No. 41. Honderd en negende jaargang. 1907. DAGBLAD VOOR AT.KMA AR. EN OMSTREKEN. Prijs der gewtne advertentiën MAANDAG 18 FEBRUARI. Bekendheid met de wet. BINNENLAND. Uit Hof- en Hoofdstad. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs, COSTER ZOONVoor dam O 9. Jaarlyksche oproeping van gegadigden naar de betrekking van arbeider bij de Gemeente-Reiniging. Zij, die wenschen in aanmerking te komen voor de betrekking van arbeider bij den gemeentelijken reinigingsdienst, kunnen zich daartoe aanmelden ter Gemeente-Secretarie, ten einde zich te doen inschrijven op een daarvoor aan te leggen lijst. Gegadigden moeten gedurende minstens twee achtereenvolgende jaren, onmiddellijk voorafgaande aan hunne aanmelding, binnen deze gemeente heb ben gewoond, niet ouder zijn dan 30 jaren en in het bezit zijn van een gezond lichaamsgestel. Zij, die zich vroeger reeds opgaven, hebben zich voor dit jaar opnieuw aan te melden. Bai-gnmrestar en Wetbrudsis voorioerad Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 16 Febr. 1907. DONATH, Sscetaris. Zon iemand van ons de wet kennen Wet hier ge> nomen in een ruime beteekenis, zoodat daaronder vallen niet alleen de van Koning en Staten-Generaal afkomstige voorschriften, maar tevens al datgene wat door den Koning alleen, door de provinciën en door ruim elf honderd gemeenten van ons land werd verordend Zin er zoo iemand te vinden zjjn Zou er zelfs wel iemand gevonden worden, door wiei al die voorschriften alleen maar zjjn gelezen, laat staan, dat hg nu ook zou weten waf ze allen inhouden Ver de plank misslaan doen we zeker niet, als we beweren, dat zoo'n wondermensch niet te vinden zal zjjn En tooh, niettegenstaande door niemand alle wetteljjke voorschriften zjjn gelezen, das nog minder worden gekend toch wordt ieder geacht, toch wordt ieder burger vor- moed de wet te kennen, en zsl hjj de onaangename ge volgen van dat vermoeden ondervindenwanneer hjj tengevolge van zjjn onbekendheid met al het verordende gehandeld mocht hebben in strjjd met een van de bon derden, duizenden voorschriften, waarmede tegenwoordig het menechdom wordt overstroomd en waarmede men bibliotheken zou kunnen vullen. Toch niettegenstaande men overtuigd is, dat het ver moeden: ieder kent de wet, onjuist is, is men het er over eens dat de fiotie: elk en een iegelijk kent de wet. niet gemist kan worden. Er moge met nog zooveel recht beweerd kunnen worden, dat een fiotie een leugen is bet aanvaarden van den regelieder kent de wet, is. zoo vla door prof. Oppenheim in zjjn standaardwerk over ons gemeenterecht terecht wordt opgemerkt, niettemin een harde noodzakeljjkheid. Immore tot de helderziendsfen behoeft men niet te bebooren cm in te kunnen zien dat, ais men niet aannam dat ieder de wet kent, iedereen z ch zou gaan verschuilen achter zjjn ware of voorge wende onbekendheid met een wettelijk voorschrift, indien hjj soms in strjjd met dat voorschrift gehandeld mocht hebben Immers tot de profeten behooft mes niet te behooren om te kunnen voorspellen, dat het met do na leving van de weten verordening, met welke naleving het ten onzent toch al niet zoo heel schitterend gesteld is nog treuriger gesteld zou raken, al men den regel los' liet, dat ieder van de wet op de hoogte is. Valt er dus over het volstrekt niet juiste vermoeden, dat iedereen de wet kent, niet te twisteneen andere vraag is het, of datgene gedaan wordt, wat gedaan kon worden, om de werkeljjkhe d zooveel mogeljjk het ver- mooden te doen naderen Of alles verricht wordt, niet om de menschen de kennis der wet bjj te brengen, want dat zou een os begonnen werk zjjn, maar wel om de burgers in de gelegenheid te stellen de vereischte kennis te vergaren als ze dat wessohea Wordt dat alles ge daan Neen, gelooven we. Nu zal men allicht geneigd zjja te