No. 61. Honderd en negende jaargang. 1907 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Prijs der gewene advertentiën WOENSDAG 13 MAART. Plaatselijke Belastingen. ONDERWIJZER BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80franco door het geheele Rijk f Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij vjh. HELRMs. COSTER ZOONVoordam O 9. BURGEMEESTER ea WETHOUDERS van Alkmaar, brengen ter algemeens kennis, dat het suppletoir kohier der Straatbelnstlng, dienst 1908, door den Gemeenteraad vastgesteld dan 27an Februari 1906 en door de Gedeputeerde Staten goedgekeurd den 7en Maart d.a.v. beden aan den Gemeente-ontvanger ter invordering is uitgereikt en gedurende vjjf maanden op de secretarie in afsshrift voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Bazwaren tegen den aanslag kunnen op oa gezegeld papier bjj den Gemeenteraad worden ingediend binnen drie maanden na den dag der uitreiking van de aanslag biljetten. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 11 Maart 1907. DONATH, Srcretaris. Aan de BURGERSCHOOL te Alkmaar (Hoofd Je heer F. J. AUKES) wordt gevraagd een bevoegd tot het geven van onderwijs in vak j. Het bezit der akte Fransch strekt tot aanbeveling. Aanvangsjaarwedde f 700,met vier periodieke ver hoogingen om de 5 jaar voor dienstjaren ln de gemeente, elk van f 50,Voor hoofdakte bovendien f 100, Stukken in te zenden aan het Gemeentebestuur vóór 24 Maart a.s. Aan de BBBDB GBMHKWTE- 8CHOOX1, (Hoofd de heer P. SCHIPPER) wordt gevraagd een met verplichte hoofdakte en bevoegd tot het geven van onderwjjs in vak j. Aanvangsjaarwedde f 900, die met vier 5-jaarl. verboogingen, voor dienptjaren in de gemeente, kan stjjgen tot f 1100. Tegemoetkoming hnishuur f 100. Stnkken in te zenden aan het Gemeentebestuur vóór 25 Maart a.s. Alkmaar, 13 Maart. Er zijn een tweetal staatslieden overleden, welke van meer dan middelmatige beteekenis waren. We bedoelen Casimir Périer en Dmitri Petkof. De eerste was van meer algemeene bekendheid dan de laatste, hetgeen trouwens ook geen wonder ishij was een Pranschman, Petkof een Bulgaar. Bij veel punten van verschil tusschen het leven dezer beide staats lieden zijn er echter ook punten van overeenkomst aan te geven, zooals uit het volgende zal blijken. Casimir Périer kwam uit een staatslieden-familie. Zijn vader en zijn grootvader hadden zich beiden met succes op het staatkundig tooneel bewogen. En ook de thans overleden afstammeling uit dit roem rucht geslacht heeft een aanzienlijke rol gespeeld. Hij heeft de tijden van beroering in Frankrijk medegemaakt. In den oorlog van '70 trok hij mede ten strijde en na dien streed hij op politiek gebied. Men weet, dat Frankrijk vele onstuimige dagen achter den rug heeft, vooral in de eerste jaren na 1890. De politieke hartstocht was toen buitengewoon groot, er werd danig geknoeid en de ministers wisselden elkaar met ongekende snelheid af. Yan bestendigheid in de politiek was geen sprake. Casimir Périer heeft dien woeligen tijd meegemaakt, o. a., als minister president. Na een voortreffelijke loopbaan werd hem in het laatst van 1893 de vorming van een kabinet opgedragen, hij slaagde in het moeielijke werk en den 2den December van dat jaar kwam hij met zijn ministerie in de Kamer. Hij was zelf minister van buitenlandsche zaken. Maar de Kamer deed zulke vreemde dingen, dat het ministerie reeds den 22sten Mei 1894 aftrad. Ruim een maand later den 27sten Juni werd hij president der republiek, nadat eenige dagen te voren zijn