No. 81
londenl en negende jaargang. Zaterdag 6 April
R ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Pil in— Mal ui 3 Mb
Uit den Raad.
BINNENLAND.
Een frisch windje woei er Woensdag door de
raadszaal, de lentelucht stroomde door de geopende
vensters, de ventilators ratelden er lustig op los.
De temperatuur was er aangenaam, de stemming
opgewekt. En de hamer van den voorzitter viel
telkens na slechts korte tusschenpoozen het ging
als van een leien dakje.
Ruim een uur na de opening dor vergadering
ook de Raad kent een „professoraal kwartiertje"
zoodat de opening steeds een vierde of derde ge
deelte van een uur later plaats heeft, dan is aan
gekondigd stonden we alweer in de Langestraat
met het gevoel, dat we ditmaal eigenlijk net
zoo goed op het redactie-bureau hadden kunnen
blijven. Immers noch de behandelde voordrachten,
noch de gevoerde debatten gaven aanleiding tot
kritische beschouwing. Feitelijk was er slechts éen
weinig beteekenend debatjevan min of meer
letterknechtelijken aard.
Wij kunnen dus heden, in tegenstelling met
anders, kort zijn en volstaan met slechts een paar
punten eventjes te releveeren.
En dan moeten wij beginnen met een punt buiten
de agenda om. Na de lezing der notulen kondigde
de voorzitter eenigszins plechtighjk aan, dat de heer
Vonk gevraagd had het woord te mogen voeren,
voordat met de werkzaamheden een aanvang werd
genomen; de heer Vonk voelde veler oogen op zich
gevestigd, want verschillende leden hadden in ge
spannen verwachting het hoofd gewend naar het
uiterste einde van den linkervleugel. Met ietwat
onvaste stem begon de heer Vonk, die in de vorige
vergadering de secretarie in vuur en vlam heeft
gezet, te verklaren dat het geenszins zijn bedoeling
geweest was de ambtenaren ter secretarie onaan
genaam te zijn. Dit raadslid had tijdens de be-
üandeling van de verordening betreffende de amb
tenaren en bedienden ter secretarie, gezegd, dat bij
om negen uur 's ochtends op de secretarie nog nooit
een ambtenaar had aangetroffen, al hoewel de offi-
cieele werktijd om 8£ uur begint, en dat de amb
tenaren wel meer konden werken. De ambtenaren
hebben deze bewering buitengewoon onaangenaam
gevonden en dit werd des te erger toen er hoofden
werden opgestoken, om te zien of de heeren wel
aan den arbeid waren. Zij hebben den verstandig-
sten weg ingeslagen, dien zij konden bewandelen,
door den oudsten hunner af te vaardigen naar den
heer Vonk, die hen Woensdag in eere heeft her
steld.
Toen de heer Vonk aan het woord was, dachten
wij, dat hij ook de uitdrukking zou terugnemen,
welke hij had gebruikt ten aanzien van het rapport
van den inspecteur van het onderwijs den heer
de Groot, betreffende de reorganisatie van de bur
geravondschool en de ambachtsschool. Dit is niet
geschied. Mag men hieruit afleiden, dat zoodra
dit punt weer aan de orde komt wil men de
zaak dit jaar nog in orde zieD, dan moet er haast
gemaakt worden, daar de subsidies vóór 1 Mei
moeten worden aangevraagd de heer Vonk het
bewijs van de waarheid zjjner krasse uitlating zal
leveren
De gasinterpellatie is bijna een gasconade ge
worden en de heer Fortuin is met het overbrengen
zijner klachten niet fortuinlijk geweest.
W ij hebben aan het slot van ons vorig overzicht
den wensch uitgesproken, dat het onderzoek naar
die klachten een paar lichtpunten in deze „duistere"
kwestie zou mogen ontsteken. Die wensch is in
vervulling gegaan. Evenwel, het licht dat het
schrijven van den directeur verspreidde, heeft alles
tot klaarheid gebracht behalve de klachten der
leden van de Alkmaarsche Winkeliersvereeniging,
welke zelfs van plan was zich tot den gemeenteraad
te wenden, maar ter elfder ure daarvan werd
afgehouden door zijn voorzitter, die in den Raad
Woensdag niet precies in een aangename positie
verkeerde.
Er is van die klachten zoo goed als niets over
gebleven.
