No. 400.
Honderd en negende jaargang.
4907.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Prijs der gewone adverientiën
MAAMDAG
29 APRIL.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0.80 franco door het geheele Rijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N*|Y. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. OGSTEB ZOONYoordam O 9.
ALKNIAARSCHE COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat in het gemeenteblad
Tan Alkmaar, No. 216, is opgenomen het beslnit Tan
den Raad dier gemeente Tan 8 April 11. waarbij is vast-
geBteld eene
Verordening, houdende geldigverklaring
van verordenlngea, legen welker overtreding
straf ls bedreigd,
welke verordening, heden afgekondigd, voor een ieder,
gednrende drie maanden, ter lezing is sedergelrgd ter
gemeente-secretarie en aldaar tegen betaling Tan 10.075
in afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders Toornoemd,
Alkmaar G. RIPPING. Voorzitter.
25 April 1907. DONATH S oretaris.
KENNISGEVING.
Het HOOFD tan het Plaatseljjk Bestuur te Alkmaar
brengt, op grond Tan artikel 1 der Wet Tan 22 Mei
1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen, dat
bjj hem ingekomen en aan den ontTanger der Rjjks
directe belastingen binnen deze gemeente ter iuTordering
is OTergegeTen
het kohier der personeele belasting No. 7 Toor het
dienstjaar 1907, executoir Terklaard door den Directeur
der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam
den 24 April 1907;
dat ieder verplicht is sjjn aanslag, op den bjj de Wet
bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termjjn
van zes waken binnen welken daartegen bezwaar
schriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het Plaatselgk Bestuur,
Alkmaar, voornoemd,
25 April 1907. G. RIPPING.
Koninklijk bezoek nnn Zeeland.
Het is thans zoo goed als zeker dat de provincie Zee
land in den a.s. nazomir een voreteljjk bezoek wacht.
H. M. de Koningin heeft Haar voornemen te kennen
gegeven omonvoorziene omstandigheden daargelaten
met Z. K H. Prins Hendrik op nader te bepalen degen
in September Zeeland te bezoeken.
Dit bezoek zal vermoedelijk drie dagen duren en het
plan bestaat dat het vorsteljjk echtpaar dit van uit
Middelburg tot Vlissingen en ook tot Schouwen wel
licht ook Goes en tot Zeenwsch Vlaanderen zal uit
strekken.
Gedeputeerde Staten van Voord-Holland.
Bij Kminkljjk beBluit is Harer Majrsteits Commissaris
in de provincie Noord-Holland gemachtigd de Staten van
dat gewest in buitengewone zitting bgsea te roepen op
Dinsdag 14 Mei 1907, ten einde dan aan de orde te
stellen de verkiezing van een lid van Gedepntteide
Staten, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het
overlgden van jhr. mr. C. J. den T»x.
Oraaje-üïassau's Oord.
De" heer dr. W. van der Stap, roetend geneesheer te
's-Gravenhage, vioager gevestigd te Maassluis en quaran
taine-geneesheer voor den Hoek van Holland, ral vanaf
1 Mei B.v. tjjdeljjk op zich nemen de betrekking vat
geneesheer-directeur der Stichting Oratje Nassau's Oord,
in afwachting der dtfiiitieve voorziening in de vaciture,
ontstaan door bet vertrek van dr. Doratb.
Dr. van der Stap was in de residentie mede werkzaam
aan het consultatie-bureau voor minvermogends tuber-
culose-lgders.
Wyzlgtug linger Onderwijswet.
Een wetsontwerp ia verschenen, zooals door den minis
ter van binnen la ideche zaken in de Eerste Kamer in
uitzicht werd gesteld bjj de begrootingsdebatteneen
ontwerp nameljjk tot verhooging van de m nimamweddrn
der onderwijzers van bjjstand op gesuba dieer 'e bijzondere
scholen, die deze verplicht sijs aan te stellen.
Volgens dit wetsontwerp z llen de onderwijzers, die het
hoofd der school bjjstaan minstens mosten hebben.
Onderwjjz*rs met minder dan 5 dienstj. f 500met 5
en meer, doch minder dan 10 dienstj, f 600, met 10 eis
meer, doch minder dan 15 diens'j. f 675; met 15 en meer
doch minder dan 20 dienstj. f 750; met 20 en m er
dienstj. f 825.
Voorts w idt b»paald, dat bjj aanstell'ng tot hoofd de
dienstjaren als onderwjjzsr van bjjstand doorgebracht zull'tt
meetellen voor de berekening van het salasis.