voorganger, Sadi Carnot vermoord was. Het presidentschap van den heer Casimir Périer is van korten duur geweest. Reeds den löden Januari legde hij zijn hooge be trekking neder. Waarom? Dat is tot heden een raadsel gebleven. Er is beweerd, dat hij gegaan is in verhand met de veroordeeling van Dreyfus, maar hieraan wordt weinig geloof gehecht. Er is gezegd, dat hij bezweken is onder de giftige aanvallen, welke er van socialistische en radicale zijde op de regee ring werden gedaan, maar ook dat is niet zeker En ook heeft men verteld, dat hij niet in naam t hoogste gezag heeft willen uitoefenen, waar hij inderdaad toch weinig invloed op den gang van zaken bezat. Misschien dat nu na zijn dood, de ware reden bekend wordt. Op 59-jarigen leeftijd is hij thans overleden als ambteloos burger. Als mensch zal hij zeer zeker gemist worden, als politiek man echter, hoe mooi zijn loopbaan ook is geweest, niet. Op 49-jarige leeftijd is de Bulgaarsche staatsman Dmitri Petkof gevallen onder de hand van een sluipmoordenaar. Met Casimir Périer had hij, be halve meer dan alledaagsche staatsmansgaven ge- meeD, dat ook hij zijn land moeielijke tijden heeft zien doorworstelen, dat ook hij iemand moest op volgen, die vermoord was. Een van de grootste punten van verschil is echter wel, dat Petkof niet stamde uit een familie, waaruit in den regel ministers geboren worden. Integendeel hij was de zoon van een armen boer. Zijn jeugd was stormachtig, Op 17-jarigenleeftijd verliet hij de ouderlijke hoeve en trok naar Rusland, waar hij koopman wilde worden. Maar zijn landgenooten in bet Tsarenrijk, samenzweerders, die hun land wilden bevrijden van het Turksche juk, wisten hem spoedig te bewegen, zich bij hen aan te sluiten. En in den Russisch Turkschen oorlog toog ook hij ten strijde. Zijn dapperheid moest hij bokoopen met het verlies van de linker hand. Toen de oorlog geëindigd was, brak voor" hem, „de zwarte tijd'' aan. Hij werd nihilist en moest het al te luid verkondigen zijne overtuiging eenige malen met gevangenisstraf boeten. Met het klimmen der jaren werden echter zijn denk beelden gematigd. Hij werd een groot vriend van den grooten Stamboelof. Eenmaal in kalmer bed ding aangeland, had hij een schooDe toekomst voor zich liggen. Al heel spoedig werd hij Burgemeester van Sofia een dankbaar baantje, mits het werd vervuld door iemand met helder inzicht, een gezond verstand, groote werkkracht jen veel doorzettings vermogen. Die eigenschappen bezat Petkof en daar door heeft bij iets van het oude, verwaarloosde Sofia kunnen maken. Daardoor werd op hem de aan dacht gevestigd, hij werd kamerlid, minister van openbare werken en voorzitter der Kamer. Na door den politieken toestand daartoe gedwongen, geruimen tijd in de oppositie te zijn geweest, werd hij in 1903 minister van binnenlandsche zaken. En in November van het vorige jaar werd hij minister president. In de kracht van zijn loven is hij thans heen gegaan. In den laatsten tijd had hij zich vele vijanden gemaakt. Zijn strenge maatregelen tegen socialis tische woelingen, zijn optreden jegens de studenten, jegens de stakende spoorwegbeambten, hebben een deel der bevolking sterk geprikkeld. Daarbij kwam, dat de regeering de acti6 der Macedonische benden zooveel mogelijk trachtte te beperken. Dit alles had ten gevolge, dat men hem zells kortzichtig en zwak durfde noemen, terwjjl anderen hem van on eerlijkheid beschuldigden. "Waar hij zich aldus bij velen gehaat heeft gemaakt, twijfelt men of de moord aan persoonlijken