No. 61.
Honderd en negende jaargang.
1907
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Prijs der gewene advertentiën
WOENSDAG
13 MAART.
Plaatselijke Belastingen.
ONDERWIJZER
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaab f 0,80franco door het geheele Rijk f
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh. HELRMs. COSTER ZOONVoordam O 9.
BURGEMEESTER ea WETHOUDERS van Alkmaar,
brengen ter algemeens kennis, dat het suppletoir
kohier der Straatbelnstlng, dienst 1908, door den
Gemeenteraad vastgesteld dan 27an Februari 1906 en
door de Gedeputeerde Staten goedgekeurd den 7en Maart
d.a.v. beden aan den Gemeente-ontvanger ter invordering
is uitgereikt en gedurende vjjf maanden op de secretarie
in afsshrift voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Bazwaren tegen den aanslag kunnen op oa gezegeld
papier bjj den Gemeenteraad worden ingediend binnen
drie maanden na den dag der uitreiking van de aanslag
biljetten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
11 Maart 1907. DONATH, Srcretaris.
Aan de BURGERSCHOOL te Alkmaar (Hoofd Je
heer F. J. AUKES) wordt gevraagd een
bevoegd tot het geven van onderwijs in vak j. Het bezit
der akte Fransch strekt tot aanbeveling.
Aanvangsjaarwedde f 700,met vier periodieke ver
hoogingen om de 5 jaar voor dienstjaren ln de gemeente,
elk van f 50,Voor hoofdakte bovendien f 100,
Stukken in te zenden aan het Gemeentebestuur vóór
24 Maart a.s.
Aan de BBBDB GBMHKWTE-
8CHOOX1, (Hoofd de heer P. SCHIPPER)
wordt gevraagd een
met verplichte hoofdakte en bevoegd tot het geven van
onderwjjs in vak j. Aanvangsjaarwedde f 900, die met
vier 5-jaarl. verboogingen, voor dienptjaren in de gemeente,
kan stjjgen tot f 1100. Tegemoetkoming hnishuur f 100.
Stnkken in te zenden aan het Gemeentebestuur vóór
25 Maart a.s.
Alkmaar, 13 Maart.
Er zijn een tweetal staatslieden overleden, welke
van meer dan middelmatige beteekenis waren. We
bedoelen Casimir Périer en Dmitri Petkof. De eerste
was van meer algemeene bekendheid dan de laatste,
hetgeen trouwens ook geen wonder ishij was een
Pranschman, Petkof een Bulgaar. Bij veel punten
van verschil tusschen het leven dezer beide staats
lieden zijn er echter ook punten van overeenkomst
aan te geven, zooals uit het volgende zal blijken.
Casimir Périer kwam uit een staatslieden-familie.
Zijn vader en zijn grootvader hadden zich beiden
met succes op het staatkundig tooneel bewogen. En
ook de thans overleden afstammeling uit dit roem
rucht geslacht heeft een aanzienlijke rol gespeeld.
Hij heeft de tijden van beroering in Frankrijk
medegemaakt. In den oorlog van '70 trok hij mede
ten strijde en na dien streed hij op politiek gebied.
Men weet, dat Frankrijk vele onstuimige dagen achter
den rug heeft, vooral in de eerste jaren na 1890.
De politieke hartstocht was toen buitengewoon groot,
er werd danig geknoeid en de ministers wisselden
elkaar met ongekende snelheid af. Yan bestendigheid
in de politiek was geen sprake. Casimir Périer heeft
dien woeligen tijd meegemaakt, o. a., als minister
president. Na een voortreffelijke loopbaan werd hem
in het laatst van 1893 de vorming van een kabinet
opgedragen, hij slaagde in het moeielijke werk en
den 2den December van dat jaar kwam hij met zijn
ministerie in de Kamer. Hij was zelf minister van
buitenlandsche zaken. Maar de Kamer deed zulke
vreemde dingen, dat het ministerie reeds den 22sten
Mei 1894 aftrad. Ruim een maand later den
27sten Juni werd hij president der republiek,
nadat eenige dagen te voren zijn voorganger, Sadi
Carnot vermoord was. Het presidentschap van den
heer Casimir Périer is van korten duur geweest.
