No. 70. Honderd en negende jaargang. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. y S- /f. -> 'r' T 1907. mm MICHIEL DE REIJTER ^rCjC~~^^Xy> J ON gTgE.HU WD. Prijs der gewone advsrtentiSn ZATERDAG 23 MAART, jirJSïèi2 l -jccL*3~S J?y\jV—- FEU ILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alemaab f 0,80 franco door het geheele Kijk f Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnuwiser 3. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Grooto letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEKMs. ÜOSTEK ZOON Voordam O 9. syvw Jfylx* -k) cri-f zx^-^ fZZ" \jJ0. Af /Vvt. ^\4 Heden is het de dag, waarop de nagedachtenis van de Ruijter wordt geëerd. Hier in Alkmaar wordt althans voorloopig en in afwachting van de dingen, die nog komen zullen volstaan met hem „in gedachte te herdenken". Elders daarentegen, in het bijzonder te Amsterdam en te Vlissingen, wordt hij gehuldigd in woorden en in daden, zijner waardig. Een speciale corres pondent, naar Vlissingen gezonden, zal hedenavond den lezers van dit blad vertellen hoe in de geboorte plaats van de Ruijter het feit is herdacht, dat hij 300 jaar geleden daar werd geboren, terwijl onze Amsterdamsche correspondent hen zal inlichten omtrent de de Ruijter-herdenking in de hoofdstad. Over de Ruijter zelf behoeft weinig te worden ge zegd, nu er van ons speciale aanbod in zóó ruime mate gebruik gemaakt is, dat in tal van huisge zinnen, waarin dit blad verschijnt, het aardige boek „het leven van Michiel de Ruijter" aanwezig is, terwijl verschillende gemeentebesturen in de om geving het zeer te prijzen besluit namen, om de oudste HUMORISTISCHE ROMAN 9) Salome staart den Landraad ontzet aan. Oplichster een valschen naam, stottert zjj, Hf) glimlacht welwillend. Ja uwe Hoogheid, er zgn zulke toestanden waarin vrouwen door lust naar avonturen, bedriegsters worden. Het begint soms heel onschuldig om meer te schijnen dan men is, of eene k.eine comedie te spelen zonder een bepaald doel. Eu zulk een lieihebberjj wordt soms een hartstocht. Men neemt een valschen naam en titel aan dat is strafbaar en men komt met de politie in aanraking. U hebt toch zeker wel gehoord van de zwendelarjjen door eene jonge dame in Frankfort uitgehaald Daar weet ik niets van, zegt Salome en schudt van ontzetting met haar hoofd. Ze ziet erg bleek en haalt moeilqk adem. bezorgde zich toegang bij zeer voorname fami lies door een deftigen naam aan te nemen en deed daar de brutaalste diefstallen. Was het eene Duitsche Neen een geboren Russin Pardon Hoogheid, dat ik uwe landgenooten zoo'n slechten naam geef. Eene Russinriep zij verschrikt. De schoone bedriegster moet een zeer innemend uiterlijk hebben, en zeer goede manieren. Zjj spreekt verscheidene talen en heeft zich lang in Franseh-Zwit- serland opgehouden. Ontzettend i En wordt zjj nu vervolgd Het rose gezichtje kjjkt niet vrooljjk meer, de handjes iggen onbeweeglijk in den schoot de r wordt ai lang niet meer Russisch uitgesproken. leerlingen der scholen, een exemplaar daarvan ten geschenke te geven. In ruimen kring is men dus nader bekend geworden met dezen grooten man, die, schoon van geringe afkomst, door zijn krachtige persoonlijkheid, door gave, vlijt en wilskracht zich een weg heeft gebaand tot de onsterfelijkheid. Oud en jong kent thans niet alleen zijn naam, waaraan Neêrland's glorie zoo onafscheidelijk is verbonden, maar ook zijn leven. Het vertrouwen inboezemend, manneljjk gelaat van dezen eenvoudigen burger, die in alle opzichten het toonbeeld van een rechtgeaard vaderlander was, is thans eveneens algemeen bekend. Wij hebben het dan ook niet noodig geacht zijn portret te laten maken en dit in het nummer van heden op te nemen. Wij vonden het aardiger een facsimilé van het handschrift van De Ruijter te plaatsen en daaraan een beschouwing vast te knoo- pen. 