9 October 11., te berichten, dat hem
geen vergunning verleend kan worden tot het maken
van een gesloten beerpot als in zjjn adres is bedoeld
b. de Commissie voor het ontwerpen van verordeningen
tegen welker overtreding straf is bedreigd uit te noodigen
in de Bonw- en Woning verordening eene zoodanige wjj
ziging voor te stellen, waardoor het afvoeren van faeca-
1 Sn op andere dan de tegenwoordig gevolde wjjze, wordt
mog»ljjk gemaakt.
Bij dit voorstel komt in behandeling het cohrjjven van
Mr. W. 0. Bosman, onder de ingekomen stokken ver
meld en waarvan alle leden een afdrak hebben ontvangen.
De heer van den Bosch zou in de eerste plaats
wel willen vernemen, of, indien het voorstel van B, en W.
wordt aangenomen, er mat bekwamen spoed zal worden
overgegaan tot wjjziging der Bonw- en Woniugverords-
aing. De heer Bosman wenscht spoedig zjjn hais te be
trekken en is das niet gebaat, als de wjj ziging der ver
ordening laag wordt uitgesteld.
Ala de raad bet voorstel aanneemt, hoopt spr. dus, dat
bet zoo spoedig mogeljjk wordt uitgemaakt, dat het heb
ben van beerpotten movMjjk is. Is dat, vraagt bjj, ook
de bedoeling van B, en W. met bun antwoord aan den
heer Bosman,
De Voorzitter, antwoordt daarop dat aan den
beer Bosman niet anders zal worden bericht, dan wat in
bet voorstel onder a. staat vermeld.
De beer Van des Bosch begrjjpt dat, B. en W.
kannen geen ander antwoord geven. Maar als de heer
Bosman leest, wat da raad verder beslnit, dan is hat
wsnscheljjk, dat hjj weet, dat met de wjjziging dor ver
ordening den noodigen spoed zai worden gemaakt.
Verder wenscht spr. met een enkel woord te bespreken
het advies, dat de oommiseie voor de gezondheid geeft
zake het toestaan van beerpotten. Deze commissie
heeft geadviseerd, om die putten niet toe te staas; Spr.
mernt echter, dat de commissie zich in haar oordeel
vergist. Hg heeft zich ook door een deskundige hier ter
stede laten voorlichten en leest den raad voor, wat deze
er van zegt. Uit dit schrjjven bljjkt dat spr.'s adviseur
de beerputten uit een sanitair oogpunt prefereert boven
het gebrekkige tonnenstelsel, dat we thans hebben.
Da bodemverontreiniging zal bjj een goed' inrichting
dier putten, veel mieder plaats hebben dan nu, door
hetgeen niet in de tonnen, doch in de goten wordt ge
leegd. Aan de hand van dit advies handhaaft spr. zjjn
vroegere meening, dat beerputten preferent zjjn en niet
zoo kostbaar als het tonnenstelsel, dat voor hotels en
ziekenhuizen, waar de tonnen door da gangen moeten
worden gedragen, een groot bezwaar oplevert.
Spr. zou dus het hebben van beerputten willen toe
staan en vooral ic dit geval, waarin de heer Bosman
verklaard bereid te zjjn de reiniging op zjjne kosten onder
gemeen teljjk toezicht te doen plaats hebben. Hjj her
innert er Toorts aan, dat er nog een beerput in de ge
meente is, n.l. aan het station, die van gemeentewege
wordt gereinigd. Waarom, vraagt hjj, zou dat ook bjj
den heer Boaman niet kunnen 1
Spr. gelooft dat men goed zal doen de zaak ernstig te
overwegen.
De heer Glinderman vraagt welk bezwaar er ia,
als de heer Bosman zelf aanbiedt den put te doen reinigen
onder toezicht van B. en W.
De heer Cohen Stuart wjjst er op, dat de brief
van den hear Bosman is ingekomen na het advies der
gezondheidscommissie. Verder doet hjj dan heer van
den B)sch opmerken, dat de gezondheidscommissie het
tonnestelsel nooit in bescherming heeft genomen. De
commissie acht beerputten goed, maar indien ze aan
hooge eitchen voldoen. Dan kosten zjj echter veel geld.
Zonder da eischen, die de commissie stelt, bljjft het de
vraag, of de bodemverontreiniging geen bezwaar zal zjjn.
