Honderd en negende jaargang.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 106.
1907.
Uitloting.
Deze Courant wordt eiken avcndbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 9,80franco door het geheeie Rijk f
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewene advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. OOSTER ZOONVoor dam O 9.
MAANDAG
6 MEI.
HINDERWET.
BINNENLAND,
Uit Hof- en Hoofdstad.
Telefoonnummer 3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar,
Gelet op artikel 8 alinea 2 der Hinderwet
Overwegende, dat eene beslissing op het verzoek van
de firma G. TERHAAK tot het uitbreiden van hare
koek- en biscuitfabriek niet binnen den in genoemd
art'kel bepaalden tijd zal kunnen worden genomen,
omdat deze zaak nog niet voldoende is voorbereid
Besluiten
de beslissing te verdagen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
4 Mei 1907. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bjj de
heden gehouden ultlotlng van obligaties in de
geldleeningen ten laste dier gemeente, aangegaan krach
tens raadsbesluit van
1. 29 Juli 1892, No. 1, goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Noordholland bjj besluit van 3 Augustus
d. a. v., No. 14, zjjn getrokken de Bis. 12, IA,
33, ei 91. (3J pet. leening)
2. 18 Januari 1893, No. 2, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten van Noordholland bjj besluit van 25
Januari d, a. v., No. 14, zjjn getrokken de Bis 4,
29, A9, ïl, *9, 106, 127, 14», 148,
19» en 203. (S'/j pet. leening);
3. 9 October 189A, No, 27, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten van Noordholland bjj besluit van 16
October d. a. v., No. 45, zjjn getrokken de MTs. 39
en 31, (3 pcf. leening)
4. 1 Maart 1899, No. 3, goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Noordholland bg besluit van 22 Maart
d. a. No. 56, zjjn getrokken de Ws. 33 en 6A.
(81/, pet. laening)
5. 30 Mei 1900, No. 4, goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Noordholland bg besluit van 6 Juni 1900,
No. 38, zgn getrokken de Ms, 20 en 3A, (4 pot.
leening)
6. 16 April 1902, No. 4, goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Noordholland bg besluit van 7 Mei d. a. v.,
No. 15, zgn getrokken de Hs. 24 en 4». (31/, pet,
leening)
Welke obligaties, waarvan die van de leeningen
sub 1, 2, 4 en 6 ieder groot duizend gulden en die van
de leeningen sub 3 en 5, ieder groot vijf honderd gulden
met de onversohenen coupons ten kantore van den
Gemeente ontvanger te Alkmaar of de Ka*vereeniging te
Amsterdam ter betaling aasgeboden kunnen worden, die
van de leeningen sub 1 en 2 genoemd, op of na 1 October
1907, die van de leeningen sub 36 genoemd, op of na
1 November 1907, van welke dagen zij geene rente meer
afwerpen.
Van de in 1906 uitgelote obligaties der leeningen ge
noemd sub 2 en sub 3 hierboven zgn roep. de Ns. 24
en ÏO nog niet ter aflossing aangeboden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
2 Mei 1907. DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 6 Mei.
België mag zich sedert eenige dagen gelukkig
prijzen in het bezit van een ministerie. Als de
zaken voorspoedig gaan, als de parlementaire machine
geregeld loopt, merkt men niet veel van het voor
recht van een ministerie te bezitten. Hoe groot dit
voorrecht wel is, big kt eigenlijk eerst recht, wan
neer men een nieuw moet hebben en niet weet, waar
het weg moet komen. Het gaat met een goed mi
nisterie als met een goede gezondheid: als men ze
mist leert men ze eerst naar waarde schatten.
