No. 81 londenl en negende jaargang. Zaterdag 6 April R ALKMAAR EN OMSTREKEN. Pil in— Mal ui 3 Mb Uit den Raad. BINNENLAND. Een frisch windje woei er Woensdag door de raadszaal, de lentelucht stroomde door de geopende vensters, de ventilators ratelden er lustig op los. De temperatuur was er aangenaam, de stemming opgewekt. En de hamer van den voorzitter viel telkens na slechts korte tusschenpoozen het ging als van een leien dakje. Ruim een uur na de opening dor vergadering ook de Raad kent een „professoraal kwartiertje" zoodat de opening steeds een vierde of derde ge deelte van een uur later plaats heeft, dan is aan gekondigd stonden we alweer in de Langestraat met het gevoel, dat we ditmaal eigenlijk net zoo goed op het redactie-bureau hadden kunnen blijven. Immers noch de behandelde voordrachten, noch de gevoerde debatten gaven aanleiding tot kritische beschouwing. Feitelijk was er slechts éen weinig beteekenend debatjevan min of meer letterknechtelijken aard. Wij kunnen dus heden, in tegenstelling met anders, kort zijn en volstaan met slechts een paar punten eventjes te releveeren. En dan moeten wij beginnen met een punt buiten de agenda om. Na de lezing der notulen kondigde de voorzitter eenigszins plechtighjk aan, dat de heer Vonk gevraagd had het woord te mogen voeren, voordat met de werkzaamheden een aanvang werd genomen; de heer Vonk voelde veler oogen op zich gevestigd, want verschillende leden hadden in ge spannen verwachting het hoofd gewend naar het uiterste einde van den linkervleugel. Met ietwat onvaste stem begon de heer Vonk, die in de vorige vergadering de secretarie in vuur en vlam heeft gezet, te verklaren dat het geenszins zijn bedoeling geweest was de ambtenaren ter secretarie onaan genaam te zijn. Dit raadslid had tijdens de be- üandeling van de verordening betreffende de amb tenaren en bedienden ter secretarie, gezegd, dat bij om negen uur 's ochtends op de secretarie nog nooit een ambtenaar had aangetroffen, al hoewel de offi- cieele werktijd om 8£ uur begint, en dat de amb tenaren wel meer konden werken. De ambtenaren hebben deze bewering buitengewoon onaangenaam gevonden en dit werd des te erger toen er hoofden werden opgestoken, om te zien of de heeren wel aan den arbeid waren. Zij hebben den verstandig- sten weg ingeslagen, dien zij konden bewandelen, door den oudsten hunner af te vaardigen naar den heer Vonk, die hen Woensdag in eere heeft her steld. Toen de heer Vonk aan het woord was, dachten wij, dat hij ook de uitdrukking zou terugnemen, welke hij had gebruikt ten aanzien van het rapport van den inspecteur van het onderwijs den heer de Groot, betreffende de reorganisatie van de bur geravondschool en de ambachtsschool. Dit is niet geschied. Mag men hieruit afleiden, dat zoodra dit punt weer aan de orde komt wil men de zaak dit jaar nog in orde zieD, dan moet er haast gemaakt worden, daar de subsidies vóór 1 Mei moeten worden aangevraagd de heer Vonk het bewijs van de waarheid zjjner krasse uitlating zal leveren De gasinterpellatie is bijna een gasconade ge worden en de heer Fortuin is met het overbrengen zijner klachten niet fortuinlijk geweest. W ij hebben aan het slot van ons vorig overzicht den wensch uitgesproken, dat het onderzoek naar die klachten een paar lichtpunten in deze „duistere" kwestie zou mogen ontsteken. Die wensch is in vervulling gegaan. Evenwel, het licht dat het schrijven van den directeur verspreidde, heeft alles tot klaarheid gebracht behalve de klachten der leden van de Alkmaarsche Winkeliersvereeniging, welke zelfs van plan was zich tot den gemeenteraad te wenden, maar ter elfder ure daarvan werd afgehouden door zijn voorzitter, die in den Raad Woensdag niet precies in een aangename positie verkeerde. Er is van die klachten