No. 91.
Honderd en negende jaargang.
1907.
DAGBLAD VOOR ALEMAAR EN OMSTREKEN.
Prijs der gewone advsrtentiên
DONDERDAG
18 APRIL.
Hinderwet.
Zitting van den Gemeenteraad
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents,
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh, HKRMs. COSTER Ss ZOONYoordam O 9.
ALKMAARSCHE COURANT
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatseljjk Bestuur te Alkmaar
brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen, dat
bg hem ingekomen en aan den ontvanger der Rgks
directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering
is overgegeven
het kohier der peraonpele belasting No. 3 voor het
dienstjaar 1907, executoir verklaard door den Directeur
der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam
den 13 April 1907;
dat ieder verplicht is zjjn aanslag, op den bg de Wet
bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termjjn
van zes weken binnen welken daartegen bezwaar
schriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het Plaatseljjk Bestuur
Alkmaar, voornoemd,
15 April 1907. G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente
secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende
verzoek met bijlagen van de heeres Th. VAN SPALL
P. DE LANGE P.Bz. en J, DE LANGE C Jz., uitma
kende het bestuur der N.V. de Alkmaarsohe Sroom-
Was oh- ea Strgkinrichting, om vergunning tot het uit
breiden van genoemde inrichting door het maken van
een bjjbouw en het bjjplaatsen *au een stoomketel met
een verwarmend oppervlak van 54 M1 in het perceel van
der Woudestraat, wjjk E no. 2.
Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden ingediend
ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Maandag
29 April e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk
vóór of op dien tjjd. Gednrende drie dagen vóór ge-
melden dag knnnen de verzoekers en zjj, die bezwaren
bobben ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van
de terzake ingekomen schriftaren kennis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
15 April 1907. DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 18 April.
De persoon, die bij de koloniale bijeenkomst te
Londen het meest op den voorgrond treedt en op
wien het felste licht valt is ongetwijfeld de heer
Botha, het Benjaminnetje zooals de heer Campbell
Bannerman hem gekscherend noemde. Nu is het
bijna overal het geval, dat het Benjaminnetje het
meest gevierd wordt. Men denke maar eens aan
het gedichtje van De Genestet „Benjamin &f." En
in het bijzonder aan de regels ^„Eerst^wordt ge
vertroeteld, eerst ben je de man P Maar denk je,
dat het lang duren kan
De Minister Haldane heeft in hem nog eens weer
den generaal gehuldigd:
„Als staatssecretaris vau oorlog, zeide hij, begroet
ik een nieuwen generaal in ons midden.1^ Een zeer
groot generaal ook, en ik verwacht dat mijn gene
rale staf en ik het genoegen zullen hebben, om
Zaterdag met hem overleg te houden over de
wederkeerige verdediging van het rijk.*
Botha is in de mode, Botha wordt toegesproken,
Botha wordt toegejuicht. Het is de vraag, of zijn
beenen sterk genoeg zijn om deze weelde te ver
dragen. "Wij hebben hem persoonlijk leeren kennen,
zijn schranderheid bewonderd, maar tegelijkertijd
ons niet los kunnen maken van het denkbeeld, dat
die in meer dan één beteekenis groote|man'toch
eigenlijk al te naief was. En thans wil het ons
voorkomen, dat Botha onder den invloed gaat ver-
keeren van de persoonsvereering, welke men te
Londen voor hem aan den dag legt. Hij schijnt
theatraal te gaan doen. Een Londensch blad ver
telt„Het treffendste voorval van ?den gedenk-
waardigen dag was de ontmoeting van gen. Botha
en Lord Roberts. In zijn geestdrift] vieLgen. Botha
den held haast om den hals. Een paar minuten
vergat hij allen en alles voor den bedwinger van
Pretoria. Zij babbelden en glimlachten samen."
