No. 402.
Honderd en negende jaargang.
1907
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Prijs der gewent advertentie
WOENSDAG
1 MEI
Hinderwet.
Plaatselijke Belastingen.
Honderd jaren geleden
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheeie Kijk f S,-—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoomtnwwter 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h, HEKMs. COSTER ZOON, Voordam O 9.
ALKMAARSCIfE COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaah
brengen ter algemeene kennis, dat in het gemeenteblad
van Alkmaar, Ne. 216, is opgenomen het beslnit van
den Raad dier gemeente Tan 8 Apr 1 11. waarbij is vast
gesteld 66B6
Terordening, houdende geldigverklaring
van verordeningen, tegen welker overtreding
straf Is bedreigd,
welke verordening, heden afgekondigd, voor een ieder,
gedurende drie maanden, ter lezing is sedergelegd ter
gemeente-secretarie es aldaar tegen betaling van f 0.07
in afdruk is verkrjjgbaar gesteld.
Bargemeester ec Wethouders voornoemd,
Alkmaar G. RIPPING, Voorzitter.
25 April 1907. DONATH Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaa
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de^meento-
secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende
▼erzoek met bjjlagen van den heer J. M. GROOT te
Zuid- en Noord-Schermer om vergunning ftvbet
oprichten van een S 1 a c h t e r jj, een V 1 e e s c h -
r o o k e r jj en een Vetsmelterjj in het perceel
Achterstraat, Wjjk B No. 31.
Bezwaren tegen deze oprichting kannen worden ingediend
ten raadhnize dezer gemeente, mondeling op Maandag
13 Mei e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk
vóór of op dien tjjd. Gedurende drie dagen vóór ge-
melden dag kan de vertoeker en hij, die bezwaren beeft
ingebraebt, op de secretarie dezer gemeente van de
terzake ingekomen schrifturen kennis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
29 April 1937. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, nat bet primitief kohier
van den hoofdei)]ken omslag, dienst 1907,
door den gemeenteraad vastgesteld dan lOen April 1.1. en
door de Gedepnteerde Staten goetgekenrd den 24 m April
d.tr.r., heden aan den gemeente-ontvanger ter invordering
is nitgereikt en gedurende vjjf maanden op de secretarie
in afsohrift voor een ieder ter inzage is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen op ongez9geld
papier worden ingediend binnen drie maanden na den
dag der uitreiking van de aanslagbiljetten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
29 April 1907. DONATH, Secretaris.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar
brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad No, 22) ter kennis der ingezetenen, dat
bjj hem ingekomen en aan den ontvangsr der Rjjks
directe belastingen binnen dsze gemeente ter invordering
ii overgegeven
het kohier der personeele belasting No. 8 voor het
dienstjaar 1907, executoir verklaard door den Directenr
leefden onze ouders en grootouders in den z.g.n. „f?an-
sohen tgd'' en wel in de eerste periode daarvan, toen zjj
nog geen onderdanen waren van den fransehen keizer
Napoleon, maar door diens wil aan hun hoofd gesteld was
zgn broeder Lodewgk, als Koning van Holland,
Den 13 Jaai, 1806 dus 5 dagen vóór den intocht van den
nieuwen Souverein te 's Gravenhage, schreef mr. Hendrik
van Stralen, secretaris van staat voor de binaenlandsohe
zaken, aan regeeringspersonen te Dordrecht, Amsterdam,
Leiden, Rotterdam en Alkmaar, dat het hem na een ge
sprek met den admiraal Verhuell nuttig en voordeeüg
voorkwam, dat de Koning bjj zjjae aankomst door com
mission namens genoemde steden gecomplimenteerd werd;
de juiste tgd was nog niet te bepalen, maar kwam de
commissie in den avond van don 18, dan zon zulks,tjjdig
genoeg tjjn het costuum voor de leden zou zgn zwarte
rok en degen.