vragenmaar worden dan do wetten en koninkljjke besluiten niet atgekondigd Worden de wett-ljjke maatregelen door het Rijk uitgevaardigd niet docr Staatsblad en Staatscourant ter kennis van het publiek gebracht? Ziet ge niet over het hoofd, dat de provinciale wet voorechrjjft, dat alle algemeene provinciale reglementen en Terordening, n in het provinciaal blad moeten worden gepubliceerd Z et 8® B'0t voorbjj. dat, wat de gemeente aangaat, ook esn afkondigingspl oht is voorgeschreven, althans wat de Strafverordeningen betreft, en dat dis verordeningen nog bovendien drie maanden op de secretarie ter lezing voor een ieder moeten worden neergelegd en tegen betaling der kosten, hetijj in druk, feetzjj in afschrift, algemeen veikrggbaar moeten worden gtstela Ns®°» dat ai®"» we niet voorbjj Ea tooh honden we Btaande, dat meer gedaan kon worden om de burgers in l 8®l®f?e'"81d te stellen, kennis te maken met de vo: r- sohnlten der vesschillende overheden, dat dus het zooeven genoemde onvoldoende is. Om ons verder te bepalen tot de gemeenteverordeningen. Moe geschiedt de afkondiging dier verordeningen Do wet laat de gemeenten op dit stuk geheal vrjj. Da ge. meentebesiuren kunnen dns b. v. door aflezing of door aanplakking den volke verkondigen waf door den raad i" belang der gemeente werd verordend. Dat deze middelen van afkondiging, dat die aflezing en die aan plakking geheel onvoldoende zgn om de kennis van gemeenteverordeningen te bevorderen, spring? in 't oog. Zoo'n aflezing, wie luisteit daarnaar Eu over welk een enorm geheugen meet men beschikken, om van zoo'n aflezing, als men er toevallig eens bjj tegenwoordig mocht zjjn, profjjt te kunnen trekken, om later te kunnen zeggen, wat nu eigenljjk recht is in de gemeentel Ei dan dé aanplakking I Wie gaat zoo'n aangeplakte verordening lezen Wie gaat zich misschien aan wind en weer bloo stellen om kennis fe maken met 's raads voorschriften T En het ter secretarie ter inzage liggen 1 Ook dit heeft wel beschouwd niets te beduiden. Wie heeft er ooit ge boord van menschen, die naar de secretarie liepen om daar zich op de hoogte te stellen van 's raads verorde. ningen Dergelijke menschen znllen, als ze er zjjn, wel witte raven zjjn! En geen wonder 1 Stond er naast iedeis deur nu nog een secretarie 1 Maar wie zal nn om te weten te komen boe vaak bij zjjn schoorsteen moet laten vegen of voor andere ntsterjjen, een tocht onder, nemen naar ket stadhuis Esn rentenier misschien Voor iemand, die toch niets anders te doen heeft, kan zoo'n ontdekkingstocht misschien een aardige tfdpasseering ?jja Maar de anderen De sec etarie is natnurljjk niet bjj nacht vn ortjj o en de uren waarop men zich kan aanmelden, zullen wel meest samenvallen met die, waarop de meeste menschen door hun dageljjksch werk in beslag zjjn genomen. Die verplichte nederlegging gedurende drie maand kon dus voor een burger-niet-rentenier evengoed niet geschreven zjjn 1 Hoe aardig die aanplakking, die aflezing en dieneder legging ter secretarie zoo op het eerste gezicht ook mogen ljjken, aan het praktische leven getoetst bljjken die mid delen ter bevordering van bekendheid met de gemeente verordeningen maar matigjes te voldoen. En,dan hebben we er nog niet eens op gewezen, dat die povere middelen tol kennismaking alleen nog maar betrekking hebben op nieuwe, op kersversche verordeningen 1 Voor verordeningen van ouderen datum heeft men aan die middelen totaal niets. Maar dan bljjft immers nog over, zal men zeggen, dat de verordeningen in afschrift of in druk tegen de kosten algemeen verkrjjgbaar zjjn 1 Zeker die middelen bljjven ter bevordering van de kennis van gemeenteverordeningen nog over. Maar meer dan een rampzalig overschot is het niet. Immers de praktische beteekenis van „afschrift tegen de kosten" is