Daar ligt iets pijnlijks in deze beschrijving |en wan
neer het tooneeltje, dat hier wordt, geschetst inder
daad is voorgekomen, dan zal het niet nalaten, in
Auid-Atrika vooral, een onaangenamen indruk te
maken. Dat Botha den Engelschman*de hand reikt
men moet het in hem waardeeren. Maar te
ver gaat hij, als hij iemand als lord Roberts „haast
om den hals valt".En deze overdrijving meenen
wij terug te vinden in de redevoering, welke Botha
eergisteravond heeft gehouden en waarvan hier een
uitvoeriger uittreksel volgt dan hetwelk in het
nummer van gisteren werd gegeven.
Ti v'®uSde en dankbaarheid, aldus sprak
Botha, hebben wy Transvalers de grondwet, die
ons het recht op eigen bestuur toekent, ontvangen.
Nooit zullen wp het blijk van vertrouwen vergeten,
dat koning, ministers en volk van Groot-Brittanje
ons daarmede gegeven hebben. Onze daden zullen
bewijzen, dat wij dat vertrouwen waardig zijn. Wij
zullen al het mogelijke doen om de grondwet tot
een succes te maken, het grootste succes dat Zuid-
Afnka ooit beleefd heeft. De Engelsche regeering
heeft ons de hand der vriendschap toegereikt. Ik
ben verheugd te kunnen verklaren, dat niet alleen
mijn partij, maar alle Transvalers de hand aan
grijpen, en wij zullen haar niet meer loslaten.
De gift van de grondwet aan Transvaal, waarop
nu de gift van een grondwet aan de Oranjerivier-
Kolonie zal volgen, is een moedige en zeer wijze
daad geweest. Hare gevolgen moeten er meer en
meer toe strekken om de volken van Zuid-Afrika
samen te binden tot macht en roem van hetBritsche
Rijk, en het besef te versterken, dat de welvaart
van Zuid-Afrika in de toekomst volkomen afhangt
van het samengaan van de blanke rassen.
Mijn regeering gevoelt de groote verantwoordelijk
heid die op haar rust, maar is ook vastbesloten,
thans de eer van de Britsche vlag evenzeer te
handhaven als eenig ander deel van het Britsche
rijk. Slechts een boodschap heb ik van het Trans-
vaalsche volk naar Engeland meegebracht, n.l. deze:
liet Transvaalsche volk wenscht de banden van
samenwerking en van liefde tot het Britsche rijk
te versterken.
Wij zijn mede erkentelijk, zeide Botha verder,
voor het verleenen van de grondwet aan de Oranje
rivier-Kolonie. Wij hopen, dat haar grondwet even
goed zal wezen als de onze, want zij verdient dat
ten volle. De oude Oranje-Vrijstraat ging algemeen
door voor Zuid-Afrika's modelstaat.
Ik verklaar hier, dat een buitengewone geest
Zuid-Afrika bezielt, nl. hot samengaan van alle
blanken. Dat blijkt ten duidelijkste uit de laatste
Transvaalschen verkiezing. Boeren stemden voor
Engelschen en Engelsehen stemden voor Boeren.
Ettelijke Engelschen zijn met Boerenstemmen in
de Wetgevende Vergadering gebracht en ettelijke
Boeren door Engelsche stemmen.
Ik roep u toeHelp ons een groot Zuid-Afri-
kaansch rijk te vestigen onder de Britsche vlag!
Botha sprak in het Hollandsch. Een paar woorden
Engelsch liet hij evenwel er op volgen.
Onwillekeurig vraagt men zich afof het niet
„een toontje min" had gekund. Zulke luidschallende
jubeltonen passen niet zoo spoedig na de Zuid-
Afrikaansche tragedie
Burgeravondschool in dit oplicht al niet vaal meer geven
kan. Eveawel zal hg zich niet tegen het voorstel, als
zjjnde een voorioopige regeling, ve; zitten.
Dit pnnt werd aangenomen.
van ALKSAAB,
op Woensdag, 17 April 10O7.
des namiddags 1 uur.
(Vervolg.)
Voorzitter: de heer G. Ripping, burgemeester.
Secretaris: de heer O. D. Donath.
Tegenwoordig 15 leden. Afwezig met kennisgeving de
heer Luitieg.
2. Reorganisatie van de Burgeravondschool
en de Ambachtsschool.
