No. 69. Honderd en negende jaargang. 1907. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. JONG GfEHUWD. BÏNNENLAND FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprys per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewene advertentiin Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij vjh. HERMg. COSTER Ss ZOONVoordam O 9. Zydie zich met 1 April op dit blad abonneeren ontvangen de tot dien datum ver schijnende nummers GRATIS. DE UITGEVERS. Telefoonnummer 3. Alkmaar, 22 Maart. De ramp van de Jena heeft de aandacht gevestigd op Fransche marinetoestanden. Daaraan schjjnt het een en ander te haperen. Dat bijv. de groote oefe ningen van de Fransche Middellandsche zeevloot dit jaar niet zullen doorgaan, wordt algemeen ge weten aan de feiten, welke dezer dagen aan het licht gekomen zijn. Men spreekt zelf van een war- reboel en bedoelt daarmede het ministerie van marine* Vooral de vroegere minister aan dat departement, de veelbesproken heer Pelletan krijgt er van langs, waar men hem als de middellijke oorzaak van de wanorde beschouwt. De Fransche bladen zijn let terlijk vol van onthullingen." Dat daarbij veel onwaars en overdrevens schuilt, spreekt wel van zelf. Maar aan den anderen kant zjjn er regeerings- gezinde bladen, welke men moeielijk van overdrijving kan beschuldigen. Zoo is er de Petit Parisien, zeer republikeinsch, welk blad ronduit verklaart, dat het arsenaal te Toulon slecht ingericht is. „Ongeschoold zijn de marine-officieren, van wie de afzonderlijke pogingen vruchteloos blijvenongeschoold zijn de manschappen, die in de dépots gewoonten van luiheid aannemen, welke de tucht niet bij machte is te overwinnen; ongeschoold zijn de vlootafdeelingen, die aan de bevoegdheid van uitmuntende chefs overgeleverd zijn, wier overtuigingen echter van geen leidende hoofdgedachte uitgaan.'' Admiraals, olficieren, mariniers en matrozen, allen hebben dit volgens het Fransche blad gezegd en de berichtgever sprak werklieden die hem ver klaarden „Toen de commissie van enquête, onder voor zitterschap van admiraal Caillard hier gekomen is, heb ik ze arbeiders getoond, die niets deden, omdat ze niets te doen hadden. „De paperassen zijn onze dood. Om een werk tuig machtig te worden, zijn een eindelooze reeks van handteekeningen noodig. „De voorgeschreven instrumentdoozen zijo niet voldoende. Wij zouden er zelf moeten fabriceeren, en dat is ons verboden. Men spreekt van een algemeene staking. Maar wij kunnen morgen staken, zonder van de werkplaats te verroeren. Wij be hoeven slechts binnen de grenzen van het reglement te blijven. Dan komt er een werkmeester. Waarom werkt gij niet? Omdat ik niet de noodige werktuigen heb. Ga er dan in 't magazijn halen. Er zijn er niet. En zoo voorts „Ik heb arbeiders gezien, die zich bij de vak- vereeniging kwamen beklagen, dat zij een heelen dag lang geen werk hadden. Als zij zoo lui waren als men zegt, zou hun dat pleizier moeten doen.' En niet minder luid klinkt de noodkreet van een I' ransch zee-officier in het Journal des Débats Hij schrijft „Ik kan de behoefte niet weerstaan, uit te schreeuwen wat ieder weet en wat niemand zeggen wil. Een volk dat niet in verval is moet de waar heid kunnen hooren, ook de wreede, de treurige waarheid. Er zullen commissies benoemd worden enquêtes zullen worden ingesteld en dat zal uit- loopen op alles en op niets. De bladen, de ministers zullen getuigschriften uitreiken van heldenmoed: wij zullen zwellen van trots, en morgen zal onze toestand verergerd zjjn De onmiddellijke oorzaak van de ontploffing op de Jena zal verborgen blijven de schuldigen, als die er zijn, de getuigen, zijn dood; de plaats van het onheil is verwoest. Maar daar ligt ook niet de oorzaak van al onze ongelukken. Of het betreft de