In de Memorie van Toelichting wordt gezegd, dat
eigenljjk bjj de wot van 1905 deze regeling behoorde ge
maakt te zjjn, dcch daar elke verhooging van het subsidie
meebrengt, dus zelfs een geringe verhooging dezer minima
een grooten last op het Rjjk legt, schrikte dit de regeering
destjjds af. De gunstige uitkomsten van het dienstjaar
1906 doen het bezwaar echter minder wegen en daarom
kon de Minister de bovenbedoelde toezegging does.
Da bepaling omtrent het aantal dienstjaren door het
hoofd als klasse onderwjjior doorgebracht, strekt om te
voorkomen, dat benoeming tot hoofd fiianciëslen achter
uitgang ten gevolge kan hebben.
De Haagsche correspondent van de N. Or. Ct. meldt
>De Kimer, die na de afiorning van 't Ind'soh tarief
tinne verdiept is in da belangrjjke quaestie der afschaffing
van de tienden, zal vermoedelgk na de komende week
Tcor een poos haar openbate zittingen afbreken en in
de afdeslingen da z ekte-varzekeriug en de daarmee
samenhangende ongevallen-wettea onderzoeken. Men ver
wacht dat zjj daarmee wel oen paar weken zal bezig zjjn.
Hoe het daarna verder met de werkzaamheden loopeu
zal, is nog niet te voorzien. Er is werk te overde
personeele belasting, de tijdregeling, het onderzoek naar
het vaderschap, het bewijs in burgerlijke zaken en de
regeling van de visscberjj zjjn bjjv. allen ontwerpen, die
de Kamer vanzins schjjnt nog af te doen. Maar of zjj
den «Ausdauer* zal hebben dat alles en bovendien
de definitieve oorlogsbzgrooting met 't voorstel nopens
het big vend gedeelte en 't wetje omtrent e Oosterdok-
sluis te Amsterdam (d. i. het definitief toestaan van 't
aanrankeljjk in beginsel aan den Minister van Marine
opgedrongen pantserschip-Talma) zonder een vaeantie
af te doen is zeer de vraag.
Niet alleen de Voorzitter der Kamor, die onvermoei
baar is, maar ook vele leden zijn bereid een groot deel
van hun zomerrust op te offeren om de schade, die
de crisis bracht in te halen. Doch of de meerderheid,
die vooral tijdens de campagne voer de Staten-verkie-
zingen, ook nog wel iets anders te doen he'ft dan in
den Haag 't algemeen belaig te bevorderen, voor een
voortzetting van den arbeid tot in Jnli bijv te vinden
is, aoht ik niet zoker.
Wat daarvan intusschen ook zij, vooreerst zal er
dnehtig worden doorgewerkt en de minister van justitie,
die bovendien in de Eerste Kamer 't arbeidscontract,
nog heeft te verdedigen, zal vooral de handen vel
krijgen.
Van den minister van justitie gssproken de zaak
tc gen S mon Polak, die een moordaanslag op hem pleegde,
zal vooreerst nog niet in behandeling komenhst is
zelfs de vraag of dit vóór de gewone vacantie der recht
bank zal geschieden. Want de beklaagde la nog voort-
darend in observatie van de geneesheeren, die als des
kundigen zjjn geroepen om over 's mans toerekenbaar-
he d rapport nit te brengen. De gevangene is geen oogen-
blik alleeneen speciaal krankzinnigen-verpleger verlaat
hem geen oogesblik en neemt al zjj a bewegingen waar.
Naar 't niterljjk te oordeelen en volgens zjja gesprekken
zon men zeggen, dat de man wel bjj 'c hoofd is, doch
nit andere omstandigheden maakt men op, dat er tnch
iets bjj hem hapert. Hjj heeft b.v. al herhaaldelijk brie
ven geschreven aan den minister om hem te bewegen
zjjn «aanklacht* terug te nemen, alsof men bjj een moord
aanslag mat een klachtdelict te doen heeft. Ea nu zoo
dat van een onontwikkeld persoon eau vergeeflijke dwa
ling zjja, maar Polak is een man, die geenszins tot de
klasse behoort, die van het recht geen begrip heeft.*
De Haagsche correspondent van de N. Arnh. Ct.
schrijft o. a. ever de groete tentoonstelling, welke hier
ter stede bjj de inwijding van het Vredespaleis zal
gehouden worden, indien aanhangige plannen althans
niet mislukken. „De inwijding van genoemd paleis,
een toekomstbeeld dat menigeen doet glimlachen Tech,
wanneer au werkelijk over pl. m. 3 maanden de eerste
steenlegging plaats vindt, nu dan zal ever 3 of hoog
stens 4 jaar de bonw wel voltooid zijn. En om iets
moois en groots te erganiseeren, zijn vier jaren inder
daad niet te veel.