nihil. Die kosten zullen immers, vooral bjj eenigszins lijvige verordeningen, veel te heog zijn 1 Maar de druk zal dan tech zoo duur niet wezen? Och, dat valt in de praktjjk ook niet mede. De ver ordeningen konden over het algemeen veel eenvoudiger, veel minder kostbaar werden uitgegeven dan nu het geval is. En danalgemeen verkrijgbaar I Ieder neme in de plaats zijner inwoning maar eens de proef, wat algemeen verkrjjgbaar in de praktijk wil zeggenHet gemeente huis, misschien nog een drukker, daartoe zal zich in de meeste gevallen de algemeenheid wel bepalen 1 Wat dan meer diende te geschieden om de bekend heid met de gemeenteverordeningen te bevorderen? Een stap in de goede richting geschiedt daar, waar de gemeente hare verordeningen publiceert in een officieel gemeenteblad of in eene particuliere courant. Op die wijze kan men zich thuis gemakke'ijk op de hoogte stellen van 's Raads voorschriften. Maar een leemte blijft dan nog over, n.l. cat men op die manier niet alles op een handige wijze bjjeen krijgt wat op een gegeven oogenblik als recht geldt in een gemeente. Om die leemte aan te vullen zouden de gemeenten er toe moeten overgaan om alle op een gegeven tijdstip in een gemeente geldende verordeningen tot een geheel te vereenigentot een gemeenteverordeningenboek. Om de vijf jaar zou de gemeente zoo'n verzamelwerk kunnen uitgeven. Eens in de vijf jaar moeten immers toch volgens de gemeentewet de verordeningen de revue passeeren Verder zou dan de prigs van zoo'n verordeningenboek zeer laag moeten zijn. En dat zou best gaan bjj den tegenwoordigen stand der papierindustrie en der boek drukkunst. Het is volstrekt onnoodig de verordeningen zoo fraai uit te geven, dat men haast geneigd zou zjjn ze van een prachtbandja te voorzien. Doch men zou nog verder dienen te gaan. Waarom zou men eigenljjk op het voetspoor van de gemeentewet vasthouden aan den kostenden prjjs? Waarom het verordeningenboek niet voor een paar centen verkrjjgbaar gesteld, zoodat het in ieders bereik valt? Misschien zou bjj een zoo lagen prjjs het gemeentebudget met een paar honderd gulden bezwaard worden l Maar zou dat een bezwaar zjjn Wjj gelooven het niet. Dat geld zal zjjn rente dubbel en dwars opbrengen. Wanneer men de verorde ningen meer bjj de menschen brengt, ze hun als het ware thuis stuurt, dan zullen de voorschriften van den Raad ook beter worden nageleefd. En opdat die voor schriften zullen worden nageleefd, daarvoor worden ze toch immers vastgesteld Of vergissen we ons hierin En dan worde er voor gezorgd, dat zoo'n verordeningen boek ook algemeen verkrjjgbaar zjj. Het publiek moet geen tocht naar het stadhuis behoeven te doen om i boekje machtig te worden. Men moet het publiek het gemakkeljjk maken. De burgers moeten zich zonder veel moeite op de hoogte kunnen stellen. Dan zal een verordening misschien ook nog eens preventieve kracht gaan uitoefenen. Nu komt men dikwjjis op het kanton gerecht pas op de hoogte van het in een gemeente geldende [recht. Nu wordt men dikwjjis, pas, we zullen niet zeggen door schade èn schande, maar dan toch door schade wjjs. H. M. de Koningin heeft Vrjj dagavond den voorzitter van de Eerste K.mer, baron Schimmelpenninck van der Oye, andermaal ter conferentie ontvangen. Men verneemt, dat besprekingen van H. M. met staatslieden over de ministerieele crisis althans in de eerstvolgende dagen niet verder zullen gehouden worden. In welingelichte staatkundige kringen wordt met grond betwjjfeld, dat de adviezen der tot dusver door de Kroon over de crisis geraadpleegde autoriteiten zich bewogen hebban in de richting van ontbinding der Tweede Kamer. van Staatsexploitatie van spoorwegen. Dit een overzicht in het Tijdschrift der Maatschappij Nijverheid blgkt, dat v6ór staatsexploitatie van spoorwegen zich verklaard