De heer Fortuin zeide in de vorige Raadsver
gadering, dat de heer Goedeman bij zjjn 18 lichten
in de winkel zjjn courant niet kon lezen de
heer Goedeman laat deze bewering voor rekening
van het raadslid en leest kalmpjes en met plezier
zijn courant in zijn huiskamer bij één licht.
De heer Kuiper, die volgens den heer Fortuin
niet langer gas wou branden, als dit niet beter
werd heeft den geheelen winter geen reden tot
klagen gehad.
En van de petroleumlamp, die de heer Hulst in
zijn huiskamer zou branden, hebben we niets meer
gehoord.
Rest de heer Jacobse, die door al maar meer
lichten aan te steken al maar minder licht kreeg.
Doch by de verlichting is 2 X 2 niet altijd 4,
maar misschien V/2 of nog minder. Want wanneer
men het aantal lichten verdubbelt krijgt men
minder licht, indien de buizen niet wijd genoeg zijD.
Wie het schrijven van den directeur heeft gelezen
het is Woensdag grootendeels in dit blad opge
nomen zal gezien hebben, dat het slechte licht
in de onderzochte gevallen moet worden toege
schreven aan defecte of te kleine meters, defecte
kousjes, onvoldoende binnenleiding.
De voorzitter heeft dus onmiddellijk de oorzaken
van het kwaad genoemd. Immers toen de heer
Fortuin in de vorige vergadering de klachten ter
sprake brachtvroeg de voorzitter den spreker
dadelijk, of hij ervoor kon instaan, dat de door
hem genoemde personen bezaten „uitstekende bran
ders, een behoorlijke leiding binnenhuis, een vol
doenden gasmeter dat ze geregeld nieuwe kousjes
aanschaffen en voor goed schoonhouden zorg dragen."
Zooals men zietde spijker kon nooit beter
op den kop geslagen worden.
Nu zal er nog een appeltje in de Middenstands-
vereeniging geschild moeten worden waarbij wij
den heer Fortuin niet de schil toewenschen.
Intusschen zijn interpellatie heeft haar nut
gehad.
W ie slecht licht heeft, klage niet onmiddellijk
over het gas. Het is waar, het Alkmaarsche gas
staat bij vele van de afnemers in een slechten
reuk, men moge de bereidingswijze afkeuren en
het betreurendat dit gas eenigen tijd geleden
zooveel kousjes heeft gekost de eerlijkheid ge
biedt te erkennen, dat het tegenwoordig uitstekend
licht geeft.
liet debatdat het uur vulde, waszooals wij
hierboven reeds zeidenvan letterknechtelijken
aard, maar toch zat er in een principe, dat eigenlijk
wel wat in hot gedrang is gekomen en toch niet van
belang ontbloot is.
In de vergadering van 30 Mei 1.1. is vastgesteld
een „verordening tot regeling der belooningen van
het personeel aan de Burgeravondschool." De
commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs
was van meening, dat deze verordening ten opzichte
van de belooningen van een tweetal leeraren niet
juist werd toegepast. Zij wendde zich ten onrechte
tot den Raad. Haar opmerking had moeten worden
gericht tot het college van B. en W., dat immers
met de toepassing van verordeningen is belast. De
Raad heeft hierover niets te zeggen. B. en W.
waren evenwel zoo welwillend de zaak toch in den
Raad aanhangig te maken. Aan de hand van de
verordening men heeft dat en de dicussie in 't
verslag kunnen vinden betoogden B. en W. dat
zij haar juist toepasten. De heer Boelmans ter Spill
las evenwel uit dezelfde verordening, dat B. en W.
haar verkeerdelijk uitvoerden en hij stond sterk
waar hij zijn betoog met een beroep op indertijd
door B. en W. zelve gegeven cijfers kon staven.
Zijn uitlegging vond steun in den Raad en B. en
W. bonden spoedig in. De Raad kon niets anders
doen, dan tot B. en W. de uitnoodiging te richten
de verordening uit te breiden, zoodat er plaats is
voor de interpretatie van de commissie en van den
heer ter Spill. De zaak zelf was hiermede beslist.
Maar tevens had men een principieele beslissing
genomen, door aan te nemen, dat voor het bezit
van een acte, waarvoor een salarisverhooging wordt
toegekend, volgens een vroegere, maar niet volgens
een nieuwe verordening, de verhooging gehandhaafd
blijft, ondanks de nieuwe verhoogingen.