zoo goed als niets over gebleven. De heer Fortuin zeide in de vorige Raadsver gadering, dat de heer Goedeman bij zjjn 18 lichten in de winkel zjjn courant niet kon lezen de heer Goedeman laat deze bewering voor rekening van het raadslid en leest kalmpjes en met plezier zijn courant in zijn huiskamer bij één licht. De heer Kuiper, die volgens den heer Fortuin niet langer gas wou branden, als dit niet beter werd heeft den geheelen winter geen reden tot klagen gehad. En van de petroleumlamp, die de heer Hulst in zijn huiskamer zou branden, hebben we niets meer gehoord. Rest de heer Jacobse, die door al maar meer lichten aan te steken al maar minder licht kreeg. Doch by de verlichting is 2 X 2 niet altijd 4, maar misschien V/2 of nog minder. Want wanneer men het aantal lichten verdubbelt krijgt men minder licht, indien de buizen niet wijd genoeg zijD. Wie het schrijven van den directeur heeft gelezen het is Woensdag grootendeels in dit blad opge nomen zal gezien hebben, dat het slechte licht in de onderzochte gevallen moet worden toege schreven aan defecte of te kleine meters, defecte kousjes, onvoldoende binnenleiding. De voorzitter heeft dus onmiddellijk de oorzaken van het kwaad genoemd. Immers toen de heer Fortuin in de vorige vergadering de klachten ter sprake brachtvroeg de voorzitter den spreker dadelijk, of hij ervoor kon instaan, dat de door hem genoemde personen bezaten „uitstekende bran ders, een behoorlijke leiding binnenhuis, een vol doenden gasmeter dat ze geregeld nieuwe kousjes aanschaffen en voor goed schoonhouden zorg dragen." Zooals men zietde spijker kon nooit beter op den kop geslagen worden. Nu zal er nog een appeltje in de Middenstands- vereeniging geschild moeten worden waarbij wij den heer Fortuin niet de schil toewenschen. Intusschen zijn interpellatie heeft haar nut gehad. W ie slecht licht heeft, klage niet onmiddellijk over het gas. Het is waar, het Alkmaarsche gas staat bij vele van de afnemers in een slechten reuk, men moge de bereidingswijze afkeuren en het betreurendat dit gas eenigen tijd geleden zooveel kousjes heeft gekost de eerlijkheid ge biedt te erkennen, dat het tegenwoordig uitstekend licht geeft. liet debatdat het uur vulde, waszooals wij hierboven reeds zeidenvan letterknechtelijken aard, maar toch zat er in een principe, dat eigenlijk wel wat in hot gedrang is gekomen en toch niet van belang ontbloot is. In de vergadering van 30 Mei 1.1. is vastgesteld een „verordening tot regeling der belooningen van het personeel aan de Burgeravondschool." De commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs was van meening, dat deze verordening ten opzichte van de belooningen van een tweetal leeraren niet juist werd toegepast. Zij wendde zich ten onrechte tot den Raad. Haar opmerking had moeten worden gericht tot het college van B. en W., dat immers met de toepassing van verordeningen is belast. De Raad heeft hierover niets te zeggen. B. en W. waren evenwel zoo welwillend de zaak toch in den Raad aanhangig te maken. Aan de hand van de verordening men heeft dat en de dicussie in 't verslag kunnen vinden betoogden B. en W. dat zij haar juist toepasten. De heer Boelmans ter Spill las evenwel uit dezelfde verordening, dat B. en W. haar verkeerdelijk uitvoerden en hij stond sterk waar hij zijn betoog met een beroep op indertijd door B. en W. zelve gegeven cijfers kon staven. Zijn uitlegging vond steun in den Raad en B. en W. bonden spoedig in. De Raad kon niets anders doen, dan tot B. en W. de uitnoodiging te richten de verordening uit te breiden, zoodat er plaats is voor de interpretatie van de commissie en van den heer ter Spill. De zaak zelf was hiermede beslist. Maar tevens had men een principieele beslissing genomen, door aan te nemen, dat