hebben de departementen der maatschappij Arnhem, Deventer, Dordrecht, Utrecht en Zwolle en daartegende departementen Amsterdam, Breda, Delft, Haarlem, Hengelo, Rotterdam en Zaanstreek. In de Vrijdagavond gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel te Leiden word ten opzichte van staatss xploitatie van spoorwegen met vier tegen twee stem men besloten, zich van advies te ontbonden en noch mede te gaas met de motie var de Ned. Werkgevers, noch met die van den heer Bos, in de Kamer voorgesteld. Staten van Noord-Holland. Naar het Rbld. verneemt is jhr. P. Hartsen niet;voor nemens bjj de periodieke aftreding een nieuwe Candida tunr voor het lidmaatschap der Provinciale Staten aanvaarden. te De »Haagsche koutere van de Prov. Oron Ct. vestigt de aandacht op een verderfeljjk steeken des tjjds*. »Deze of gene heeft een sprookje of een tooneelstukje gefchreven, verwerkt of vertaald, dat zjjne jjdelheid zoo gaarne cp de planken zag gebracht. Een liefdadigheidsdoel is ving gevonden, en als 't er niet is, vindt het vernuft van dezen of genen belang' hebbende er heel gemakkeljjk een. 01 er een werkeljjk batig saldo wezen zal, is immers totaal onverschillig. De hoofdzaak is: het inccea der vertooning. Nn worden de aardige vertooners en vertoonstertjes uitgezochtsnoesjes van 6, 7 tot 17, 18 jaar, om te Btelen, die van alle kanten hun lieftalligheid en gratie, al de bekoring van hnn geheel persoontje hóóren prjjzen en bewonderen. De ouders dier kinderen, ingenomen als zjj zjjn met die koekjes van hun eigen deeg, doen alles wat zjj kunnen, om hun eigen op den voorgrond te doen komen. Hemel en aarde wordt door hen bewogen, om een hoofdrol voor Marietje of Toosja te veroveren. Nog daargelaten de uitgaven, die voor menig onder zwaar drukken, brengen repetitiën en bovenal de uitvoering allerlei kwellingen en moeiljjkheden voor vader en moeder mee. Men wil niet onderdoen voor meneer Dit of me vrouw Dat, die voor het costume hunner meespelende kinderen, geene uitgave ontzien. Derhalve wordt er alles gedaan, om elkaar de loef af te steken, en men geeft meer geld uit, dan het budget toelaat. Voor het liohameljjk welzjjn der kinderen is zulk een tooneel vertooning allerslechte. Het tocht steeds en overal in die schouwburgen, komt het gevierd prinsesje van het tooneel in de tochtige gangen honderd tegen ééa dat het gevierde tooneelspeelstertje kou vat en den uittocht bitter bezuurt. Menig kind heeft bjj zulk een vertooning, gretig de toejuichingen in ontvangst nemende, zjjn longen voor het ongeneesljjk kwaad ontvankeljjk gemaakt. Nog daargelaten, dat de dreumes of het cokette dingetje van 8 of 9 jaar onuitstaanbare ijdeltuiten worden, als zjj zich door iedereen booren prjjion en ophemelen, en als zjj vernemen, hoe de courant de rjjkste bjjvoegeljjke naam woorden gebruikt, om hun spel en toilet tot in de hemelen te verh' ften. Op dit oogenblik vindt men in de hofstad tal van cantstrices van 7 4 8 jaar en een gezegende hoeveelheid vjeunes premierse, eerste rollen, van 10, 12, 13 jaar. De plankenkoorts kennen zjj nog niet, maar het handgeklap en de bravo's van het enthousiast publiek streelan hunne reeds sterk ontwikkelde jjdelheid in hooge mate. Dat baardelooze plankenvolkja zal, eenmaal volwassen, nog onverdrageljjker, aanmatigender en onbesohofter zjjn dan het tegenwoordige jonge ges'acht, hetwelk op den openbare weg zoo bedroevend en tergend bljjk geeft, dat het in het handboek van den goeden toon en de beschaafde vormen nooit een blik geslagen heeft. «Rudolf* in de Arnh. Ct. spreekt over de «crisis* en zegt in verband daarmede: »Er waren ook reeds mannen met zoo scherpen blik, dat zjj den nieuwen Minister Tan Oorlog helder voor oogen hadden. Wie ander dan generaal Smedirg? Laat ons eerder gelooven, dat zjjn gezond