Blijkens hun voordracht waren B. en W
tegen dit principe. Zij hebben zich echter aange
sloten bij het gevoelen der meerderheid van den
Raad. Wij kunnen ons echter de mogelijkheid den
ken, dat de zelfde kwestie zich nog herhaaldelijk
zal voordoen, ook bij andere leeraren aan de Bur
geravondschool, ook bij onderwijzers bij het Lager
onderwijs, ook bij andere gemeente-ambtenaren.
Waar B. en W. met prijzenswaardigen ijver enkele
dagen nadat zij verklaard hadden dat dit onmogelijk
zoo spoedig kon, een regeling der bezoldigingen van
ambtenaren, bedienden en werklieden der gemeente
hebben ontworpen, welke weldra in behandeling zal
komen, zal men waarschijniyk binnenkort voor soort
gelijke gevallen komen te staan. Heeft men hieraan
wel voldoende gedacht, toen men bovenbedoelde
beslissing nam
In verband met de behandeling van de salaris
regeling is de datum van het inwerkingtreden der
Pensioen-verordening op 1 Mei gesteld. De voor
zitter hoopte dat men dan gereed zou zijn met de
regeling wij vreezen evenwel met groote vreeze,
dat het tegendeel zal blijken, tenzij de Raad met
de behandeling van een dergelijke ingrijpende zaak
gelukkiger is, dan wij haar tot heden zagen.
De rondvraag leverde ditmaal ook al weinig op.
De heer Uitenbosch drong er nog eens bij B. en
W. op aan, de verdeeling van de gemeente in
stemdistrictenvoorzoover zij de verkiezing van
leden van den gemeenteraad betreft, spoedig ter
hand te nemen. Inderdaad is een herziening in
dezen dringend gewenscht. Nu de wet het ver
knippen van een gemeente in stukjes noodzakelijk
maakt, eischt de billijkheiddie stukjes zooveel
mogelijk even groot te maken. D. w. z. niet naar
het oppervlak, maar naar het aantal kiezers. En
daaraan mangelt het hier. Is het verschil tusschen
het aantal kiezers in de drie districten voor de
Tweede Kamer en de Provinciale Staten gering
en in de praktijk is dat verschil van geen beteekenis
anders is dat voor den gemeenteraad. Hier is
de verdeeling aldus
In het le district zijn 789 kiezers die 5 leden kiezen
2e 739 6
ii 3e 1487 6
Waar het 'verschil zoo in het oogspringend is,
zal het college van B. en W. ongetwijfeld, zoodra
het daartoe gelegenheid kan vinden, het zijne doen
om te zorgen dat het zooveel mogelijk genivelleerd
wordt.
En hiermede kunnen wij voor heden volstaan.
Woensdagmiddag is er alweer een openbare ver
gadering, met alweer een aantal punten op de
agenda, die alweer een korten duur doen verwachten.
Het is zou de heer Nurks zeggen „niet veel
zaaks." Het vermoeden ligt dan ook voor de hand,
dat de voorzitter de leden heeft bijeengeroepen met
een ander doel, dat we misschien wel zouden kunnen
raden als we dat wilden.
8fe nieuwe JSSSaïsler vsa Oorlog.
De St. Ct. vaa gisteravond bevatte het Kon. Besluit,
waarbij met ingang vaa 8 April
1. aan des heer H. P. Staal, op zijn verzoek, een
eervol oatslsg verdt verleend als Minister van Oorlog,
eader dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten'
door hem in die betrekking aan H. M. en aan den
lende bewezen en
2. benoemd wordt tot Minister van Oorlog, de haer
W. F. ridder van Rappard, generaal-majaor, commandant
van de Stelling van Amsterdam, bevelhebber in de
eerste militaire afdseling.
De nieuwe benoemde minister van oorlog, geseraal-
majoor W. F. ridder van Rappard, die den 61-jarige»
leeftijd beeft bereikt, was, toen hij in 1862 den militairen
dienst tot levensla pbaan koos, aanvankelijk bestemd
voor de artillerie van het leger in Oost-Indië.
In dat jaar als cadet geplaatst bij de Kon. Mil.
Academie, werd hij in 1866 benoemd tot 2a luitenant
der artillerie bij het O -I. leger, maar reeds kort daarna
werd bij overgeplaatst bij hetzelfde wapen van het
leger hier te lande, en wol bij het 2e regiment vesting
artillerie. In 1867 gedetacheerd bij de inspectie der
draagbare wapens, werd de toenmalige 2e luitenant
van Rappard in 1868 overgeplaatst bij het le ragt.
vesting-artillerie met 1 Sept. 1870 werkzaam gesteld
bjj de Koninklijke Mil. Aoademiein 1872, bet jaar
zijner bevordering fot la luitenant, daaruit eervol ont
heven en overgeplaatst bij het le reg. vesting artillerie.
