No. IS. Honderd en negende jaargang. 1907. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Ambachtsschool Aangifte van Leerlingen voor lm cursus isot—190», Prijs der gewone advertentie» WOENSDAG 2Ö FEBRUARI. ALKMAAR. H. VAN DER HEIJ. BINNENLAND. V Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents Teletoonnnamer 3. Per regel f 0,10. By groote contracten rabat, öroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h, HERMs, COSTER ZOONVoordara O 9. aanvangende APRIL e.k,, cp elksn Donderdag Vrijdag en Zaterdag der maand FJQBRUAHI van 9 tot 41 aren. De leeftyd van 19 jaren moet zgn bereikt. Onvermogendea kosteloos, anderen betalen een school geld van f®f19.-, 118.-, 194.—, f30.— of f 36.— in het |aar. maffS*- Leermiddelen en Gereedschappen 'S*f®*3r worden aan allen verstrekt. Nadere inlichtingen geeft de Directeur Jaarlijksche oproeping van gegadigden naar de betrekking van arbeider by de Gemeente-Reiniging. Zij, die wenschen in aanmerking te komen voor de betrekking van arbeider bij den gemeentelijken reinigingsdienst, kunnen zich daartoe aanmelden ter Gemeente-Secretarie, ten einde zich te doen inschrijven op een daarvoor aan te leggen lijst. Gegadigden moeten gedurende minstens twee achtereenvolgende jaren, onmiddellijk voorafgaande aan hunne aanmelding, binnen deze gemeente heb ben gewoond, niet onder zijn dan 30 jaren en in het bezit zijn van een gezond lichaamsgestel. Zij, die zich vroeger reeds opgaven, hebben zich voor dit jaar opnieuw aan te melden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmasr, G. RIPPING, Voorzitter. 16 Pebr. 1907. DONATH, S?cretar5s, Alkmaar, 20 Februari. De Duitsche Rijksdag is dus geopend. Het Duitsche volk heeft derhalve zijn speelgoed terug. Om verkeerde gevolgtrekkingen te voorkomen, zij opgemerkt, dat deze voor den Rijksdag en voor het volk minder vleiende vergelijking atkomstig is van Bismarck, de man, die niet alleen een „ijzeren vuist" maar ook een scherp vernuft bezat. In een gesprek over de toestanden in Duitschland, zeide de onovertroffen Rijkskanselier, dat de Duitschers met het Neurenberger speelgoed, dat hij hun ge schonken had, niets wisten te beginnen en dat zij het bedierven. Althans, dit staat geschreven in het dagboek van Hohenlohe. De opening van den Rijksdag had plaats niet in het groote Rijksdaggebouw, maar in de Witte Zaal van het Koninklijk paleis. De geheele koninklijke familie was er bijeen en ook waren er, behalve de leden van den Bondsraad, Rijksdagleden na tuurlijk niet alle want er zijn 397. De Keizer heeft een troonrede voorgelezen, waarvan we op dit oogenblik nog maar een uittreksel voor ons hebben. Daarnaar te oordeelen is het een uiterst vlak staats stuk. Het schijnt hol en leeg te zijn. De regeering laat niet veel los van de plannen, welke zij met den Rijksdag voor heeft. Het wetsontwerp, dat aange kondigd wordt, en dat betrekking heeft op de in stelling van een rijksdepartement van koloniën, komt geenszins onverwacht. Reeds twee maanden geleden schreven we, dat, na de mislukking met dr. Stübel en prins Hohenlohe, thans met Dernburg de proef zou worden genomen, om „koloniën" van „buitenlandsche zaken" te doen verhuizen naar een afzonderlijk departement. Dat een wetsontwerp, betreffende vervolging we gens majesteitsschennis in voorbereiding is, mag even min iets nieuws worden genoemd. Immers het offi- oieele Duitsche orgaan, de Reichsanzeiger bevatte den 28sten Januari j.l. in verband met 's Keizers verjaardag, een bevel van den Keizer aan den Mi nister van Justitie, waarbij dezen werd opgedragen, een wetsontwerp tot wijziging van het artikel op Majesteitsschennis voor te bereiden ter indiening bij den Rijksdag. Wat ten aanzien van de begrooting, en de vroe ger verworpen aanvullingsbegrooting voor Zuid- West-Afrika wordt aangekondigd, is evenmin nieuw als de aanleg van een spoorweg van Keetmanshoop naar Koeboeb. Wij wisten reeds lang, dat de re geering de kolonisten in Z. W. Afrika schadeloos wilde -stellen voor geleden verliezen, even goed, als dat de regeering op bovenbedoelden spoorweg bijzonder gesteld schijnt. Die