wrok moet worden toege schreven, zooals onmiddellijk gemeld werd. In elk geval, in Dmitri Petkof verliest Bulgarije een van zijn scherpzinnigste en meest toegewijde staatslieden, en vorst Ferdinand een van zijn be kwaamste gunstelingen. Eerste Kaaer. Ie de gisteravond gebonden vergadering van de Eerste Kamer werd mededeeling gedaan van de laatstelijk door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen. Ingekomen was het bericht van het overljjden van don heer Baltmiu in leven lid dszer Kamer. De V oorzitter bracht hnlde aan de nagedachtenis van den ontslapene in wien de Eerste Kamer een harer oudste leden verliest, daar de heer Bultman sedert 1888 lid dezer Kamer was. Van zjjne belangstelling, vooral voor zjjne naaste omgeving gaf de heer Bultman, aldus de Voorzitter, nog blgk in de vergadering van 5 Dsc, j l. Bjj de erkenning zjjner verdiensten waarvan ook buiten de Kamer bljjk werd gegeven, werden ook in deze Kamer zgn grondige adviezen, vooral op landbouwgebied zeer gewaardeerd, zoodat die zeer zullen worden gemist. Besloten werd het bericht van het overljjden met een brief vaa rouwbeklag te beantwoorden. Ds Voorzitter herinnerde daaraa aan den mis- dadigen aanslag welke is geschied op het leven van den minister van justitie. Met dankbare vreugde zal de Kamer, eveaals de Voorzitter, vervuld zjja, aldus spreker, dat de Minister geen letsel i eeft bekomen en da aanslag niet heeft mogen gelakken. Zich aansluitende bjj de hulde door de Tweede Kamer der 8 aten Generaal gebracht aan de moedige redders bjj de jongste ramp aan den Hoek van Holland, bracht ook de Voorzitter hulde aan den moed, de plichtsbe trachting ea zelfopoffering van de mannen die daar getoond hebben dat Dntch Conrage eens beteekenis heeft waarop men ook in andere landen trotsch mag zjjn. Hulde bracht de Voorzitter ook aan Z. K. H. dm Prms der Nederlanden. Besloten is de laatstelijk door de Tweede Kamer aan genomen wetsontwerpen in de afdeelingen te onderzoeken. Wanneer de omstandigheden dit veroorloven zal de Kamer Donderdag 11 nur eene openbare vergadering houden ter behandeling van de ontwerpen welke alsdan gereed zjjn. fltaaticoMaUsle eerste hulp by bedry feon gevallen. Bjj Kon. Besl. van 6 dezer is in het belang van het verleenen van eerste hulp bjj bedrjjisongevallen eene commissie ingesteld, aan welke wordt opgedragen: a. het bevorderen van de oprichting van en de deel neming aan cursussen in eerste hulp bjj ongevallen, voor zoover zulks van belang kan zjjn voor het verieenen van de bedoelde hulp; b. het uitbrengen van advies aan den Minister van Landbouw, Njjverheid en Handel inzake het toekennen van subsidie ten b hoeve van het houden van cursussen in eerste hulp bjj ongevallen; c. het uitoefenen van toezicht op die cursussen, voor zoover ten behoeve van het houden daarvan subsidie is verleend of toegezegd, in het belang zoowel van de naleving der daarbjj gestelde voorwaarden als van de eenheid in het onderwjjs. Als leden dezer commissie zjjn o. a. benoemd de heeren dr. P. J. Barnouw, voorzitter van het hoofdbe stuur der Noordhollandsche vereeniging »het Witte Kruist, te Amsterdam en dr. J. C. J. Bierens de Haan, lid van het hoofdcomité van het^Nederlandsche Roods Kruis, te Rotterdam. Be ramp van de „Berlin". Ia de HaBdelingan der Twaedn K-cmer is opgenomen de volgends vraag van den heer Van Kol, omtrent het instellen vaa een onderzoek, in verband met de schip breuk van het stoomschip «B'riin* op den Hoak van Holland. (Ingezonden 6 Maart 1907.) »Erkest de Minister van Landbouw, Njjvorheid en Handel, de wensehelijkheid om een onderzoek te doen instellen, in verband met de schipbreuk van het s'oom schip »Barlin« op den Hoek van Holland, naar de vol geade punten t 1. Welke voorschriften waren aan den kapitein gegeven voor het binnenvaren in verband met des Maildienst? 