-is ffïr?»™rk k™ bs-i»8"»«ditgo.d. ™b?e,:.'.r.keru« Zitting van den Gemeenteraad w.™T,dt.°4„tScT 9 °p -* E' biï"g. St""' d" d' 3. 'J: SriefpeLt6;.-819 teg8m08tk8mi^ i» de bgdLge stakingsrecht is ontnomen: Zjj staan dus bö de anderen ten achter en daarvoor moeten zij worden tegemoet gekomen. De heer Stuart heeft ook ontkent zooais spr. aantoont, dat de gemeente een sociale taak heeft te vervullen, en zegt, dat ze dat ook niet mag doen maar zn moet toch de belangen van al haar ingezien behartigen voor allen den levensstandaard hooger op voeren. Spr. zegt in verband hiermede, dat dikwijls over groote sommin wordt heengestapt, waar het bereft m de eerste plaats de belangen der kapitalisten of andi zaken, die lang zoo nauw niet met het algemeen be j verbonden zgn. 6 Spn komt verder De arbeiders in die bedijjven verleerea in een geheel andoro positie dan da arbeiders in dienst van particulieren. Dat hebben da heeren Oohsa Sluart c.s. vergeten, f? Da arbeiders en particulieren dienst hebben het reeht tot staking, terwj]3 de gemeente-werklieden dat missen. Stel u ook voor, zei spr, dat men aan een gasfabriek of waterleiding staken gaaf, dat men daar tot de heeren ging zeggen»ge hebt ona zoo lang aan het ljjnije ge houden, nu leggen we den boel neerl* De verhouding der ar beide s tot dia badrjjven is dus geheel anders en daarmede hadden de heeren rekening moeten houden. Dadeljjk voegt spr. er aan toe, dat de gemeente-werk- lieden dan ook, om tot verbetering te geraken, den ge- leideljjken weg kiezen, door te adresseeren aan den raad. Toch is er nog een anderen weg en dat is die der gemeenteraadsverkiezingen. Als wjj eensgezind zjja is het niet zoo moeiljjk enkele heeren te doen vallen ea op te bergen, dan kan men ook tot den heer Cohen Stuait zeggen: Vrind, je beet verouderd, je hoort hier niet meer thuis en moet plaats maken voor jonger bloed U (Applau0). Dat is ook eea middel om op den geleidelijken weg gsao. Dat wjj dien weg kiezan zal de burgerjj in ons waardserea. Zegt men in den raad, dat de gemeentewerklieden geljjk staan met anderen in dienst van particulieren, dan moet men ze ook dezelfde rechten geven. Zooniet dan moet ook in den raad een ander standpunt worden ingenomen dan moet er voor gewaakt worden, dat niet grief op grief wordt gestapeld. Heeft de raad dat stand punt ingenomen Neen, men heeft de kornuitjes onder aak gebracht en de loonen der arbeiders wil men naar beneden houden. Ook uit het werkliedenreglement van Alkmaar blijkt nog wel een en ander daarvan, zooals spr. aantoont, ten opzichte der overuren, d. n nachtarbeid, en het loon tgdens het vervullen van den militieplicht. En wat de loonen in 't algemeen betreft, staat Alkmaar nog lang niet boven aan. 5 De redacteur der Alkmaarsche Courant vergelijkt in zgn raadsoverzicht, wat het salaris van den burgemeester betreft Alkmaar met Ilampen en zegt dan, dat de bur gemeester van Alkmaar ook wel f 3000 mag hebben. Daar zou spr. het mee eens zgn, als hetzelfde standpunt werd ingenomen tan opzichte der loonen van da werk lieden. Ook omtrent de pensioenverordening maakt spr. een enkele opmerking. De storting van 7 pet. acht hij te hoog voor een loon van f 10 per week, en hg waar schuwt er voor, dat men hier wel eens hetzelfde kon zien gebeuren als in den Haag, waar van de 2400 personen er zich slechts 1200 voor deelname in het pensioenfonds hebben opgegeven. Ook in dit opzicht neemt de raad geen hoog standpunt in en hij wijst er ,ere SemeeBten bv. Zaandam f250 en Arnhem t JOU aftrek van het salaris