Het Belgische kabinet dat zich waarschijnlijk
morgen aan de Kamer zal voorstellen is gauwer
tot stand gekomen, dan men gedacht had. Nauwe
lijks was Koning Leopold terug van zgn Belgische
reis waarvan het doel nog steeds onbekend is
of de heer de Trooz kon hem een ministerie
aanbieden. De Koning scheen nogal te vreden over
het resultaat van de onvermoeide pogingen van den
kabinetsformateur, die na afloop van de audiëntie
in een restaurant, een maaltijd aanbood aan zijn
collega's de uitverkorenen, die hij naar een
zekeren ondergang leidt, merkt een der bladen on
deugend op. Trouwens het ontbreekt niet aan
ondeugende opmerkingen. Zoo deelt een blad mede
dat twee der ministers op 3 December geboren zijn
en het voegt hieraan toe„die dubbele ministerieele
verjaardag zal zeker een heele feestelijkheid wor
den tenzij het ministerie den 3den December
reeds vermoord, begraven en vergeten, is."
Eenige andere ministers zijn in Augustus geboren,
dat kan dus een maand van familiefeestjes worden,
aldus een andere opmerking, „maar... de maand
Augustus is nog zoover weg."
Het kabinet van den heer de Trooz is op een na
het dwaaste, dat België ooit gehad heeft, roept een
blad uit, hetwelk in het ministerie Northomb het
allerdwaaste ziet. Northomb wij kennen hem in
ons land vooral als een fèl oppositie-lid tegen onze
regeering en uitgever van het (liberale) blad
Courrier des Pays Bas heeft in 4843 een ge
matigd clericaal kabinet gevormd, waaruit achter
eenvolgens verschillende leden wegliepen, zoodat hij
op den dag van de ontslagaanvrage van het minis
terie geheel alleen aan de regeering was Voorwaar,
geen veelbelovende vergelijking voor het kabinet
de Trooz dat men spottend reeds een „ministèr
de trop", een kabinet dat te veel is, noemt. Een
ander zegt, dat het ministerie spoedig moet ver
dampen, omdat de heer de Trooz water en vuur
bij elkaar heeft gebracht. En een derde neemt uit
elk der namen van de ministers een letter en krijgt
dan jDurera peu, het zal niet lang aanblijven
Een lang leven geeft men en die „men" is
de linkerzijde het nieuwste kabinet niet. De
rechterzijde is natuurlijk hoopvoller gestemd. Zij
begroet het ministerie als een clericaal concentratie
kabinet. Zij juicht het toe, dat de katholieken,
sedert eenigen tijd marcheerend in gescheiden
colonnes, thans weer gezamenlijk zullen kunnen
optreden. Zij ziet in het kabinet de uitdrukking
van het „bloc" van alle katholieken. Dit alles blijkt
uit de volgende zinsnede, ontleend aan een artikel
van een Belgisch katholiek blad
„Tegenover de toenemende verdeeldheid der anti-
„clericalen, hebben wij een regiem van meer een-
„heid in onze rangen tot stand gebrachtwij vormen
„nu één leger en zijn niet langer twee vleugels.
„Hand in hand gaan wij de toekomst tegemoet
„en met de democratie in de gelederen, instee van
„in de reserve, is het katholieke leger een macht,
„die nog lange jaren het vaandel onzer partij zege
vierend zal doen wapperen in het vrijheidslievende
„Belgie."
De tijd zal leeren wie gelijk krijgt. En misschien
is dit reeds spoedig beslist. Het zou ons geenszins
verwonderen, als reeds morgen werd uitgemaakt,
of het ministerie al dan niet levensvatbaarheid
bezit. In afwachting daarvan, laten we hier eenige
bijzonderheden omtrent de ministers volgen, waaruit
blijkt dat ze vogels van diverse politieke pluimage
zijn.
De minister-president, de heer Julius de Trooz
is een vijftigjarige. Het merkwaardigste van dezen
man is, dat hij geen academische opleiding heeft
genoten, en zelfs geen enkele diploma bezit. Het
geen hem evenwel niet heeft verhinderd een bekend
partijleider en zelfs minister van onderwijs te worden.