Het is toch zeker aan te bevelen, dat als men een
wijziging wil aanbrengen in een of ander stelsel, men
daarvoor iets goeds in de plaats moet stellen. Zeer
zeker verdient het aanbeveling den heer Bosman ter
wille te zjjn, en dat men dit wil, weet men, als men
bekend is met de voorstellen, die er al zoo aan den
heer Bosman zjjn gedaan. Dan zal men ook weten,
dat de gezondheidscommissie zioh heeft laten voorlichten
door den inspecteur, den heer Zoetmulder Het komt er
thans niet op aaneen vergelijking te maken tusschen het
tonnenstelsel en het beerputtenstelsel maar het is de
vraag, of men voor iets dat niet goed is, iets beters
in de plaats kan krijgen. Als de heer Bosman voldoet
aan alle eischen door den voorzichtigen en solieden
gemeente-architect gesteld, dan is het zeer wel mogelijk
dat er geen bezwaar tegen is, het verzoek toe te
staan, maar vraagt hg, zou het dan ook niet wensoheljjk
zijn, om de commissie voor de publieke werken te
hooren P
De heer Van den Bosch zou wensohen, dat de
raad zich er over uitsprak, of goede beerputten, die
aan niet te hoogs eischen moeten voldoen, niet kunnen
worden toegestaan.
De V o o r z i 11 er meent, dat wat de heer Van den
Bosch wil, bereikt wordt, als het voorstel van B. en
W. wordt aangenomen
De heer van den Bosch zou toch willen weten,
of het de bedoeling 13 het verzoek toe te staan.
De Voorzitter merkt nog op, dat wat de beerput
aan het station betreft, dat deze allang bestond voordat
spr. in de gemeente kwam, het is dus geen afwjjking
van de verordening.
De heer Cohen Stuart wjjst nog op de voor
waarde, door den architect gesteld en weet niet, of
daaraan voldaan zal worden.
De Voorzitter licht dit nader toe, en zegt, dat
dia voorwaarde is, dat de put vrjjstaat, zoodat men er
om heen kan loopen, dat was een bezwaar voor den
heer Bosman.
De heer van den Bosch vraagt, hoe of het in
andere gemeenten is, waar het beerputtenstelsel bestaat.
De V oorzitter kan daar geen antwoord op geven.
De heer van den Bosch meent, dat men de
eischen niet te hoog moet opvoeren, dan mag men ook
wel het tonnenstelsel gaan verbateren, dat in het geheel
niet deugt.
De heer Cohen Stuart is het hiermee niet eens.
Stond men beerputten toe, die niet aan de eischen vol
doen, dan zou men naast een verkeerd tonnenstelsel een
slecht systeem beerputten krjjgen en dat moet niet.
Da hser Van den Bosch zou willen onderzoeken,
of er niet iets op is te vinden, dat den heer Bosman al
reads de toestemming wordt gegeven deze mededeelisg
sobjjnt ham voor den heer Boaman onaannemelijk.
Da heer Cohen Stuart ziet daar geen bezwaar in,
a aan de eischen wordt voldaan. Het bezwaar d8r kos
ten van het lcegen is thans door de medadeeling van den
boor Bosman ondervangen. Nasmt men echter iu de ver
ordening op, dat beerputten kunnen worden toegestaan,
das is bjj er tegen om met de eischen de hand ta lichten.
De heer D e W i t zegt, dat de zaak herhaaldeljjk in
het college van B. en W. is besproken, en het komt hem
voor, dat eerst dan het verzoek kan worden toegestaan,
als de verordening is gawjjzigd.
De heer van den Bosch zou willen weten, of
het de bedoeling is het verzoek toe te staan, en zou dan
B, ea W. willen uitnoodigen de commissie te verzoeken
zoo spoedig mogeljjk de verordening te wjjzigen.
De Voorzitter zegt, dat er nog al wat tjjd kan
verloopon, de gezondheidscommissie moet nog worden
gehoord ea de commissie voor publieke werkvn't gaat
das moeitjjk te baloren, dat binnen korten tjjd, de zaak
in orde kan komen.
Daarna wordt ooaform het voorstel van B, en W.
besloten.
11. Plas van bebouwing wan een tere la
tusichea Westerweg eu Kenueaternlngel.
Aangehouden.
12. Pensioensgrondslag van een leeraar aan
bet Qymnaslnn.
De heer Dr. Nugteren heeft bjj schrjjven van 17
Januari 1.1. aangifte gedaan, dat hjj verkiest dat zjjn
pensioensgrondslag wordt teruggebracht op f 200, in
verband met de wjjziging in da door hem te geven
bezwaren.
B. en W. stellen voor, om overeenkomstig de bepa
lingen der Burgerljjke Pensioenwet die grondslag op
dit bedrag vast te stellen.
Conform beslotem
13. Toestand van het Baanpad.
Bjj adres, ongedateerd, den 22sten November 1.1. ont
vangen, hebben D. van Helden en 23 anderen zich tot
den raad gewend met het verzoek om het Baanpad
van gemeentewege te doen bestraten. Bedoeld adres
werd den 5den December 1.1. om bericht en raad in
handen gesteld van B. en W., die thans voorstellen
aan D. van Helden c.s., als beschikking op hun adres,
den 22en November 1.1. ontvangen, te berichten, dat
tot het bestraten van het Baanpad voorshands niet
kan worden overgegaan.
