No. 42.
Honderd en negende jaargang.
1907.
DAGBLAD YOOË ALKMAAR EN OMSTREKEN.
bTnn enlandT
Prijs der gewsne advertentiin
DINSDAG
19 FEBRUARI
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HERMs, COSTER ZOONVoordam C 9.
Jaarlij ksche oproeping
van gegadigden naar de betrekking
van arbeider
bij de Gemeente-Reiniging.
Zij, die wenschen in aanmerking te komen voor
de betrekking van arbeider bij den gemeentelijken
reinigingsdienst, kunnen zich daartoe aanmelden
ter Gemeente-Secretarie, ten einde zich te doen
inschrijven op een daarvoor aan te leggen lijst.
Gegadigden moeten gedurende minstens twee
achtereenvolgende jaren, onmiddelljjk voorafgaande
aan hunne aanmeldingbinnen deze gemeente heb
ben gewoond, niet ouder zijn dan 30 jaren en in
het bezit zijn van een gezond lichaamsgestel.
Zij, die zich vroeger reeds opgaven, hebben zich
voor dit jaar opnieuw aan te melden.
Burgemeester en W»*benders vaorroemd
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
16 fobr. 1907. DONATÖ, S cretaris.
Alkmaar, 19 Februari.
Er is in Rusland een toek verschenen, dat veel
opzien baart en door hooge militaire overheden met
schrik en beving tegemoet gezien werd. Na zijn
versohjjnen werd het nieuwe boek door de Russische
regeering onmiddellijk verboden. Toch is het geen
revolutionnair boek. En hoe belangwekkend de
inhoud van deze drie deelen ook moge zijn geen
Nederlandsch uitgever zal zich waarschijnlijk aan
een vertaling wagenzelfs niet nu het verboden
is, wat overigens een sterke aanbeveling voor een
boek is, zooals men weet. Zooals misschien enkele
van onze scherpzinnige lezers welke couranten-
schrjjver is zoo onbeleefd zijn lezers niet scherp
zinnig te noemen P begrepen zal hebben bedoelen
we het nieuwe boek over den Russisch-Japanschen
oorlog van generaal Koeropatkin. Het boek zelf
zou in een Nederlandsche vertaling wel geen grooten
aftrek vinden, want de oorlog, dien het behandelt,
was in ons land niet wat men noemt populair. Het
terrein, waarop hij plaats had was te ver weg, de
volkeren waren voor ons te onbekend en we wisten
niet aan welken kant onze sympathieën moesten
staan. Uit den aard van ons volksbestaan voelden
we veel voor de kleine Japs, het Davidje, dat op
den Russischen Goliath lostrok en overwinning op
overwinning behaalde. Maar aan den anderen kant
maakte men ons bang met het schrikbeeld, dat
door de Dnitsche keizer was uitgevonden, en dat
algemeene bekendheid verwierf onder den naam
het gele gevaar. En men herinnerde ons er ook
aan dat wjj daar hij den evenaar nog een parel van
smaragd hadden wat wij overigens o.a. ook uit
onze begrooting kunnen weten en sprak het
vermoeden uit, dat de Japanners vroeg of laat wel
eens op de inval zouden kunnen komen dien parel
aan den kroon van hun Mikado te hechten ge
steld dat die een kroon draagt. De Japansche
sympathieën werden bovendien voor een deel ge
neutraliseerd door het klinkende portemonnaie-
argument: wij, Hollanders, in plaats van ons geld
in industrieele ondernemingen op eigen bodem te
steken, koopen liever „Russen" en zoo zagen de
menschen met de Russische papieren met leede
oogen aan, dat de Russen klop kregen. Kortom,
er was in ons land weinig geestdrift voor den oor
log, wat in het bijzonder zij hebben opgemerkt, op
wie de taak rust het menschdom te voorzien van
„bulletins" (wie geeft ons een goed Hollandsch
woord hiervoor, wij zullen hem dankbaar zijn en
een dankbaar gebruik van zijn vinding maken en
zorgen, dat het „algemeen verspreid" wordt.)