In 1889 werd hij voor het eerst als Kamerlid ge
kozen en telkens zag hij zijn mandaat hernieuwd.
Tien jaar later werd hij in het kabinet-Smet de
Naeyer, minister van binnenlandsche zaken en open
baar onderwijs. Hij staat bekend als een zeer ge
matigd man, die liever buigt dan breekt. De nieuwe
minister van financiën, Julius Liebaert is eveneens
oud-minister. Nadat hij, die 59 jaar telt, vijf jaar
Kamerlid geweest was, werd hem in 1895 de por
tefeuille van binnenlandsche zaken aangeboden in
het eerste ministerie-Smet de Naeyer. Hij weigerde
evenwel, naar sommigen beweren omdat hij het met
den nieuwen minister-president niet kon vinden,
volgens anderen, omdat hij zeer nauw betrokken
was bij financieele ondernemingen, welke hij niet
in den steek wilde laten. In 1899 werd hij in het
kabinet-Peereboom minister van financiën, viel het
zelfde jaar met dat ministerie, werd kort daarop
in het kabinet-Smet de Naeyer minister van nijver
heid en arbeid en tijdelijk van spoorwegen. Het
volgende jaar ging hij tot „spoorwegen" over. Als
zoodanig heeft hij zich niet erg bemind gemaakt.
Het is voor hem te hopen, dat hij met „financiën"
gelukkiger is.
Een nieuweling is de heer Julius Davignon, mi
nister van buitenlandsche zaken. Hij heeft, evenals
de heer de Trooz, geen enkele schriftelijke bevoegd
heid verworven. Zijn politieke loopbaan is hij be
gonnen als senator, doch toen hij in 1900 werd
gekozen tot lid van den senaat en van de Kamer,
en dus de keuze aan hem was, aanvaardde hij het
Kamerlidmaatschap. Men weet niet wat men als
minister aan hem zal hebben. Toen de kabinets
formateur hem uitgenoodigd had tot een bijeenkomst,
moet hij tegen een vriend gezegd hebben: „Als ik
zeker weet dat hij mij een portefeuille wil aanbieden,
ging ik weg, zonder te zeggen waarheen." Waaruit
volgt dat hij bet baantje niet heeft begeerd.
Minister van justitie is de heer Julius Renkin
men ziet dat het ministerie rijk aan Juliussen
is. Deze vierde Julius is de Benjamin onder de
ministers 44 jaar nog maar. Sedert 1896 is hij
kamerlid, zéér democratisch.
Baron Eduard Descamps-David, minister van weten
schappen en kunsten, werd in 1847 geboren. Hij
was hoogleeraar aan de katholieke universiteit, en
vertegenwoordiger van België op buitenlandsche
congressen. Hij is een man van veel kennis en
van veel lintjes.
Tusschen hem en den nieuwen minister van spoor
wegen is het verschil groot.
De laatste, de heer Helleputte, is een door de
wol geverfde democraat, hardnekkig bestrijder van
de regeeringspolitiek inzake de Kongokwesie, het
vraagstuk van de vesting Antwerpen en de arbeids-
kwestie. Een dergelijk politicus kan natuurlijk niet
de man zijn, die de koning zich bij voorkeur zou
wenschen. Meer ingenomen zal Z. M, zijn met
DescampsDavids, staatsminister van den Kongo-
staat, maar ook met den heer Delbeke, den minister
van openbare werken, die op persoonlijk verlangen
van den koning moet zijn benoemd. Hij is een
schatrijk Antwerpenaar, die liever in zgn eigen
woning, welke een waar antiqiteiten-museum moet
zijn, bleef, dan dat hij te Brussel ging wonen. Zooals
men een student, die in een andere plaats dan de
academiestad woont en dagelijks met den trein
reist, een spoorstudent noemt, zou men den heer
Delbeke gevoegelijk een „spoorminister" kunnen
noemen.