Op die groote gebeurtenis is de Regeering reeds
verdacht; voor den geschikten man om ea* 't hoofd
te stcan is de kenze gedaan, waarbij èn groote alge
meene ontwikkeling èn een groot vermogen de
hoofdfactoren meesten zjjn, aan welke eischen op de
gelukkigste wijze voldaan is. Ook zijn met B. en W.
reeds voorloopige besprekingen gehouden over terreinen
en wat dies meer zij. Of dit reeds een gewenseht
resultaat verkregen heeft, betwijfel ik. Zelfs mag men
wellicht B. en W. eenigszins wantrouwen, niet wat
hun goeden wil, maar wel wat hun ruimen blik betreft,
om voor dit doel het beste aan te bieden, wat te hunner
beschikking is. Wij hebben in onze naaste buurt mooie
terreinen, die men zeker ongaarne gedurende enkele
jaren aan hun bestemming, ean deel der nieuwe stad
te worden, onttrekken zal. En toeh zal 't daartoe
moeten komen.
Want men onderschatte vooral niet welke belangen
aan zulk een internationale onderneming verbonden
zijn. Laat eens een paar mannen van breede opvatting
elders, b.v. te Luik, bestudeeren, wat men dadr in
1905 heeft over gehad om iets uitmuntends en smaakvols
te leveren Wij mogen in sohoonheid van landschap
niet zóó rijk bedeeld zijn als de schilderachtige stad,
aan Maas en Ourtbe geleges, veel staan wjj, bawosera
der zeekust, niet bij de Luikenaars achter. Men zij nu
eens niet kruimelig, maar leere van onze zuidelijke
buren geen aanzienlijk offer te schromen om nog veel
aanzienlijker gewin te behalen. Tussohen den Waals-
dorper weg en de zee is een mooi, golvend terrein,
aan de schoonste stadswijken grenzende, dat rnimschoo s
gelegenheid aanbiedt, mits men flisk in de beurs taste,
om een prachtige expositie te herbergen. Aan die zijde
moet men 't zoeken en niet aan den westkant, waar
het gehalte der stad niet zoodanig is, dat men er met
de door de noodige gratie en onderscheiding een broeden
stroom van gasten ontvingen kan, al ware 't maar
om deze reden, dat het Afvoerkanaal er bij zomerwarmte
bedenkelijke geuren verspreiden zal.
Het is inderdaad niet overbodig tijdig hierop de
aandacht te vestigen. Maar al te vaak hebben w|j het
„gouverner o'est p:évoii" verwaarloosd. Het wèi voorzien
en op dien grond wèl handelen, heeft ons Gemeente
bestuur tot greote schade veel te weinig in practijk
gebraoht; zou men nu eindelijk wijs genoeg zijn ge
worden om de oude dwalingen te vermijden P Nog eens
zij 'tfgezegd„ga naar Luik en zie hoe men didr de
zaken gedreven her ft om rijke vruchten te oogsten."
De briefschrijver in Dan Haag van de Pr. Geld. Ct.
schrjjft
«Ia de bureaux der stadsregeering, waar jaren en jaren
de vensters en ramen gesloten werden gehoudea, 't muf
en duf riekte van sleur en slentergang, golft nu de
lente-lucht met verjongende en verfrisschende kracht
binnen. Eu al moge de critiek er soms wel eens aardig
op inhakken, niemand zal kunnen ontkennen, dat er
onder de energieke leiding van burgemeester Sweerts
op de Groenmarkt hard gewerkt wordt. Trouwens de
bew|jzen] zjjn er voor en men zou er haast toe komen
om te zeggen, dat 't werk eigenljjk te goed is om te
worden voorgelegd aan een Raad, die in den laatsten
tijd aardig op weg is om de risée van 't land te worden.
Dat de gemeente met haar eigen arbeidsbeurs vroeg of
laat ook de verzekering tegen werkeloosheid ter hand
zou nemen, liet zich voorzien. Eerder dan menigeen 't
wellicht verwacht had, is 't nu ook losgekomen.