Reeds den löden Januari legde hij zijn hooge be
trekking neder. Waarom? Dat is tot heden een
raadsel gebleven. Er is beweerd, dat hij gegaan is
in verhand met de veroordeeling van Dreyfus, maar
hieraan wordt weinig geloof gehecht. Er is gezegd,
dat hij bezweken is onder de giftige aanvallen, welke
er van socialistische en radicale zijde op de regee
ring werden gedaan, maar ook dat is niet zeker
En ook heeft men verteld, dat hij niet in naam t
hoogste gezag heeft willen uitoefenen, waar hij
inderdaad toch weinig invloed op den gang van
zaken bezat. Misschien dat nu na zijn dood, de
ware reden bekend wordt.
Op 59-jarigen leeftijd is hij thans overleden als
ambteloos burger. Als mensch zal hij zeer zeker
gemist worden, als politiek man echter, hoe mooi
zijn loopbaan ook is geweest, niet.
Op 49-jarige leeftijd is de Bulgaarsche staatsman
Dmitri Petkof gevallen onder de hand van een
sluipmoordenaar. Met Casimir Périer had hij, be
halve meer dan alledaagsche staatsmansgaven ge-
meeD, dat ook hij zijn land moeielijke tijden heeft
zien doorworstelen, dat ook hij iemand moest op
volgen, die vermoord was. Een van de grootste
punten van verschil is echter wel, dat Petkof niet
stamde uit een familie, waaruit in den regel ministers
geboren worden. Integendeel hij was de zoon
van een armen boer. Zijn jeugd was stormachtig,
Op 17-jarigenleeftijd verliet hij de ouderlijke hoeve
en trok naar Rusland, waar hij koopman wilde
worden. Maar zijn landgenooten in bet Tsarenrijk,
samenzweerders, die hun land wilden bevrijden van
het Turksche juk, wisten hem spoedig te bewegen,
zich bij hen aan te sluiten. En in den Russisch
Turkschen oorlog toog ook hij ten strijde. Zijn
dapperheid moest hij bokoopen met het verlies van
de linker hand. Toen de oorlog geëindigd was,
brak voor" hem, „de zwarte tijd'' aan. Hij werd
nihilist en moest het al te luid verkondigen zijne
overtuiging eenige malen met gevangenisstraf boeten.
Met het klimmen der jaren werden echter zijn denk
beelden gematigd. Hij werd een groot vriend van
den grooten Stamboelof. Eenmaal in kalmer bed
ding aangeland, had hij een schooDe toekomst voor
zich liggen. Al heel spoedig werd hij Burgemeester
van Sofia een dankbaar baantje, mits het werd
vervuld door iemand met helder inzicht, een gezond
verstand, groote werkkracht jen veel doorzettings
vermogen. Die eigenschappen bezat Petkof en daar
door heeft bij iets van het oude, verwaarloosde Sofia
kunnen maken. Daardoor werd op hem de aan
dacht gevestigd, hij werd kamerlid, minister van
openbare werken en voorzitter der Kamer. Na
door den politieken toestand daartoe gedwongen,
geruimen tijd in de oppositie te zijn geweest, werd
hij in 1903 minister van binnenlandsche zaken. En
in November van het vorige jaar werd hij minister
president.
In de kracht van zijn loven is hij thans heen
gegaan.
In den laatsten tijd had hij zich vele vijanden
gemaakt. Zijn strenge maatregelen tegen socialis
tische woelingen, zijn optreden jegens de studenten,
jegens de stakende spoorwegbeambten, hebben een
deel der bevolking sterk geprikkeld. Daarbij kwam,
dat de regeering de acti6 der Macedonische benden
zooveel mogelijk trachtte te beperken. Dit alles
had ten gevolge, dat men hem zells kortzichtig en
zwak durfde noemen, terwjjl anderen hem van on
eerlijkheid beschuldigden. "Waar hij zich aldus bij
velen gehaat heeft gemaakt, twijfelt men of de
moord aan persoonlijken wrok moet worden toege
schreven, zooals onmiddellijk gemeld werd.
In elk geval, in Dmitri Petkof verliest Bulgarije
een van zijn scherpzinnigste en meest toegewijde
staatslieden, en vorst Ferdinand een van zijn be
kwaamste gunstelingen.