voor de storting heeft toe gestaan, terwjjl Zutfea in het geheel geen premie vraagt voor weduwen- en weezenpensioen. Thans komt de spreker tot hetgeen de heer Cohen Stuart in den raad heeft geiegd. Hg is het, die in den raad het grootste aandeel heeft genomen aan het debat, en daarvan komt net, dat spr. dezen heer nog al eens aan de ooren moet trekken»wie kaatst moet den bal verwachten (Applaus). Deze heeft eerst getwijfeld aan de bedoeling van het voorstel van den heer Dorbeck, om ook de loonen der werklieden te regelen op den grond van periodieke verhoogingen. De heer Cohen Stuart doet daar aan oiiiedik-lezen. Waar de heer Dorbeck zich daaromtrent I b**oigcuio uo«iv uy gezocat naar esn winrd met nader heeft uitgelaten kon de heer Stuart dat niet I sympathie voor de werklieden. De heer Staart heeft noc ZQggOUt I amnati ilafr. hfi »i«ta rvownnlfr - O tot hetgeen de heer Glinderman heeft gezegd, maar zegt voorat, dat hg het geheel" eens is mat den voorzitter van den raad, waar deze tot den heer Cohen Stuart nog zegt, dat er eindeljjk niet meer over de zaak gesprok** behoefde te worden, daa£ vroeger de raad tot deze regeling had besloten. Dat was zeer juist en dat het toch gedaan werd is een bev^s van het reactionnair standpunt van de heeren, die het vroeger besluit wilden terug nemen. Da heer Glinderman dan heeft zich beroepen op den raad van Amsterdam, maar ook daar was een reaction- naire meerderheid Dat men er met een regeling gegrond op penod.eke verhoog,ngea voor senigo ja„n af Lu zhn zegt spr. niet te begrppea. u Dat er geen particuliere patroons zgn, die periodieke verhoogingen geren, ontkent spr,, terwijl bii wnst nn Dordrecht Delft en Zaandam als gemeten, U men ze hee t of waar men zioh er voor heeft verklaard. Voorts bestrglt spr. de opvattmg als zouden bjj het begia van het huwe gk de m gaven bet hoogst zjjn. I9 deze is bij het geheet eens met den voorzitter van den raad, den burg meester, waar deze zegt, dat de behoeften het grootst zgn, als de kinderen 12 4 13 jaar worde». Dat woord getuigt van inz cht en zeer terecht wordt door den voor zitter gewezen op de kinderexploitatie, als de heer Glin- der man zegt, dat do kinderen dan al wat mee verdienen. Het standpunt, dat de teer Glinderman hier innam i hetzelfde als dat van den heer Fabius in Amsteidam, die zei, dat ook de vrouwen wel wat konden verdienen. Na den leertgd moeten de kinderen van den werkm an maar naar de fabriek, zoo redeneert mee. Dan begint, zeg spr., het lgden van de arbeiderskinderen, terwgl voor die der meergegoeden do schoonste tjjd aanbreekt, terwjjl hij daarog tevens nog aantoont, hoeveel meer hst kind der meergegoeden de gemeenschap kost voor middelbaar en hooger als het arme kind voor hst lager ondetwns Maar dat hooger onderwjjs kweekt advocaten, die de klassenjustitie steunen Applaus) en dominés die de arbsi- ders siiioadoB van den stigd. Spr. voert dit aan, om te laten zion het klassenkarak- ter en verbindt huraan een opwekking om uit don ar msenteraad de menschen te weren, die de arbeiders voor de voeten loepen en te zorgen dat er mannetjes van h-n zelf a komen. J Dat de voorzitter van dan raad, zooals straks is aan getoord, is deze op ons standpunt staat, zegt spr. dat de gemeente die kin erexpbitatie mozt helpen voorkomen, verheugt, ons. De heer Oohen Stuart heeft daarop gezegd, dat wat de burgemeester zeide een mot,ef was voor loozsverhooginn welnu wg verwachten dan dat hg morgan met stel daartoe zal komen. Nog wjjst spr er op, dat uit het raadsverslag wel bjj de heeren blgkt dat men veel gevoelt voor de ambtenaren, maar tevergeefs ho-f, hg gezocht naar esn woord va, brkuf d.