Naar aanleiding van een adres van da plaatseljjke
Commissie van Toez'cht op het Middelbaar Onderwgs,
en de vereeniging »de Ambachtsschool voor Alkmaar en
Omstreken*, Btellen B. en W. voor te besluiten:
lo. aan de plaatseljjke commissie van toezicht op bet
middelbaar onderwjjs en het Bestaar der Vereenising »de
Ambachtschool voor Alkmaar en Omstreken* te berich
ten, dat de Raad gaarne steun en medewerking toezegt
inzake eene reorganisatie van de Burgeravondschool en de
Ambachtsschool, op de wjjv.e als in het adres d.d. 4
Februari 1.1, met memorie van toelichting is aangegeven
2\ Burgemeester en Wethouders uit te roidigen
namens den R ad een schrjjven te richten t
a aan Z.E. den Minister van Binnenlandscho Zaken,
waarin het voornemen wordt uitgedrukt om over te gaan
tot eene reorganisatie van de Burgeravondschool, zoodanig,
dat oeze inrichting worde eene school met tweejarigen
cursuB, geljjk de Wet op het middelbaar onderwijs eischt,
waaraan echter eene cemeentelgke avondschool voor
handwerkslieden, alsmede een cursus voor kooplieden,
handelsreizigers en kantoorbedienden zal worden toege
voegd, vaa welke het onderwgs in afzonderljjke klassen
zal worden gegeven, terwjjl de avondschool voor hand
werkslieden onmiddellijk zal aansluiten aan het op de
Burgeravondschool gegeven onderwgs, in dier voege, dat
de leerlivgen, welke de 2de klasse dezer school hebben
doorloopen, in de lste klasse van de bovenvermelde
inrichting kunnen overgaan, - mat verzoek aan den
Minister zich ia beginsel te willen bereid vei klaren de
daaraan verbonden kosten, welke in overleg met dei
Inspecteur van het middelbaar onderwgs, den heer de
Groot op pl.m. f 6750.zgn geraamd, voor de helft,
dus voor een bedrag van pl.m. f3375.— te nemen voor
Rgks-rekening
b. aan de S'aten der Provincie Noordholland met
verzoek aan deze gemeente ter zake eene snbsi-iie van
f 1000.te willen toekennen.
De heer Vonk begint met te wjjzen op het verschil
in spoed tusschen de behandelingen van deze voorstellen
en dia in zake de reorganisatie van de Burgerschool. Na
de mondelinge toelichting van don inspecteur, isspr. van
meenirg, dat het thans een kwestie is der kosten. Daar
deze volgers den inspecteur niet hooger zullen zjjn dan
die van da Burgeravondschool tegenwoordigkan spr.
met deze voorstellen, die hg beschouwt als een voorioopige
regeling van het handelsonderwgs, meegaan.
De heer van Bnjjsen zegt, dat hjj zich, evenals de
heer Vonk, met de voorstellen van B. en W. in zaj£
kan vereenigen al verwacht hjj er niet zooveel resul
taten van.
Er is op gewezen, dat de herhRl'ngtschool niet zooveel
leerlirgen tri kt, omdat het onderwgs aldaar niet vol
doende is voor de behoeften, 'c Moge waar zjjn en moge-
ljjk was dat anders te regelen, maar spr. meent, dat de
3. Voorstel van de heerea H. J. Vonk ea
Vaa HuRsen, betrekking; heb-
beade op het plan tot reorganisatie van de
Burgeravondschool.
Komt iu behandeling een voorstel van de heeren H. J.
Vonk en C. van Buijsea van den volgenden inhoud
I. aan de burgerschool twee klassen te veegen, waar
meer uitgebreid lager onderwjjs wordt gegevea als
voorbereiding voor het handelsonderwijs, omvattende
Nederlandsche. Fransche, Duitscbe en Engelsehe taal,
wiskunde, aardrijkskunde en geschiedenis. De aardrijke
kunde moet voornamelijk handelsaardrijkskuade zijn
en onder geschiedenis zouden wjj alleen willen begrijpen
de nieuwe geschiedeais van af de Fransche revolutie
ea staatsinrichting.
Onder wiskunde zoude behalve de rekenkunde en
de algebra ook gebracht moeten worden handelsrekenea.