't Hiernevensstaande, door de Ruijter geschre vene, ter ware grootte, heeft betrekking op de voeding van het scheepsvolk. Er was n.l. in 1665 een voorstel gedaan, om het Ja men is haar op 't spoor, ik werk zelf mee haar in handen te krjjgen. En komt zjj dan in de gevangenis? In het tuchthuis. Hjj haalt een zilveren sigarettenkoker voor den dag, en presenteert haar beleefd. Het spreekt van zelf, Hoogheid, dat u rookt. Met een heftig gebaar bedankt zjj. Wat een idee ik rook in 't geheel niet als klein kind verliet ik Rusland eigenlijk gezegd hoor ik er niet meer thuis. Nu ja, zegt hjj met een minzaam lachje, uw naam vorstin Samanoff verraadt toch altjjd uwe nationaliteit. U staat mjj toe dat ik rook? Zjj vindt rooken afschuwelijk, en had zich vast voor genomen het nooit in hare tegenwoordigheid toe te staan, maar zjj verzekert met een lief lachje, dat zjj veel van tabak wolkjes houdt. Na een korte stilte vraagt zjj verlegenonder weiken naam reist uw misdadigster i Hjj haalt de schouders opEiken keer een andere, zooals zulke wezens dat gaarne doen, ze zijn niet trotsch op hun eerlijken vaders naam, en daarom brengen zjj hem op de lijst van de bedriegers. Zij wordt afwisselend bleek en rood, en buigt baar hoofdje diep, alsof zjj zich schaamt. Zjj is angstig, en een gevoel van wanhoop maakt plaats voor haar zegevierenden trots. En u zjjt haar nog niet op 't spoor? Tot nog toe niet. Zoo als mjj een detective aan een der laatste stations vertelde, zou zjj de richting Frankfort - Berljjn genomen hebben, misschien zit zjj wel in dezen trein. Barmhartige God 1 Hjj lachtIk geloof bepaald Hoogheid, dat u bang zjjt voor de schoone zondares, zei hjj schertsend, en Salome lacht met bleeke lippen. Ot ik vind het een akelig idee. Het spjjt mjj toch erg, dat ik alleen op reis ben gegaan. Maar waarom Hebt u in mjj geen beschermer gevonden vroeg hjj op zachten bjjna innigen toon. Ik breng u veilig in Halle in een anderen trein. Eerst moet u naar het stationsbureau uw pas vertoonen. kostgeld van de matrozen te brengen van zeven op zes stuivers, teneinde met nog andere voorge slagen middelen te komen tot besparing van uit gaven. Een en ander werd gesteld in handen van „de|heeren®van^Dordrecht en anderen haar Ed Groot Mog. gecommitteerden tot de zaken van de zee, om daaroverjiten spoedigste te dienen van consi- deratiën en advies." De commissie won het advies in van luitenant-admiraal de Ruijter, en van de gecommitteerden uit de colleges ter admiraliteit. De Ruijter desgevraagd, diende bet volgende briefje in „Memorije wat fycktaly weckelycks op slans schepen aen de matrosen en soldaten moet werden gegeven. 5 pondt broodt voor 7 dagen. 2 pont vleys ter weeck sondaechs en donderdaechs. 1 pont kaes. 1 pont booter, soo in haer boterdoos als tot haer doop. pottage soo veel als haer lust. pont stockvijs jder man weecks. bijer sooveel alst haer lust. Dijt is alles soo veel jder persoon moet hebben Pasi Ja zeker, als buitenlandsche moet u toch een pas hebben, om uwe persoonlijkheid te bewijzen, anders zoudt u misschien onaangenaamheden ondervindenwie weet ot ze u niet voor de oplichtster aanzagen. In doodsangst grjjpt zjj hem bjj den arm. Heb medelnden met mjj ik heb geen pas ik ben een Von Weisent Geen pas? hjj trekt een bedenkelijk gezicht, dat is een gek geval. En juist in Halle, waar ze in dat opzicht zoo streng zjjn. Helpt mjj toch, snikt zjj. Dat spreekt van zelf Hoogheid Ach noem mjj toch geen Hoogheid. Maar ik zou niet anders durven zeggen. Het moest eens wantrouwen opwekken. Welnu, u hebt een villa in Lichterfelde, daar zullen wjj naar telegrafeereo on uwe pas. Zjj beeft als een blad. Neen dat gaat niet. Waarom niet Zjj kjjkt met een smeekenden blik naar den hemel en stottertdie is niet bewoond. Hoe jammer; dan telegrapheeren wjj naar uwe kinderen. Zjj steunt zachtjes, maar antwoordt niet. heeft moeite zich ernstig te houden, en troost haar nu. Misschien gelukt het mjj, om u ongemerkt in den anderen trein te brengen. Ik ben bekend in Halle, geef u den arm en doe alsof u een bloedverwant van mjj zjjt. Ik moet u echter zeggen, dat het eene gevaarlijke geschiedenis is. U bevindt u als Russin in een bedenkeljjken toestand. Ik hoop in vredesnaam, dat ik u kan redden. Zjj kneep krampachtig hare handen in elkaar! Maar niemand weet dat ik een Russin ben. Met een zear ernstig en waardig gezicht keek hjj haar aan. Dat weet ik Hoogheid, maar u begrjjpt dat ik als man van eer de waarheid moet zeggen als men mjj iets vraagt. Het spjjt mjj zeer voor u, dat u mjj het een en ander verteld hebt. Het is bovendien zeer verkeerd, en de qualijteijt van de spijse daer bij. adij 26 meert 1666 in rotterdam. Ve dyenstbereyden Michiel Ad ruijter." Het zal den lezer misschien zelfs met boven- staanden tekst in drukletters moeielijk vallen het handschrift te lezen. Afschuwelijk slecht geschreven vindt hij het waarschijnlijk. Volmaakt toegegeven. De Rujjter had ruwe handen en zij konden moeielijk de pen