°^r de Nederlandsche Banke aïo JL» ï10a ie!T°re8aigI"g 9fd' Ameter^m i. de 2e afiee mg den lstea prijs, zgnde'een ijsmachine. »J«cob Kwast.» ter int«t "en r?d8 bezig met aan (e bieden fns1Dg 7oor kaartea »°°r ooicert, dat op in de Groot® N Z^gVereeni»in» ,Jacob nnn!isa u- zaI word«» ««geven ten bate van de j 3er s'ede. Do verkoop dor kaarten ia rseds zeer bevredigend; velen -vallen zeker van deze ee van ALHH1AB, op Woensdag, «ft April ÏOO*. das namiddags 1 nor# Voorzitter: de heer G. Ripping, burgemeester Secretaris: de heer O. D. Donath g legenwoordig 16 leden. «»g°«d°g£™ ,d" ™'ig0 '«g»d.ri»g worden gelezen Beëedlglng van den heer Iblnfc Meienbrink met de werkzaamheden aanvang wordt* van het nieuw Alvorens gemaakt wordt overgegaan tot beësdiging BinnennM "d h' Iöink Melenbdnk: brink rtlo£Ld?.r.r.*r» d- b»r M.l.n- na de gebruikelgko de gevorderde eeden galukwensch van den af en voorzitter, waarbjj deze er aan pi..», Th.„ ,8, led„ 1. Mededeellngen en Ingckowen stukken. Da Voorzitter deelt mede: a' Q^at i8 ingekomen een schril HO. o( fin n.J n, i vangsj van J" als een achter Verder heeft de heer Stuart gezegd, dat hjj zou trachten zgn stem te motiveeren, dat was een bewgs dat hg niet sterk stond. Dan komt er een speechje o?er de periodieke verhoogingen»t verwondert spr. dat de heer Cohe» j. Ldat zslfds sp^chje niet heeft gehouden over de periodieke veihoogingen der «mbteeare-. Hg vindt het goed dat deze op een laag aanvangssalaris worden aan gesteld, omdat ze nog niet bekwaam zgn, en den gas- fot,Cnllr werd dadeljjk bjj zgn komst een silaris van f 2400 gegeven, veel hooger dan zgn voorgange-, de'heer Kenene. Men voelt het dadelgk, dat zgn van die luidj-s, die ze moeten. De heer Cohen Stuart heeft ook de vraag" gesteld of de gemeente er belang bg heeften zegt, dat dat niet het geval is, daar een werkman zoo gemskkelgk ia te ^er- vangen door een ander. Dit betwist spr., dat is niet zoo, de routine, die een werkman beeft, is van zeer veel' belang, zoo als h(j nader aantoont, bgv. in het gasbedrnf. Da heeren besehcuwas den werkman echter verlengstuk van een machine, en da*r kan plakken wat je wil (Applaus). Loopen do werklieden gauw weg, dan is dat geen pluim;je voor de gemeente, en spr. is er van overtuigd, dat hoe langer iemand ia dienst is, hoe meer bg voor e?» zeker bedrgf waard wordt. Er is verder gezegd, dat men de ambtsnaren betaalt naar t geen men vertrouwt, dat ze op zekeren tjjd praeit-.eren, maar dat is niet zoo. Men betaalt naar hetgeen de heeren zelf vaststellen. De heeren kennen den weg wei. Zs gain naar Go- deputeerde Staten en zeggen daar wat ze wenschon door middel van de veresnigmg ?an ambtenaren, waarvan ze alien lid zgn. Deze schrgvea dan de gemeentebesturen aan en zeggen dat most nu eens geb*u>-en. ook hier gegaan, en de heer Cohsn Stuart niet tegen geweest. Dat de arbeider op den duur zwakker wordt, is niet in het algemeen waar. De werkman komt op 21-jsrgen leef tg d ia dienst dar gemreate. Is hg 30 4 40 jaar dan ii hg in de k-aoht van zgn leven en dan g*at het 'niet te zeggen, nu verdien je net zoovesl, els op 21 jarigen De heer Cohen Stuart zegt ook, het loon van den werkman regelt zich naar vraag en aanbod. Dat is eigenlgk het standpunt, het standpunt cm voor een koopje klaar te komen, maar men begrjjpt niet dat do gemeente een redeljjk standpunt moet daarvan niet uitgaan mag. Voor den ambtenaar, regt men, wordt een zekere mate van kennis vereischt, maar dat is toch voor den werk man ook zoo, zelfs een voerman moet kennis hebben met paarden te kunnen omgaan, van een een gasfitter vordert men ook kennis. Dan is er nog beweerd, door den heer Cohen Stuart, dat de periodieke verhoogingen niet in het belang der werklieden zgn, evenmin als in het belang der gemeente. Men zal zoo moeielgk weer tot herziening van den eens gestelden regel overgaan. Dat is een soort van apenliefde voor den werkman en geldt dir. dan niet voor de amb ï!