verstard hem be hoeden zal dit gevaarljjk ee> bewijs gesteld dat men t hem aanbood te aanvaarden. Na de zenuwachtige maanden, die hjj doorleefde, zal de heer Smeding wel niet in het wespennest, dal op het Pl»in, zuidzjjde, huis vest, zich begeven. Maar ééa zal er toch, welk bewind wjj ook krjjgen, moeten gevonden worden om geseraal Staal te vervangen. Wie zal de ongelukkige zjjn? Want dit staat wel vas', dat van de we mg bsnjjdbare ministeia'oaantjes, da' van den Minister van Oorlog wel 't minst benijdenswaardige is. Het zou mg nog gasn overdreven optimisme too- Bcbjjneu, dat, voor het geval van mislukking 6ensr rechfcohe combinatie, het zittende Kabinet zich over reden liet om te bijjvec. RrgeeriBgloosheid kan niet torgelaten worden en heel wat nuttig werk w*cht op afdoening. Het middel van ontbinding is een paarden middel, dat haat en wrok zaait en volstrekt niet altjjd een duideljjk fff ct brengt. Maar een 2e editie van het Kabinet-de Meester zal zeer moeilijk voltallig te maken zijn. In de hoofdlijn zou de nieuwe Minister van Oorlog dezelfde richting als generaal Staal moeten volgen en of deze, althans in de hooge rangen, een oprechte medestander had, valt te betwjjfelen. De Koningin staat, hoe 't ook loope, voor een buitengewoon meeiljjke keuze. Van vele zijden wordt beweerd, dat het oogenblik gekomen is een burger aan 't hoofd van het militaire departement te plaatsen. Zoo doende zonden wij het voorbeeld van Engeland, en ten deele ook dat van Frankrijk, volgen. Intussohen zou de j burger, die ten onzent dezen vertrouwenspost aanvaardde, de hoop op een gezonde naohtrnat wel knnnei vaarwel zeggen. Met hoeveel weerzin de militaire aatoriteiten zich onder het bar- gerljjk gezag zonden bnigen, kunnen wij wel raden. Een buitengewone energie zon hier vereiseht worden en een nog groetere zin voor praetische min en tjjd- roovende administratie. Want de papieren doolhof op Oorlog moet werkeljjk onafzienbaar en ondoorgrondeljjk wezen, in dien doolhof is geen enkele draad van Adriane toereikend, dédr meet zelfs Theseus verdwalen. Enfin, hoezeer geërgerd, wjj waohten, af, omdat wij wel niet anders kunnen. Een „Kabinet van zaken" achten sommigen de meest redeljjke oplossing, e. a. doordien hierbij de mogelijkheid bestaat enkele bekwame leden van het zittende Kabinet in de uien we combinatie op te nemen. „Waarom moeten wjj knappe menschen als b.v. de Ministers van Landbouw en Waterstaat, die (eerstgenoemde vooral) velerlei nattig werk hebben reid, i effect leiden kan zoo luidt de vraag. voorbereid, nn zien heens igaan, nn hnn arbeid tot nuttig luidt de Waarschijnlijk znllen de betrekken Ministers een dergelijke* overgang echter minder eenvoudig vinden. Iets gedwongens en halfslachtigs zou hun positie in een ander Kabinet van gewjjzigde kleur hebben. En de belangtjjke ontwerpen van den Minister Yeegens hangen immers met de gevriehtige belastinghervorming ven den Minister de Meester samen. Derhalve sou zij almede gehandhaafd moeten blijven, hetgeen slechts bij een reconstruotie van het tegenwoordige bewind te verwachten is. Ja, indien dit laatste gelukken mooht, dan waren wjj denkeljjk 't best af. Da schrjjver van de Haag ache kroniek* in de N. Oron. Ct. vermoed dat het tot een reconstruotie van het mini sterie zal komen, met volledige handhaving van het pro. gram, ook op het stuk van de defensie maar dan zal vooral de kenze van een opvolger voor minister Staal de groote moeilijkheid zjjn*. Een moeiljjkheid evenwel, die niet onoverkomelijk is. Want het is bekead dat er in d9 bureaux van oorlog een generaal is, van het wapen der cavalerie, de man die generaal Staal in alle opzichten heeft gesteund en voorgelicht bjj zjjn plan, die vermoe- deljjk niet ongeneigd zon zjjn de taak van den met zoo veel eer en fierheid gevallen voorganger, verder geheel in zjjn geest maar dat langs eenigszins anderen, trou wens ook tot hiertoe door heih aanbevolen weg, nlt te voeren.