Sully, de Farfadet, de Lutin, de Kabyle, de Chamois, en zooveel andere rampen, de allereerste oorzaak, dat is het personeelwij maken geleerden, wij maken geen mannen meer. De werktuigen op de oorlogs schepen, kanonnen, ketels, worden altijd maar samengestelder. Elk nieuw werktuig vereischt meer zorgzaamheid en toewijding van die er over gaat. Maar terwijl de eischen voor het bedienend personeei hooger worden, gaat het zedelijk peil van het personeel der marine schrikbarend achteruit. Inzeggingen, plicht, gehoorzaamheid, dat zijn oude lorren, die alleen voor achterlijke stumpers wat beduiden. De dienstdoende wacht slaaptdie de ronde moet doen laat het na of staat te rooken. Er gebeurt een ongeluk. En als het ongeluk ge- beurt, dan is de bemanning meteen dol geworden. De manschappen springen de uitgangen door en vallen te pletter in het dok. De mannen van de Suffren zjjn gevlucht en hebben hun schip aan de vlammen overgelaten men denkt er niet over de ruimen onder water te laten loopen, de paniek heeft ieder aangegrepen. Die paniek is verklaarbaardat is het instinct voor zelfbehoud, dat ons op de vlucht drijft als de dieren. Maar als zij daaraan toegeven, dan is 't toch ook ongerijmd ons boven de dieren verheven te achten. Ja, er zjjn enkele dappere mannen geweest bij het ongeluk met de Jéna, maar het waren heel enkelen de massa was laf. Als er geen officieren en gegradueerden waren geweest, dan was de Suffren m de lucht gevlogen. De havenarbeiders, die niets geen gevaar liepen, zijn het arsenaal uitgehold, in schaamachtige verbijstering. Zij gaven er zich wel rekenschap van, dat als er eens wat te doen was in het arsenaal, dat zij er dan vooral niet meer moesten zjjn. Dat is de treurige waarheid. Wat er gebeuren moet, dat is de oude begrippen over plicht en op offering herstellen. Om stipt een order op te volgen behoeft men niet juist een geleerde te zijn, maar om te kunnen gehoorzamen in zelfverloochening daarvoor moet men een man zijn in den edelen zin' van het woord. Dat leert men niet op onze scholen en hier ligt de oorzaak van al onzen tegenspoed. Nog is de ondergrond van onze manschappen goed en genezing is mogelijk. Maar als die genezing niet ter hand wordt genomen, dan is onze marine verloren. Dan kan men de vloot wel afschaffen." Wat zal de Fransche regeering tot deze dingen zeggen Ortn)e KagiM's Oord. Hat N. v. d. D. schrjjft nog over dezs zaak o. a. het volgende »Van den aanvang af hebban wjj zoo min mogaljjk in bijzonderheden melding gemaakt van de onaangenaam heden, tnssohen leden van het parsoaeel voorgevallen 't ligt toch voor de hand dat het in deze gevaarljjk is, p rtg te trekken, en bjjna onmogelijk, dit te doen op goeden grond en wjj zullen dat ook thans niet doen. Te minder, waar betrokken personen aan de pers ver zocht hebben, zich niet in hnn onderlinge betrekkingen te mengen van welk redeljjk verzoek zeker deel van de pers intnsschen geen nota neemt. Maar die soort van vonparfjjdigheidv, hierin bestaande, dat men aan het 'óór en tegen geljjke waarde toekent (wjj zonden dan liever van een parti-pris spreken) betrachten wjj niet. De openbaar gemaakte feiten en onze inlichtingen zjjn van dien aard, dat men zich ten aanzien van de hoofd zaak (hiertoe bepalen wjj ons) o. i. wel ees meening moet vormen.* Van de houding, die hot besinnr tegenover den direc teur heeft aangenomen, zegt het N. v. d. D. nog »Esn directeur geeft te kennen, dat samenwerking met een zjjner ondergeschikten onmogeljjk is gebleken, hg zegt dat (het is ons bekend) in een zeer scherpen vorm en men antwoordt hem samenwerken moet gjj, nirmand gaat weg, handhaaf na tóch aw prestige I »Een man van eer kan, dankt ons, op zalk een eisch slechts één antwoord gevendr. Donath heeft het ge geven. En de collectieve ontslagaanvraag van de voor naamste medewerkers van den directeur zet aan dat waardige antwoord nog een beteekeniB bg, die het bestuur tevergeefs tracht weg te redeneeren.