voor het bezit van een acte, waarvoor een salarisverhooging wordt toegekend, volgens een vroegere, maar niet volgens een nieuwe verordening, de verhooging gehandhaafd blijft, ondanks de nieuwe verhoogingen. Blijkens hun voordracht waren B. en W tegen dit principe. Zij hebben zich echter aange sloten bij het gevoelen der meerderheid van den Raad. Wij kunnen ons echter de mogelijkheid den ken, dat de zelfde kwestie zich nog herhaaldelijk zal voordoen, ook bij andere leeraren aan de Bur geravondschool, ook bij onderwijzers bij het Lager onderwijs, ook bij andere gemeente-ambtenaren. Waar B. en W. met prijzenswaardigen ijver enkele dagen nadat zij verklaard hadden dat dit onmogelijk zoo spoedig kon, een regeling der bezoldigingen van ambtenaren, bedienden en werklieden der gemeente hebben ontworpen, welke weldra in behandeling zal komen, zal men waarschijniyk binnenkort voor soort gelijke gevallen komen te staan. Heeft men hieraan wel voldoende gedacht, toen men bovenbedoelde beslissing nam In verband met de behandeling van de salaris regeling is de datum van het inwerkingtreden der Pensioen-verordening op 1 Mei gesteld. De voor zitter hoopte dat men dan gereed zou zijn met de regeling wij vreezen evenwel met groote vreeze, dat het tegendeel zal blijken, tenzij de Raad met de behandeling van een dergelijke ingrijpende zaak gelukkiger is, dan wij haar tot heden zagen. De rondvraag leverde ditmaal ook al weinig op. De heer Uitenbosch drong er nog eens bij B. en W. op aan, de verdeeling van de gemeente in stemdistrictenvoorzoover zij de verkiezing van leden van den gemeenteraad betreft, spoedig ter hand te nemen. Inderdaad is een herziening in dezen dringend gewenscht. Nu de wet het ver knippen van een gemeente in stukjes noodzakelijk maakt, eischt de billijkheiddie stukjes zooveel mogelijk even groot te maken. D. w. z. niet naar het oppervlak, maar naar het aantal kiezers. En daaraan mangelt het hier. Is het verschil tusschen het aantal kiezers in de drie districten voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten gering en in de praktijk is dat verschil van geen beteekenis anders is dat voor den gemeenteraad. Hier is de verdeeling aldus In het le district zijn 789 kiezers die 5 leden kiezen 2e 739 6 ii 3e 1487 6 Waar het 'verschil zoo in het oogspringend is, zal het college van B. en W. ongetwijfeld, zoodra het daartoe gelegenheid kan vinden, het zijne doen om te zorgen dat het zooveel mogelijk genivelleerd wordt. En hiermede kunnen wij voor heden volstaan. Woensdagmiddag is er alweer een openbare ver gadering, met alweer een aantal punten op de agenda, die alweer een korten duur doen verwachten. Het is zou de heer Nurks zeggen „niet veel zaaks." Het vermoeden ligt dan ook voor de hand, dat de voorzitter de leden heeft bijeengeroepen met een ander doel, dat we misschien wel zouden kunnen raden als we dat wilden. 8fe nieuwe JSSSaïsler vsa Oorlog. De St. Ct. vaa gisteravond bevatte het Kon. Besluit, waarbij met ingang vaa 8 April 1. aan des heer H. P. Staal, op zijn verzoek, een eervol oatslsg verdt verleend als Minister van Oorlog, eader dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten' door hem in die betrekking aan H. M. en aan den lende bewezen en 2. benoemd wordt tot Minister van Oorlog, de haer W. F. ridder van Rappard, generaal-majaor, commandant van de Stelling van Amsterdam, bevelhebber in de eerste militaire afdseling. De nieuwe benoemde minister van oorlog, geseraal- majoor W. F. ridder van Rappard, die den 61-jarige» leeftijd beeft bereikt, was, toen hij in 1862 den militairen dienst tot levensla pbaan koos, aanvankelijk bestemd voor de artillerie van het leger in Oost-Indië. In dat jaar als cadet geplaatst bij de Kon. Mil. Academie, werd hij in 1866 benoemd