* Sprekende over den burgemeester, den heer Sweerts de Landas, zegt de Kroniekschrijver, dat hjj op weg is om de algemeene sympathie die hjj in den gemeenteraad zoowel als daarbuiten geniet, eenigermate op het spel te zetten. >In de laatste gemeenteraadszitting bleek tooh, dat hjj een opzettelijke contrdle had doen uitoefenen op de raadsleden die de leeszaal ten stadknize bezoeken. Er lagen vertrouwelgke stukken ter lezing, bei rellende het aan eenige ambtenaren ter gemeentewerf gegeven ontslag. En toen ds inhoud dier stukken in debat ward gobracht, had de burgemeester de onhandigheid te con- statserefi, dat slechts 6 van de 45 leden zich de moeite hadden gegeven om die stukken te raadplegen. Van dergeljjke disgen geldt, mat een variant op het c* qu'on ne dit pae, on le chante, dat men ze wél doet, maar er niet over praat. Toen de heer Sweerts, den heer Ter Laaa, die de be doelde s' ukken wel degeljjk bleek te hebben gelezen, de eategonscfae vraag stelde, of hjj dan op de leeskamer was geweest, antwoordde deze, meer raak dan beleefd: »dat gaat n niet aan*, ter wjj 1 hjj een oogenblik later den burgemeester de quahficatie van «opper-spion van 's Gravenhage* vereerde Minder fel, maar ad rem was een der andere raadsleden, die verklaarde dat, wan neer zjjn komst op de leeskamer werd gecontroleerd, hjj er voortaan «gecostumeercl* zon verschjjnen, In dezen carnavalstjjd was de opmerking nog si actueel. Met dat al, de burgemeester heeft het het bjj den raad een beetje verkor ven; er waren lange gezichten* die zwjjgend boekdeelen spraken.* De schrjjver van de Amsterdamsche Brieven in de Prov Geld. en Nijm. Ct. vermeldt een eigenaardig staaltje op rechtsgebied: Iemand bewoonde een gemeubileerde kamer bjj tameljjk behoeftige menschen. Een deel van den inboedel be hoorde den onderhuurder. Een schrifteljjk contract was geljjk in zulke gevallen bijna nimmer geschiedt niet gemaakt; de onderhuurder betaalde aan 't einde van elke week, zonder meer. Op zekeren avond ontstaat er twist tusschen hem en den huurder van de étage. De laatste eischt kort en bondig dat zjjn commensaal op staanden voet de woning verlaat. Begrjjpeljjkerwjjs weigert dezeeen snaar boven« geroepen politieagent is noodig om het geschokte maat schappelijk evenwicht te herstellen. Deze doet een beroep op het »Recht« het «Recht* n.l. met een hoofdletter en tusschen aanhalingsteekens wat heel kranig is voor zoo'n gewonen agent. Hg vraagt of de commensaal ook een huurcontract bezit en daar dit niet het geval is, maakt hjj hem opmerkzaam dat hg met bekwamen spoed de woning heeft te verlaten, wjji hg anders proces-verbaal wegens huisvredebreuk zou moeten opmaken. O erigens heeft mijnheer de com mensaal natuurljjk het volste recht een eisch tot scha deloosstelling bjj den kantonrechter in te dienen, geen mensch zal hem beletten te procedeeren, al zou zjjn laatste hemd er ook aan moeten. De commensaal gaat, overbluft door hat gekoperkelmde gezag. Aan een proces denkt hjj niet, van zgn tegen partij is niets te halen en 't zou goed geld naar kwaad geld gooien zgn. Deswagen zocht bjj voor dien nacht e:n hotel op en zocht des volgenden ochtend een nieuwe kamer, wat, dank zjj de «Nieuws Pjjp», hier nog al geen h-kseawerk is. Zgn boelschrijftafel, piano, boeken, papieren en klseroa heeft hjj echter niet op zgn rag mee kannen fjouwen, twee dagen later komt hjj mat kruiers om zgn eigendom naar de nieuwe woning te transpor- teoren. Tot zgn verbazing laat de gewezen «kostbaas» hem niet alleen niet op zgn woning, doch weigert ook ALKMAARSCHE COURANT. He JUablnetscrisis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1