De minister van oorlog generaal Hellebaut is de
vader van de reorganisatie der artillerie. Hij is een
sympathiek figuur, die in het leger zeer gezien is.
Yan den minister van nijverheid en arbeid den
heerfHubert is alleen bekend, dat hij een geboren
Waal is.
Men vindt onder de nieuwe ministers zéér vooruit
strevende, maar ook zéér behoudsgezinden elementen,
vrijhandel zoowel als protectie bezitten er hun aan
hangers kortom, het is een gemengd clericaa1
kabinet.
Vakonderwijs aan gevangenen.
De commissie door de algemeene vergadering van
het Ned. Gen. tot zedelijke verbetering van Gevangenen
in 1904 benoemd om eea onderzoek in te stellen naar
de regeling van den gevangenisarbeid, meent de hier
volgende maatregelen met overtuiging te mogen aan
bevelen
Aan alle gevangenen die beneden de 40 jaren oud
zgn, en meer dan zes maanden straf moeten ondergaan,
wordt stelselmatig vakonderwijs verstrekt voor zooverre
zij door eene daarvoor in ieder gesticht bestaande
oommissie, op grond van lichamelijke of geestelijke
gebreken, niet ten eenenmale ongeschikt worden go
oordeeld.
Wie blijkt alle geschiktheid te missen om dit onder
wijs met eenige vrucht te volgen, worde bij den gewonen
arbeid te werk gesteld.
De geheel bekwame vakman worde in den regel
geplaatst bg zijn vak, vcor zoover dat in een der
gestichten wordt uitgeoefend, ook indien hij minder
dan zes maanden straf heeft. De gedeeltelijk bekwame
geniete in den regel vakonderwijs.
Voor hen, die in gemeenschap hunne straf ondergaan,
worde eene splitsing in categorieën ingevoerd met het
oog op leeftijd, strafregister en inborst. Klassikaal
ambacht «onderwijs worde vooral aan de jongeren onder
hen gegevei, en vooral ook hot oog gevestigd op het
nut, dat arbeid in de open lucht, land- en vooral tuin
bouw voor den lichamelijken en geestelij ken gezondheids
toestand kunnen hebben van deze groep veroordeelden,
die door hun reageeren op de eenzaamheid der eel
bewezen hebben een zwakker zenuwgesteljjte hebben.
Het onderwijs worde gegeven naar een voor elk vak
zorgvuldig ontworpen leerplan.
Aan alle gevangenissen worden op onbekrompen
wijze werkcellen bijgebouwd of ingericht, zooals die
thans reeds te Utrecht bestaan.
Een personeel van ambachtsleeraren en werkmeesters
worde met groote zorg en in voldoenden getale aan
gesteld.
Tot bekwaming van kantoorpersoneel worde de
gelegenheid opengesteld.
itaatscoiziilsgte Weeg werktuigen.
Bjj Koninkljjk besluit is op voordracht van den min'Ster
van Landbouw, Nijverheid en Handel ingesteld:
een staatscommissie, aan welke wordt'opgedragen van
advies te dienen omtrent de wenschaljjkheid der weder
invoering van een Rjjkstoesicht op de weegwerktuigen,
alsmede de eventueel noodig geachte voorstellen van
wet en van wettelijke voorschriften tot invoering van
zoodanig toezicht met daarbij behoorende toelichting te
ontwerpen
Tot secretaris is benoemd de heer A. Verschoor
W.Lzn., ijker der maten en gewichten, toegevoegd aan
den inspecteur van het jjkwezen, te 's-Gravenhage.
De leden zullen de bevoegdheid hebben van hun van
het advies der meerderheid afwijkende zienswijze bjj"
afzonderlijke nota te doen blijken.
Rechtzaken.