En zoo zal er in ons land wel niet veel geest
drift zjjn voor dit boek, behalve misschien in hoogere
militaire kringen, welke veel er uit zullen kunnen
leeren. En om den schrijver èn om den inhoud
mogen we evenwel toch wel zooveel belangstelling
verwachtendat een artikeltje er over niet geheel
en al overbodig mag worden geacht.
Koeropatkine iszooals men zich ongetwijfeld
herinnert, opperbevelhebber geweest. Hij ging om
streeks dezen tijd in 1904 naar de Mantsjoerijsche
velden. Toen werd er in Rusland algemeen gedacht,
dat er een voorspoediger tijdperk zou aanbreken.
JV en geloofde in Koeropatkine, men had vertrouwen
vroegeren minister van oorlog en in den
veldheer, die in den Turkenoorlog niet alleen lauwe
ren had behaald, maar ook ervaring had opgedaan
in de krijgskunst, zooals o, a. bleek uit zijn kritische
werken, welke hij over den oorlog van 1877'78
had geschreven. Het Russische volk zag in hem
haast een afgod en hij had moeite om zijn land-
genooten aan het verstand te brengen, dat hij niet
onmiddellijk de krijgskans kon doen keeren.„Ge
duld, geduld en nog eens geduld", dit zijn de
historische woorden, welke hij bij zijn vertrek ge
bruikte. Hij moest eenige malen geslagen worden
zeide hij, eerst dan zou hij kunnen overwinnen.
Hij is inderdaad geslagen maar de overwinning
is uitgebleven. Zelfs de beste, bereidwilligste generaal
kan een leger van slechte, onwillige soldaten in den
strijd niet doen zegevieren'. Ook Koeropatkine heeft
dat moeten ondervinden. Slechts een jaar werd hem
het opperbevel toevertrouwd. Hij had zijn roem
zooals dat met zoovele groote mannen gebeurt
overleefd. Eens was hij „meester in het winnen van
veldslagen", daarna werd hij „meester in het terug
trekken", tenslotte „meester in niet geheel verloren
slagen". Hij heeft indertijd voor een groot deel de
schuld van zijn nederlagen geschoven op rekening
van Gripenberg en Kaulbarts, ook generaals. Thans
herhaalt hij in zjjn boek, die beschuldigingen. Wij
zullen hierop niet nader ingaan waarom niet,
behoeft zeker na hetgeen in den aanvang is gezegd,
niet nader te worden toegelicht.
Alleen merken wij even op dat Kaulbars tegen
woordig gouverneur is van Odessa, in welke be
trekking hij zich buitengewoon gehaat heeft gemaakt,
zoodat zijn vele vijanden hopen, dat hij na het ont
hullen van zjjn vele fouten, wel zal moeten heengaan.
Het spreekt wel van zelf dat de Russische onthul
lingen, welke er in dit boek worden gedaan, de
hoogere rangen naar verhouding niet minder zullen
dunnen als de Japansche kogels dit de gelederen
van het leger hebben gedaan. Trouwens Koero
patkine is eerljjk genoeg om te erkennen, dat het
ook hem op eenige punten aan voldoend inzicht
heeft ontbroken. En tegenover het gebrek aan in
zicht, het gemis aan samenwerking, het foutieve op
treden, dat Koeropatkine in de Russische aanvoerders
laakt en behoorlijk aantoont, stelt hjj de knapheid
en de samenwerking, waardoor de Japansche bevel
hebbers zich zoo hebben onderscheiden. Maar naast
den militair-technischen kant behandelt de schrijver
de moreele zijde. En deze is belangrijk genoeg,
om te vermelden, wat hjj er over schrijft. Hij roemt
Japan, dat zich gedurende een tiental jaren tot den
oorlog had voorbereid, terwijl toen die oorlog kwam,
de geheele natie er aan deelnam.
„De Japansche aristocratie zond haar zonen om te
overwinnen of te sterven.