Eerste Kaaer.
Ie de gisteravond gebonden vergadering van de Eerste
Kamer werd mededeeling gedaan van de laatstelijk door
de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen.
Ingekomen was het bericht van het overljjden van don
heer Baltmiu in leven lid dszer Kamer.
De V oorzitter bracht hnlde aan de nagedachtenis
van den ontslapene in wien de Eerste Kamer een harer
oudste leden verliest, daar de heer Bultman sedert 1888
lid dezer Kamer was. Van zjjne belangstelling, vooral
voor zjjne naaste omgeving gaf de heer Bultman, aldus
de Voorzitter, nog blgk in de vergadering van 5 Dsc,
j l. Bjj de erkenning zjjner verdiensten waarvan ook
buiten de Kamer bljjk werd gegeven, werden ook in deze
Kamer zgn grondige adviezen, vooral op landbouwgebied
zeer gewaardeerd, zoodat die zeer zullen worden gemist.
Besloten werd het bericht van het overljjden met een
brief vaa rouwbeklag te beantwoorden.
Ds Voorzitter herinnerde daaraa aan den mis-
dadigen aanslag welke is geschied op het leven van den
minister van justitie. Met dankbare vreugde zal de
Kamer, eveaals de Voorzitter, vervuld zjja, aldus spreker,
dat de Minister geen letsel i eeft bekomen en da aanslag
niet heeft mogen gelakken.
Zich aansluitende bjj de hulde door de Tweede Kamer
der 8 aten Generaal gebracht aan de moedige redders bjj
de jongste ramp aan den Hoek van Holland, bracht ook
de Voorzitter hulde aan den moed, de plichtsbe
trachting ea zelfopoffering van de mannen die daar
getoond hebben dat Dntch Conrage eens beteekenis heeft
waarop men ook in andere landen trotsch mag zjjn.
Hulde bracht de Voorzitter ook aan Z. K. H. dm
Prms der Nederlanden.
Besloten is de laatstelijk door de Tweede Kamer aan
genomen wetsontwerpen in de afdeelingen te onderzoeken.
Wanneer de omstandigheden dit veroorloven zal de
Kamer Donderdag 11 nur eene openbare vergadering
houden ter behandeling van de ontwerpen welke alsdan
gereed zjjn.
fltaaticoMaUsle eerste hulp by
bedry feon gevallen.
Bjj Kon. Besl. van 6 dezer is in het belang van het
verleenen van eerste hulp bjj bedrjjisongevallen eene
commissie ingesteld, aan welke wordt opgedragen:
a. het bevorderen van de oprichting van en de deel
neming aan cursussen in eerste hulp bjj ongevallen,
voor zoover zulks van belang kan zjjn voor het verieenen
van de bedoelde hulp;
b. het uitbrengen van advies aan den Minister van
Landbouw, Njjverheid en Handel inzake het toekennen
van subsidie ten b hoeve van het houden van cursussen
in eerste hulp bjj ongevallen;
c. het uitoefenen van toezicht op die cursussen, voor
zoover ten behoeve van het houden daarvan subsidie
is verleend of toegezegd, in het belang zoowel van de
naleving der daarbjj gestelde voorwaarden als van de
eenheid in het onderwjjs.
Als leden dezer commissie zjjn o. a. benoemd de
heeren dr. P. J. Barnouw, voorzitter van het hoofdbe
stuur der Noordhollandsche vereeniging »het Witte
Kruist, te Amsterdam en dr. J. C. J. Bierens de Haan,
lid van het hoofdcomité van het^Nederlandsche Roods
Kruis, te Rotterdam.
Be ramp van de „Berlin".
Ia de HaBdelingan der Twaedn K-cmer is opgenomen
de volgends vraag van den heer Van Kol, omtrent het
instellen vaa een onderzoek, in verband met de schip
breuk van het stoomschip «B'riin* op den Hoak van
Holland. (Ingezonden 6 Maart 1907.)
»Erkest de Minister van Landbouw, Njjvorheid en
Handel, de wensehelijkheid om een onderzoek te doen
instellen, in verband met de schipbreuk van het s'oom
schip »Barlin« op den Hoek van Holland, naar de vol
geade punten t
1. Welke voorschriften waren aan den kapitein gegeven
voor het binnenvaren in verband met des Maildienst?