Verduisteringen
Voor de Rotterdamsche rechtbank stond Zaterdag terecht
E. B., scheepskapitein, zonder bekende woonplaats of
verblijfplaats hier te lande, beschu'digd van op 18 Augus
tus 1906 aan boord van het s.s. iJulia«, liggende in de
Binnenhaven, nadat alle op de generale verklaring ver
melde goederen waren gelost, nog aan boord te hebben
gehad 9 zakken ruwe be6twortelsuiker, wegende netto
858 K.G. niet op genoemde verklaring vermeld.
De eisch luidde veroordeeling van beklaagde tot
f 231660 boete.
Nog stonden terecht de leden van de firma B. en N.,
distillateurs te Rotterdam, beschuldigd van op 28 Juli
1906lo. uit de distilleerderij De Sleutel aan de Zalm
haven te Rotterdam te hebben uitgevoerd een fust in
houdende 293 liter gedistilleerdcurapao en spiritus bjj
haar als distillatrice in gebruik; 2o. dit fust door twee
knechts te hebben doen voortrollen en vervoeren naar
een aan de Victoriastraat 5 gelegen distilleerderij 2e
kl„ en 3o. dit vat daar te hebben binnengebracht.
De eisch luidde: veroordeeling van beklaagden tot
drie boeten, elk van f 1461,69.
Aan de Haagsehe correspondentie van de Prov. Geld
Nijm. Ct. ontleenen we het volgende
»Voor ieder liefdadigheidsfeest bljjft't een noodzakelijke
factor om een mooie recette te maken. De vereeniging
«Viiicantius a Paulo*, die gedurende een paar weken
een liefdadigheidstentoonstelling heeft georganiseerd, zag
wel in dat ze het uitsluitend van de kunst alleen niet
hebben mosst en begreep dat vooral een vrooljjk hart
mild wezen kan. De Koningin-Moeder, alom-tegenwoor»
dig, waar de liefdadigheid haar hooge bescherming noo
dig hesft, is ook bg de Vicentianen een kjjkje gaan
nemen en liet zich uitvoerig inlichten. Hoe en in welke
richting de Vincentianen werken is u natuurljjk bekend.
Minder wellicht, dat onderdeel welks bestaan mij nu eerst
bg gelegenheid van het Koninklijk bezoek, duideljjk werd.
Ik bedoel het seoretariaat der armen, dat hulp wil ver-
lesnen aan den arme, wanneer hg niet weet welken weg
1»Ö moet inslaan of wat hg moet doen, om iets te krjj-
gen wat hg behoeft. Vooral in die omstandigheden,
wanneer het wenscheljjk zou wazen, dat hg wat vaar
diger met de pen kon omgaan. Denk n maar eens zoo'n
oudje, die oud en versleten, bjj geen mogelijkheid meer
in zgn eigen onderhoud kan voorzien en nu in een huis
voor ouden van dagen wil zien te worden geplaatst. Hoe
moet de man 't aanleggen
Tot wien zioh wenden?
»Ja,« hoort bjj dan luk of raak >dan schrjjf je maar
aan
Ja, de raad is goed, maar sehrjjven, hjj, de arme, af
geleefde tobberd
Dan zal 't Seoretariaat der Armen hem bjjstaan, zoo
als 't steeds hulp wil verleenen in al die aangelegen
heden, waarbjj de arme slachtoffer zou kunnen worden
of schade zou kunnen ondervinden of in moeieljjkheid
zou geraken, door z'n eigen onbeholpenheid. In 1849
werd te Parjja een «Comité der Consulten* opgericht,
wat eigenljjk de oorsprong is geweest vau dea kosteloo-
zsn rechtsbijstand in Frankrjjk. We weten al hoe er in
de volheid van 't groote-stads-leven in haar lengten en
breedten armoede wordt geleden. Maar wie wel eens
wat meer dan de buitenkanten er van heeft gezien, weet
maar al te zeer, dat die armoede zoo menigmaal meer
is een zekere hulpbehoevendheid, of liever onbeholpen
heid van alle gading. Wie dan het oog van den blinde
of de voet van den kreupele wil wezen, kan evenzeer
veel goed doen, als bjj die van zgn schatten geeft. Mèt
de Koningin-Moeder, wier versobjjning altjjd zoo zeer
getuigt van opreohte belangstelling in alles wat liefde
en goedneid wil verspreiden, luisterden velen naar de
beteekenis van dit jongste liefdewerk der Vinoentius-
vereeniging, dat toch al haar eerste lustrum achter den
rug hesft.