Da wethouder mr. Dirk Rooleouw l'Ep'e deelde den
16 zoodanig bjj hem ontvangen schrjjven in besloten
raadsvergadering mede, waarop goedgevonden en vervol
gens in open zitting bevestigd werd, om door de hoeren
mr. G. Fontein Vernohnir en l'Epie, vergezeld van den
secretaris mr. H, J. van da Graaff, den Koning met zjjno
komst tot den troon te doen gr.lakweaBchen.
In eene buitengewone vergadering op Zondag 29 Juni
bracht deze, den 25 hier teruggekeerde, comm ssie verslag
over hare zending uit. Op denzelfden dag als de Koning
in den Haag gekomen, had zjj aldaar de gedeputeerden
van verscheidene andere steden gevonden en met dezen
overlegd om alles op gelyken voet en da meest plechtige
wjjze te verrichten. Wegens de audiëntie der leden van
deStaten-Generaal en andere collegiën, kon zjj eerst den
21 bjj den Koning toegelaten worden. Met de gedepu
teerden van Dordrecht en Leiden toog zjj toen in 6
koetsen, wederzjjds begrleid door de knechten en dcor de
boden der steden met ongedekte hoofden voorafgegaan,
naar het Hnis in 't Bosoh, waar elke deputatie afzon
derlijk door den minister Gogel aau Z. M. voorgesteld
werd.
De woordvoerder onzer stad sprak de hoop nit, dat
het zoolang door omwenteling en partjjachsppen ver
scheurde veder land onder 's Konings bestuur tot rust en
herstel zou komenverzekerde, dat de hollaadscho natie
zeer gevoelig en erkenteljjk zou zgn voor hetgeen do
Vorst voor haar welzjjn mocht doen, en beval de stad,
dia wegens hare ligging zoozeer geleden had door de ge
beurteniBBen der laatste jaren, in de bjjzondere bescher-
der directe belastingen in Noordholksd te Amsterdam
den 29 April 1907;
dat ieder verplicht is zjjn aanslag, op den bjj de Wet
bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de term ga
van zss weken binnen welken daartegen bezwaar
schriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het Plaatseljjk Bestaar,
Alkmaar, voornoemd,
30 April 1907. G. RIPPING.
Alkmaar, 1 Mei.
Er heeft thans op Duitsch grondgebied een proces
plaats dat niet nalaten zal in het Duitsche
bladenwoud een menigvuldige echo te voorschijn te
roepen; niet zoozeer omdat dit proces op zich zelf van
zoo bijzonder groot gewicht mag worden genoemd,
dan wel, wijl het als symptoom belangrijk is. Het
is in elk geval belangrijk genoeg, om er de aan
dacht op te vestigen. Tot juist begrip zal het voor
Nederlandsche lezers evenwel noodig zijn een klein
stukje Duitsche beschavingsgeschiedenis vooraf te
laten gaan.
Zooals men weet verstaat de Duitscher onder
„Ostmarken* de grenslanden van Duitschland nabij
Polen en Rusland, welke ten deele, en met name
Posen en West-Pruisen, door Polen bewoond waren.