II. aan de burgeravondschool te verbinden een af
zonderlijken tweejarigen handelsoursus, toegankelijk
voor hen die het meer uitgebreid onderlijs hebben
doorloopen. Op dezen cnrsus zonden behalve boek
houden, enkel en dubbel, ook handelsrecht en de
beginselen der staathuishoudkunde moeten worden
onderwezen.
Op deze wijze zouden wij op weinig kostbare wijze
ons doel bereiken.
Het onderwijs sub I bedoeld zoude toch in den
beginne en misschien ook later, indien de klassen klein
mochten blijven, door eenen onder wijzer gegeven kunnen
worden.
Die onderwijzer zoude, behalve de hoofdacte, de aeten
voor de drie bovengenoemde talen en lagere wiskunde
moeten bezitten.
Aangezien hij bovendien een zeer ontwikkeld man
behoort te zij», zoude zijne belooning weinig van die
van het hoofd der school kunnen verschillen.
Bij uitb eiding met bovengenoemd onderwijs zoude
de daarvoor te gesieten rijkssubsidie voor eenen meer
deren onderwijzer te goede komen.
Bi het onderwijs sub II bedoeld, zoude gebruik
kunnen gemaakt worden van dezelfde leerkrachten,
benoodigd voor het thans voorgestelde handelsonderwijs
te geven aan de Burgera vond sehool.
Da heer Vonk zegt, dat het misschien bevreemding
heeft gewekt, dat naast het voorstel van B. en W., het
voorstel van spr. en den heer Van Bujjsen is ingekomen.
De reden daarvan is, dat door de regeling aan de Bur
geravondschool niet zjjn gebaat de jongelieden, die thans
hun eindonöerwjjs ontvangen aan de Bu gerschool.
Ook hnn voorstel regelt de zaak wel niet voldoende,
maar maakt het toch mogeljjk voor een categorie van
jongelui, eenig handelsonderwijs op breederen grondslag
te ontvangen.
D.e heer Van Bnjjsen sluit zich geheel aan bjj
hetgeen de heer Vonk heeft gezegd. Dat er geen be
grooting van kosten bg het voorstel is gevoegd is eens
deels een gevolg van de haast, waarmede hst moest
worden ingevoerd, anderdeels omdat die kosten niet zoo
belangrjjk zjjn.
Reeds vroeger wees spr. er op, dat aan de Burger
school nog drie lokalen leeg staan. Daar bg splitsing der
laagste klassen, de hoogere klassen in drieën zouden
moeten vallen, komen deze lokalen de capaciteit van de
school niet ten goede en kannen die dus voor de bedoelde
handelsklasse worden gebruikt.
Voor den cnrsus, te verbinden aan de Burgeravond
school, en waarvoor de uren liefst in den morgen van
89J bv. zouden moeten vallen, zjjn dan lokalen be
schikbaar.
Wat de onkosten der leerkrachten betreft, spr. gelooft
dat het zeer wel mogeljjk is, dat ééa onderwjjzer met
het onderwjjs wordt belast, en acht dit zelfs een voordeel.
Dit salaris Btelt spr. bjjv. op f 1800 k f 1900. De school
voldoet dan aan de eisohen van de wat, gesteld voor
een school met m. u. 1. o,, om meer subsidie te ontvan
gen voor de onderwijzers boven het wetteljjk minimum.
Dit wordt door spr. nader aangetoond. Die subsidiever
meerdering wordt dan f 510.
Voor de gemeente zou dus overbljjven te betalen f 1400.
Daar gaat af het te ontvangen schoolgeld. E-n andere
factor is het aantal leerlingen aan de Burgerschool.
Wanneer dat toeneemt kan het gebeuren dat de gemeente
als subsidie nog f 600 meer ontvangt.
Neemt men duarbjj in aanmerking, dat bet onderwgs
aan den bedoelden cursus, die pl.m. 40 weken zal duren,
van 9 lesuren a f 1.50 zullen bedragen ruim f 500, dan
komt men tot een globale kostenberekening van f 2000
per jaar en dat kan geen bezwaar zjjn.