spoorweg behoort tot de ver wezenlijking van het principe, dat ook in de troon rede was belichaamd, en wel in de volgende woorden „De ontwikkeling van onze koloniën tot een kostbaar deel van het nationale bezit eischt vooral een zorgvuldig uit te werken plan voor de uit' breiding der verkeerswegen." Wat de afloop van de verkiezingen betreft van het centrum wordt niet gerept, maar de sociaal democratie krijgt er vau langs in de volgende passus „De gezonde zin in stad en land heeft in den ver kiezingsstrijd een beweging gestuit, die zich, met verloochening van al het bestaande goede en levens krachtige, tegen staat en samenleving in hun vreed zame ontwikkeling richt. De groote fundamenteele wetten tot bescherming van de oeconomisch zwakken zijn tot stand gekomen tegen het verzet van de par tij die zich de ware pleitbezorgster van de belangen der arbeiders noemt, maar zelve niets voor haar en den vooruitgang van de beschaving uitgericht heeft. Toch telt zij hare kiezers nog altijd bij millioenen. De Duitsche arbeider mag daar niet onder lijden. Ge noemde wetgeving berust op het beginsel van de so ciale verplichting jegens den arbeidenden stand en is daarom onafhankelijk van de wisselende groepeering van de partijen. De verbonden regeeringen zjjn be sloten, het sociale werk in den verheven geest van keizer Wilhelm den Groote voort te zetten." Men weet, dat tijdens de regeering van keizer Wilhelm I de Duitsche socialisten veel aanhang vonden. Het was de tijd van Marxen van Lassalle. Krachtig werd er toen tegen de socialisten opge treden, strenge maatregelen werden er genomen, maar daarnevens werd er naar gestreefd den arbei ders „in plaats van onverteerbare socialistische stee- nen het voedzame brood van een sociale politiek" te geven, om te verhinderen dat zij zich bij het socialisme aansloten. Uit dien tijd zijn afkomstig maatregelen ten bate van ziekenkassen, verzekeringen bij ongelukken, invaliditeit en ouderdom dien weg dus wil thans Keizer Wilhelm weer op. Vermeld dient voorts deze zinsnede: „De staatkundige toestand belooft dat de vrede bewaard zal bljjven, met onze bondgenooten bestaan de oude hartelijke, met de andere vreemde mogend heden goede en correcte betrekkingen." De uitdrukking „correcte betrekking" is niet vreemd in den Keizerlijken mond. De Keizer heeft haar eerder gebruikt en toen werd algemeen veronder steld dat zij voornamelijk gericht was aan het adres van Engeland. Aannemende, dat dit ook thans het geval is, licht de gevolgtrekking voor de hand, dat ondanks de ontmoeting van Koning Eiuard en Keizer Wilhelm te Kronberg, en ondanks de pogingen in het werk gesteld om de betrekkingen tusschen de beide naties te verbeteren, deze nog steeds „correct" en niet meer zijn. Aan het slot wordt in de troonrede gezegd: „Moge het nationale gevoel en het verlangen naar daden, waaruit deze Rjjksdag is voortgekomen, tot heil van Duitschland, ook uit zgn werk spreken." Thans, nadat er bijna tien weken nationale tijd zoekgebracht is, kan de Rijksdag aan den arbeid gaan. Hoe dat zal geschieden, ligt nog in bet duister. De Troonrede heeft weinig licht ge bracht, maar wanneer de Rjjksdag zich een bureau zal hebben gekozen, kunnen de parlementaire tour- nooien een aanvang nemen en dan zullen we spoedig weten, welken geest de nieuwe Rijksdag bezielt. minister Van Kaalte. De Minister van Justitie heeft de volgende advertentie in esnige Haagse ie bladen geplaatst »De bawjjzen van belangstelling, sedert den I6den jl. ontvangen, zgn zóó talrgk, dat het mg niet doenlgk is, daarop elk afzonderlijk te antwoorden. Het zjj mg das vergand, op deze wjjze aan allen mjjn oprechten dank te betuigen. II. F. Bultman, f Het E'rste Kamerlid Baitman is overleden, De heer Herman F. Baitman werd te Amsterdam 19 Maart 1886 geboren en woonde sinds 1861 te Haarlem- mei meer, nadat hg reeds 10 jaren vroeger de admini- stratie van de bezittingen zjjns vaders in den polder had op zioh genomen. Hjj was een warm bevorderaar van landbouw en gemeentebelang?», richtte o. a. het eerste stamboek in Nederland mate op (Het Ned. Rundvee- stamboek), van