* Gemengd Nieuws. De Kold-Afrlkuische tentoonstelling. Het is op het oogenblik in de concertzaal van Artis te Amsterdam nog een chaos van kisten, ontpakte goederen enz. enz. Toch schjjnt alles op tjjd klaar te komen, want met alle kracht wordt gewerkt, en druk bezig is men met het ontpakken der goederen en het opzetten der tafels en vitrices. Aan den kant van de Plantage Middenlaan komen de afdeelingen van Transvaal en Natal, de andere helft der zaal wordt door de Kaap-Kolonie in beslag genomen, ferwjjl onder de overdekte veranda de afdeelingen van Oranje-Vrgstaat en Rhodesia worden geïnstalleerd. Ia het midden stond reeds eea mooi model van de Kinfanns Casfle*, een dor grootste schepen der Union Castlo Ljjn, Paaschteatoonntelllng. Op de gisteren te Zaandam gehouden 7e Paasohten- toonstelling, waren ingezonden 281 nummers, waaronder 118 stuks vet vee. Er was veel prima kwaliteit, waar voor zeer hooge prjjzen werden besteed. Ook was de aanvoer van melk- en fokvee en rjjstieren zesr belangrgk. Er was flinke kooplust, het mooie voorjaarsweer lokte uit tot druk bezoek. Ken bot die veel belangstelling wekte. Aan de Visohmarkt te Dellt was gisteren een heilbot aangevoerd van 48 kilo zwaarte. Het beest had veel bakjjks en lag zoowaar met een sinaasappel tussohen de kaken gekneld, alsof 't een Paasch-visoh was. Het reu zenbeest zal morgenmiddag prjjhen op de tafel van het rgjooldiner der studenten aldaar. Bgzonderljjk voor deze gelegenheid is een steenen schaal gebakken, zoodat de visch in zjjn oorspronkeljjken vorm zal worden opge bracht I Dlnmnntbewerkersgllde. De secretaris van den Algemeenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond, de heer Jan A. van Zutphen, deelt in het Weekblad mede, dat te Amsterdam, op het voetspoor van Antwerpen, een diamantbewerkersgilde zal I worden opgericht. De organisatie zou dus komea te staan tegenover den Bond. Kent deugniet. Men meldt nit Arnhem aan het Vad. Eenige dagen geleden vervoegde zich op een avond aan de woning van een welgestelde dame te Arnhem een 15-jarige knaap, die doornat van den regen om een boterham vroeg en mededee de zijn moeder, die weduwe was en acht kinderen ten haren laste had, verlaten te hebben teneinde in den vreemde voor zich den kost te zoeken. De dame, begaan met het let van den jeugdige» zwerver, gaf hem een flink maal en bovendien onderdak ia een logement. Den volgen den dag zou het knaapje bij haar terug komen, om door haar tusschenkomst bg een patroon geplaatst te worden. De jongen komt werkeljjk op den vastgestelde» fjjd öij haar terug en nadat hem geheel nieuwe beven en onderkleeding verstrekt was, werd hg uitbesteed bij een sohilderspatroon, die zeer met hem ingenomen was, daar hg vlijtig werkte en flink zijn best deed. Nadat hem door sjja patroon zjjn werkloon uitbetaald was en hij bovendien in een Zondagspakje gestoken was, is de jongen plotseling verdwenen. Thans is gebleken, dat het geheele verhaal van den jongen verzonnen en de deugniet vermoedelijk uit een opvoe dingsgesticht ontvlucht is. W1 nkelsl uiting. In den Lsiilseheu Raad kwam gisteren o. a. aan de ordo het verzoek der Vereeniging »Lsiden's Belsng* om dan sluitingstijd van winkels bg verordening to regelen. Het praeadvies van B. en W. strekt, in zooverre over eenkomstig, het bjj eenparigheid van stemmen uitgespro ken cevoalen van do Kamer van Koophandel en Fabrie ken om afwjjzsnd op het verzoek te beeohikken, daar het hier geldt een te diep ingrjjpen in de psrsoonljjke vrjjheid van de handeldrjjvende ingezetenen. De staking te Bassen. Op welke wijze den