2. Hoe waren de omstandigheden waaronder deze ramp geschiedde, en welke waren de middelen tot redding van de schipbreukelingen toegepast? 3. Waren de aard en da hoeveelheid der aanwezige reddingsmiddelen en daarbjj behoorend personeel voldoende en zoo neen 4. worden er dan maatregelen genomen"of beraamd om daarin verbetering te brengen, al of niet in overleg met de andere daarbij betrokken Departementen Da heer Veegens, Minister van Landbouw, Njjverheid en Handel, heeft hierop per brief vaa 9 Maait het volgende antwoord gezonden 1. Bljjkens mededeeling, van de firma Hudig Pieters te Rotterdam gevraagd en ontvangen, hebben de g-zag voerders der mailbooten van de »Great Eastern Railway Company* geen bjjtondere instructies voor het binnen varen bjj d»n Hoek van Holland, maar wordt het aan hun zeemanschap overgelaten, de noodige voorzichtigheid in acht te nemen. 2. De bjjzonderheden, waaronder de ramp plaats had. zijn bekend, voor zoover zjj ooit bekend znllen worden. Het schip werd door zwaren storm en hooge zee op het Noorder- Hoofd geworpen. Of aan boord op het oritieke oogenblik iets aan het roer of machines heeft gehaperd, is niet bekend gewordenmaar ook zonder dergeljjke bjjkomende omstandigheden is de zaak zeer goed te ver* klaren, vooral voor betrekkeljjk weinig diepgaande schepen, als de Harwichbooten zjjn. De middelen tot redding, die werden toegepast, waren het uitzenden van de stoom-reddingboot «President van Herl* en van de zeil- en roeireddingboot «Neder- landscha Lseuw*. De laatstgenoemde werd door een sleepboot uitgesleept, doch het bleek haar spoedig, dat zjj bij de bestaande omstandigheden niets kon uitrichten, waarom zjj naar de haven terugkeerde. 3. Aard, hoeveelheid en personeel der aanwez'ge reddingsmiddelen kunnen als voldoende worden beschouwd, niettegenstaande den ongnnBtigen nitslag der pogingen tot redding. De stoomreddingboot, het eenigste vaartnig, dat tjjdens het hevigste vaa den storm iets zon hebben kunnen nitriohten is de eenige op het vaste land van Enropaalleen in Engeland zjjn er ook twee of drie in gebruik. Een groot ongeluk is het geweest, dat het ankertouw van deze boot afgesneden werd op eenig scherp voor werp, dat zich op den bodem der rivier bevond. Was dit niet gebroken, dan zonden ongetwijfeld een aantal menschen gered zjjn. H-t schip brak eohter jnist toen de reddingboot haar nisnwe anker aan boord had en weer nit ging stoomen. Hierdoor ontging aan de sohip- brenkelirgen ook nog de, trouwens vrjj geringe, kanB om nit de woest kokende zee te worden opgevischt. Den volgenden dag, toen de storm iets in hevigheid was afgenomen, werden de nog levende schipbreukelingen gered door twee jollen van het loodswezen, waarvan een gesleept werd door de stoomreddingboot, terwjjl de ander kwam van het stoomloodsvaartuig »Heüevoetsluis.