«Secretariaat der Armen!*
De titel is al welsprekend voor zioh zelf.*
De «Residentie-zaken«man van het het Bhl. wjjst op
een navolgenswaardige gewoonte van het Haagsehe Ge
meentebestuur. «Ieder die hier ten Stadhuize aangifte
komt doen van van geboorte, krijgt kosteloos een boekje
dat heet «Da verzorging van den zuigeling* en dat een
aantal uiterst nuttige wenken bevat, gegeven door een
drietal Nederlandsche geneesheeren. Het is een voortref
felijk boek vooral, maar volstrekt niet alleen voor moeders
uit min ontwikkelden stand die anders niet zelden uit
onwetendheid haar zuigelingen verkeerd behandelen.
Andere gemeenten mogen hier het Haagsehe voorbeeld
volgen I
Over het «analytisch verslag» schrjjft de Haagsehe
Kroniekschrijver het volgende: Da oommissie van voor
bereiding der nieuwe uitgave is Zaterdag bjjeen gekomen
om haar voorstellen aan de Kamer te bespreken, Zjj
ondervindt, zegt men, groote moeilijkheden, zoowel met
't oog op plaatsgebrek in het gebouw, voor hst personeel
van den nieuwen dienst als met de kosten, die volgens
gerucht, verre het bedrag dat er op de begrooting voor
toegestaan is, zouden overtreffas. Vandaar dat men be
weert dat heel de onderneming nog op losse schroeven
staat en dat de tegenstanders nog altjjd kans hebben
hun haan koning te zien kraaien. Ik voor mjj geloof
niet dat de Kamer, zelfs al mochten er bezwaren te
overwinnen cn wat meer kosten dan men voorzien heeft,
aan verbonden zija, na een tot tweemalen genomen be
sluit om de proef te nemen, daarop zal terugkomen als
ze voor de uitvoering staat. Ia ésn opzicht is gebleken
dat 't vertrouwen in het welslagen van de proefneming,
grooter is dan de scherpe kritiek tegen het plan in de
pers deed verwachten.
Het getal sollicitanten voor den analytisohen verslag-
geveisdiesst is zeer groot en groeit met den dag; en al
mogan er nu heel wat aanvragen zjja van heden, die
door het makea van een Kamerverslag gesteld, er niets
van zouden terecht brengen, er zgn onder de petition-
asrissen toch ook tal van journalisten en reporters van
greoie bladen, die nadat zjj voor eenige maanden hebben
verkondigd dat hat een onmogaljjk ding en een onuit
voerbaar werk zou blgken, thans als de vliegen om de
stroopkan om do Kamer en de commissie ad hoe fladderen,
tea einde te worden aangesteld.
Het ironisohe „we solliciteeren allemaal", waarmee da
Nieuwe Courant zoo'n schaterlach onder de journalisten
verwekte toen de Kamer tot de uitgave van het analytisch
verslag besloten had, begint langzamarhand in verwezen-
ljjkicg te komer.»
De «Haagsehe kouter* van de Prov. Gron. Ct.schrijft:
„Mjjn kapper, die nu al jaren lang van alle Haagsehe
bollen afscheid genomen heeft, was een uiterst zuinig en
spaarzsam man. Als hjj eene of andere uitgaaf zon doen,
die dageljjks terugkwam, had hg tot vasten regel bjj zioh
zei ven na te gaan, wat hem dat per jaar kostte. Sigaren
rookte hjj niet, verzekerde hjj, want 2 sigaartjes van 3
ALKMAARSCHE COURANT.