Openbare Verkooping
Openbare Verkooping
Oorspronkelijke Scüetsen
Belangrijk Boelhuis.
ENGELSCHE BRIEVEN.
te ALKMAAR,
ADVERTENTIE N.
EGMOND AAN DEN HOEF.
LEO FAIJST.
te Alkmaar,
Een sprookje van Windekind.
<JT. van der Veen 9
Notaris te Alkmaar,
is voornemens WOENSDAG 6 MAART 1907.
in het openbaar te verkoopen
genieten de voorkeur. Onder de bladeren komen
veel groene, meestal gespikkelde genres voor, zooals
de natuur deze aan sommige planten geeft. Ook
natuurlijke bremkruiden vormen een geliefkoosd
materiaal, vooral in combinatie met veldbloemen.
Voorjaarshoeden van licht vilt worden gegarneerd
met lentebloemen en heel fijnkleurige veeren.
Onder de eerste spelen rozen, acacia'e, jasmijn en
lelies een grooten rol. Vele randen van nieuwe
hoeden zijn van voren opgeslagen en gesp of een
chou is daar aangebracht.
De pelsboa's zullen den a.s. zomer door allerlei
chique artikelen vervangen worden als boa's van
struisveeren en kant, mousseline eD gazen écharpes
die aan den empire-tijd doen denken en met pom
padour patronen in zachte, wazige tinten doorweven
zijp. Verder kanten boa's en ruches van geplooid
chiffon en mousseline. De lange boa's zullen zich
nog geruimen tijd weten te handhaven, daar ze elke
vrouw voordeelig kleeden en aan het toilet een
zeker cachet verleenen. De modekleur voor het a.s.
seizoen zal bordeauxrood zijn van het allerdonkerste
tot het lichtste rood en eindigende in teer-rose.
Men is erin geslaagd de struisveeren in deze mode
kleuren te verven.
Voor avondkleuren zijn de zachte nuances het
meest aan te bevelen, als citroen- en zwavelgeel
zeegroen, bleek rose en zacht blauw. Het prune
en paars leent zich uitsluitend voor dagtoiletten.
Het grijs, hoe fijn ook voor wandeltoiletten, moet
men als avondkleur vermijden. Bij dag is het daar
entegen in elke nuance, hetzij licht of donker, de
kleur bij uitnemendheid. In donkere tinten leent het
zich bij voorkeur voor eenvoudige tailleurcostumes,
terwijl de lichtere nuances voor zeer gekleed in'
aanmerking komen.
De vorkorte tailles verheugen zich nog steeds iD
de gunst der mode, zoodat de bolero's zéér kort
zijn, om de hooge geplooide ceintuur tot hun recht
te doen komen. Men ziet ook bolero's, die met
volants en plissé's gegarneerd zijn, doch altijd een
handbreed boven de taille blijvenverder brengt
men kleine paletots en manteltjes, die in den rug
half aangesloten, van voren recht gesneden zijn
beide modellen kleeden chic en zijn ingericht met
den tailleurmaat, die tot in den schouder loopt en
de schouderlijn min of meer verbreedt.
De rokken zijn nauwsluitend aan de heupen en
staan klokvormig uit, ze zijn voetvrij en in over
eenstemming met den bolero van onderen afgezet
met dezelfde garneering. Blauw serge is voor onze
toiletjes de modestof, hoewel er ook wel effen
laken en fantaisie-stoffen voor gebruikt worden. Als
reiscostumes worden vooral veel zwart- en grijs
gestreepte of geruite stoffen gedragen en deze stoffen
maken alle variaties mogelijk. Het lange jacquet
model gaat meer en meer uit de mode en wordt
alleen nog maar gedragen door grooteslanke
dames, wien 't bijzonder goed kleedt.
(Van onzen Londenschen medewerker.)
Londen, 24 Februari 1907.
DE HOEK, DE Z.-A. TENTOONSTELLING
EEN MISLUKTE BETOOGING.