Verzekering tegen werkloosheid
De een zal 't niet zonder verwondering lezen en de
ander zal er zjjn bril eens op na wrjjven of 't soms
altemetI Maar toch, waarom zou 't ons verwonderen.
Men houde toch in de eerste plaats in 't oog, dat
werkloosheid niet uitsluitend voor de gezinnen maar
ook voor 't publiek, de gemeenschap nadeelige gevolgen
heeft. Waar 't nu niet steeds goed mogeljjk is om de
werkloosheid te voorkomen, verdient 't daarom niet
minder aanbeveling om al datgene te doen, wat de ge
volgen zou kunnen verzachten.
Hos dat nu van overheidswege te doen?
Grond-idéa is, dat de gemeente een fonds sticht tot
aanmoediging van voorzorgsmaatregelen tegen werkloos
heid, door een bjjslag te gaven bjj de vergoedingen,
welke de vakvereenig ngen aan haar leden uitkeeren.
Hoewel Limoges, Luik en Djjon al eerder in deze
richting werkzaam waren wordt het systeem doorgaans
als het Geutsche stelsel aangeduid. De overheid moedigt
dus aan.
De werkman die in verdiensten is moet beginnen mat
zich tegen de gevolgen van den kwaden tjjd te verzekeren
bjj zjjn vakveresniging. Aangezien de statistiek nog heel
schaarseh is, is het voor deze vereenigingen tamelijk
bezwasrljjk zelf de organisatie daarvan tor hand te nemen.
Bjj gebreke van voldoende gegevens staat voor de groote
moeiljjkheid de premie-betaling. En dangebrek aan
fieancieele draagkracht, als noodwendig gevolg van een
en ander. Alleen met gemeente-steun kan daarrm van
eenig welslagen sprake wezen. Volgens het Gentsehe
stelsel worden de premie's door de vakvereesigingen
geïnd, die in dagen van werkloosheid evenzeer belast
bljjven met de uitkeeringen: Het bestuur van het ge
meentefonds heeft enkel de boeken der vereenigingen te
controleeren en na te gaan of de premie-betaling geregeld
geschiedt. Natuurljjk zullen die deelhebbers, wier beroep
bet meest met werkgebrek te strjjden heeft, het zwaarst
op de fondsen drukken en het meeste risico opleveren.
Da meest-bszwarende factor bljjft de deelname, waarmede
▼oor elk soort van verzekering het geheele welslagen ge
moeid is. Wie in dage» van werkloosheid op eene uit-
keering wil jkunaeujrekenen,] moet ook] geregeld hebben
bjjgedragen.c
En verder«Watljde uitkeering'aangaat, deze zal nooit
hooger kunnen wezen dan de t «slag der vereeniging en
ten hoogste 59 oeu's per dag bedragen gedurende niet
meer dan 60 dagen in 12 maanden tjjd.,Gedurende de
eerste^S dagen wordt niets uitgekeerd, terwijl de werk
loosheid niet bet gevolg] mag wezen van]ziekte, licha
melijke ongeschiktheid, werkstaking of uitsluiting. Zjj,
die op een toeslag aanspraak maken, zjjn "verplicht zich
dageljjks bjj de Arbeidsbeurs aan te ,'melden. Deels is
het voor de Arbeidsbeurs van belang in tjjden van werk
loosheid werkzoekende vakmannen naarfzieh toe te voeren,
maar tevens is het een waarborg dat geen personen, die
reeds werk hebben of niet werken willen,7de uitkearing
vragen.
Het behoeft wol niet gezegd, dat alle welslagen van
deze proef afhangt van de noodige samenwerking en steun
met en van hen, die er het messte belaag bjj hebben.
De Amsterdamsche correspondent van de Prov. Gr. Ct,
schrjjft
«Als men jarenlang de strafzittingen'der Amsterdam
sche rechtbank gevolgd heeft ea men maakt dan een
moord-zaak voor de Alkmaarso'ae ^rechtbank mede, is men
I cht geneigd tot hot maken van allerhande vergelijkingen.
Nu eerst kan ik ten volle waardeeren dat de pnblieke
tribune in onze reohtzaal boven en niet geljjk te Alkmaar
geljjkvloers is. Wanneer het publiek te dezer stede tot de
trnbine in de audiëntiezaal wordt toegelaten passeeren
de mensoaen hoogstens twee geljjk de rijksveldwachters
door een smalle deur en kunnen dan ordeljjk op de voor
hen bestemde banken plaats nemen. Wordt op de een
of andere wjjze de orde ook maar eenigszins verstoord,
dan gaan de lawaaimakers er ooganbl kkeijjk uit óf op
bevel van den president der rechtbank óf op aanwijzing
der rijksveldwachters die hiertoe bjj ons bevoegd zjjn.