het bestuur waarvan hg later deel bleef uitmaken als lid van verdienste en eerelid. Tevens was hg esrnlid van het hoofdbestnnr der Hollaudechc Maat schappij van Laadbonw. Naar saaie ding van onder zgn bestnnr met snecss verrichte droogmakerijen, werd van uit hst buitenland meermalen te dezer zake zgn advies ingewonnen. De heer Baitman, die de liberale beginselen was toe gedaan, had sinds 2 Mei 1888 zitting in de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor Noord-Holland. Hjj was voorts o. a. nog lid der Staatscommissie tot onderzoek omtrent den tconomisohen toestand van landbouwers en landar beiders, tot niet lang geleden voorzitter van het Ned. Landboawcomité, hoogheemraad van Rgnland, directeur der Mg. tot droogmaking van het zuldaljjk deel der L-gmeerplussen en wethouder der gemeente zijner inwo ning. De overledene was ridder in de orde van den Neder], Leenw, ridder van het Legioen van Eer, ridder van de Leopoldsorde van B.lgië en offioier van de Mérite Agricolr, Be Vredesconferentie, Bjj een onderhoud, dat een verslaggever ia Den Haag gisteren met geheimraad prof. Martens had, heeft deze verklaard, dat hjj verwacht, dat de Tweede Vredescon ferentie reeds in de eerste dagen van Juni as. zal bij eenkomen, hoogstwaarschijnlijk onder presidium -an den Russischen ambassadeur te Parjjs, geheimraad Nelidow, die benoemd is tot eerste gedelegeerde van Rusland ter conferentie. De zittingen der conferentie zullen niet openbaar zjjn. Het gerucht dat wegens den tegenstand van Duitsch land het voorstel tot gedeeltelijke ontwapening van het program der conferentie zal worden afgevoerd, moet allen grond missen, daar niemand beletten kan, dat punt op de agenda te plaatsen en in debat te brengen. Engeland en Amerika hebben, naar het schijnt, het voornemen ter conferentie een voorstel tot beperking der bewapening te doen, Met eenige verwondering, zegt de N. Ct., zien wij in een buitenlandsch blad, in een Reuter-telegram uit Londen, reeds de voornaamste punten van het program der vredes-conferentie opgenomen zooals zg door de Russische regeering, blijkbaar het laatst in overleg met de Engelsche werden vastgesteld. Zg bshelzen het volgende lo. Verbeteringen aan te brengen in de bepalingen der conventie aangaande de vreedzame regeling der internationale conflicten wat betreft het scheidsgerecht en de internationale commission van onderzoek. 2o. Toevoegingen aan te brengen aan de bepalingen der overeenkomst van 1899 betreffende de wetten en gebruiken voor den oorlog te land, met inbegrip van die welke betreffen de opening der vijandelijkheden, de rechten der neutralen enz.; de verklaring van 1899; hernieuwing van de afgeloopen overeenkomst. 3o. Uitwerking der conventie betreffende de wetten en gebruiken van den zee-oorlog aangaandede speciale operatiën van den oorlog ter zee. als het bombardement der havens, steden, dorpen, door een zeemacht; het leggen van mjjnen, enz.de verandering van koopvaar dijschepen in oorlogsvaartuigen den eigendom der oorlogvoerenden ter zee; het respijt, toe te staan aan de koopvaardijschepen, die de neutrale havens of de havens van den vijand moeten verlaten na het begin der vijandelijkhedende rechten en plichten der neutralen ter zee, met inbegrip van quaestie van contrabande; de reglementen, toe te passen op de havens der oorlog voerenden en de vernieling ingeval van overmacht van de neutrale koopvaardijschepen die als onderpand in beslag zgn genomen. In deze uit te werken overeenkomst zullen bepalingen worden gelascht betrekkelijk den oorlog te land, die van toepassing zgn op den oorlog ter zee. 4o. Toevoeging aan de conventie van 1899 van de beginselen der conventie van Genève van 1864 betref fende den zee-oorlog. Evenals ter conferentie van 1899 zal duideljjk vastgesteld blijven, dat de conferentie noch zal spreken over de politieke betrekkingen tusschen de verschillende Staten noch over den door tractaten geschapen toestand, evenmin als over quaesties, welke niet zullen zijn ingeschreven op het door de verschillende regeeringen aangenomen programma. De Hunter-herdenking. Het