De Duitschers en de Polen in die streken kunnen
slecht met elkaar opschieten. De laatsten willen
zooveel mogelijk hun oude zeden en gewoonten
handhaven, terwijl de eersten er op uit zijn, hen
Duitschers te maken. Er wordt al sedert jaren een
vinnige strijd gevoerd en de ijzeren Kanselier spoorde
zijn landgenooten reeds aan even eensgezind op te
treden als de Polen. Bovendien gaf hij hun den
den raad, „de speer van vooruitgang evengoed als
die der reactie op te heffen tegen het Poolsche
gevaar." In den loop der jaren zijn dergelijke
raadgevingen dikwijls herhaald, zoo door den Keizer
als door von Biilow. De Duitscher is echter in
sommige opzichten een onverdrageljjk wezen en de
Polen ondervinden dat aan den lijve. Doch de
Polen zijn halstarrig. Wij herinneren slechts aan
het feit, dat er natuurlijk op aanstichting hunner
ouders op dit oogenblik 19000 Poolsche school
kinderen in de provincie Posen staken, om op te
komen tegen het verplichte Duitsche godsdienst
onderwijs. De Poolsche beweging is dan ook zeer
krachtig en van Duitsche zjjde wordt al het moge
lijke gedaan om haar den kop in te drukken. Er
is een vereeniging opgericht de „Deutsche Ostmar-
kenverein" welke zich ten doel stelt in deze streken
den Duitschers te hulp te komen, door Duitsche
opvattingen daar te verbreiden, de Duitsche bevol
king te vermeerderen, haar economisch sterker te
maken, en vooral door op te treden tegen de Pool
sche pers en het Duitsche godsdienstonderricht en
onderwijs krachtig te bevorderen. Dit geheele op-
«wtdBBiiaW
naisg des Koaisge. Deze betuigde in zgn antwoord zgn
zekere voornemen om op alle mogelgke wjjze het gelnk
van Land en volk, en bgzorder der inwoners van Noord
holland en Alkmaar te bsïordersn. Hg trad in gerprek
met iede: der leden en informeerde naar de bronnen van
bestaan. Dewjjl de leden dies dag niet bjj de Koningin
kossdea toegelaten worden, verlieten zjj het paleis op
dezelfde wjjze als zjj gekomen waren, na door den minister
Gogel verzoc t te zgn de residentie nog niet te verl 'ten.
D:n volgenden dag berichtte de minister v. d. Goes,
als ceremoniemeester a.i., dat de Koning den president
der deputatie den 23 ton hove ter middagmaal verlangde,
de andere leden der commiss ëa, op 's Konings la<t, in
do zaal boven de franaoho comedie de gasten dor ministers
v. d. Goes en Gogel, en de secretarissen in hetHöielvan
het onde Hof die van don seur taris-generaal Haltman
zouden zjje, Ook ontvingen de commissiën toegangs
bewijzen voor de aan de maal'jjden vooraf te gaue ba-
ëed'ging der States-Generaal, in dezer tot troonzaal
ingerichte vergaderzaal. Bjj het diner ten hove had da
pres dunt herhaalde reizen gelegenheid gehad zich met
den Koning in besprek te begeven, en was lrg ook aan
de Koningin voorgesteld. Den 24 begaven de leJen met
de gedeputeerden van Dordrecht z ch weder naar het
pale s, om hu&ne opwachting bjj de Koningin te maken,
maar dewijl deze audiëntie ïemge da.,en werd uitges eld,
bsslo'eu zjj hna kostbaar verbljjf in de hofstad s et nog
meer te verlengsa, en vergenoegden zjj zioh hunne samen
schriftelijk door een der giootkamerneeran te dosa op
goten, nalat hun verzekerd was, dat zulks evenzeer vol
doende en aangenaam zou zgn. Zjj hadden voorts de
gelegenheid benuttigd om mot de gecommitteerden der
andere stodsn o.er da onderlinge belangen te overleggen
en gemeens zaak te maken. Al het door hsn verrichte
werd door dan Raad met dankzegging geapproberrd.
Aan reiskosten en vertering had deze eerste kennis
making met hst Koningschap de stad f 365 6 8 gekost.
II.
In eene op Zrndag den 19 April 1807 belegde buiten
gewone Raadsvergadering deelde de voorzitter W, A.
Boon mede, den vorigen avond van den ooimiasaris der
postergen Guchery, die door de stad n&ar den Helder
ging, vq".nomen te hebban, dat de Koning den 20 of 21
herwaarts zon komen; en dat bjj daarvan kennis had
gegeven aan da vroeger door den Raad tot het maken
van arrangementen benoemde oommissie (de heeren Fon
tein. Versohuir, de Lrches en van Foreest van Petten),
welke dadsljjk hare werkzaamheden had aangevangen.
De Tergaierisg kaarde het door hem verrichte goed en
treden wordt door de Polen „hakatistisch" genoemd.