Yoor de officieren werden, omdat zij ten strijde
gingen, ljjkdiensten gehouden, en als zij zelfs ge
wond krijgsgevangen gemaakt werden, pleegden zij
zelfmoord. Daar de troepen zeer goed het groote
gewicht voor hun land beseften van de daden van
heldenmoed, die zij volvoerden, vochten zij met een
vastberadenheid en een moed, zooals nog nimmer
in een vroegeren oorlog werd aanschouwd. Alleen
door een zoo verheven drang van vaderlandslievende
gevoelens is het mogelijk het feit te verklaren, het
welk meer dan eens voorviel, dat, dat wanneer wij
dorpen vermeesteren, die door Japanners bezet waren
geweest, Japansche afdeelingen zich in een of meer
huizen opsloten, daar zjj een zekeren dood verkozen
boven gevangenschap of overgeven. In de veldslagen
vóór dien van Moekden alleen kwamen er verscheidene
van dergelijke gevallen voor."
„Men moet ook de moreele noodzakelijkheid ge
voelen om de overwinning te bevechten. In den
tegenwoordigen tjjd, waarin overwinningen duur te
staan komen, is het niet alleen het leger maar de
heele natiedie daaraan moet medewerken. De
overwinning wordt gemakkelijker gemaakt voor
den strjjder, die behoort tot een natie, die noch
haar hulpbronnen noch de levens van haar beste
zonen spaart, door ze naar het front te zenden met
haar zegewenschen, hen aan te moedigen, hen te
steunen, hen op te beuren in hun streven, nooit,
zelfs niet voor een oógenblik, het vertrouwen ver
liezende in de eindeljjke overwinning van haar
kinderen. Was dit de houding in Rusland ten op
zichte van den oorlog Snelden de zonen van onzen
adel, van onze kooplieden, van onze geleerden naar
het terrein van den strjjd Hunkerde de schooljeugd
om ten strijd© te trekken P De scholen waren ge
sloten wegens werkstakingen, maar sloten zich veel
jonge mannen bij het leger aan P Heel weinigen
misschien, zoo het er al gedaan hebben. De geregelde
troepen en de reservisten, die onder de wapenen
werden geroepen, kregen handen vol proclamaties,
waarin de regeering werd veroordeeld en zij tot
opstand werden aangespoord. Deze proclamaties
vonden zelfs hun weg naar Mantsjoerjje. Onze
troepen kregen ze van de Japanners zoowel als uit
Russische bron. Waren de brieven en kranten, die
zjj van thuis kregen, geschikt om hen met geest
drift en energie te bezielen?
Binnenlandsche onlusten, berichten van aanhou
dende rustverstoringen, beleedigingen en verwjjten
gericht tot de regeering, de officieren van het leger
met minachting behandeld dat was het wat men
te velde laB, niet alleen de officieren, maar ook
de soldaten. De aanleiding en het doel van
den oorlog waren nooit goed begrepen en dan konden
zulke berichten uit het vaderland kwaljjk helpen
om een militairen geest te bevorderenintegendeel,
zij oefenden een demoraliseerenden en vernietigenden
invloed op alle gemoederen, behalve de stoerste.
Als Rusland werkelijk wilde zegepralen en dat van
zijn leger verwachtte, dan had het zjjn leger heel
anders moeten behandelen."
Zóó spreekt Koeropatkine in zijn boek. Hjj is voor
zjjn vaderland de vriend, die de feiten toont. Maar
niet al tjjd is zoo'n vriend een goed vriend. Misschien
had Koeropatkine beter gedaan, met zjjn overigens
belangwekkend boek niet te schrijven, met Rusland
zijn felle kritiek te sparen. Het kan er zijn voordeel
mee doen maar de vijand kan dat ook. We
gelooven daarom niet, dat een der Japansche opper
bevelhebbers een dergelijk boek zal schrijven. En
dat die Japansche heeren er een goede taktiek op
na houden hun overwinningen hebben het bewezen!
Vereenvoudiging van de schrijftaal.