nationaal comité voor do Ruijter-herdenking heeft tvt de verschillende kerkgenootschappen in ons land het verzoek gericht om de nationale herdenking van den 300en geboortedag van M. A. de Ruijter niet onopgemerkt te doen voorbijgaan in de kerken. Het heeft zioh gewend tot de regeering om hulp en medewerking, ten einde 23 Maart te doen zgn een algemeene vacantiedag voer de schooljeugd en mooht de voldoening smaken op dit request de beschikking te ontvangen, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken in dien geest de commissarissen der Koningin had aangeschreven. Bovendien riep het comité de hulp in van de ver schillende onderwijsvereenigingen, ten einde ook in de gemeenten waar zich onverhoopt geen comités mochten vormen voor de feestelijke herdenking van de Ruijter's geboortedag 23 Maart te maken tet een feestdag voor de Nederlandsche schooljeugd. Onder de plannen, welker verwezenlijking, als blijvend huldebetoon aan de nagedachtenis van den grooten zeeman en vaderlander, het nationaal oemité hoogst gewensoht toeschijnt, behoort het stichten van een nationaal maritiem historisch museum, te Amsterdam, een museum waarin aanschouwelijk wordt weergegeven de ontwikkeling van onze eorlegs- en koopvaardij marine en van de overige bedrijven ter zee. Uit de 6. D. A. P. Voor het in dit jaar te houden congres der Soo.-Dem. Arbeiderspartij zgn door de afdeelingen Utrecht, Zaan dam, Rotterdam II, Lanneker V en Den Haag II moties ingediend, waarin het feit geconstateerd wordt, dat er verdeeldheid in de partij heerscht en de wensch wordt uitgesproken dat daarin verbeteriag kome. In de motie der afd. Utrecht wordt ten sterkste betreurd „het scherp karakter, dat de meeningsverschil- len tus-ohen sommige partggenooten heeft aangenomen." Ia die der afdeeling „Zaandam" wordt gesproken van de „desorganiseerende houding" van sommige partijgenooten en de meening geuit, dat daaraan in 't belang eener kraehtige eensgezinde arbeidersbeweging zoo spoedig mogelijk een eiid dient te komen. „Lonneker V" meent, dat partggenooten, die zioh niet aan eongresbesluiten onderwerpen, of daarmede ia strijd handelea, uit de partij moeten worden ver- wjjdord, en in de motie der afdeeling Den Haag II wordt met leedwezen het streven geconstateerd, dat onder sommige partggenooten blijkt te bestaan, om bij voorkeur te zoeken naar hetgeen de partij verdeelt. De SlaafscosiHlssle voor den fllddeisUnd. Naar de Tel. verneemt heeft geen der leden van de Staatscommissie voor den Middenstand bezwaren inge diend tegen de redactie van het Bureel dezer Commissie in zake de nota aan den Minister van Binnenlandsche Zaken betreffende het vakonderwijs. Deze nota met bijlagen is nu dato 13 dezer in ori gineel aan den Minister van Binnenl. Zaken en in afschrift aan den Minister van Landbouw Nijverheid en Handel toegezonden. In het begeleidend schrjjven is op publicatie aangedrongen. Rechtzaken. Arrondlnsements-Reehtbank te Alkuer. Zitting van Dinsdag 19 Februari. Diefstal. Hendrioua FrasoUcus Antonius 3., 23 jiar oud, céoo- ratiesohilder, geboren en woonachtig te Haarlem, onder gaat thans gevangenisstraf in de strafgevangenis te Haarlem. Hg is reeds door de Haarlemsche Rechtbank tot 3 maanden gevangenisstraf veroordeeld, en heden was bjj de eerste beklaagde, die voor deze R chtbank zich opnieuw wegens diefstal had te verantwoorden. Dat hjj terecht mrest staan was, omdat hg op Donderdagavond 17 Januari 8 uur den bierwagen toebehoorende aan den bierbottelaar Sipke van der Wjjk, wonende op de Laat te Alkmaar, wegnam. Beklaagde zag dezen wagen, in het Vjjvertjs staan, nam hem weg, en ging hiermede naar Fieter Schuit, bierhuishouder op het Ritsevoort. Daar gekomen disohte hg aan Schuit een verhaal op. Hg vertelde ocder anderen, dat hg van zgn vrouw en kinderen, die in Den Haag woonden, was weggegaan omdat hg met zgn vrouw niet harmonieerde, zeide dac hg agent van een bierbrouwerg was, en verkocht ten slotte voor f 2 aan Schuit den door hem ontvreemden wagen. Vervolgens ging beklaagde in de richting van hst station. Ia de Spoorstraat gekomen, zag