Het lijkt een vreemd woord en het is dit inderdaad
ook, maar het is meer nieuw dan vreemd en het
is een eigenaardig voorbeeld van woordvorming.
De drie stichters van bovenstaande vereeniging zijn
13.1. Hacsemann, Kennemann en Tiedemann.
Naar de beginletters van de namen van deze drie
personen noemen de Polen deze vereeniging H.K.T-
vereeniging, de leden werden langzamerhand Haka-
tisten genoemd en hun optreden „hakatistisch".
Niet alleen particuliere personen willen den Duit
schers in de Ostmarken te hulp komen. Ook de
regeering tracht dat te doen en wel door bevorde
ring van wat men zou kunnen noemen binnenland-
sehe kolonisatie, daaronder evenwel geheel iets
anders verstaande dan onze landgenoot dr. van
Eeden, die dezer dagen weer een droevige en tevens
kostbare ervaring rijker is geworden. De regeering
heeft een bedrag van 1.200.000 gulden ter beschik
king gesteld, dat aangewend moet worden voor het
koopen van Poolsche bezittingen in West-Pruisen
en Posen en door kolonisatie van Duitsche boeren,
handwerkslieden en arbeiders daar eenerzijds wel
vaart te brengen, anderzijds er het Duitsche element
te versterken. Het fonds wordt beheerd door een
koninklijke commissie. Het spreekt wel van zelf
dat die commissie dikwijls voor moeieljjkheden staat
maar zij weet uitstekend te klagen, gelijk haar
jaarverslagen getuigen.
Hoofdzakelijk stuit het streven, dat hierboven is
geschetst, op het winstbejag van sommige Duitschers.
Goethe mocht zingen „Die Deutschen sind recht
gute Leut," en andere dichters mogen de Deutsche
Treue loven er zijn ook Duitschers die niet zoo
bijzonder goed zijn, die weinig geven om Duitsche
trouw, en meer voelen voor hun portemonnaie dan
voor het lieve vaderland. Zij trachten zich ten koste
van het vaderland te verrijken, wanneer zij in de
Ostmarken groote bezittingen hebben en deze
willen of moeten verkoopen, door aan de commissie
te zeggen, dat er een hoog bod door Polen op hun
eigendom is gedaan, zoodat de commissie genood
zaakt is nog meer te betalen. Ook komt het voor,
dat zij zich leenen tot strooman van Polen, door
een bezitting op hun naam, maar inderdaad als
tusschenpersoon voor een of meer Polen te koopen.
Dat zijn wel de ergste feiten, die voorkomen en
waarover af en toe in de Duitsche pers geweldige
artikelen, blakend van Duitsche dit's en Duitsche
dat's verschjjnen, zoodra er weer eenige nieuwe
bijzonderheden bekend worden. Zooals dit thans
het geval is bij het proces, waarover wij het heden
willen hebben.
Het wordt gevoerd in Schneidemuhl en terecht
staan Martin Biedermann men zou niet donken,
dat de drager van dezen gezelligen Duitschen naam
machtigde de comm'ssie opnieuw, haar opdragende namens
den Raad den Koning bniten de poort te gemoet te
gaan, den sleutel aan to bieden en hem naar het stads
huis te geleiden om aldaar door den Raad te worden
ontvangen.
Den 20 kwam de schntterjj, daartoe gelast, reeds des
morgens te 7 nar in de wapenen, maar toen niets bleek
van de verwachte komst des Konings, kreeg zjj met dee
middag verlof tot den volgeeden dag uiteen te gaan.
Ook de opgekomen gecommitteerden nit de kerkgenoot
schappen scheidien.