2. Hoe waren de omstandigheden waaronder deze ramp
geschiedde, en welke waren de middelen tot redding van
de schipbreukelingen toegepast?
3. Waren de aard en da hoeveelheid der aanwezige
reddingsmiddelen en daarbjj behoorend personeel voldoende
en zoo neen
4. worden er dan maatregelen genomen"of beraamd
om daarin verbetering te brengen, al of niet in overleg
met de andere daarbij betrokken Departementen
Da heer Veegens, Minister van Landbouw, Njjverheid
en Handel, heeft hierop per brief vaa 9 Maait het
volgende antwoord gezonden
1. Bljjkens mededeeling, van de firma Hudig Pieters
te Rotterdam gevraagd en ontvangen, hebben de g-zag
voerders der mailbooten van de »Great Eastern Railway
Company* geen bjjtondere instructies voor het binnen
varen bjj d»n Hoek van Holland, maar wordt het aan
hun zeemanschap overgelaten, de noodige voorzichtigheid
in acht te nemen.
2. De bjjzonderheden, waaronder de ramp plaats had.
zijn bekend, voor zoover zjj ooit bekend znllen worden.
Het schip werd door zwaren storm en hooge zee op het
Noorder- Hoofd geworpen. Of aan boord op het oritieke
oogenblik iets aan het roer of machines heeft gehaperd,
is niet bekend gewordenmaar ook zonder dergeljjke
bjjkomende omstandigheden is de zaak zeer goed te ver*
klaren, vooral voor betrekkeljjk weinig diepgaande schepen,
als de Harwichbooten zjjn.
De middelen tot redding, die werden toegepast, waren
het uitzenden van de stoom-reddingboot «President van
Herl* en van de zeil- en roeireddingboot «Neder-
landscha Lseuw*. De laatstgenoemde werd door een
sleepboot uitgesleept, doch het bleek haar spoedig, dat
zjj bij de bestaande omstandigheden niets kon uitrichten,
waarom zjj naar de haven terugkeerde.
3. Aard, hoeveelheid en personeel der aanwez'ge
reddingsmiddelen kunnen als voldoende worden beschouwd,
niettegenstaande den ongnnBtigen nitslag der pogingen
tot redding. De stoomreddingboot, het eenigste vaartnig,
dat tjjdens het hevigste vaa den storm iets zon hebben
kunnen nitriohten is de eenige op het vaste land van
Enropaalleen in Engeland zjjn er ook twee of drie in
gebruik.
Een groot ongeluk is het geweest, dat het ankertouw
van deze boot afgesneden werd op eenig scherp voor
werp, dat zich op den bodem der rivier bevond. Was
dit niet gebroken, dan zonden ongetwijfeld een aantal
menschen gered zjjn. H-t schip brak eohter jnist toen
de reddingboot haar nisnwe anker aan boord had en
weer nit ging stoomen. Hierdoor ontging aan de sohip-
brenkelirgen ook nog de, trouwens vrjj geringe, kanB om
nit de woest kokende zee te worden opgevischt.
Den volgenden dag, toen de storm iets in hevigheid
was afgenomen, werden de nog levende schipbreukelingen
gered door twee jollen van het loodswezen, waarvan
een gesleept werd door de stoomreddingboot, terwjjl de
ander kwam van het stoomloodsvaartuig »Heüevoetsluis.«
Dergelijke vaartuigen zjjn steeds ter plaatse aanwezig.
Middelen om gemeenschap met een gestrand schip
te krjjgen zjjn in ruime mate aanwezig. Voor gemeen
schap met den wal zjjn er twee mortieren en een
vuurpjjltoestel, doch deze konden in dit geval geen
dienst doen, omdat het schip te ver van den wal zat.
Bovendien is er een Ijjngeweer op drievoet om van af
het Hoofd te worden gebruikt; doch dit kon door de
zee, die over het Hoofd sloeg, niet worden uitgebracht,
terwjjl in de stoomreddingboot een geweer aanwezig
is, waarmede gemeenschap verkregen werddoch
waarvan de ljjn weer slipte, toen het ankertouw stuk was.