Nooit of te nimmer hveft men van deze «studenten-in de
rechten* eanigen last. Te Alkmaar is dit geheel anders
en het grootste gedeelte van de behandeling der zaak
van Eats Z<van, die zjjn fcospss de hersenpan hal ver-
brjjzeld, heb ik niet kannen volgen door de herrie die
op de publieke tribuns fceirsc-hts. Even voordat de zitting
begon stormde het publiek als w lie beesten de voor hsc
gereserveerde ruimte binnen welke onmiddellijk grensde
aan de zitplaatsen voor de vertegenwoordigers der pers.
Er waren voor hst publiek geen zitplaatsen zoodat de
menschen als haringen op elkaar gepakt stonden es
voortdurend drongzn en dnwdea, zoodat er steeds ear.
zekere gisting onder hen heersohte. D? rjjksreli wachters
konden er niets aan doen en of do brigadier telkens al
tot stilte aanmaande, het hielp niet veel. De mensohen
waren en bleven woelig, zoo Jat wjj, Ainat rdammers,
tegen elkaar de opmerking maakten dat onze president
mr. M-.inesz of mr. Wichers Hoeth onder zulke omstan
digheden al lang de zaal had doen onttnimen. Vervol
gens spraken de beklaagden zóó zacht, dat er zoo goed
als niets van te verstaan was en darrbjj was de acoustiek
zoo sleoht, dat het voor ons een wars marteling was era
drageljjk verslag te maken,
In Amsterdam wordt herbaaldeljjk tegen de beklaagden
en getuigen gezegd, dat zjj luid moeten spreken, want
dat andere in de zaal aanwezige personen ook hun ver
klaringen moeten kunnen hooren, doch te Alkmaar niets
hiervan. Daar gaat de president, die zelf ook een zachte
stem heeft evenals de griffier, bljjkbaar van de veronder
stelling uit, dat als de rechtbank de verklaringen unar
hoort, de zaak gepispt is, de rest komt er niet op aan.
Te Amster am leidt de voorzitter der rechtbank da
getnigenverhooren en laat de getuige» verklaren, te
Alkmaar vraagt de voorzitter herhaaldelijk «is 't niet
zoo?* en zegt dan zalf dikwerf wat hjj in de stokken
leest. Daze wjjze van handelen h-eft wol ton gevolge, dat
de zaak beter opschiet, vooral bjj beklaagden of getuigen,
die men de woorden als 't ware uit hun mond most
halen, doch geheel in den haak is 't tooh niet. Tot mjjn
groot genoegen heb ik echter te Alkmaar een humaner
maatregel zian toepassen, die ik te Amsterdam helaas
oog nooit hsb zien gebeuren. Wel is het hier da ge
woonte om in groote zaken den veroordeelde vooraf de
hem toegemeten straf mee te deelen om daarna tot het
voorlezen der overwegingen over te gaan, doch nog nimmer
maakte ik het te dezer stede mede, dat esn ambtenaar
van hat O. M. den beklaagd» den sisch medsdsolde es
eerst daarna zjjn rrquisitoir ging toelichten. D>za m. i.
zeer goede en loffelijke wjjza van optreden van het O. M.
natuurlijk alléót in groote zaken te pas komende
vond ik van het Alkmaarsohe O. M. zeer sympathiek en
van harte hoop ik, dat zjjn collega's bjj het Amsterdam
sche parket zjjn voorbeeld znllen volgen. Ook voor da
pers ia dit van belangme» kan de hoofdzaakde eisoh
wegseinen om dan kalm de toelichting te kunne* volgen.
Bjjzonder te waardeeren te Alkmaar was ook de houding
van den brigadier der rjjks veld wacht, die op zeldzaam
tactvolle wjjze eon dienst had georganiseerd om de tele
grammen der verslaggevers naar het telegraafkantoor te
expedieeren. Kom daar eens in Groot Mokum om 1
De Amsterdamsche correspondent van de Spaarnebode
schrjjft over de huisbazen in de Hoofdstad.
«Eenigszins moet ik, zoo schrjjft hjj, mg nog in het
denkbeeld inwerken, dat «huisbaas* ook al een beroep is.