Den 21 onmng de voorzitter der kamer van wethou
ders eene missive, ten geleide van een extract nit het
verba 1 van het verhandelde bjj den minister des Konings,
d.d. 20 April, houdende kennisgeving aan wethouders
van Haarlem en Alkmaar en het gemeentebestuur van
Huisduinen en den Helder, dat Z. M. voornemens was
den 21 te Haarlem ea den 22 te Alkmaar en aan den
Helder te komen, met aanschrjjvmg zich gereed te bonden
om H. D. te recipiësrenen alle politieke en kerkeljjke
oollegiën te waarschuwen ten einde, bjjaldien Z. M, zulks
verlangde, hunne opwachting te komen maken. Na de
ontvangst van deze tjjdiag vernam de voorzitter ook van
den prefeot van het paleis, met zgn adjunct in dt stad
gekomen om de noodige to-bereidsslsn voor de ontvangst
des Konings te maken, dat deze raeds van Haarlem
herwaarts op weg was en hier den nacat zou doorbrengen.
Ter karnsr gaf do voorzitter van een en ander kennis,
en tevens dat hg de noodige mededeelt»g had gedaas aan
de door den Raad gecommitteerde leden de Loches en
van Foreest [de heer Vorschuir was wegens de vergade
ring van den landbouw absent] en da politieke es ker
kelgke collegiën.
In eene vervolgen) gehouden buitengewone vergadering
van den Raad werd ook deze op de hoogte gebracht, en
bericht, dat da bs.de gecommitteerden den beer schepen
Moindert Monsieur die het fraaie huis nabjj het
stadshuis bewoonde*), bareid had bevonden den Koning
ten zijnent te ontvangen, en dat es-se uitgezochte eere-
wacht (van 100 man) voor dat huis zou worden geplaatst
dat de gecommitteerden ook bezig waren met het aan
wjjzon van logementen voor 's Konings gevolgdat een
aantal vrjjwillige» onder commando van een officier der
burgerwacht bjj 'e Konings aankomst het geschut van
de Willen zou lossen dat de commissie ook gezorgd had
voor hes bespelen der klokken, es, mocht Z. M. de
Groote kerk bezoeken, van het orgel, oa eindeljjk dat
de leden van de fabricage zich belast hadden om order
te stellen voor het illumineeran van het stadshuis en
een gevreesd Poolsch agitator is een eigenaar
van een bankinstelling, de Polenbank, welke zooveel
mogelijk grondbezit in Poolsche handen wil spelen,
en een Duitsch rentenier uit Breslau, Reinhold von
Riesen. Het vorige jaar geraakte een groot-grond
bezitter, KlövekornSchönwerder in geldelijke
moeielijkheden. Hij kon zijn bezitting verkoopen
voor 350.000 mark aan drie Polen, maar hij ver
kocht haar onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat zij
Duitsch bezit zou blijven aan Riesen voor 325.000
mark. Eenige dagen later bleek dat de koopman
slechts een strooman was van Biedermann, die de
bezitting intusschen reeds voor 367.000 mark ver
kocht had aan een Pool. De beide genoemde personen
werden aangeklaagd en ervan beschuldigd, dat zij
valsche mededeelingen hebben gedaan en daardoor
het vermogen van Klövekorn hebben benadeeld
met een bedrag van 25.000 mark.
Het is misschien niet overbodig ter kenschetsing
van den persoon van Biedermann te vermelden,
dat hij op de vraag van den president, of hij ver
mogend was, antwoordde, niet precies te weten,
hoeveel hij bezit, maar dat hij de grootste belasting
betaler in Polen is en jaarlijks meer dan 30.000
mark aan belasting betaaldt
Yon Riesen verklaarde wel te weten dat Bieder
mann voornamelijk door den aankoop van land goe
deren het Poolsche grootgrondbezit steunde en der
halve het streven van de kolonisatie-commissie tegen
werkte. „En des ondanks had ge er niet het minste
bezwaar tegen u in zjjn dienst te begeven, gij die
toch een Duitscher zjjt?" vroeg de president, op
welke vraag het nuchtere antwoord kwam „Neen,
heelemaal niet, ik doe niet aan politiek!", waarop
de president weer snedig zeide„Maar Biedermann
des te meer".
Biedermann verklaarde als Pool het zijn plicht te
achten het Poolsche grondbezit te vermeerderen.