Aan materieel is dus geen station ter wereld beter
uitgerust, dan dat aan den Hoek van Holland, en
ook het personeel is ten volle voor zjjn taak berekend.
Tot een nader onderzoek naar de onder 13 ver
melde punten vindt de ondergeteekende geene aanleiding.
4. üeljjk uit het bovenstaande bljjkt, worden door
den ondergeteekende geene maatregelen noodig geacht
om in den aard en de hoeveelheid der aan den Hoek
van Holland aanwezige reddingsmiddelen of in het
daarbjj behoorenu personeel verbetering te brengen.
O/erigens is bet hen ondergeteekeaüe bekend, dat de
Staatscommissie, bjj Koninkijjk besluit van 24 Augustus
1906 co. 80 benoemd om te onderzoeken, op welke wjjze
een van Rijkswege uit te oefenen preventief toez cht op
da koopvaardijschepen en zeevisschersvaartuigeE, ten einde
scheepsrampen zooveel doenljjk te vooikcmea, ware in te
r.chton, in de door haar ontworpen bepalingen een voor
schrift heeft opgenomen, volgens hetwelk schepen boven
de 2 0 ton (2.83 kub. M.) biuto inhoud een middel
moeten hebben om reddingljjuen te ichieten ter beoor-
det-li g ven de ambtenaren van de scheepvaartinspectie»
Ds voorstellen dier Staatscommissie worden door den
ondergeteekende overwogen.
Blndexnens der H. B. I. In Moord- H oliënd.
De mondelinge examens worden afgenomen te Haarlem.
Ds extramï dar gebeele provincie Noord-Holland hebben
zich aan te melden bjj den voorzitter der Oosteljjke
commissie, dr. J, C. Costerus.
Be Buy ter-Hulde.
Naar men nit Den Haag meldt, komen de gelden of
toezeggingen der gelden voor het huldebljjk aan admiraal
M. A. de Ruyter zóó schaars in, dat het nationaal comité
bezwaarlijk eenigen flinken steun zal kunnen verleeren
aan de pl&cnen, die het voor de De Ruyter-bnlde ontwierp.
De zeevaartschool, te Viissingen, de Ds Rnytermedalje,
het Historisch Maritiem Maseam, te Amsterdam en eene
verbeterde nitgave van De Boyier's leven, door Brandt,
eisehen een veel krachtiger fioancieelen steun dan het
nationaal comité tot nu toe van de natie mocht ontvangen.
Geheele provinc én en tal van groote steden onthielden
tot dasverre van eenige hnlphet bleek zelfs in vele
plaatsen niet mogeljjk een De Ruyter-comité samen te
stellen.
De electrlsche traan lu de Zaanstreek.
Naar aan de 1*1. wordt gemeld is bet thans beslist,
dat de eleotrisohe tram AmsterdamZaanstreek met
zjjljjnen WormerveerFarmerend en Zaandjjk—Bsverwjjk
er komen zal. Mie der beslist eohter kan worden mede
gedeeld, wanneer met de werkiaamheden zal worden
aangevangen. Dit hangt geheel af van het tjjdstip, waar
op de concessie van ijjkswege val worden verleend. De
msatsohappjj ontving reeds officieel van regeeringswege
toezegging, dat de concessie verleend zal worden. Even-
zoo ontving zg de mededeeling, dat de plannen in principe
zjju goedgekeurd en dat geen bezwaren beBtaan, toestem
ming te verleenen tot het bonwen van een pont-trans-
bordeur, waarmee de overtocht over het Noordzeekanaal
zal worden tot stand gebracht. Deze transbordenr zal
vermoedelijk eene doorvaartwjjdte krjjgen van 100 M.
bjj een hoogte van 60 M.
Rechtzaken.
ArcoudlsseMents-Bechcbaak te Alkuur.
Zitting van Dinsdag 12 Maart.
Misdrjjf tegen de zeden»
Zeven zaken werden heden door de Rechtbank in
behandeling genomen, waarvan de zaak tegen Abraham
W., handelsreiziger te Amsterdam, het eerste diende.
Daar deze zaak niet in het openbaar behandeld kon
worden, werden de deuren der Rechtzaal gesloten.