„re!5' r 4 sprek,er genoegen, dat Uitenbosch tegen de beweringen van den heer Stuart is opgekomen al had hg er wel wat meer van kunnen zeggen, maar ,ea. raad m°et je altgd parlementair blijven. Een enodieke verhooging heet het ulde Zoo is het er al weer innemen en om machinist, gezegd dat hg mets gevoelt voor een verdeeling deï arbeiders in ongehuwd™, gehuwden met, en gehuwden zonder kinderen. Dat moge zoo zgn, maar toch is er voor dat stelsel ïsti te zegden. Ia Amsterdam heeft men er iet£ van ingevoerd, in Duitsohland is het in verscheidene gemeenten toegepast. Het verkeerde van dat standpunt ziet apreksr niet in. r De heer G inderman acht de kinderexploitatie over- droren voorgesteld. Dat is het oude liedje. Dat zei men >óór de arbeidssrqüöte in 1887 ook. Eon enkel staaltje geelt »Pr- daarvan, wat hg in schrille kleuren schotst, terwgl hjj er aan herinnert, dat ook de burgemeester in den raad daar iets van meedeelde over het tabaksstrippen Als de heer Glinderman dat afkeurt, laat hg hot dan ook tooaen en ala hjj zegt, dat de gemeente dat niet tegen moet gWi wie dan 't Is nog h«t ouderwetscha standpunt der heeren, maar het algemeen belang stelt thans andere en hoogere eischen ook aan de gemeenten. Dat B. ea W. Vin Alkmaar van een ander gevoelen zgn dan de he r GJndermaP, dat kunnen we, zei spr,, niet anders dan toejuichen. Voorts zegt hg, het sens te zgn met den heer Van dsa Bsaoh, dut de particuliere patroon in anderen toestand verkeert daa de gemeente, dai de gemeente in hare be dt jjvess geen co currenten heeft, en dus beter kan voor- gran. Bovendien is hg het eens, dat ds bedrgren niet alle winst dienen op te brengen. De gemeente moet z.ch op het hoogs standpunt stellen dat zjj te zorgen heeft, dat nun arbeiders geen reden tot ontevredenheid hsbbsn en zorgen, dat hare bedrijven bljjven loopen, zoea's dat vereischt wordt. ■Ten slotte richt spr. zich tot de gemeentewerklieden om hen met een krachtig woord op te wekken tot aan- luitisg bg de afdeeling Alkmaar van den Bond van Gamsenlewsrkliedeo. Een luid applaus steog uit da vergadering op, toen spr. zjjne rede besloot. Na een klaine pauie werd gelrgenheid gage ven tot debat, waarsan alleea de heer Oohen Stuart, lid van d'ea gemeenteraad, gebruik maikte. Deze begon met ar op te wjjian, dat de voorzitter dezer vergadering heeft gez-gd, aat de vergadering niet was bedoeld als een agitatie. Hg wilde den voorzitter als eerlgk man gelooven, maar als hjj eeno rede hoort als dio van den heer Van Hinte en daarojj zaken Inort aanhaleH als de havenwerken van Amsterdam en Rot terdam en in schrille kleuren hoort afschilderen het lot der kinderen in fabrieken enz. en daaraan hoort ver binden een oproep om zioh aan te sluiten bg den Bond van Gem.