Niet minder, ja wellicht sterker dan in Nederland
is men hier ontzettend getroffen door de vreeselijkè
ramp waarvan de Hollandsche kust het tooneel is
geweest. En evenals het meer gebeurt in de wereld,
het verdriet breekt niet alleen harten, het hecht ze
ook nauwer te zamen. De zelfopofferende moed van
de bemanning der Nederlandsche reddiDgbooten en
allen die met hen medewerkten heeft eiken Britsehen
man en elke Britsche vrouw getroffen. De arme
ongelukkige schipbreukelingen, die ruim 30 uur in
doodsangst verkeerden, wekten natuurlijk elks deernis,
doch onze zeelui, die ter wille van do anderen ruim
30 uur lang doodsgevaar tartten wekken ieders
bewondering.
De Daily Expresseen blad aan wiens sympathie
men niet geneigd is meer waarde te hechten dan
aan zijn vaak gebleken antipathie, geeft een zoo
warm geschreven hoofdartikel over de kloeke kerels
die met kapitein Jansen zich deze bovenmerscheÜjke
inspanning getroostten, dat alleen gebrek aan ruimte
mij verhindert het in zjjn geheel te vertalen en hier
mee te doelen. Doch éé.ne figuur is in deze dagen
op eens schitterend op den voorgrond getreden. Het
is die van onzen Prins Hendrik. Vlug beraden en
straf doorzettend is hij de plaats gaan innemen,
waar niet alleen elk Nederlander doch elk recht
geaard man hem met waardeering en met diepe
achting zag staan. De Prins heeft door zijn ferm
optreden een voorbeeld gegeven, dat men ook buiten
Nederland op hoogen prijs stelt en den heerlijken
indruk maakt dat zulk een Vorst behoort bij zulk
een Volk. Mannelijke moed en taaie doorzettende
kracht, ze hebben wonderen verricht en, bij slot
van rekening, is med overal blij, dat de wereld
nog zulke mannen van stavast voortbrengt.
Dat reeds gisteravond de kinematografen in Lon
den de lichtbeelden van de ramp vertoonden, zal
niemand verbazen, die weet hoe snel men met zulke
dingen hier is. De geïllustreerde dagbladen waren
dadelijk vol platen en portretten en hoewel zulke
dingen altijd een afkeurenswaardige zucht naar
het sensationeele tooneD, men kan toch ook aan
nemen, dat een ietwat dieper gevoel de belang
stelling in zulke vertooningen wekt.
Met leedwezeD heb ik intusschen gezien, dat
eenige couranten, natuurlijk onbekend met de wet
ten en bepalingen op de strandvonderij ten onzent
het gerucht hebben verbreid, als zouden onze vis-
schers de aangespoelde lijken zijn gaan berooveD.
Gelukkig hebben we tegenwoordig evenwel in Enge
land eene pen tot onze beschikking, die elk oogen-
blik vaardig blijkt om zulke en andere praatjes
tegen te spreken. Als ik mij niet vergis, is het
vooral het Algemeen Nederlandsche Verbond, dat
door zijn machtigen steun, het dezen wachter
mogelijk maakt op den uitkijk te blijven en, waar
het noodig is, op te treden. Daarom vermoed ik,
dat ook nu wel de goede naam van onze visschers
zal verdedigd worden in de Engelsche pers.
Ten overvloede wil ik in dit verband ook no»
melding maken van een denkbeeld door ReynoldVs
Newspaper geopperd, om onze mannen der reddings
booten een stoffelijk blijk van hulde te geven Dit
blad is een zeer geavanceerd radicaal weekblad,
dat gedurende den Boerenoorlog met onbezweken
moed aan de zijde der Boeren bleef en niet ophield
oorlog tegen den oorlog te voeren. Van zulk een
onbetwist bevriende zijde is zulk een blijk van
achting van dubbele waarde; het zou ons'hoogst
welkom kunnen wezen, als dat plan slaagde
Wanneer men intusschen de Zuid-Afrikaanders en
de Lngelschen bijeen ziet, bevroedt men dat er eene
wijsheid iswelke gedane dingen helpt doen vergeten
De Koning kwam gisteren de Z.A. tentoonstelling
openen en sprak het toen uit, hoe aangenaam het
hem was zooveel blijken van eensgezindheid uit dat
land waar te nemen. Eigenaardig ookdat Z M in
zijn rede veel meer nadruk legde op landbouw'en
veeteelt, als de blijvende bedrijven, die Z. Afrika
zullen gelukkig makendan wel op het goud en de
diamanten, die, naar hieruit volgt, ook door hem
als voorbijgaande middelen tot voorspoed worden
beschouwd en die maar dit zei de Koning natuurlijk
met met heel veel tot het geluk van dat werelddeel
hebben bijgedragen en het ook wel nooit doen zullen
Bij den ommegang door de tentoonstelling, die na
de offieieele opening volgde lieten zoowel de Koning
als de Koningin zich allerlei uitvoerig verklaren
Koningin Alaxandra onderhield zich aanhoudend
met Kapitein Bamdie nu Sir Pieter Bam is geworden
en ze had blijkbaar veel belangstelling over voor al
de voortbrengselendie men hier bij elkaar zag.