hg dat er niemand in den slagerswinkel van den aldaar woonach tigen slager Hoedjes aanwezig was, en van die gelegenheid gebruik makende, nam hg een koperen gewicht van den toonbank weg en verkocht dit later voor esn kwartje. Beklaagde bekende volledig zgn diefstallen, en voerde tot zjjae verdediging aan, dat hg in staat van dronken schap verkeerende, hiertoe was gekomen, en dat hg geen werk had. Vjjf getuigen waren in deze zaak gedagvaard. Na het hooren dezer getuigen verkreeg het O. M. het woord tot het nemen van zgn requisitoir. Aan het verhaal van beklaagde hecht Z. E. A. weinig waarde. Zeer ongunstig staat beklaagde bekend. Hg is herhaaldelijk veroordeeld. Ter zake van diefBtal, tweemaal gepleegd, eisohte Z. E. A. 1 jaar gevangenisstraf. Ernstige mishandeling. Daarna nam op de bank der beschuldigden plaats, Dubbele S., vissoherskneoht, 25 jaar oud, geboren te Urk en woonaohtig te Dan Helder. Hjj had zich te verant woorden, omdat hjj ia den nacht van 25 op 26 December van het vorige jaar Maarten Bakker, eveneens esn vissohsr te Den Helder, met een mee in da linkerzüde bloedend had verwond. Volgens getuigenis van Bakker, was beklaagde met andere vrienden dien avond uitg» weest. Zg hadden verschillende herbergen bezocht. Gstuige kreeg twist met beklaagde en bjj de veoh'partg die daarop ontstond, gaf beklaagde hem aei steek met een mes in de linkerzjjda. Van het feit zelve kon getuige weinig bij zonderheden mededeelen, hjj kon er z:ch weinig van herinne ren; wel wist hg, dat hg bewusteloos is geworden en bij komende ontwaarde hg dat hg naar het Gemeente-ziekenhuis was overgebracht. Daar heeft hg ruim 3 weken moeten rerbljjven, en thans is hg nog niet in Btaat om zgn werkzaamheden te verrichten. Da wond is thans genezen. Dr. Vat der Lee heeft hem behandeld. Beklaagde bekende volmondig. Johannes Kramer, Hendrik van der Heide en Gerrit Wezelman, allen visschers, legden in deze zaak hunne getuigenis at. Ook Dr. van der Lee was als getuige en deskundige dagvaard, doch de O. v. J. deelde aan de Rechtbank mede, dat de dokter door ambtsbezigheden verhinderd was, en dat in zjjn plaats, de directrice van 't Gemeente ziekenhuis hare bevindingen, als getuige en deskundige, zou mededeelen. De directrice, mevrouw Brouwer, legde daarna als zoodanig hare getuigenis af. Zjj getuigde dat tien minuten over drieën Bakker in 't ziekenhuis werd gebracht. B. had een steekwond van 2j c.M. breed, tusschen de 7de en 8ste rib. Da wond bloedde nietdoor al de kleederen waren gaten, door een mes veroorzaakt. Den volgenden morgen heeft Dr. v. d. Lee den patiënt behandeld. Bakker is als hersteld ontslagen. De president behandelde daarna nogmaals met be klaagde zjjn daad. Van de zaak kon beklaagde zich niets meer herinneren. Ik was dronken, voarde hjj tot zjjne verdediging aan. Erkennen moast hjj, dat hjj dien avond een mes bjj zich had. Da O. v. J. ving aan mat te zeggen, dat noch de beklaagde, noch de verwonde zich van 't feit iets kunnen herinneren. Die avond zjjn zjj eerst naar de kerk gegaan, hebban zich bedronken, en vechtende is deze diep treurige zaak voorgevallen. Beklaagde zal in de gevangenis zjjn daad kunnen overdenken. Dat het een snjjwond was, heett mevrouw Brouwer hier getuigt. 7.E.A. achtte het wettig bewjjs volledig geleverd. In toestand van dronkenschap heeft beklaagde gehandeld. Resumeerende eischte Z.E.A. tegen beklaagde 6 maanden gevangenisstraf. Beleediging. Gerardus van der L,, aannemer te Medemblik, heeft het vorige jaar ook al terechtgestaan voor beleediging. Hij is destijds hiervoor veroordeeld en hij heeft een wrok tegen den koopman Jacob Koop. Die minder goede verstandhouding tusschen beiden geeft steeds aanleiding tet soheldwoorden en beleedigingen. Den 17en Januari 's middags om drie uur, ontmoetten zg elkander weer ep de kaasmarkt te Medemblik. Van der L. riep Koop na: Smeerige huisjesdief, je bent een dief t Beklaagde kon dit niet ontkennen. Zoowel beklaagde als getuige kregen een flinke vermaning van den ALKMAARSGHE COURANT. ta/aemmmmmmtmaimmm

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1