De „Vereeniging tot vereenvoudiging van onze
schrijftaal" en een aantal onderwijsorganisaties hebben
zich met een adres tot den Minister van Binnenlandsche
Zaken gewend, waarin zij er op wijzen, dat sedert
1892 de beweging tot vereenvoudiging van de Neder-
landsche spelling voortdurend in kracht heeft gewonnen.
Adressanten verzoeken den Minister het daarheen te
leiden, dat aan het gebruik van de vereenvoudigde
spoiling geen bezwaren worden in den weg gelegd en
de invoering van bedoelde spelling niet worde belem
merd van de zjjjde der overheid en der sohoolautoriteiten.
genoodzaakt zag, onder de oegusst van dit booze ge
sternte, opnieuw den strjjd aan te binden
Natuurlijk Msar wat een kind verstaan kan, verstaat
daarom nog een jonrnalist niet, als hjj eenmaal zjjn
partijbril heeft opgezet.
Ea antwoordt men ons, dat ook wjj toch last
zoudan krjjgen, omdat er ook onder one verschil van
gevoelen over het d-fensie-vraagBtnk ip, dan zjj gerepli
ceerd, drt vooreerst onder ons deze quaestie op dit
oogenblik volstrekt niet op den voorgrond staat; en
ten anderen, dat we zoo vrjj zonden zjjn, den strjjd
niet onder de lease, die men ons opdrong, maar onder
onze eigen lenze te voeren.
Dat we desniett m'n niet op ontbinding aandrongen,
was dan ook alleen, gelijk we het aansfonds uitspraken,
omdat we de politieke avontuur jacht liefst overlaten
aan dat deel der liberale pers, dat sinds jaren voor
zjjn belustheid op avontunr bekend staat.
Hst seriense deel der liberale pers deed er dan ook
*:et aan mee 1
Tegen Vaccine-dwang.
De Bend tegen Yaeoine dwang zal zloh opnieuw tot
H M. de Koningin richten met het verzoek, dat opnieuw
een voorstel tot intrekking of wijziging van artikel 17
der Wet ven 4 Deeember 1872 (St.bl No. 134) bij de
Staten-Generaal moge worden aanhangig gemaakt, opdat
ook aan iet-ge vaccineerden de toegang tot de openbare
en de bijzondere scholen worden ontsloten.
Congres tegen het alcoholisme.
Op het Eerste Nederlandsehe Congres tegen het
alcoholisme dat op 21 en 22 Mei te ütreoht zal worden
gehouden zullen o. a. de navolgende onderwerpen
worden ingeleid: Overzioht der buitenlandsohe drank
bestrijding, door mej. H. W. Crommelinoverzicht der
binnenlandsche drankbestrijding, door den heer R.
Casimir; de geneesmethoden van drankzucht, doer
dr. H. Postumusde statistiek, doer den heer J. C. E.
Slotemakerde misdadigheid der jeugd en het alcoho
lisme, doer mr. J. A. van Hamel; de reclame,van den
drankhandel, deer den heer F. Schmidtdé waarde
van de wet als middel in den drankstrijd, door mr. F.
W. J. G. Snijder van Wissenkerke; welke taak legt
de drankwet den gemeenteraden op? wat deden zjj in
dit opzicht? door dm heer J. M. G. Kempers, en de
organisatie der drankbestrijding, door ds. A. W. van
Wijk.
Onder
Uit de Pers.
De crisis.
feet hoofdje Yan de partjj zjjn soferjjft de
Standaard
In het Centrum wordt opgemerkt, dat, kwam het
tot een Zaken-Kabinet, d.i. tot een Kabinet in den
vorm van een rniker, saamgesteld uit mannen van
beginsel, maar die tjjdeljjk hun beginsel op non-acti
viteit stelden, ds roomsche staatslieden wal niet vac
de partjj zonden zijn.
Natnurljjk niet en de antirevolutionaire natuurljjk
evenmin.
Niet onze wagen reed vast, maar de wagen der
Yrjjzinnigheid, en op ons rust niet de minste ver
plichting, om ban wagen uit de modder te halei.