Een van de aardigste en leerrijkste dingen die
een Engelschman er zien kan, is een groote plaat,
waarop de breedte der Victoriavallen vergeleken
wordt met de lengte van Oxtord Street. Die breedte
komt ongevoerovereen met den afstand van Marbele
Arch tot aan Tottenham Court Road. Een respec
tabel eind dus. Daar de tentoonstelling ook in Am
sterdam komt, behoef ik er hier niet verder over
te schrijven. Ik kan alleen iedereen aanraden haar
te gaan zien om zich op de hoogte te stellen van
de vruchtenzaden wijnenin één woord van al de
zakendie men daar zeer uitstekend weet te kweken
of te bereiden en die men hoopt op de Europeesche
markt te brengen, soms, natuurljjk in mededinging
met onze vadeilandsche voortbrengselen. Doch daar
om niet getreurd, de prikkeling der mededinging,
is levenselixer voor den ondernemingsgeest en ver
sterkt de geestkracht van den handelstand.
Men behoeft dan evenwel niet zulke barre mid
delen te gebruiken, a's bij de verkiezingen van den
Londenschen Graafscbapsraad, eigenlijk het cremeen-
tebestuur voor geheel Londen, die gisteren van bet
groote Trafalgar Square een slagveld'maakten. De
conservatieve partij had de onhandigheid begaan een
optocht te organiseeren.'door elk die in den stoet
wou meeloopen'„een rijksdaalder te bieden; ten
minste^A shilling. Een^shillingTheet bier een „Bob"
en de deelnemers heetten dus al gauw, „the Four-
Bobbers." De tegenstanders, wellicht, wellicht niet,
versterkt, door een aantal teleurge telde werklui
en straatslijpers, fdie geen „Four-Bobbers" hadden
kunnen worden, liepen nu met hun duizenden te
hoop maakten de sprekers het onmogelijk zich te
doen verstaan, verscheurden de banieren, beletten
bet stellen van de motie waarmee hier elke be
tooging eindigt, gingen aan het bakkeleien en
maakten van ongeveer 3 uur tot 5, zulk een mis
baar, dat de politie uit alle hoeken en gaten moest
bijeengehaald worden en met moeite eenige orde
handhaafde. Afgescheiden van alle politieke ge
meentelijke vraagstukken, is het intusschen een
groote fout, te gaan betoogen met menschen die
daarvoor betaald worden. Daar zit geen overtuiging
en geenf bewijskracht' in een optocht van menschen
op die manier bijeen gebracht, menschen die morgen
voor hetzelfde geld, of iets minder achter het vaan
del en het muziekkorps van uw tegenstander zouden
aansjokken. De liberalen waren toch al vol moed
op don uitslag, al verwachten zij een kleiner meer
derheid, dan ze nu hebben doch do misslag van
gisteren heelt ze bepaald zeker van de overwinning
gemaakt. „En bovenal, o mensch, wees niefon-
handig" ried de Genestet ons al, terwijl Tayllerand
beweerde dat „une faute est
op Dlasdag 5 Maart 10O7 bjj opbod eo op Dinsdag
I007 bij afslag en combinatie», telkeis des
avonds 5 nar, in het koffnknis genaamd »Markt*;eht«
I*!! xr I *V Ea? Wl>s8PleiD. te» overstaan van
den Notaris Mr A. P. H. DE LANGE, van de volgende
perceelen te ALKMAAR:
Woonhuis en Erf aan de Metiusstraat, groot 89
Bru'
voor f 4,— per week tot
pire qu un crime.
op Dinsdag Maart 1907 bij opbod en op Dins
dag 12 Maart 1997 bij ajslag en combinatie, telkers
ces avonds A U'r, in het Koffiehuis ge»anmd »Markt-
z:cht,« van den hser 0. BOS, aan^het W a a g p 1 eji b
ten overstaan van da* Notaris Mr. A. P. H. DE LANGE,
van de navolgende perceelen te Alkmaar
1. Eon HUIS on EUF aan de Stationsstraat, groot
68 centiaren.