Wat de vakken van onderwgs aan do toe te voegen
klasse der Burgerschool betreft, merkt spr. op, dat in de
Alkmaarsche Courant is gezegd, dat die vakken niet vallen
onder de vakken van het lager osderwije. Spr. evenwel
is van meening, dat zulks wel het geval ishet leerplan
zal dat wel nader aangeven. De beginselen van het haa-
delsrekenen kannen gevoegelijk bh bat rekenen worden
iagelascht en ook voor de handelsaard; jjkskunde is het niet
zoo, dat een osderwgzer met hoofdacte daarin geen les
zou kunnen geven. Daarvoor is niet nood g iemand met
uitgebreide handelskennis. Met de opmerking der com
missie van toszioht op het L. O. dat handelsrecht moet
veranderd worden in beginselen van handelsrecht gaat
spr. nataurlgk ee. Ten slotte betoogt spreker, dat het
zeer wel mogeljjk is een bekwaam onderwjjzer te vinden
die het onderwgs aan de bedoelde klassen der Burger
school zou kunnen geven en gelooft dus niet, dat er
zooveel bezwaren tegen het vouretel zjjn.
De Voorzitter wenscht het voorstel der heeren
niet te bestrijden, maar gelooft toch, dat de heer van
Bujjsen in een onderwjjzer, die voor al die vakken
berekend is. eenigermate een schaap met 5 pootem ziet;
Spr. betwjjfelt of zoo'n onderwijzer te vinden is, die
eigenlijk clandestien middelbaar onderwjjs zal moeten
geven. Of dit laatste zou gaan met goedvinden van den
districtsschoolopziener, is voor hem ook een vraag.
De heer van Bugsen gelooft dat men in dat
ondsrwjjs van die klassen aan de Burgerschool veel te
veel ziet. Ook in de Alkmaarsche Courant geeft men
da rvan een heel andere voorstelling dan spr. en de
heer Vonk daarvan hebben gehad. Evenals in de hoogste
klasse der Meisjesschool éene leerkracht les geeft in
alle vakken, zou men dat hier ook hebben.
De Vgorzitter wjjst er op dat het vaak al moeite
kost een onderwjjzer met taaiakte aan de meisjesschool
en Burgerschool te krjjgen, ofschoon het aan vac gssalaris
niet zoo laag is.
De heer van Bugsen meent, dat het hrogere
tractement voor den onderwjjzer met dat onderwjjs_te
belasten, wel zal maken d&t er sollicitanten komen.
De heer Glinderman is dat eens, maar zou toch
gaarne het oordeel van B. en W. weten over dit voorstel.
De Voorzitter zegt dap.rop dat B. en W. het
plan viet wenschen te bestrjjden, maar zich voorstellen,
dat het college de opdracht ontvangt de mogeljjkheid
er van te onderzoeken.
De beer Boelmams ter Spill waardeert de be
doeling van de voorstellers! Hjj vraagt echter of de
behoefte van het onderwjjs, dat zjj bedoelen zoo groot
ishet komt hem voor, dat zjj zelf niet zoozeer van
die behoefte zjjn overtuigd. Hjj meent verder, dat in
dat onderwjjs al voldoende kan worden voorzien door
dien cursus aan de Burgeravondschool en het onderwjjs
aan de H. B. S. Meent men dat de H. B. S. niet
voldoet, dan kan men op reorganisatie van die inrichting
aandringen of afwachten wat de Ineentcbakelingscom-
missie door de regeering ingesteld in deze zal doen.
Dat de leerkracht, door den heer van Bujjsen bedoeld,
zal te vinden zjjn, betwjjfelt spr., terwijl hjj ook geenszins
er van overtuigd is, dat men van de rijkssubsidie zeker is.
Daarom zou spr. het wenscheljjk achten dat B. en
W. werden uitgenoodigd de mogeljjkheid van hetgeen
de heeren van Bujjsen en Vonk willen te onderzoeken,
om daarna te komen met een nader uitgewerkte voor
dracht! Bovendien is het gewenscht zich er van te
vergewissen, dat men van de rjjkssubsidie zeker zou zjjn:
De heer Vonk merkt eerst op, dat de voorstellers
niet konden zeggen, of de klassen sterk bevolkt zouden
zjjn, daar ook omtrent de bsvolking van de Burgerschool,
na de overgang van meisjes naar de Meisjessohool hem
niets bekend is.