Daar zjjn de feeeren èi aansprakeljjk èi mans genoeg
voor.
Onze burgerplicht hebban wg in 1905 èi voor de
stembus èa bjj de Kabinets-formatie trouw vervuld.
Wa hebben de heeren róór de stembus gewaarschuwd,
dat ze met ten los aaneengeschakeld allegaartje de
politieke leiding niet op zioh konden nemen. Ea na de
stembus hebben we hen nogmaals gewaarschuwd, niet in
ree te gaan met een Kabinetsboot, dia slechts 36 raste
roeiers aan boord had.
Als de heeren het opgaren en officieel verklaren
kwamen, dat ze onmachtig waren om de firma aan
te houden of te vernieuwen, dan natuurljjk zou 't
anders komen te staan en zou er van verplichting
rechts sprake kunnen komen.
Maar dan geheel vrjjdan niet met de heeren as Am,
en dan handelende krachtens een verplichting, die nit
hun door hen z lf-erkendo machteloosheid geboren werd.
L\at de heeren het dus niet te spoedig opgaren.
Laten ze toonen wat ze kannen. Een nieuw beginsel-
Kabinet of een Zaken-Kabinet is ons lood om ond-gzer,
mits het maar zjj een Kabinet, welks credit, èa vooral
w-lks debet straks niot voor onze rekening komt.
Onder den titel Lot uit de
Standaard de volgende driestar
Ons zeggen, dat een Kamerontbinding voor Rechts
een lot uit de loterjj zou wezen, heeft men grootspraak
genoemd.
Dit verstaan we niet.
Ia 1905 heeft R chls het verloren, doordat het een
nit liberale iractiën stAmgesmeede coalitie tegenover
zioh rond ran Van Karnebeek tot Hugenholtz,
Bjj een verkiezing op dit oogenblik zou daarentegen
de jjzeren band, die deze liberale duigen in 1905
faamknelde, gesprongen zjjn. En al mocht te* slotfe
bjj de gloeihitte van het anti-clericalisme het toch nog
gelukken de twee niteinden van den jjreren band weer
aaneen te krjjgea, 'edor roeit toeh dat dit een veel
minder sterke positie voor onze tegenpartjj zon opler.ren,
dan desijjds.
Kan nn een kind niet verstaan, dat het voor Rechts
een lot uit de loterjj zou zjjn, indien Links zich
1 o t e r jj bevat de
D* Ntderlandich» Spectator wjjst in een vrjj uitvoerig
artikel o. a. hierop, dat de strjjd om het bljjrend gedeelte
zooals deze zioh nu voordoet, ten nauwste samenhangt
met de vervorming onzer partjjgroepeering.
Eindeljjk hebben wjj dus gelukkig eens een grooten
politieken strjjd, die niet loopt over onderwjjs, kerkrecht,
of andere vragen der beruchte antithese en evenmin
over kiesrecht*
Hier gold het een in democratische richting gaand
voorstel.
Wegens dit democratisch element is bet gewmtoht
dat de strjjd over dit vraagstuk doorwerkt. Alles wat
behoudsgezind is, zal sich dan langzamerhand aan de
eene zjj Ie scharen, terwjjl de democratisch gezinden
naast elkaar de andere partjj gaan vormen. Dit kan
echter niet plotseling geschieden, daarvoor is in onze
partjjformatie te veel sleur, en zjjn die twee staatkun
dige richtingen in nagenoeg elke groep te veel dooreen
gemengd. Ook voor de politieke leiders der groepen
is het niet gemakkeljjk de gevolgen dezer verwording
te overzien en zjj zullen das beproeven de nieuwe
groepeering met de oude leuzen en kleuren te beplak
ken. Op den duur zal dit niet gelukken.