Verhuurd aan Mej. de Wed. T. J. Bmkunk voor
f 3 per week.
2. Een HUK9 en ERF naast het vorige perceel, op
den hoek van de Snaarmanslaan, groot 72 centiaren.
Te aanvaarden bjj de betaling der kooppenningen.
Inlichtingen worden gegeven ten kantore van genoem-
en Notaris aan de Breedstaat A 48 te Alkmaar.
Notaris E. TOP te BERGEN, zal op Woeasdag
6 Maart 1907, 's middags 12J uur te Egmond
aan den Hoef, in het na te melden perceel 1 verkoopen
1. Het welingerichte Koffiehu'g, genaamd »De D ie
Egmonden. met Vergunning, Doorrgdatal ea Erf, gunstig
gelegen aan den Heerenweg en Malle at te Egmond aan
d-nHoef, nabjj den Stoomtram naar Alkmaar, Ssct'e A
426, groot 4 A. 65 oA.
Het huis berat: gelagkamsr mot billsrd, woonkam
keuken, hgkeuken, boven ruime zaal met billsrd en drie
kamers, een en ander zeer geschikt voor Pension.
2. Eoa schuur en erf aan het Mallegat aldaar, naast
perceel 1, Srcüe A 426, groot ongeveer 2 A. 75 c A..
centiaren.
Verhuurd aan W.
1 September 1907.
*v®OB|ia,s met ^sa-, met een halve steeg
uitkomende aan de Metiuagrscbt, groot 94 oantiaren.
1 Mai 1908. 880 P' A' K°0t *00r f 4 par week tot
Woonhuis en Erf aan ds Kanaalkade, groot pl.m.
1 are, 64 centiaren.
Verhuurd aan A. Kruiten.
Qr*'i?,u*8 eB san den Koningsweg, groot pl m.
8o centiaren, r
Verhuurd san J. G. Winkel.
A^°°t*h?19 u™8*. «n Erf aSn de
Achterstraat, cabp de Paardeesteeg, groot 99 centiaren.
Wluifel- en Woonhuis met Ert aan het Zsclis,
grcot 1 are, 16 centiaren,
V ïhuurd aan Msj, de Wed. L. Sehotvanger voor f 3,—
per week tot 15 Juli 1907.
Vier Woonhuizen met Erven aan deStuartstiaat.
resprctievejgk groot 61, 68, 70 en 64 oantiaren.
Verhuurd voor f 8,- per week aan G. W. Hofman,
L. Dpyvgs, R k$ en J. D, Posthuma.
Acht perceelen Bouwterrein, allergunstigst gelegen
en wel, 4 perceelen aan den Straatweg, belend ten Zuiden
door het percee, van den heer A. Fortuin en ten Nnordrn
dcor het perceel van den heer J. A. van Middendorp,
ieder groot pl.m. l ave, 50 centiaren en 4 daarachter
aan de Nieuwpoortlaan, elk groot pl.m. 1 are.
Twee HhIz&i ea firven aau de
Zoutsteeg, groot 88 ea 39 centiaren.
Verhuurd voor f 1,50 per week aan A. Musen ea de
Wed. Kroese.
Twee Hulzen en Erven aan het Groot Nieuwland.
groot 29 en 28 centiaren.
E-n Woonhuis en Erf aan ds 2de Tuindwarsstraat,
wek E no. 27, groot ongeveer 72 centiaren.
Verhuurd aan G. Baek voor f 2,70 per week.
Zjs Hulzen es Erven aan den Hoorascaeo- ca
Monaikkenweg, gem. OUDORP, resptctievelgk groot 1
aren, 14 centiaren1 area, 18 centiaren s 1 aren, 30
er■t!areï 1 are, 19 centiaren85 centiaren en 1 are,
12 centiare.
Verhuurd aan J. Koenis, D. Peters, J. H. Jansen. J.
Largenberg en J. Schokker voor f 2,— en het laatste
peic el aan D. Wapstra voor f 1.75 per week.
Alle perceelen zjjn te aanvaarden bg de betaling der
kooppenningen.
Het bouwteirefn ls Inmiddels VIT DE
hand te jkoop.