arbeidswilligen te Rijssen schrik wordt aangejaagd, blijkt uit de volgende aanhaling uit een strooibiljet van het stakingroomité „Maar gelijk als de wrekende hand de verraders der Boeren heeft getroffenvaak door het load van hen die zij meenden een dienst te bewijzen, alzoe zal 't I ook u geschieden. Denk maar eens aan de werkwilligen van de firma Van Hoek, die het werk van de dekenwevars verrichten. Evenzoe zal het door u gepleegd verraad nu of in de toekomst niet ongestraft big ven." Club de Bleufalsnnce. Naaf de Tel. verneemt, is de Club de Bi-mfaisance in de Voadelstraat te Amsterdam wesr opengesteld en de heer Politzer aldaar teruggekeerd. HUMORISTISCHE ROMAN NATHAL1K VONT K8CH TRUTLI. 8) Maar zjj herstelt zich spoedig Ja zeker pension üeaurivage, voor vreemdelingen, allerliefst, och maar veertien francs per dag. „•„T klei*igfieid Uwe Hoogheid. Voor een Rus- zeker LTV11 18 g^6ld geen hoo"zaak- u woonde daar zeker, nadat u weduwe was I O I Ja l Was mijnheer uw echtgenoot officier? Een oogenblik i Mevrouw Salome Von Welsen Z hl°.fUW wat haar man geweest is. Ze kreeg WifZks' 6nu9 oni er eens over na te denken: Wat was hg ook? O hemel help mij. Neen, hg was geen officier, hij was en de spreekster kgkt erg dwepend - artist Ah, schilder Ja juist. Al op leeftjjd? Heel oud, al in de dertig. .R? landraad krjjgt ook een hoestbui, daarop vroeg hg deelnemendEn hg stierf De trein staat weer stil, en Salome luistert met angst- Aan de mazelen, zei ze verstrooid. Aan de mazelen? Sterft een man van dertig jaar aan de mazelen? 8J Daar heeft zjj zich weer vergist. Dat niet het werd tering. Verschrikkelijk, wat hebt u al veel treurigs onder vonden. 6 Zjj zegt met een moeden glimlachNiet waar, en u zag het mg in het geheel niet aan? Zjj brouwt ook weer zjj had er een poosje heelemaal niet aan gedacht. Buiten begmt het lieve leven weer sO i witte dame I verschgn* joedelt de mannen-zangvereeniging nZaug- vogels« voor de leege coupée »Had ik een roodzjjden bandje, Ik bond het om Salome's handje.* kweelt een stem, zeker dat akelige roodborstje. Salome zou in haar woede al de zangvogeltjes wel hebben willen doodschieten en braden. De Landraad is opgesprongen, en gaat vlak voor het raampje staan. Salome vlucht in het verste hoekje en luistert het is zoo. J Salome Von Welsen! Salome Von WelsenI Een telegrambesteller verschgnt. Met een donderend hoerah wordt hg begroet - Hier! hier vriendje i laat het maar wg zullen het wel in orde brengen, wjj weten het wel in Halle moet zjj overstappen. Maar heeren u weet toch wel, dat de dame niet meer in den trein is. Dat gelooven we niet. De Landraad keert zich naar Salome en zegt: Hoe onuitstaanbaar. Een van de zangbroeders doet het portier open en kgkt naar binnen, gelukkig is hare bagage juist weg genomen. De conducteur zet de vier stuks bjj haar in de coupée: Zie zoo, juffertje, de zangers zjjn van dan .duivel bezeten. Ze loopen weer allemaal achter den telegraaf besteller. Maar nu zullen zjj het toch wel moeten gelooven, dat u verdwenen zjjt. Ik dank u, heel vriendelijk van je, zegt mijnheer Von Borne mchend. De genadige vrouw is u zeer er- kentelgk, en hg stopt den man iets in de hand. Deze kgkt een oogenblik verbaasd naar de sgenadige vrouw* tikt aan zjjn pet en verdwjjnt. De vertooningen op het perron houden optot alge meene spgt, zjjn ze nu toch overtuigd dat de dames- coupée wezenljjk leeg is. De trein gaat weer verder; nog een paar stations en dan komt men gelukkig te Halle. Salome krjjgt een behageljjk rustig gevoel. loen de Landraad aan het raam stond, had het jonge meisje gelegenheid om hare behulpzamen redder uit den nood eens goed op te nemen. Eigenljjk had ze altjjd illusies voor een man met een mooie zwarte snor, en schitterende donkere oogen, maar tot hare verbazing moest zjj toch bekennen, dat hjj met het donkerblond krullend haar en de kleine bakkebaardjes er bijzonder goed uitzag. Hjj had een frisch innemend gezicht. Zjjn oogen waren verstandig en toch wat ondeugend, de geheele uitdrukking van zjjn gezicht was eerder vrooljjk dan ernstig. 