Verder betoogt spr., dat de uitbreiding aan de Burger
avondschool niet voldoende zal zgn, daar dat onderwgs
niet voldoende zal zgn voor allen die behoefte hsbben
aan handelsonderwijs. Spr. onderscheidt daar bjj drie
categorieën en acht den door de voorstellers bedoelden
cursns juist noodig voor hen, die niet het hoogste han
delsonderwijs noodig hebben, maar toch meer dan dn
B. A. S. kan geven. Met hetgeen de heer Buelmais ter
Spill wil, kan spr. zich vereenigen, als daardoor de zaak
maar niet zoolang most wachten als da reorganisatie van
de Burgerschool.
De heer Van Bugsen bljjft ontkennen het bezwaar,
dat men geen osderwgzer zou kunnen krjjgen, en wjjst
er op, dat er nog niet lang geleden zoo iemand, naar hjj
meent, in Enkhu;zen is benoemd.
Verder toont hjj aan, dat de R. H. B. S. niet voldoet
voor de jongelieden, waarvoor de door het voorstel be
doelde cursus wordt noodig geaoht. Een driejarige cursus
H. B. S. en daarna handelsonderwjjs is voor hen het
meest gewenscht. De bedoeling is thass, op eenigszins
bevredigende wjjze daarin te voorzien.
De beide klasstn aan de Burgerschool zouden kannen
opleiden voor het voorbereidend examen van de federatie
van handels- en kantoorbedienden, en de cursus aan de
Burgeravondschool, in hun voorstel aangewezen, voor het
examen van Mercurius bjjv.
De heer Glinderman dankt B. en W. voor de
gegeven inlichtingen on kan zich met het voorstel van
den heer Boelmaus ter Spill geheel vereenigen.
De heer Fortuin zegt, dat bg aanneming van het
voorstel der heeren Vonk en van Bugsen, een stapje
wordt gedaan in de goede richting, dal men daarvoor
werkeljjk den middenstand tegemoet komt, Zslfs al mosst
men de subsidie missen, dan nog zou hjj Toor het voor
stel zgn. Toch gelooft hg niet dat dat onderwgs kan
voldoen aan hetgeen men er van verwacht.
Als men weet, wat op het examen van Mercurius ge
vraagd wordt, dan zal men toch ook moeten erkeinen,
dat en hierbjj zegt spr. niets ten nadeele der onder-
wjj'.ers dat geen onderwijzer in staat is daarvoor op
te le den. Voor die opleiding speoiaal wat handelsrekenen
en correspondentie betreft is meer noodig dan bsvoegdheid
lager onderwgs.
Toch zal hg het voorstel aanvaarden, als een stap op
den goeden weg.
De Voorzitter wjjst er den hesr Foituin op, dat
er gevaar is niet alleen de meerdere, maar zelfs de ge
heele subsidie voor de school te Terliezea even ls dat te
Winschoten het gevtil was, waar men daarom het leer-
pLn heeft moeten wijzigen.
De heer van Bugsen vindt het nu eigenljjk jam
mer, dat, wat de vakken van onderwgs betreft, te veel
in bijzonderheden is afgedaald, waardoor men aau die
vakken een verkeerde beteekenis is gaan hechten.
Hjj blgft van meening, dat men het leerplan zoo kan
inrichten, dat ze onder de vakken van het lager onderwgs
gerekend kannen worden. Mocht dat niet het geval zgn,
dan kan men al'jjd nog de vakken, waarvoor bezwaar
wordt gemaakt, verschuiven naar den tweejarigen cursus
aan de Burgeravondschool.
De heer Boelmans ter Spill noemt dat een ver
keerd geneesmiddel. Gaat men die vakken schrappen
wat bljjft er dan over i
De Voorzitter geeft in overweging thans de d s-
oassie te staken en vraagt, of de raad er zioh mse kan