-wsrklieden, als spreker dat alles hoort en daarbij leest wat in het manifest gezegd wordt over de s'aking van gemeente.werklieden, dan kiggt spr. het idee dat wel agitatie en niets anders hst dosl is van deze'ver gadering. Hg meent, dat als men werkelgk de belangen der werklieden had willen dienen, men beter had gedaan vnnr de gehouden raadszitting de zaken te ook niet mogen achterblijven bij particulieren patroons in zake de loonen der werklieden. Da kwestie der periodieke verhoogingen besprekende zegt spr., dat hg van oordeel is, dat deze eigenlijk uit' den booze zjjn. De ware regeling is, dat ieder krggt wat zgn dienst Waa j-1S' en daarom kan ze alleen verdedigd worden voor die categorieën van ambtenaren van wie wg ver ts ouwen, dat zjj in den beginne nog niet de noodige bekendheid en kennis bezitten als later. Daarom is die verhooging ook niet altgd in het voordeel dier ambte naren, daar ze mogeljjk al na een jaar meer verdienen, doch volgens da gemaakte bepalingen twee of drie jaar moeten wachten op verhooging. Voor de werklieden vindt spr. die periodieke ver- hooging met goed, niet omdat hjj een pet draagt en minder goeds jas, maar omdat, waar een gemeente een volwassen werkman als bijv. een timmerman of schilder aanstelt, menschen die hun vak verstaan, voor dezen naar zjjne meening het loon niet te laag, ook niet te hoog mag zgn. Men betaalt zoo iemand naar de fatsoenlgke markt van den dag. Die man kan zich verder bekwamen, goed, maar alleen dan, wanneer de gemeente daarvan voordeel heeft, Qerst dan is een loonsverhooging daarom gemo tiveerd. Wanneer men nu zegt, dat spr. op het standpunt staat, dat de werklieden niets meer moeten hebben, dan beroept hjj zich op den voorzitter der vergadering. Hij wil wel verhooging, doch niet door periodieke verhoo- gmgen. Wat particulieren niet doen, moet de gemeente ook niet doen. Wat de spreker heeft gezegd overGed. Staten en de verhooging van het salaris van Burgemeester en Wethouders en den secretaris is niet waar. Dat geen periodieke verhoogingen moeten toegekend worden, geldt niet alleen de werklieden, maar ook bjjv. de gemeente ontvanger, van wien men kennis van administratie ver- langt, en waarvoor men een alleszins vertrouwd man moet hebben. Men neemt daarvoor i-mand, die in andere betrekkingen al wat heeft gepraesteerd. Het salaris van zoo iemand kan verhoogd worden bjj uitbreiding der werkzaamheden, maar niet door periodieke verhoogingen. Spr. wil niet vooruitloopen od hetgeen morgen zal ge beuren hjj zal geen rekenschap afleggen vaa 't geen hjj in den raad gedaan heeft of doen zal. Wat den gasdirecteur betreft, spr. is niet in den raad geweest, toen die salarisverhooging behandeld werd, doch wil wel verklaren, dat naar zjjne meaning voor den directeur in een groote plaats zeker geen periodieke verhoogingea gemotiveerd zjjn, daar men daarvoor men schen neemt die elders al in die betrekking zjjn werk zaam geweest, in kleinere plaatsan, ook Alkmaar, is dat anders, t Zelfde geldt voor den gemeente-architect. Stel, dat Alkmaar het ongeluk mocht treffan zgn ijverigeu en bekwamen architect te verliezen, dan zouden zeker jonge ingenieurs solliciteeren en men zou beginnen zoo iemand een laag, misschien te laag salaris te geven en dat later periodiek verhoogen. Dat alles geldt niet voor de werklieden. Nu kan men dat reactionnair noemen en met groote woorden daar voor allerlei grappen maken, doch dat doet tot de zaak niets af. Spr. bljjft die periodieke verhoogingen niet in het belang der werklieden achten en zegt men maakt die verhoogingen omdat B. en W. meer te doen hebben, dan telkens de loonen te herzien. Men hoopt dan, dat het geruimen tjjd zoo kan bljjven. Men weet het, maakt men voor deze of gene categorie een nieuwe regeling dan komen de anderen ook. Men heeft gezien de