« Dergelijke vaartuigen zjjn steeds ter plaatse aanwezig. Middelen om gemeenschap met een gestrand schip te krjjgen zjjn in ruime mate aanwezig. Voor gemeen schap met den wal zjjn er twee mortieren en een vuurpjjltoestel, doch deze konden in dit geval geen dienst doen, omdat het schip te ver van den wal zat. Bovendien is er een Ijjngeweer op drievoet om van af het Hoofd te worden gebruikt; doch dit kon door de zee, die over het Hoofd sloeg, niet worden uitgebracht, terwjjl in de stoomreddingboot een geweer aanwezig is, waarmede gemeenschap verkregen werddoch waarvan de ljjn weer slipte, toen het ankertouw stuk was. Aan materieel is dus geen station ter wereld beter uitgerust, dan dat aan den Hoek van Holland, en ook het personeel is ten volle voor zjjn taak berekend. Tot een nader onderzoek naar de onder 13 ver melde punten vindt de ondergeteekende geene aanleiding. 4. üeljjk uit het bovenstaande bljjkt, worden door den ondergeteekende geene maatregelen noodig geacht om in den aard en de hoeveelheid der aan den Hoek van Holland aanwezige reddingsmiddelen of in het daarbjj behoorenu personeel verbetering te brengen. O/erigens is bet hen ondergeteekeaüe bekend, dat de Staatscommissie, bjj Koninkijjk besluit van 24 Augustus 1906 co. 80 benoemd om te onderzoeken, op welke wjjze een van Rijkswege uit te oefenen preventief toez cht op da koopvaardijschepen en zeevisschersvaartuigeE, ten einde scheepsrampen zooveel doenljjk te vooikcmea, ware in te r.chton, in de door haar ontworpen bepalingen een voor schrift heeft opgenomen, volgens hetwelk schepen boven de 2 0 ton (2.83 kub. M.) biuto inhoud een middel moeten hebben om reddingljjuen te ichieten ter beoor- det-li g ven de ambtenaren van de scheepvaartinspectie» Ds voorstellen dier Staatscommissie worden door den ondergeteekende overwogen. Blndexnens der H. B. I. In Moord- H oliënd. De mondelinge examens worden afgenomen te Haarlem. Ds extramï dar gebeele provincie Noord-Holland hebben zich aan te melden bjj den voorzitter der Oosteljjke commissie, dr. J, C. Costerus. Be Buy ter-Hulde. Naar men nit Den Haag meldt, komen de gelden of toezeggingen der gelden voor het huldebljjk aan admiraal M. A. de Ruyter zóó schaars in, dat het nationaal comité bezwaarlijk eenigen flinken steun zal kunnen verleeren aan de pl&cnen, die het voor de De Ruyter-bnlde ontwierp. De zeevaartschool, te Viissingen, de Ds Rnytermedalje, het Historisch Maritiem Maseam, te Amsterdam en eene verbeterde nitgave van De Boyier's leven, door Brandt, eisehen een veel krachtiger fioancieelen steun dan het nationaal comité tot nu toe van de natie mocht ontvangen. Geheele provinc én en tal van groote steden onthielden tot dasverre van eenige hnlphet bleek zelfs in vele plaatsen niet mogeljjk een De Ruyter-comité samen te stellen. De electrlsche traan lu de Zaanstreek. Naar aan de 1*1. wordt gemeld is bet thans beslist, dat de eleotrisohe tram AmsterdamZaanstreek met zjjljjnen WormerveerFarmerend en Zaandjjk—Bsverwjjk er komen zal. Mie der beslist eohter kan worden mede gedeeld, wanneer met de werkiaamheden zal worden aangevangen. Dit hangt geheel af van het tjjdstip, waar op de concessie van ijjkswege val worden verleend. De msatsohappjj ontving reeds officieel van regeeringswege toezegging, dat de concessie verleend zal worden. Even- zoo ontving zg de mededeeling, dat de plannen in principe zjju goedgekeurd en dat geen bezwaren beBtaan, toestem ming te verleenen tot het bonwen van een pont-trans- bordeur, waarmee de overtocht over het Noordzeekanaal zal worden tot stand gebracht. Deze transbordenr zal vermoedelijk eene doorvaartwjjdte krjjgen van 100 M. bjj een hoogte van 60 M. Rechtzaken. ArcoudlsseMents-Bechcbaak te Alkuur. Zitting van Dinsdag 12 Maart. Misdrjjf tegen de zeden» Zeven zaken werden heden door de Rechtbank in behandeling genomen, waarvan de zaak tegen