Dat dit niet zoo heel moeielijk is, blijkt wel uit
zjjn erklaring
„Ik wou dat ik de millioenen maar had om al
de Duitsche bezittingen te koopen, welke mij worden
aangeboden.
„Er komen Duitsche heeren van rang en stand bjj
mij, die hunne bezitting willen verkoopen, echter
onder voorwaarde, dat ik mij achter Duitsche per
sonen verschuil. En ik behoef me tot zulke stroo-
mannen niet te wenden, ook die komen geheel uit
zich zelf tot mjj. Dagelijks melden zich Duitsche
heeren voor dat doel bjj mjj aan."
Biedermann noemde een aantal van die personen,
dragers van klinkende namen. Zelfs een neef van
een oud minister van spoorwegen von Thieln noemde
hjj, die in officiersuniform bjj hem was gekomen,
om zich aan te bieden als strooman
Dat zijn ernstige feiten, waarvan de onthulling
van den waagtoren.
't Werd half vjjf eer h&t kanon van het Groote bolwerk
en de klokken deden hooren, dat de verwachte op het
gebied der stad gekomen was. De heeren de Loches en
v. Foreest met den secretaris v. d. Graaff, voorafgegaan
door 2 boden en vorgezeld door een detachement ge
wapende burgers, waren dien bniten de Kennemerpoort
tegemoet getreden, en boden, bjj monde van den eerste,
op een zilveren schenkbord dc stadssleulels aan, welke
in minzame bewoordingen werden teruggegeven. De heer
de Loches had in zjjne toespraak doen uitkomen, dat de
weinig beschikbare tgd verhinderd had den Vorst waar
diger te ontvangen, maar dat de hartelijkheid daar niet
minder om zou zgn. Door de reien der van de poort af
geschaarde burgermacht werd de Koning naar zjjn loge
ment geleid, en daarop is buitengewone raadszitting
door de commissie verslag van hare verrichting gegeven.
Toen de adjunct-prefect van het paleis had aangekondigd,
dat Z. M. gereed was om des Raad te ontvangen, begaf
deze zich met zjjne 3 secretarissen en voorafgegaan door
de boden naar 'e Konings verbfjjf. Da heer Rokeuw
'1 Epie voerde als tjjdeljjk voorzitter het woord. Hg
begroette dc.n Vorst namens den Raad en da burgerjj,
welke zgn bezoek ten zeerBti waardeerder, en 's Hemels
zegeningen inriepen over den Koning, de Konhgin en
hunne kinderen; beval de stad en hare iswone s,alsook
geheel Noordholland in Zr. Ms. gunst'g aandenken, en
verzocht de kortheid zij aar toespraak te verschoonen
terwiile van zgn ouderdom, dewgl hg juist dies dag zgn
74e jaar inging. Vriendeljjk antwoordde de Koning en
sprak bjj met ieder der leden. Vervolgens werden toegelaten
da hoofdoffic er, de schapenen, de politieke $n kerkeljjka
ambtenaren en eolleg ën en de officieren der burgermacht.
Daarna bezichtigde da Koning, vergezeld van de raads
leden, de Groote kerk onder orgelmuziek, en het stads
huis, onder aanhoudend gejuich van „lang leve onze
Koning I" terugkeerende naar zgn hötel, om het in allergl
gereedgemaakte middagmaal te nemen, waartos ook de
tgdeljjke raadsvoorzitter was genooiigd.
Da hooge bezosker, die tot 2 uur in den nacht werk
zaam bleef, zal wel gsan lust gehad hebban om de ver
lichting van het stadshuis en dan Waagtoren, te be
schouwen, maar da leden van den Raad hervatten nog
hunne buitengewone zitting, waarin benoorljjk hot dien
dag voorgevallene werd te boek gesteld.
(Wo dt vervolgd).
Van ouds het Moriaanshoofd, in April 1803 door hem
voor f 4200 gekocht, nadat het een paar jaren gediend
had tot zetel van het departementaal bestuur van Texel.