Het ministerie-De Meester moge heengaan, zonder
f belangrjjke wetten tot stand te hebben gebracht, toch is,
als reeds nn zjjn leven wordt afgesneden, zjjn werk
belangrjjk geweest. Het heeft geregeerd en belangrijke
ontwerpen voorbereid, die voor-en tegenstanders von-
den, maar zoowel het een, als het ander werkte ver
zoenend op den strjjd onder godsdienstige lenzen en
bracht het verschil van inzichten terug op politiek terrein.
Evenals het ministerie-Van Bosse Fock een einde
heeft weten te maken aan den hartstochtelijken strjjd
over cnltnurstelael en vrjjen arbeid, in die mate dat
men ternauwernood dien strjjd herinnert, evenzeer is
het de taak geweest van het kabinet-De Meester den
iellen antihesestrjjd te begraven, en laat het een lens
na, die voor gezonde politieke ontwikkeling van Ne
derland van de grootste en mrest vruchtdragende be-
teekenis kan zjjn.
De W'g is gezet in het verderfeljjk stelsel der gods-
dienBtig-politieke partjjgroepeering".
Een >Haagsche correspondentie* in de Zutph. Ct, be
spreekt eveneess de vraag, wat behoort te gebeuren. Het
antwoordt luidt: »Wie de verantwoordelijkheid eener
crisis hebben aangedurfd, moeten ons er uit redden 1*
De^sehrjjver beslui!
De vriendeljjke betuiging van den heer Van Zinnicq
Bergmann en de onvriendelijke van den heer Yan
Honten, dat het niet gemunt was op het Kabinet in
zjjn geheel, mis3en alle beteekeniB en waren niet ter
"]zake dienende. Dat de heeren liever stemden zonder
groote aansprakrijjkheid op zioh te laden, spreekt van
zelf. Dooh, waar missohien reeds weldra deze beide
volksvertegenwoordigers het Kabinet op andere voor
name punten van zjjn program zouden hebben bestreden
arbeidscontract, dwangverzekering belastingplannen,
zjjn die verklaringen oigenljjk niet wel te begrjjpen,
tenzjj er mee bedoeld werd ambtrenooten van generaal
Staal, met u rekenen wjj liever een volgenden keer af.
Wat is de oorzaak van al die verwarring
Niets dan de antithese. DèArdoor zjjn in de Eerste
Kamer, als partjjgenooten van dr. Knyper, mannen
gebracht, wier godsdienstige richting bekend was, dooh
omtrent wier politiek inzicht men geheel in 't duister
tastte. Daardoor is 't nog niet uit te maken, hoe de
belangrjjkste wetsontwerpen bjj de rechterzjjde der
Eerst Kamer zullen worden ontvangen.
De vraag, welk Kabinet in aanmerking zou komen
Jfchet demissionaire op te volgen, is dan ook uiterst
moeilik te beantwoorden.
Uit algemeen politiek cotrpnnt lijkt het best een
cab net d'affaires, maar, geljjk werd opgemerkt, be
staat daart-gen vermoeieljjk bp zonder bezwaar. Negen
heeren, die van de a.s. Statenverkiezing de beste ver
wachting op sacoes koesteren, zouden wellioht in den
bestaanden min sternood kannen voorzien, tenzjj H.M.
zioh voorloopig met een zaiver ambtenaren-Kabinet
tevreden stelt.
Kech t zaken.
Ontgroenen.
Bjj gelegenheid van em ontgroeniEgspartjj van Leid che
studentes kreeg een >groen> een klap of slag tegen het
achterhoofd, tergevolge waarvan do jongeling duizelig
werd, aohterover viel en vijf dagen ongfgteld bleef.
Verdtcht van deze mishandeling gepleegd te hebben,
had zich gisteren een s'ndent voor de Haagsche Recht
bank te verantwoorden die echter alle schuld ontkende.
De persoon in quaesti", die zelf het «e.langen had te
kennen gegeven om de zaak maar niet te i ervolgen, kon
ook niet zrggen hoe bjj aan de zwelling op zjjn achter
hoofd gekomen was. Hjj moest ren speech honden ge
deeltelijk met zjjn hoofd buiten het raam der kamer
ALKNIAARSCHE COURANT