hanteeren. En en wij hebben goed-gewasschen, goed-onderhouden handen en schrijven een loopende hand. De vergelijking valt verre in ons voordeel uit. De Ruijter en zijn tijdgenooten kunnen het niet halen bij ons Maar met zjjn ijzeren vuist omklemde de Ruijter den admiraalsstaf, handhaafde hij de tucht, deed en handelde hij, dreigde en tuchtigde hij. En wij, twintigste eeuwers Och, laat ons eerlijk erkennen, hoeveel wij bij die zeventiende eeuwers ten achter staan. Niet in kennis, in geleerdheid, maar in geestkracht, in kracht tot handelen, in inzicht, in daden. En nu moge men zeggenwij zijn maar een klein volk, ons past een zeer bescheiden plaats, doch de bescheidenheid, die zich zelf niet weet te doen eerbiedigen, die immer voor anderen uit den weg treedt, is ten onder gang gedoemd, onherroepelijk. De overbescheiden- heid van het tegenwoordige Nederlandsche volk is een rampzalig verschijnsel. Zij zal ons overal be- nadeelen. Men kent ons buiten de grenzen niet meer, men bespot ons, onze taal, onze bekrompen heid. Men komt ons 's zomers bekijken als fosiele merkwaardigheden uit een vervlogen tijdperk, men sleept onze kunst, onze oudheden weg, >4aat ons. slechts resten over, vermaakt zich, met ons in dag bladen en tijdschriften in een belachelijk daglicht te stellen, en den Hollandschen naam te omgeven met al wat vreemdsoortig en zonderling is getuige wat wij dezer dagen hebben medegedeeld omtrent een jenever-advertentie in een buitenlandsch mode blad. Dat moet anders worden, dat kan ook anders worden. Hebben we niet gezien, dat het hart als van de Rugter nog leeft, in onze koene bekampers van storm en golven? Zit er nog staal in onze mannen P Welnu, dan is alles nog niet verloren, maar we moeten ons toonen zooals de Ruijter zich durfde toonen. Wij moeten naar binnen, maar voor al ook naar buiten werken, en onze bescheiden houding wat laten varen. Onze taal, die eenmaal Eogelsch en Fransch zelfs doordrong met zee- en koopmanstermen, die moeten we in haar rechten doen erkennen. Onze vloot, onze handelsvloot, moet onze producten de wereld rond zenden, en die producten moeten voor de beste niet behoeven te wijken. Onze industrie, eenmaal in het buitenland hoog aangeschrevenmoet de hoogte weer in. Thans klinkt te veel: „dit of dat kunnen ze in Holland niet maken; daar knoeit men in Holland mee!" Dat moest in de Ruijters tijd gebeurd zijn om in een trein of in een vreemde stad zjjn naam dade- ljjk te noemen. U begrjjpt niet, Hoogheid zjj krjjgt een zenuwachtigen schok in welk een akeligen toe stand eene dame zich daardoor ondoordacht kan bren gen. Veronderstel eens, dat ik aan de waarheid uwer verhalen twjjfelde. Ik zou u verdacht kunnen hebben, u voor de gezochte oplichtster houden en u gevangen nemen. En u zou zoo lang in den kerker moeten smachten, als offer mjjner vergissing, tot uwe onschuld bewezen was. Ik had naar mjjne beste overtuiging ge handeld, maar u had zwaar moeten boeten, want de geschiedenis zou in alle couranten gekomen zjjn. Hooggeachte mevrouw, ik heb een nichtje even jong en bekoorljjk als u. Toen deze de reis van Berljjn naar Weenen alleen moest maken, heb ik haar de volgende lessen mede gegeven. Luister eens hoe eene voorname dame reist; zjj kleedt zich zoo een voudig mogelijk, is zeer bescheiden en zonder pretenties; zjj koketteert niet met haar deftigen naam, maakt met niemand kennis, en tracht er niet naar iets aardigs te ondervinden, in één woord eene voorname dame valt op reis zoo min mogeljjk in 't oog, en stoort zich aan niets om haar heen. Mjjn nichtje heeft zich daaraan gehouden, en heelt goddank nooit iets onaangenaams ondervonden. Salome zat met het hoofd diep gebogen. Terwjjl hjj schjjnbaar zoo onschuldig en vrooljjk zat te praten schaamde zjj zich en had veel berouw. Het was haar alsof plotseling een hand haar een sluier voor de oogen wegnam, en zjj weer duideljjk zag. Ja zjj had zied niet als eene -voorname dame gedragen, en de lessen van Juliette waren toch niet zoo goed als zjj gedacht had. De trein hield stilMerseburg Haar naam werd weer afgeroepen. Zjj hoorde het niet; geheel versuft zat zjj voor zich uit te staren. Onwillekeurig trok zjj haar regenmantel dicht om zich heen, om haar mooi doch wat opzichtig voorjaarstoilet goed te bedekken. tyordt vei-volgd.) ALKMAARSGHE COURANT z c i^t v_» fii VAN RATHAL1M VOJV KiliUKIT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 5