moeiljjkheden om de zaak te regelen, dat gaat zeer langzaam, welnu, als de werk- liöddii binnenstijds weder koMen om verhooging zou men zeggen wacht maar tot over drie of twee jaar, dan komt je periodieke verhooging. Dat wil spr. niet, hg wil de mogelgkheid tot ver hooging altgd laten bestaan ea zal ah het aoodig is daartoe medewerken, verlaging is van hem niet te rev. wachten. (Da heer van Hinte interrumpeert, dat hg dat ook niet heeft cezegd.) Ten Blotte zegt spr. dat de heer van Hinte geschermd heeft met het roode spook der ver- kiezingen. Te dien opzichte heeft spr. nog een nieuw! je waarvan hg gaarne mededeslkg ziet in de pers, n.l. dit dat hg zioh bg da Juni-verkiezingen niet meer candidaat' laat stellen voor het lidmaatschap van den raad. Da heer vaa Hinte bahoeft dan dus zgn tjjd niet te besteden mat spr. te btatrgdaa. Tan elo.te zegt spr,, dat iemand als de heer van Hinte z ch, om to spreken in een ver- gaderisg als deze, zich beter dient voor te bereiden en met andere argumenten dient te komen, D' hear van H.nte zegt hierop, dat het hem genoegen I 'fc Wil heto evenwel 7oörkomeL'darwLr'besiXnTs'dA hseft gedaan, dat de heer Smart van de gewoonlük "«Uifdan nit cai waar besloten iade gevolgden regel is afgeweken en niet is weggebleven. _tren d.d. 17 April 1.1. ove treding straf h bed °igd! Bg teg<m Welker Voor kennisgeving aangenomen. stoei jr, ELd7ho"dvB d-d.;22 April ll' T8B W" F- an water aan den EilandswalLnt'h "1 rn'-mg Tan grond Guteld in handen van teuWI lloa ingaan, c ah !an B' W- O* bericht en raad. ontvangen 4n W u?*' 0B«edaieerd, den 23 April 1.1. houdende het vn^'n v °'8'' W9rkllodel1 dezer gemeente, door zij da vernlinlr T. I?aatregeI?n te nemen, waar- ponsioenfoads kunne^nakomen 8em8entelBk jr Rodelen bjj het betrekkeljjk punt der acenda tegeu d'en hoofdoljjkèn o^lag*"11 °P Voor kennisgeving aangenomen. BeBoeia*n« v*u eene onderwijzeres aan de mof *,e,de ©easeenteschool. school on71* ,der T8Caïaro aaB de Vierde Gemeente mei C Tnt door ,het verleend eervol ontslag aan me R F R "9 Tolf8nd?! voordracht opgemaakt: 1. rn 'wt' Bl)fl8nga. onderwgzeres te Heerhogowaard 2- 3 Voortzetting der behandeling wan de ver- Aan de orde wordtIgesteld het tweede punt dor alge- P8 be8°7UWlDg?» ran de heeren Vonk, Glinderman nLflV "M ].aide,,d0: meB last vervallen iedere onverwglde toekenning eener periodieke verhooging of v 0 r z 1 4 4 V Segt dat E- 8n W- dit amendement dit S!" 80 ?iaaS Wie het woord verlangt over Ds heer Vonk lioht punt toe. De van de mst een enkel woord zgn stand- I pensioenregeling vraagt al groote offers le gemeente. -Daarom moet die pensioenregeling ook liet aa8»in7niDg d8r ^^"^dlenaars van dit amendement met aanleiding geven tot salarisverhooging. Da hoer C o h e n S t u a r t vereenigt zich daarmede. verder, moet geen ...z«nt v°or trouwen dienst. Goed, maar dan ook hetzelfde standpunt ingenomen ten opzichte van ambtc naren. Dat iemand lang in dienst is geweest bjj da reiniging vindt de heer Stuart mooi, dit bewiist dat het bedrgf met ongezond is, maar als een ambtenaar lang in dienst is, bewgst dat dan ook niets meer, dan dat hjj nog al oud kan worden in zjjn werk Spr. zou wenschen, dat men kon reggen, dat alle gemeentebedrg ven gezond waren, maar dat is êr ver van af, getuige de stokers aan de gasfabriek. Daarom die7 men dan ook te zorgen, dat de menschen als ze wa! ouder worden, zich nog beter kunnen voeden en kleeden dan vroeger, toen ze zooveel sterker waren. Gemakkelhk u\ te zeggen, dat de gemeente zich moet plaatsen op hetzelfde