Abraham W., handelsreiziger te Amsterdam, het eerste diende. Daar deze zaak niet in het openbaar behandeld kon worden, werden de deuren der Rechtzaal gesloten. Huisvredebreuk. Pieter D., Jan B. en Abraham D„ allen arbeiders te Broek op Langendjjk, namen daarna plaats op de bank der beschuldigden. Hun was ten laste gelegd, dat zjj zich toegang hadden verschaft op den 2en Kerstdag, 's avonds halt elf tot het erf van Dirk de Jong, een arbeider te Broek op Langendjjk. Volgens getuigenis van de Jong had de zaak zich als volgt toegedragen. Dien avond hoorde de vrouw van de Jong den hond blaften. Zjj lag reeds te bed, doch stond op om te kjjken wat er aan de hand was. Zjj deed de voordeur open, en kreeg een sneeuwbal tegen zich aan» Zjj is toen weer naar bed gegaan en heeft haar man gewaarschuwd. De Jong ging daarop naar buiten met de targ in de hand ter zelfverdediging. Buitengekomen, het was lichte maan, zag hjj, dat Pieter D. over zjjn schutting klom. Hjj greep hem aan, en geraakte met hem aan het vechten. De Jong riep de hulp van zjjn buren in. De beide andere beklaagden kwamen op dit geroep af en mishandelden de Jong. De vrouw en twee dochters kwamen daarna op bloote voeten aanloopen, doch de Jong en zjjn huisgenooten vonden het raadzamer weer binnen te gaan. Toen ze weer binnen waren, riep be klaagde Pieter D. van buiten Kom er uit, sterke man! Beklaagde Pieter D. zei na deze getuigenis, dat hjj met de dochter van de Jong, met wie hjj was »uit- ;eweest«, de afspraak had gemaakt, dat hjj dien avond ijj haar zou komen. Toen ik nu op 't erf kwam, zei hjj, greep de Jong mjj aan. Ik heb toen geroepen, hjj maakt mj] dood, waart p mjjn twee vrienden mjj ter hulp zjjn gekomen. Beiden beklaagden voerden dit dan ook ter hunner verdediging aan terwjjl zjj beiden ontkenden, dat zjj de Jong geslagen hebben, zelfs zei beklaagde, dat hjj dien avond in 't geheel niet op 't erf van de Jong is geweest. De Jong zei tegenover deze verdediging, dat er hem in 't geheel niets van bekend was, dat beklaagde Pieter D. zjjn dochter wilde bezoeken. Hjj heeft wel degeljjk gehoord, dat beklaagde Abraham D. riep maak hem dood De vrouw van de Jong legde een geljjke getuigenis af als haar man. Nog drie andere getuigen moesten in deze zaak hunne getuigenverklaring afleggen. De O. v. J., requisitoir nemend, achtte de schuld der beklaagden voldoende bewezen. Beklaagden hebben zich dien avond aan vele baldadigheden schuldig gemaakt, en hun komt hier straf voor toe. De O. v. J. zal zich niet bezighouden met hunne verdedigingen, vooral voor zoover Pieter D. betreft. Waar hjj voorgeeft, dat hjj de dochter van de Jong ging bezoeken, was het zeker zonderling van hem de moeder met een sneeuwbal te werpen. Resumerende eischte Z.E.A. voor den eersten beklaagde 14 boete, subsidiair 14 dagen hechtenis, en voor de beide andere ieder f8 boete, subsidiair 8 dagen hechtere Diefstal van gewichten. Beklaagd op 4, 8 en 11 Februari verschillende koperen gewichten weggenomen te hebben, ten nadeele van mej. de weduwe Oudes, mej. de weduwe Zwaan en Pieter Groen allen te Alkmaar had zioh te verant woorden Salomon G., koopman te Alkmaar. Beklaagde, die een gedegenereerd uiterlijk heeft, bekende volledig zgn daad, zeggende zelf niet te kunnen begrijpen, hoe hg er toe gekomen is, om die verschillende gewichten te ontvreemden. Beklaagde bekende eek, dat hij die gewichten aan den koopman Jan Bijtjes verkocht had en dat hjj veor ALKMAARSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1