Inlichtingen worden gegeven ten kantore van genoemden
Notaris aan de Breedstraat A 48 te Alkmaar.
Laat, nabjj de
S-otie
3. E#a huis en erf to Esmond aan den Hoef
A 392, groot 2 A. 50 c.A.
Behooreode perceel 1 en 2 aan den Heer J. A. Nieu
wenhujjzen en perceel 3 aan de Heeren A. A. Nieuwen-
hugzen en H. J. Congo en zjjn te aanvaarden bjj de
bataling der kooppenningen.
In'ichtingen verstrekt de Notaris.
VAN
»Wat is litfde, Windekind vroeg hg.
»Dat is hetzelfde als Smart, Jnhsrnes, maar een hooge,
loutere smart, niet het kleinzielige verdriet van de meeste
menschen, dat in den grond eigenlijk niets anders ia dan
njjd, omdat zjj niet bereiken kunnen wat zjj graag zoude»
willen hebben. Ik zal u de Liefde laten zien, Johannes.*
Eu Windekind nam den kleinen Johanne», die voor
eerst z ch beangst voelde onder deze ainraking, op e»
voerde hem hoog door de grauwe luchten. De somber
grjjze wolken dreven sis logge, zwaargeladen sehepen om
hen heen en waar zjj knetteiend en krakend langs elkaoder
schoren daar barstte een fel wit tuur er u t en schiohttf
van de eene wolk nacr de andere. Zjj reisden lang ei
het werd avond. Toen daalde Windekind een weinig et
in de schemering bemerkte Johannes een reusachtige
stad, ontzaglijken donker dreigenden stoe»klomp, waar in
de nauwe dieps geulen die straten en stegen moeeter.
verbeelden, kleine, zwak flikkerende lichten ia rgen
werden ontstoken. Dat waren de lantarens, die op regel
matige afstanden op de stoepen stonden. Een benauwds*
walm dampte omhoog ran de s!ad, die daar lag als een
enorm, wroetend levend monster midden in het ronddom
slapende land. Het bewuatzgn dreigde Johannes te ont
zinken in die bedorven atmosfeer. Maar zgn metgezel
zeide: „Zie nu goed toe, Johannes. Dit is de stad waa*
ook gg zult leven en werken en gelukkig zjj», waar ook
gg tevergeefs genot, of tenminste verstrooiisg en afleiding
zult gaan zoeker, wanneer gg mg uit het oog verloren
hebt. Want ook gg zult mg eenmaal verliezen, Johannes*
„O: Windekind, zeg dat niet. Spreek niet zoo."
„Ik heb al zoo dikwijls getracht een blijvenden
vriend te vinden onder de menschen. Maar wanneer
het nieuwe er af is van de ontmoeting, wanneer het.
geheimzinnige dat mjj in 't begin in hun oog omzweeft,
^e88e8&am *s omdat ik hum gansch mijn vertrouwen
heb geschonken, dan verlaten zjj mjj. Liefde en
vriendschap komen bjj de monsohon
mee.ztop nieuwsgierigheid neer, Johannes
Zo° z*} höt ®°k gaanMaar ik treur er
niet om, omdat ik heb geleerd dat het niet anders
kan, en mij te verheugen in wat ik bezit. Wanneer
ik weieens treurig ben is 't alleen om mijn prijsgegeven
illusies... Ik moest eigenlijk niet meer met menschen
omgaan, Johannes, maar ik geloof dat het juist hu»
ontrouw is, wat mij telkens weer tot hen aantrekt
„Spreek niet zoo. Windekind: ik word zoo bang!"
De hemel was nu geheel donker geworden: hot
o»weer v as bedaard, maar het regende su hard: van
het zooaven nog donkergroene land om de stad heen
was niets meer te zien, en gsen slootje blikkerde er
meer, als zo even, zwak licht terug als een race oog
dat zich sluiten gaat. 't Was alles donker om de stad
heen. Maar de stad zelf leek een oven, oen smeltkroes
een hel, zoo talloos vlamden er in allerlei kleurige
lichten, en een lauwe reegele gloed sloeg er boven
tegen de lucht aan.