s.andpunt als de particuliere Patrooas maar nogmaals herinnert spr. er aan dat dnm- li stakingswetten van 1903 den gemeentewerkliedeE het door voor bespreken. Bovendien zegt hg', dat men gosd zou hebben gedaan fiu raadsl?den, die men uitnoodigde tot debat niet alleen die uit.oodiging (die in zeer beleefde bewoordingen manifest gezonden, maar ook het verspreide Spr. weet, dat de vergadering zjjne gevoelens niet deelt, maar verwacht, dat hjj een halfuur rustig zonder eemg applaus zonder eenig teeken van goed- of alkeuring zal kunnen spreken. Indien de vergadering ook maar van ééne afkeuring bljjk geeft gaat spr. heen. Na deze inleiding zegt hjj dat de taak van de gemeenteraden veel omvattend is. Van de verschillende Hr7n h fi? f,n .4.8 ^g0lei» noemt spr. er slechts driede volksgezondheid, de philantropie en het volks- onderwgs. Behalve deze heeft zjj nog een andere taak we'rklimlea coa4racten met ambtenaren en Nu stelt spr. zich op het standpunt, dat de gemeente n deze mets anders is dan de werkgeefster en daarin trg reo ,öe? PIInc'pieel verschil met den heer Van Hinte. Spr. toch meent daarom, dat de gemeenteraden, wat de loonregeling betreft niet mogen voorgaan, doch Dat is do eeniga syapathie, die hat optreden van den heer Oahen Stuart hasft gewekt. Dat spr. grappen zou hebben gemaakt ontkent hjj, bg heeft de zaak even ernstig beschouwd ale de beer Stuart. Het reaotionsaire standpunt vaa de heeren is weer bewezen. Dat men in dan gemeenteraad niet meer het oude standpunt inneemt, tal van gemeenteraadsbesluiten zon dat. Spr. daokt er niet aan, dat het hem ge lukken zal den hee: Stuart to bokeeren, maar houdt vol, dat er in den raad een staaicjj van klasswHrgd ia af gespeeld, waarvan het neod'g was een en ander te zeggen dat blgkt uit het bezoek aan deze vergadering, Dat Uitenbosch voor de verbooging van salaris voor den burgemeester was, neemt spr. ham niet kwaljjk, die zal gedacht hebben, als ik dat toesta, dan heb ik 'meer kans ook voor de gemeente-werklieden wat te bereiken. Ds kwestie der piriodieke varhoogingen beschouwt dé heer Stuart anders dan spr., doch spr. heeft aangetoond I dat die beschouwing niet deugt. Ook heeft spr. duidelijk doen zien, dat de gemeentewerklieden in andere verhou ding staan, dan die van particuliere patroons. Het recht van staken hebben zij niet. Dat spr. tot staken heeft opgewekt ontkent hg. Nogmaals wjjst spr. er op, dat hjj niet inziet hst versohil tusechea werklieden en gemeenteambtenaren, en daarop kwam het aan. Zonder periodieke verhoogiagen is de weg geopsnd voor allerlei willekeur. Gaat men op het advies van een directeur af, dan krjjgou niit zjj de vorhoogina', die ze 't allereerst verdienen en zjj die in dn organisatie vooraan staan endervmden daarvan de nadeelen in hun loon. Dat wil de heer Stuart bestendigen. Da heer Stuart heeft grzegd, dat hg voor verhooging van loonen ie. Spr. verwacht daar morgen de bowjjzsn van. De kwestie van Ged. Staten tsn opzichte der jaarwedden van Barge- meesters erz., z*gt hjj is zoo, men hoeft de verhoogiagen toegekend na aantchrjjring. De laatste mededeeling van den heer Cohen Staart heeft spr. verheugd. De heer Cohen Stuart is van oude politioke beginselen 4 la Van Houten en dio m-nschen scht spr. in den raad niet meer op hun plaats. Hg hoopt, dat de wirkliedec em betaren candidaat kannen vinden. De brer Cohen Stuart voert daarna nog weer het woord en wjjst er o. m. op, dat toch ook aan de perio dieke verhoogingen door B. en W. voorgesteld voor waarden zgn verbonden. De weg tot willekeur