I* 1872 volgde zjjae detaoheering bij de stafschool,
aan welke inrichting voor hem do grondslag werd gelegd'
voor de heege wetenschappelijke militaire ontwikkeling
en bekwaambied, waarvan van Rappard sedert blijk
hoeft gegeven.
Na het diploma van de stafschool te hebbes verworven
en nog drie jaren bij den troep te hebben gediend
het 2e regt. veld-artiilarie plukte hij in 1879 de
vruchten van zijne heogere opleiding door zijn intrede
als kapitein bii den generalen staf, in welken rang hij
werkzaam gesteld werd bij het departement van oorlog.
Ia 1887 verliet hij dat dienstvak en word hij overge
plaatst bjj het 2e reg. veld-crtillerie, van welk corps
kapitein van Rappard in 1891 benoemd werd tot
adjudant.
In 1893 werd hij na zijn beseeming tot majoor
geroepen om als hoofd der IVa afd. (artillerie] aan het
departement van oorlog op te treden.
Behoudens een kleine tusschenpooze doorgebracht
bij het 3e reg. vesting artillerie, bleef hij, na inmiddels
in 1898 den luitenast-koloneRrang fa hebben verworven
tot 1900 bij het ministerie als efdeelingschef werkzaam!
I» dit jaar volgde hij zij» bestemmieg tot kolonel-
commaBdant van het 2e reg. vesting artillerie, in
garnizoen te Amsterdam.
Ia 1904 benoemd tot generaal-majaor, commandant
der Stelling van hot Hollaadseh-Diep es het Volkerak,
tovens bevelhebber in de 3a mi), afd., kreeg hij als
zoodanig standplaats te Brede, alwaar hij ongeveer 1
jaar bleef om in 1905 weer aaar Amsterdam terug te
keere* als commandant der Stelling aldaar, tevens
bevelhebber ia de le militaire afdeeliag.
Oranje-Kassaa Osrd.
Naar wij vernemen zal dr. Donath zich, n\ het
ingaan van zijn eervol ontslag, te Ede vestigen, en
dr. Huiainck te 's Graveshage. (Red)
Uit de gegeven cjjt rs mag worden afgeleid, dat de
instelling bloeit. Over 1906 is een winst sremaakt van
t 122 84, zoodat het saldo op 1 Jan. 1907 f 133 75
bedraagt. De kassier is werkzaam geweest, zoowel tot
groote tevredenheid van bestuur en Raad van Toezicht,
als van de Iespeetie. Door het overljjden van den hr.
S. Akkerman heeft de kassier een nieuwen borg moeten
stellen, waaraan voldaan is. Spr. eindigt zjja verslag,
dat met applaus werd begroet, met den wenscb, dat da
bank op den ingeslagen weg moge voortgaan, opdat ze
meer en meer de algemeene sympathie van belang
hebbenden en belangstellenden moge verwerven. De
voorz. bedankt den hr. Wonder voor zjjn helder ea
opgewekt verslag.
Hierna wordt de rekening van den kassier, den hr.
J. Akkerman, nagezien door de h. h. J. de Geus, O. de
Vries ea J. Pluister. Deze comm. verklaart bjj monde
van eerstgenoemde de zaken in orde te hebben bevonden
en adviseert de rekening goed te keuren, waaraan de
vergadering gevolg geeft, terwjjl de voorzitter de com
missie dank zegt voor het volbrengen harer taak, den
heer Akkerman voor zjjn correct beheer.
Tot bestuurslid wordt met op één na algemeene
stemssea herkozen de heer J. van der Oord, die de
benoeming aanvaardt. De heer C. den Hartigh, door
ziekte^ afwezig, wordt met algemeene stemmen herbe
noemd tot lid van den Raad van Toezicht. Da voorzitter
hoopt, dat cok de heer Den Hartigh de benoeming zal
aannemen, aangezien hjj heeft getoond met nauwgezet
heid de hem opgedragen taak te vervullen.
Door het bestuur wordt voorgesteld de rente voor
spaargelden vast te stellen op 3§ pet., die voor voor
schotten op 5 pet. Over dit voorstel wordt vrjjwat
gedebatteerd. Tenslotte wordt het met algemeene
stemmen aangenomen. Over 1906 bedroegen deze renten
3; pet. en 4) pet.