tot 2a luitenant der artillerie bij het O -I. leger, maar reeds kort daarna werd bij overgeplaatst bij hetzelfde wapen van het leger hier te lande, en wol bij het 2e regiment vesting artillerie. In 1867 gedetacheerd bij de inspectie der draagbare wapens, werd de toenmalige 2e luitenant van Rappard in 1868 overgeplaatst bij het le ragt. vesting-artillerie met 1 Sept. 1870 werkzaam gesteld bjj de Koninklijke Mil. Aoademiein 1872, bet jaar zijner bevordering fot la luitenant, daaruit eervol ont heven en overgeplaatst bij het le reg. vesting artillerie. I* 1872 volgde zjjae detaoheering bij de stafschool, aan welke inrichting voor hem do grondslag werd gelegd' voor de heege wetenschappelijke militaire ontwikkeling en bekwaambied, waarvan van Rappard sedert blijk hoeft gegeven. Na het diploma van de stafschool te hebbes verworven en nog drie jaren bij den troep te hebben gediend het 2e regt. veld-artiilarie plukte hij in 1879 de vruchten van zijne heogere opleiding door zijn intrede als kapitein bii den generalen staf, in welken rang hij werkzaam gesteld werd bij het departement van oorlog. Ia 1887 verliet hij dat dienstvak en word hij overge plaatst bjj het 2e reg. veld-crtillerie, van welk corps kapitein van Rappard in 1891 benoemd werd tot adjudant. In 1893 werd hij na zijn beseeming tot majoor geroepen om als hoofd der IVa afd. (artillerie] aan het departement van oorlog op te treden. Behoudens een kleine tusschenpooze doorgebracht bij het 3e reg. vesting artillerie, bleef hij, na inmiddels in 1898 den luitenast-koloneRrang fa hebben verworven tot 1900 bij het ministerie als efdeelingschef werkzaam! I» dit jaar volgde hij zij» bestemmieg tot kolonel- commaBdant van het 2e reg. vesting artillerie, in garnizoen te Amsterdam. Ia 1904 benoemd tot generaal-majaor, commandant der Stelling van hot Hollaadseh-Diep es het Volkerak, tovens bevelhebber in de 3a mi), afd., kreeg hij als zoodanig standplaats te Brede, alwaar hij ongeveer 1 jaar bleef om in 1905 weer aaar Amsterdam terug te keere* als commandant der Stelling aldaar, tevens bevelhebber ia de le militaire afdeeliag. Oranje-Kassaa Osrd. Naar wij vernemen zal dr. Donath zich, n\ het ingaan van zijn eervol ontslag, te Ede vestigen, en dr. Huiainck te 's Graveshage. (Red) Uit de gegeven cjjt rs mag worden afgeleid, dat de instelling bloeit. Over 1906 is een winst sremaakt van t 122 84, zoodat het saldo op 1 Jan. 1907 f 133 75 bedraagt. De kassier is werkzaam geweest, zoowel tot groote tevredenheid van bestuur en Raad van Toezicht, als van de Iespeetie. Door het overljjden van den hr. S. Akkerman heeft de kassier een nieuwen borg moeten stellen, waaraan voldaan is. Spr. eindigt zjja verslag, dat met applaus werd begroet, met den wenscb, dat da bank op den ingeslagen weg moge voortgaan, opdat ze meer en meer de algemeene sympathie van belang hebbenden en belangstellenden moge verwerven. De voorz. bedankt den hr. Wonder voor zjjn helder ea opgewekt verslag. Hierna wordt de rekening van den kassier, den hr. J. Akkerman, nagezien door de h. h. J. de Geus, O. de Vries ea J. Pluister. Deze comm. verklaart bjj monde van eerstgenoemde de zaken in orde te hebben bevonden en adviseert de rekening goed te keuren, waaraan de vergadering gevolg geeft, terwjjl de voorzitter de com missie dank zegt voor het volbrengen harer taak, den heer Akkerman voor zjjn correct beheer. Tot bestuurslid wordt met op één na algemeene stemssea herkozen de heer J. van der Oord, die de benoeming aanvaardt. De heer C. den Hartigh, door ziekte^ afwezig, wordt met algemeene stemmen herbe noemd tot lid van den Raad van Toezicht. Da voorzitter hoopt, dat cok de heer Den Hartigh de benoeming zal aannemen, aangezien hjj heeft getoond met nauwgezet heid de hem opgedragen