blgft altijd open. Na beantwoording nog weer door den heer Van Hinte wordt daarop de vergadering op de gebruikeljjke wjjze. gesloten, met enkels mededeelingen over het de volgende week te vieren Maiferst en eene aanbeveling voor de collecte voor dc staking te Rjjssen. werklieden nit deze ontwerpen te lichten"' enlëngolina hunne looaea met;bij dit voorstel aan'de orde komt. ?aa De Voorzitter merk* de ambtenaren. Da heer Cohen op, dat dit toch ook betreft nnir ui Stuart stemt dit toe en betoogt te verhol t f 83lar,'888n der ambtenaren verhoogen mst net oog op de pensioenregeling, voorstel is gedaan omdat zjj meenen, gezonde economie, om ten opzichte van de bestaande ambtsnaren overgangsbepalingen te maken, benoemde ambtenaren komen dat is hier de hoofdzaak. De heer Van der Feon da i.iiu zegt dat het om Het dat het strjjdt met de bestaande A'leen nieuw op 't aanvangssalaris, en v j der Feon de Dille s de bedoeling u van den heer Cohen Stuart, om na deze verordening de loonen der werklieden te regelen. Dat is spr. niet geheel]eens, althans hg betoogt dat verhoo ging van loonen voor hen waaschelgk is met het oog op de^persioenen. M-n stelle dan de inwerking- tredmg der pensioenregeling maar uit tot 1 Juni. De V o o r z 111 e r is dat eens, maar merkt toch Naar wg met zekerheid vernemen, zal de heer Mr. K. A. Coh*n Stuart, die in dit jaar moet afsreden als lid van den gemeenteraad in het Iste kiesdistrict zich niet weder als zoodanig verkiesbaar stelien. Onze vroegere stadgenoot de heer C. van Maarleveld behaalde ia den op 23stea dezer te Amsterdam gehou- dat "'Btzslfde, wat voor de werklieden geldt ook geldt' voor de ambtenaren. De heer van der Feen stemt dit toe, waarna de Voorzitter nog er op wgst, dat de gemeente de ambtenaren verpheht tot deelname in het pensioenfond" Da heer Uiten bos oh gelooft fooi dat men hier zit om de salarissen te regelen, naar aanleiding van de pensioenregeling. De heer Dorbeck kan zich vereenigen met het motief der voorstellen. Het motief voor periodieke verhoogingen Liat ons, zegt hjj, eerst vaststellen de minimum sala rissen, en dan nagaan of de tegenwoordige salarissen te laag zgn. Het dag'lgksoh Bestuur zegt wel, dat men geen terug werkende kracht aan de verordening zou geven, maar t blgkt toca, dat het voor sommigen wel nit het maximum wil toekennen. De heer Vaa den Bosch zegt dat men eigenlek stemming vrafgt over de algemeene beeohouwingen der heeren. Vraagt men of de salarissen geen verband houden met het pens oen, dan is spr. hat daar niet geheel mee eens. Wel acht hg het motief van de loonregeling de levensstandaard, maar er *s na een reden te meer die aangegeven wordt door de pensioenregeling. Ia zooverre gaat hg niet met de heeren meo. De heer Boel inans ter Spill meent, dat de heer Dorbtck wel wat te veel verband heeft gelegd tussohen periodieke verhoogitgen en de pensioenregeling. Dat verband hebben B. ta W. er niet in willen brengen. B. en W. meeftden dat een goede regeling der zaak, nu zg meenden dat die aan de orde moest komen, daardoor mogelgk werd. De raad heeft dat niet gewild. Nu moet er een overgangstoestand gemaakt worden, en laat ons dat na doen en een beslissing nemen over het beginsel en dan kunnen B. ea W. een nienw voorstel doen ten opzichte der werklieden in verband met dit beginsel. Dat kan als de salarigregeling der ambtenaren is afgeha&deld. De heer Glinderman vindt daar niets tegen de raad heeft er zioh bjj neergelegd dat de loonen te laag zgn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 2