Uit da cjjfers van het fiaancieel verslag is gebleken,
dat het maximum der credietaanvrage bjj de Centrale
te laag bljjkt te zjjn, weshalve het bestuur voorstelt,
een nieuw aandeel te nemen tegen storting van f 56,
waardoor dan de credietaanvrage tot f 20000 kan stjjgen.
Mat a'g-meene stemmen verkiaart men zich daarvoor.
Het bestuur is dankbaar voor de éénsteaa ruigheid in
deze vergadering, doch volgens reglement is het besluit
niet wettig, aangezien niet de meerderheid der leden
aanwezig is. Algemeen wordt dit ten zeerste betreurd;
Een voorstel komt bjj het bestuur in, een nieuwe
algemeene vergadering uit te schrjjven, teneinde het
besluit wettig te doen zjjn, dcch dan tevens op het
convocaat te plaatsen het voorstel om de boete, gesteld
op het niet bjj wonen der vergadering, te verhoogénvan
25 ct. tot f 1. Deze volgende algemeene vergadering
wordt vastgesteld op 16 April, terwjjl aan het bestuur
wordt opgedragen het convccaat daarvoor zoodairg in
te kleedces, dat alle jgden zullen weten, dat, trouwer
opkomst noodzakelijk is voor afdoening van zaken.
De voorzitter deelt mee, dat volgons besluit der ver
gadering van 1906, de kassier over dit dienstjaar heeft
genoten een salaris van f 78. Het bestuur stelt voor
hetzelfde salaris toe te kent en voor het jaar 1907, wat
met algemeene stemmen wordt aangenomen.
De rondvraag levert niets op, zoodat de voorzitter
overgaat tot sluiting der vergadering. De heer Met doet
dit met een woord van dank voor opkomst es mede
werking aan de aanwezigen, een woord van dank aan
den kassier en aan het bestuur voor hun beheer en de
behartiging der belangen van de bank, terwjjl hjj eindigt
met den wensch, dat we, dank zjj onze nuttige en solide
instelling, gemakkeljjk door de geldcrisis heenloopen.
Benvondige berechting wan kanton
gerechtzaken.
Naar poineld wordt zal eersidaags bij de Tweede Kimer
een ontwerp van wet worden ingediend tot eenvoudiger
berechting van kantongerechtzaken. Hst ontwerp heaft
het departement van justitie reeds verlaten,
®e Invoer vaa vee In baltechland.
Da correspondent te BeUjjn van de N. R. Ct. meldt.
Volgens een ambtelpe afkondiging wordt, wagens het
gevaar vaa besmettelijke veeziekten, de invoer van
levende herkauwende dieren sa varkens uit Bslg 3 en
Nederland verboden. Evsnzoo de invoer Oun melk,
room, versche huiden, hoorns, hoeren, onbewerkte woJ,
haren ea borstels. De invoer van over zee aangebrachte,
onbewerkte wol, die België en Nederland slechts in dooi-
voerverkeer heeft aangedaan, bljjft toegestaan.
Door dit algemeene verbod worden de tot dusver bestaan
de bepalingen voor het grensrerkeer buiten werking gesteld,
uitgezonderd die voorschriften, welks het weidsverkeer
en hst zoogenaamde «kleine grensverkeer* regelen.
Gemengd Nieuws.
fJS6 Meer Magowaard,
Donderdagavond vergaderden ten huize van den hr.
Fqper de leden der coöperatieve Boerenleenbank alhier.
c' Met' voorz- van den Raad vaa Toezicht
opende de verg., daar bjj zjjn leedwezen betuigende, dat
de leden niet getrouwer de vergaderingen bezoeken. De
ooor den hr. Wiebe van Siooten gestelde en voorgelezen
notulen werden onder dankzegging goedgekeurd, waar
na de hr. P. Wonder Pz. het woord bekwam om als
Directeur der baak verslag van de werkzaamheden en
den toestand der bank uit te brengen. Het was spr.
eess aangename taak verslag uit te brengen, aangezien
geconstateerd mocht worden, dat deze hoogstnuttige
instelling meer en meer sympathie ondervindt va»
Hugowaard's burgerjj.