't Lachen stond hem bjjzonder goed, en 't scheen wel dat hjj dat gaarne deed dit nu was niet het ideaal van Salome. Zjj had altjjd gedroomd van een belangwekkenden hoogst erns'igen bleeken man, een jvliegende Hollander,* wiens opofferende, sentimenteele en romantische Senta zjj zou zjjn. Al hare verwachtingen en ideeë a waren overspannen, sinds hare onrjjpa levensopvatting een warbeeld geworden was door den omgang met hare kostschoolvriendinnen. Landraad Von Borne beantwoordde, al zag hjj er deftig en goed uit, niet aan het ideaal, dat freule Von Welsen nog even te voren als romanheld voor haar zoo verlangd avontuur ontworpen had, maar zjj onder vond iets buitengewoons en dat was genoeg om haar in verrukking te brengen. Wist zjj nu maar of hjj ge trouwd was of niet. Volgens Juliette maakte dat niets uit, of de aanbidder een trouwring droeg of niet, wat geeft dat, als hjj maar goed in de rol past, die hjj in de kleine pikante ver tooning, die haar amuseert, moet vervullen. Maar bjj dat denkbeeld verloochent zich Salome's D 'itsehe aard niet. Hoewel zjj in de eerste plaats alleen maar iets interessants en bjjzonders wilde onder vinden, was het haar toch niet onverschillig of de held van haar avontuur getrouwd was of niet. Zjj was niet zoo lichtzinnig om alleen maar een aan bidder in hem te zien, maar verdiepte zich liever in poëtische overpeinzingen. Is hjj misschien de uitver korene van allen, die haar geliefde en gade zal worden Alleen daarom viel hjj reeds in haar smaak, omdat zjjn kennismaking op zoo'n bjjzondere manier was gegaan, hjj zoo ridderljjk galant was en omdat hjj last not least zoo aardig dom al haar onzin geloofde. Dat was onbeschrg'feljjk vermakeljjk, en Lola's stel regel was toch juistdat de vrouw altjjd slimmer en verstandiger dan de man is; de vrouw kan alleen in haar huweljjk gelukkig zjjn, als zjj haar man zoo te zeggen om haar pink kan draaien. (Jit welke ongeloofeljjke roman de kleine Russin al die wjjsheid had, wist Salome niet, zjj had ook in 't geheel geen duideljjit begrip uit welke voorwaarden zulk een huweljjksgeluk bestond. Zjj dacht er meestal niet over na, maar schreef die mooi klinkende woorden maar in haar elegant opschrjjfboekje, om haar tandjes stomp te kauwen aan dat voedsel voor den geest zonder te weten wat zjj in zich opnam. Nu had z'j een Landraad, die een verstaudig man scheen, en zich voor een menschenkenner hield, waar van hjj ook bljjken had gegeven, eens flink voor den gek gehouden, en deze zegepraal was voor haar achttien jaren verrukkelijk. Daar bjj beviel hjj haar hoe langer hoe beter, geen wonder want de zoogenaamde Hoogheid was in haar dolle overmoed zoo beminnelijk mogeljjk, en trachtte den deftigen vreemdeling geheel te be koren. Eu het scheen haar te gelukken. Zjj merkte het wel hoe hjj vol bewondering naar haar lief gezichtje keek, en moeite deed een gunstigen indruk op de arme jonge weduwe te maken. Zjj trachtte nu op haar maaier iets van zjjn relaties te weten te komen. Wat is uw reisplan, mjjnheer Von Borne? Berlijn uwe Hoogheid, ik kom juist van eene waarschjjnljjk mislukte onderneming terug. Eene mislukte onderneming Zjj keek hem nieuwsgierig en vol verwachting aan. Ik ben niet alleen Landraad maar ook geheime - politiebeambte. Als zoodanig zoek ik naar eene beruchte oplichtster, die zich onder een valschen naam in Duitschland ophoudt. Wordt tf vo'gi); ALKMAARSCHE COURANT. VAN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1