Ia het midden van de stad was het meeste licht,
de huizen leken daarin brand te staan zoo hel vlamden
hunne vensters, en in de nauwe straten, in het kunst
licht dat nog feller was dan de dag, krioelde het
zwarte volk. Op de hoeken van de stegen stonden
meisjes, soms twee of drie bij elkaar, soms één heel
alleen. Zij stonden meest onder een lantaren en hielden
de kleine, versleten paraplutjes sohuin zoodat het gele
licht net nog op het bleeke gezichtje viel en op het
geringde handje dat den stok vast hield. De beerea
die voorbij kwamen, keken zij vleemead na, en zij
lachten als die omkeken en als er een aarzelend stil
bleef staan, gingen zij naar hem toe. De verlepte natte
rokjes dweilden achter haar aan, en het water droop
met stralen van de paraplutjes.
Dit is nu geen lietde, Johannes,* zei Wiudekiad.
Ea hg wendde dea beangsten blik van den knaap ergens
anders heen.
Aan esn groot plein beplant met boomen, waaronder
de van iedereen verlaten meisjes ook weer heen en weer
trippelden, stond een groot gebouw met licht op alle
verdiepingen en vier enorms boo lampen als zonnen
boven de borden. Windekind nam Johannrs, die dea
steenklomp als de Opera beritende, mee naar binnen.
Daar was het zóó prachtig, ais de kleine Johannes dacht,
dat je alleen maar kon droomen. Da zaal was in een
getemperd licht, maar op het tooneel trok een schitterende
optocht voorbjj, badend in glosd en glans. De schemerende
zaal was geheel gavuld met menschen in do kostbaarste
feestkleederen. Kanten en fonkelende ede steener, bedekten
de lichtkleurige stoffen der vrouwen en daarboven stonden
haar hoofden als heerljjke sprookjesbloemen op ranken,
zwak-wiegenden stengel. Doch het mooiste waren de
moochbloeman in de loges wiarmee do zial was om
zoomd. Daar bloeiden zg over den rood fluweel met
gouden ljjst heen, in 't rond, en hier en daar hing ren
nand omlaag als een kostbare, ten uiterst gecultiveerdo
orchidee.
»Wat is het hier prachtig 1* zuchtte Johannes. »Hier
zoo ik wal altjj i willan bljjven I*
Maar de sngstive beklemnrng werk toch niet »an zöa
borst en zga kinderoogea leken feet kgkea van een
schuws vogel gesperd in esn kooi.
Geloof je wel, Johannes, dat die mooie vrouwen hier
zusters zgn van die donkere meisjes, die js daarbuiten,
doorweekt van den regen, hebt zien rondscharrelen onder
de boompn en de lantaarns?!
Doch Johannes wilde niet naar hem luisteren
£én "o™ een loge, die aller blikken to
zich trok. De oogen der mensehen in de zaal en in da
andare loges en de zwarte fonkelende kgker& richtten zich
nog meer op hsar, dan op het tooneel, en zelfs de acteurs
op het tooneel keken dikwjjls naar haar. Het-wss e?n
rouw met een engelachtig gelaat en een verblindend
toilat, dat als geheel met zilvergruis leek overstrooid.
Haar slanke hals rees in esn goddeljjk mooie Ijja uit
het met viooltjes omlgst coresgs omhoog en was als van
byaa doorscbjjsend, teer-glanzendparelkleurig ivoor
waarop ce dauwhuppela der diamanten collier duizend-'
kleurige vonken lagen to schieten bjj de minste bewegisg.
Hsar kopje geleek een nobel gesneden camee en de
prachtive haardos was als gewevea van pure zonnestralen
zooals men die in 't najaar weieens door het bladerdak
van een herfstbosch ziet zweven.
In een entr acte kwam eon heer zacht haar loge binnen
en achter haar bljjvond staan drukte hg haar ea haar
man, die naast haar zat, de hand en sprak fluisterend
wat met h ar, over haar schoudeis heen. Plotseling
luchten zg beiden; zg wendde het hoofd een bee*je om
en met eerst een vluchtigen blik op haar mar, die met
zgn kjjker aandachtig naar de loges aan de overzij te
turen zat, keek zg den ander in da oogen.
»Dat is ook geen liefde*, fluisterde Windekind.
Ei glinga nam bg den kleinen Johannes mee het ge
bouw uit.
Dezen werd het bangor en banger te moede, bg had
een gevoel als sl ep hg een benauwden droom,
Laten wg weggaan uit de stadie smeekte bij.