Aangenomen.
14. Wtyxlglng Algemeene Politieverordening.
Bij schrijven van 22 December 1.1. zjjn deer den
Voorzitter van Gedeputeerde Staten dezer provinoie
bezwaren ingebracht tegen do raadsbesluiten van 5
December 1906 Nes. 6 en 7, betreffende de algemeene
herziening der plaatselijke strafverordeningen en tet
wijziging der Algemeene Politieverordening.
Ten einde aan de geopperde bezwaren tegemoet te
I kernen, stelt de commissie voor de strafverordeningen
veer te besluiten:
A. de raadsbesluiten van 5 December 1906 Nes. 6
en 7, betreffende de algemeene herziening der plaatse
lijke strafverordeningen en tet wijziging der Algemeene
Politieverordening van 3 April 1889 (Gemeenteblad
No. 15) in te trekken
B. over te gaan tot de vaststelling eener verordening
tot wijziging der Algemeene Politieverordening dezer
gemeente.
De commissie brengt verder onder de aandacht, dat
uit het thans aangeboden ontwerp alle bepalingen zjjs
gelicht, verband houdende met de Motor- en Rijwielwet
1905.
Het is haar voornemen bovenbedoelde bepalingen,
samengevat in een afzonderljjke verordening, eerlang
ter vaststelling aan te bieden. Conform besloten.
De heer Van den Bosch meent vroeger de toe-
zeeging te hebben gekregen, dat de politieverordening
in haar geheel zal worden herzien.
De Voorzitter zegt, dat eerst de rjjwiel-verorde-
aing aan de beurt is en dan de vjjfjaarljjksche herziening
der politie-verordening zal volgen.
Da heer Van den Bosch heeft de opmerking
gemaakt, omdat hem vroeger is toegezegd, dat een be
paling omtrent de sehandaaloolportage zou worden opge
nomen, Daar wil hjj aan herinneren.
De heer Glinderman: Kloostermai is er niet
meer.
De Voorzitter zegt, dat een artikel daaromtrent
in de verordening voorkomt, doch dat wjjziging over
wogen zal worden.
Daarna wordt conform het voorstel der commissie
besloten.
15. Toneabelnstlng.
In verband met een van heerea Gedeputeerde Staten
ontvangen schrjjven stellen B. en W. voor; de raadsbe
sluiten d.d, 5 December 1906, tot wjjziging der verorde
ningen op het heffen en invorderen van rechten voor
diensten door den gemeente-reinigingsdienst bewezen, in
te trekken en aan Ged. Staten mede te deelen, dat in
het laatst dezes jaars, wanneer de heffings- verordening,
geldende tot 1 Januari 1908 tooh opnieuw moet worden
vastgesteld, op deze zaak zal worden teruggekomen.
Goedgekeurd.
16. Aanvraag oas railing van grond.
B, en W. stellen voor aan den heer J. Balder, als
beschikking op zgn adres d.d. 4 December 1.1. te berichten,
dat de gemeente niet wenscht in te gaan op zgn verzoek
tot ruiling van grond aan den Nieuwlandersingel bg de
Bleekersloot tegen gemeentegrond, liggende ten noorden
van zjjüe huizen aan de Vierstaten.
Van de agenda gevoerd, daar hol verzoek is inge
trokken.
17. Gebruik van aangekochten tuingrond.
In verband met de omstandigheid, dat de gemeente
eigenares is geworden van den tuin met twee schuren
en woning aan Ropjeskuil, stellen B. en W. voor daaraan
eene bestemming te geven, door:
1. Het woonhuis, dat voor den openbaren dienst voors
hands niet noodig is, bjj openbare inschrjjving te ver
buren.
2. Da schuren te bestemmen als bergplaats van gereed
schappen, en de thans in gebruik zjjnde kweaker jj «enigs-
zins te verplaatsen naar de zjjde van den aangekochten
tuin. Een volgend jaar zou dan van de tegenwoordige
kweekerjj een gedeelte kunnen worden verhuurd,
Bjj dit punt vragen B. en W. tevens een orediet van
ongeveer f 200 voor het doen verrichten van grondwerken
aan de algemeene begraafplaats. Zjj wenschen deze wer
ken uit te voeren, nu er gebrek aan werk is.
De heer Uitenbosoh merkt op, dat er reeds door
eenige mannen op de begraafplaats wordt gewerkt.
De Voorzitter zegt, dat zulks dan gebeurt zonder
voorkennis van B. en W. en zal het onderzoeken.
Het crediet wordt toegestaar.
ALKMAARSCHE COURANT.