Wjj, die zonne des komenden Vooruitgang» nog niet in
al hare volheid hebben zien schitteren waren zoo achter-
ljjk, het bszit van eigendommetjes als kapitaalbelegging
te beschouwen, een goede kapitaalbelegging zelfs, daav
de rentestandaard daarvan hooger is dan van solisde
fondsen. Maar dat is niet zoo begrjjpen wjj uit een
circulaire van de vereeniging «Het Eigendomsreoht*.
Huisbaas is 'n vak. De man die een paar huizen bezit,
moet 's Maandags hnnr ophalen. Dat is al een heel
zware arbeid. Dinsdag moet hg bjj juffrouw twee hoog
vóór of Jas drie hoog vóór nog eens terugkomen (die
had eerst nog wat naar Oome Jas moeten brengen vóór
hij hem kon betalen.) Den Woensdag hseft hjj in de
rnimte nosdig, ten eerste om in zijn binnenkamer de
kletspraatjes om «ripperaaie* te verwerken, die bjj bjj
zjjn bewoners moet aaehooren, als rookecda sc'aoor-
iteeaen, tochten, vochtigheid, gescheurd behangsel, verve-
loosheid, stroeve sloten, gebroken ruiten enz., ferwjjl
hjj bovendien nog naar «Eigendomsrecht* moet loopen,
om de namen der huurders op te geren, die »'a briefje*
moeten hebbes omdat zjj een week ten achteren zjjn.
Dat da man de vier volgende dagen van de week wel
noodig heelt om tegoa den nieuwen Maandag weer frisch
te zjja, dat er dus geen sprake van is, dat hjj in zjjn
reeds beperkten vrjjen tjjd nog andere werkzaamheden
zou kunnen verrichten om in de nooden van hem en
zjjn gezin ts voorzien, spreekt van zslf. En dan moet je
soms nog je gal opeten bjj het slechte potje bier dat js
bjj nitzondenng eens in een café ohaatant drinkt, als je
een komiekeling hoort zingen
Men moet leven en laten leven,
Zelden dat een huisbaas 't kent,
Want die 't hart op de rechte plaats draagt,
Dat zjjn hoogstens twee procent.
Hoe langer ik er over nadenk, des te beter bagrjjp ik
de dezer dagen verspreide circulaire van de vereeniging
«Het Eigendomsrecht*. In den nood der huisbazen moet
worden voorzien. Geef maar, geef spoedig. Och neen,
giften zjjn ook niet noodzakeljjk. Da vereen'ging weet
er wat anders op. Ea dan denk ik aa» de woorden,
waarmee o»s raadslid Vliegen 14 dagen geleden zjja
rede voor de mopperende braadwachts en ge.n8snto-
warkliedeu besloot: »Wo zullen ovarwinoe», goedschiks
als het kas, kwaadschiks als 't moet, maar injelk geval
Ook de huisbazen gaan staken, staken met 't verharen,
als hun loon niet w >rdt verhoogd. De Woningwet is er
ds schuld er van. Woninger aio niet aan zekere hyg:ë-
rische eischen voldoen, mogen niet mezr worden verhaard.
Dj kosten zjjn hroge gewordon, d inkomsten gedaald.
Daarom moetea en zullen de huizes ie Amsterdam wor
den opgeslagen, ter.in ns a de haren vsn die huizen die
ie's met do Woaitgsret zouden kannen heblen te maken
gafead*.
«Hugo« de Aassterdaasschc briefschrijver van de
Leeuwarder Ct. schrgft
Een jeugdig ambtenaar aan een der gasfabrieken, de
heer Montague, is onlangs door den directeur ontslagen,
omdat hjj geld leende aan zjjn mede-ambtenaren. De
zaak is wereldkundig geworden, de bladen hebben er
over geschreven en spoedig zal ook deze quaestie wel
breedvoerig in den gemeenteraad ter sprake komen.
Ik heb bjj volkomen betrouwbare personen inlichtingen
ingewonnen.
Aan de leden van den Raad is dezer dagen over de
quaestie-Montagne een adres verzonden.
De bewoordingen van dat adres, waarin een tiental
vereenigingen van ambtenaren den Raad verzoeken,
den heer Montagne in een of anderen tak van gemeente
dienst weer een plaats te vorleanen, zgn zeer betameljjk.
En naar ik thans verneem, is met onzet vermeden een
al te schril licht op deze ontslagquaestie te doen vallen.
In de Raadszitting, waar de zaak ter tafel komt, zullen