»Nog een oogenblik,* zei Windekind.
En hg bracht Johannes weer voor een groot, verlicht
gebouw. Dit wts echter vierkaster en had me?r vensters
en balooï». Boven den ingang vlamde in electrisehe gloei-
8 voormiddags 9 uurop de plaats van wijlen
Mejuffrouw de Wed. P. GROEN, aan het Groot
Noordhollandsch Kanaalonder B o e k e 1 o-e-
meente Akersloot
7 Koeien, die gekalfd hebben of op kalven staaD
eenige Kuikalveren 2 Herfstkalveren 8 Pinken
2 Pinkstieren, 13 Oonscbapen, 7 Overhouders, een'
Paard (Merrie)Kapwagen Tilbury op voeren 2
Boerenwagens 2 driewielde Karren Kruiwagen
Ierbak, Schapenruif, Tuigen, Boeren- en Bouwge
reedschappenongeveer 30000 Kilogram Hooi
benevens Huisraad en Inboedelwaaronder eiken-
houten Kabineteikenhouten Kastjeen hetgeen
verder ten verkoop zal worden aangeboden.
Op de plaats is geene gelegenheid tot uitspan
ning, wel in de nabijheid.
Inlichtingen worden verstrekt ten kantore van
voornoemden Notaris, Oudegracht 156 te Alkmaar.
lampjes de woorden .Grard-Hofel*. Fiacres en autonr-
mei en reden voor het witmarmeren bordes af en aan.
Hst was een drukie van ga-:rde en komende gasten
maar de meeste kwamen, omdat het avond was. Wan
neer de ii goud en blauw gekleefe portier dan de hooge
fpi-gelglazen deuren achter hen had latfn dichtgljjden,
z«g mf* hen de breeds, mat een dikken loopar bt legde
tiap opstjjgea, tusschen twes rjjen van zwaar vergulde
rlectrische ciwdelab-es in.
0;k Wusdakicd ea Jahaares g'n;an soo naar binnen,
maar voo» Esn behoefde dn portier de deuren niet open
te flaar. Hg deed dan ook alsof hg hen niet zag. Voor
hen nrt klom een jong echtpaar de trappen op zjj liepen
langzaam en onzeker, het kleine, tengers vrouwtje hield
zich vast aan de leuning en toen de portier niet keek
legde haar man zgn arm om haar middel heg en hielp
haar ook zoo nog een weinig. S eeös langzamer looped d
bstiadon zy qqh groote kamer, die do man zorgvuldig
achter hes afsloot. Windekind en Johannes waren echter
onz chtbaar met hen meo naar binnen geelopen.
Hst vrouwtje liet zich op oen sofa neervallen, ea zich
met haar kleins kanfeu zakdoekje koelte toewuivende
zuchtte zjj
»Wat is het warm!*
Poen zette haar maa zich aarzelend naast haar neder
»Dit is óók al geon liefde, Johannes zei Windekind.
Doch nu zal ik u de Liefde toonen-*
Ea bg voerde hem naar een oseindig-triest schemerige
kamer in e*n kleine woning. De lamp was er neerge-
drsaid en door de open vensters drong het luguber
straatgeluid naar binnen. Rcgendrupp ls vielen van het
opengeschoven raam. Da kamer had een voorkomen van
verwaarlooziog, de stoelen stonden elordig en leelgk ver
spreid, het glas van de lamp was gebroken.
Op da sofa bg het open venster zat een jonge man
hg had zjjn overjas aan, zjjn hoed op. Star zat hg naar
buiten te kjjken, naar de moddeistraten. Hg was geheel
alleen. Hg bracht de baad aan zjjn voorhoofd met een
smartelgk gebaar.
Plotseling stond hg op, ineens vastbesloten. Hg draaide
het I cht op, nam papier en inkt, en gekleed zette bg
zich aan de tafel te zehrjjven. Zenuwachtig Bnel schreef hij
Besta vrouw
Zeventigmaal zeven
ik js 1 i e f h e b
Het stond daar op het
groote
maal zal ik jg vergeven, omdat
op het vreemd bleeke papier met
nerveuse caraoters. De man wierp er neg een
sndlen blik op en vouwde het dicht. Het was goed zoo.
»Dat is nu Liefde, Johannes!* zei Winde
kind.
Ea schreiend voerde hjj hem naar buiten.