Huisvredebreuk.
Pieter D., Jan B. en Abraham D„ allen arbeiders te
Broek op Langendjjk, namen daarna plaats op de bank
der beschuldigden. Hun was ten laste gelegd, dat zjj
zich toegang hadden verschaft op den 2en Kerstdag,
's avonds halt elf tot het erf van Dirk de Jong, een
arbeider te Broek op Langendjjk. Volgens getuigenis
van de Jong had de zaak zich als volgt toegedragen.
Dien avond hoorde de vrouw van de Jong den hond
blaften. Zjj lag reeds te bed, doch stond op om te kjjken
wat er aan de hand was. Zjj deed de voordeur open,
en kreeg een sneeuwbal tegen zich aan» Zjj is toen
weer naar bed gegaan en heeft haar man gewaarschuwd.
De Jong ging daarop naar buiten met de targ in de
hand ter zelfverdediging. Buitengekomen, het was
lichte maan, zag hjj, dat Pieter D. over zjjn schutting
klom. Hjj greep hem aan, en geraakte met hem aan
het vechten. De Jong riep de hulp van zjjn buren in.
De beide andere beklaagden kwamen op dit geroep af
en mishandelden de Jong. De vrouw en twee dochters
kwamen daarna op bloote voeten aanloopen, doch de
Jong en zjjn huisgenooten vonden het raadzamer weer
binnen te gaan. Toen ze weer binnen waren, riep be
klaagde Pieter D. van buiten Kom er uit, sterke man!
Beklaagde Pieter D. zei na deze getuigenis, dat hjj
met de dochter van de Jong, met wie hjj was »uit-
;eweest«, de afspraak had gemaakt, dat hjj dien avond
ijj haar zou komen. Toen ik nu op 't erf kwam, zei
hjj, greep de Jong mjj aan. Ik heb toen geroepen, hjj
maakt mj] dood, waart p mjjn twee vrienden mjj ter
hulp zjjn gekomen. Beiden beklaagden voerden dit dan
ook ter hunner verdediging aan terwjjl zjj beiden
ontkenden, dat zjj de Jong geslagen hebben, zelfs zei
beklaagde, dat hjj dien avond in 't geheel niet op 't erf
van de Jong is geweest.
De Jong zei tegenover deze verdediging, dat er hem
in 't geheel niets van bekend was, dat beklaagde Pieter
D. zjjn dochter wilde bezoeken. Hjj heeft wel degeljjk
gehoord, dat beklaagde Abraham D. riep maak hem
dood De vrouw van de Jong legde een geljjke getuigenis
af als haar man. Nog drie andere getuigen moesten in
deze zaak hunne getuigenverklaring afleggen.
De O. v. J., requisitoir nemend, achtte de schuld der
beklaagden voldoende bewezen. Beklaagden hebben zich
dien avond aan vele baldadigheden schuldig gemaakt,
en hun komt hier straf voor toe. De O. v. J. zal zich
niet bezighouden met hunne verdedigingen, vooral voor
zoover Pieter D. betreft. Waar hjj voorgeeft, dat hjj
de dochter van de Jong ging bezoeken, was het zeker
zonderling van hem de moeder met een sneeuwbal te
werpen.
Resumerende eischte Z.E.A. voor den eersten beklaagde
14 boete, subsidiair 14 dagen hechtenis, en voor de
beide andere ieder f8 boete, subsidiair 8 dagen hechtere
Diefstal van gewichten.
Beklaagd op 4, 8 en 11 Februari verschillende
koperen gewichten weggenomen te hebben, ten nadeele
van mej. de weduwe Oudes, mej. de weduwe Zwaan
en Pieter Groen allen te Alkmaar had zioh te verant
woorden Salomon G., koopman te Alkmaar.
Beklaagde, die een gedegenereerd uiterlijk heeft,
bekende volledig zgn daad, zeggende zelf niet te
kunnen begrijpen, hoe hg er toe gekomen is, om die
verschillende gewichten te ontvreemden.
Beklaagde bekende eek, dat hij die gewichten aan
den koopman Jan Bijtjes verkocht had en dat hjj veor
ALKMAARSCHE COURANT