taak te vervullen. Door het bestuur wordt voorgesteld de rente voor spaargelden vast te stellen op 3§ pet., die voor voor schotten op 5 pet. Over dit voorstel wordt vrjjwat gedebatteerd. Tenslotte wordt het met algemeene stemmen aangenomen. Over 1906 bedroegen deze renten 3; pet. en 4) pet. Uit da cjjfers van het fiaancieel verslag is gebleken, dat het maximum der credietaanvrage bjj de Centrale te laag bljjkt te zjjn, weshalve het bestuur voorstelt, een nieuw aandeel te nemen tegen storting van f 56, waardoor dan de credietaanvrage tot f 20000 kan stjjgen. Mat a'g-meene stemmen verkiaart men zich daarvoor. Het bestuur is dankbaar voor de éénsteaa ruigheid in deze vergadering, doch volgens reglement is het besluit niet wettig, aangezien niet de meerderheid der leden aanwezig is. Algemeen wordt dit ten zeerste betreurd; Een voorstel komt bjj het bestuur in, een nieuwe algemeene vergadering uit te schrjjven, teneinde het besluit wettig te doen zjjn, dcch dan tevens op het convocaat te plaatsen het voorstel om de boete, gesteld op het niet bjj wonen der vergadering, te verhoogénvan 25 ct. tot f 1. Deze volgende algemeene vergadering wordt vastgesteld op 16 April, terwjjl aan het bestuur wordt opgedragen het convccaat daarvoor zoodairg in te kleedces, dat alle jgden zullen weten, dat, trouwer opkomst noodzakelijk is voor afdoening van zaken. De voorzitter deelt mee, dat volgons besluit der ver gadering van 1906, de kassier over dit dienstjaar heeft genoten een salaris van f 78. Het bestuur stelt voor hetzelfde salaris toe te kent en voor het jaar 1907, wat met algemeene stemmen wordt aangenomen. De rondvraag levert niets op, zoodat de voorzitter overgaat tot sluiting der vergadering. De heer Met doet dit met een woord van dank voor opkomst es mede werking aan de aanwezigen, een woord van dank aan den kassier en aan het bestuur voor hun beheer en de behartiging der belangen van de bank, terwjjl hjj eindigt met den wensch, dat we, dank zjj onze nuttige en solide instelling, gemakkeljjk door de geldcrisis heenloopen. Benvondige berechting wan kanton gerechtzaken. Naar poineld wordt zal eersidaags bij de Tweede Kimer een ontwerp van wet worden ingediend tot eenvoudiger berechting van kantongerechtzaken. Hst ontwerp heaft het departement van justitie reeds verlaten, ®e Invoer vaa vee In baltechland. Da correspondent te BeUjjn van de N. R. Ct. meldt. Volgens een ambtelpe afkondiging wordt, wagens het gevaar vaa besmettelijke veeziekten, de invoer van levende herkauwende dieren sa varkens uit Bslg 3 en Nederland verboden. Evsnzoo de invoer Oun melk, room, versche huiden, hoorns, hoeren, onbewerkte woJ, haren ea borstels. De invoer van over zee aangebrachte, onbewerkte wol, die België en Nederland slechts in dooi- voerverkeer heeft aangedaan, bljjft toegestaan. Door dit algemeene verbod worden de tot dusver bestaan de bepalingen voor het grensrerkeer buiten werking gesteld, uitgezonderd die voorschriften, welks het weidsverkeer en hst zoogenaamde «kleine grensverkeer* regelen. Gemengd Nieuws. fJS6 Meer Magowaard, Donderdagavond vergaderden ten huize van den hr. Fqper de leden der coöperatieve Boerenleenbank alhier. c' Met' voorz- van den Raad vaa Toezicht opende de verg., daar bjj zjjn leedwezen betuigende, dat de leden niet getrouwer de vergaderingen bezoeken. De ooor den hr. Wiebe van Siooten gestelde en voorgelezen notulen werden onder dankzegging goedgekeurd, waar na de hr. P. Wonder Pz. het woord bekwam om als Directeur der baak verslag van de werkzaamheden en den toestand der bank uit te brengen. Het was spr. eess aangename taak verslag uit te brengen, aangezien geconstateerd mocht worden, dat deze hoogstnuttige instelling meer en meer sympathie ondervindt va» Hugowaard's burgerjj. In 