In 1906 traden 14 leden toedoor vertrek en over
lijden verloor zjj 3 ledenop 1 Jan. 1907 bedroeg het
aantal 53 tegen 42 op 1 Jan. 1906. Ia den loop des
jaars werden aangevraagd 24 voorschotten, terugbetaald
20. Het aantal spoorboekjes bedraagt 50. Op 1 Jan. 1906
bedroeg het ingebrachte kapitaal 112152.10ingebracht
werd in 190Ö f 17715.89, wat een totaal vormt van
f 29877.99, waarvan werd terug gevraagd f 16177.95,
zoodat cp 1 Jan. 1907 het bedrag der spoorgelden
bedroeg f 13690 04. Op 1 Jan. 1906 had de bank in
voorschot gegeven f 11748aangevraagd werd in 1906
f 17100, wat een totaal vormt van f 28848; terug
gebracht werd f 6995, zoodat op 1 Jan. 1907 de bank
f 21853 had uitstaan. Op 1 Jan. 1906 had de bank bjj
de Centrale te goed f 21.77in de loop des jaars werd
opgezonden f 7420.08, wat een totaal vormt van
f 7441.85. Aangevraagd werd aan den Centrale f 16102.46
terugbetaald f 7441.85, zoodat de bank op 1 Jan. 1907'
aan de Centrale verschuldigd is f 8660.61. Daar het
crediet hoogstens f 10000 mag zjja, schjjnt het nood
zakelijk, maatregelen te nemen om gerechtigd te zjjn tot
hooger credietaanvrager
UIA Akersloot.
De bloembollenvalden alhier hebben geprofiteerd van
't mooie weer der laatste dagen. De narcissen bloeien
reeds eessige dagen, terwjjl ook de hyacinthen hare
schoone trossen iaten zien. Een pracütigen aanblik
leveren die laatste velden met hunne vele kleur-
schakeeringen. De tjjd der crocussen is vrjj wel uit,
hoewel nog enkele akkers er mee prjjken. AI3 het met
het weer wat meeloopt, dan bestaat er veel kans, dat
over een week ook de tulpen in bloei staan.
Wie dan van uit Alkmaar een mooi tochtje wil
ondernemen, ga m8t de Alkmaar-Packet tot de
aanlegplaats alhier. Men is dan in de onmiddelljjke
nabijheid der bloembollenvelden. De groote schuur van
den heer Schermerhorn is voor den vreemdeling de
bake welke bem de richting aanduidt. Daar liggen
mooie velden. Wandelt men verder, den kant op naar
het dorp, dan treft men steeds velden aan, om door
het dorp heengaande te eindigen bjj de groote kweekerjj
vaa den heer J. Blokker.
Daar kan men links af slaa», om op die wqze langs
een anderen weg weer de aanlegplaats te bereiken. Ook
langs den laatstgenoemden weg biggen bollenvelden.
Deze afstand bedraagt ongeveer li uur.
Om de bOilea op het mooist te zien, wachta men nog
een week.
Uit ISRsteBïmrg.
In de algemeene vergadering der afdeeling Ursem van
de Hollandsche Maatschaprjj van Landbouw werd door
den voorzitter, den heer G. Nes een zilveren medaille
met inscriptie namens het Hoofdbestuur aan den oud-
sezretaris, den heer S. L. v. H M. Napjus te Rui tenburg
overhandigd. Twintig jaren lang van 1 Januari 1886
tot 1907 had de heer Napjus dit waarljjk niet gemakkelijke
ambt van secretaris bekleed, en steeds op <eae wjjze
welke getuigenis van zjjn werkkracht en bescheidenheid
aflegt.
Bjj het souvenir van 't hoofdbestuur der maatschappjj
was een zeer waardeerend schrjjven gevoegd, waaruit
bljj'ït, dat door de hoofdmannen op landbouwgebied het
ernstige streven in kleineren kring op prjjs gesteld wordt.
De vereeniging zelve bood den afgetreden secretaris
het eerelidmaatschap aau.
Uit Sffpe.
Tol kasefabrikant te Het Zrnd gcm. Zjjpe is beroemd
da heer P. Rol, te Anna Pauiowna.
Uit fiarenkampel.
De Schagerwtard wordt bemalen door een stoomgemasl
in 1879 gesticht, eo ees gang windmjjzelmoleas.
Voor eenigen tjjd werd besloten, ds molens al te breken,
Mea msende, dat ds watemaehine, di® 80 M3 ia ds
minuut verplaatst, voldoende voor de bemaling was. Thans
s men op dit besluit teruggekomen en zullen de molens
weder in d.east worden gesteld.
IUt Schmgcn»
le Sehagen weiden de eerste kievitseieren, ean dertigtal
verkocht voor 16 cent het stuk.