1906 traden 14 leden toedoor vertrek en over lijden verloor zjj 3 ledenop 1 Jan. 1907 bedroeg het aantal 53 tegen 42 op 1 Jan. 1906. Ia den loop des jaars werden aangevraagd 24 voorschotten, terugbetaald 20. Het aantal spoorboekjes bedraagt 50. Op 1 Jan. 1906 bedroeg het ingebrachte kapitaal 112152.10ingebracht werd in 190Ö f 17715.89, wat een totaal vormt van f 29877.99, waarvan werd terug gevraagd f 16177.95, zoodat cp 1 Jan. 1907 het bedrag der spoorgelden bedroeg f 13690 04. Op 1 Jan. 1906 had de bank in voorschot gegeven f 11748aangevraagd werd in 1906 f 17100, wat een totaal vormt van f 28848; terug gebracht werd f 6995, zoodat op 1 Jan. 1907 de bank f 21853 had uitstaan. Op 1 Jan. 1906 had de bank bjj de Centrale te goed f 21.77in de loop des jaars werd opgezonden f 7420.08, wat een totaal vormt van f 7441.85. Aangevraagd werd aan den Centrale f 16102.46 terugbetaald f 7441.85, zoodat de bank op 1 Jan. 1907' aan de Centrale verschuldigd is f 8660.61. Daar het crediet hoogstens f 10000 mag zjja, schjjnt het nood zakelijk, maatregelen te nemen om gerechtigd te zjjn tot hooger credietaanvrager UIA Akersloot. De bloembollenvalden alhier hebben geprofiteerd van 't mooie weer der laatste dagen. De narcissen bloeien reeds eessige dagen, terwjjl ook de hyacinthen hare schoone trossen iaten zien. Een pracütigen aanblik leveren die laatste velden met hunne vele kleur- schakeeringen. De tjjd der crocussen is vrjj wel uit, hoewel nog enkele akkers er mee prjjken. AI3 het met het weer wat meeloopt, dan bestaat er veel kans, dat over een week ook de tulpen in bloei staan. Wie dan van uit Alkmaar een mooi tochtje wil ondernemen, ga m8t de Alkmaar-Packet tot de aanlegplaats alhier. Men is dan in de onmiddelljjke nabijheid der bloembollenvelden. De groote schuur van den heer Schermerhorn is voor den vreemdeling de bake welke bem de richting aanduidt. Daar liggen mooie velden. Wandelt men verder, den kant op naar het dorp, dan treft men steeds velden aan, om door het dorp heengaande te eindigen bjj de groote kweekerjj vaa den heer J. Blokker. Daar kan men links af slaa», om op die wqze langs een anderen weg weer de aanlegplaats te bereiken. Ook langs den laatstgenoemden weg biggen bollenvelden. Deze afstand bedraagt ongeveer li uur. Om de bOilea op het mooist te zien, wachta men nog een week. Uit ISRsteBïmrg. In de algemeene vergadering der afdeeling Ursem van de Hollandsche Maatschaprjj van Landbouw werd door den voorzitter, den heer G. Nes een zilveren medaille met inscriptie namens het Hoofdbestuur aan den oud- sezretaris, den heer S. L. v. H M. Napjus te Rui tenburg overhandigd. Twintig jaren lang van 1 Januari 1886 tot 1907 had de heer Napjus dit waarljjk niet gemakkelijke ambt van secretaris bekleed, en steeds op <eae wjjze welke getuigenis van zjjn werkkracht en bescheidenheid aflegt. Bjj het souvenir van 't hoofdbestuur der maatschappjj was een zeer waardeerend schrjjven gevoegd, waaruit bljj'ït, dat door de hoofdmannen op landbouwgebied het ernstige streven in kleineren kring op prjjs gesteld wordt. De vereeniging zelve bood den afgetreden secretaris het eerelidmaatschap aau. Uit Sffpe. Tol kasefabrikant te Het Zrnd gcm. Zjjpe is beroemd da heer P. Rol, te Anna Pauiowna. Uit fiarenkampel. De Schagerwtard wordt bemalen door een stoomgemasl in 1879 gesticht, eo ees gang windmjjzelmoleas. Voor eenigen tjjd werd besloten, ds molens al te breken, Mea msende, dat ds watemaehine, di® 80 M3 ia ds minuut verplaatst, voldoende voor de bemaling was. Thans s men op dit besluit teruggekomen en zullen de molens weder in d.east worden gesteld. IUt Schmgcn» le Sehagen weiden de eerste kievitseieren, ean dertigtal verkocht voor 16 cent het stuk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1