No. 12-4. Honderd en negende jaargang. 1907. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. IT WOENSDAG 29 MUI. HTationale Militie. Hinderwet. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. ïeleloonnoMMor Prijs dar gwaaa advertentiën Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON', Yoordam 9, Da BURGEMEESTER der gemeente Alkmaar brengt ter kennis Tan belanghebbenden, dat de aangifte tot deelneming aan boTengesoemd onderricht ter g-meente- secretarie moet geschieden vóór 15 Juni a.s. op welken datnm de Ijjst onherroepeiyb wordt gesloten. Inlichtingen omtrent de regeling van het bedoelde onderricht worden ter gemeente-secretarie verstrekt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 23 Mei 1907. DONATH, Secretaris. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR ge last, krachtens bekomen aanschrijving, de onderstaande hier wonende verlofgangers om zich ter bjjwoning der herhaling**-oefenlagea, 's namiddags tóór 4 nre, fcjj hun korps te vervoegen: 2e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1904, garni zoen Amsterdam: 8 Juni 1907, JOHANNES CORNELIS SMIT. 2e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1900, garni zoen N a a r d e n 8 Juni 1907, 0. P. HENNI. De opgeroepenen hebben zoo noodig recht op vrjj trans port naar hnn korps en daggeld, dat ter gemeente secretarie der woonplaats tijdig kan worden aangevraagd. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 27 Mei 1907. JAN DE WIT Dj,, L«B. De WAARNEMEND BURGEMEESTER der ga meente ALKMAAR brengt ter algemeene kennis dat bjj gedurende de afwezigheid van den Borgeme-eter, voor de ingezetenen zal te spreken zjjn ten Stadhuize iederen Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag, dos voormiddags te elf are. Alkmaar, 24 Mei 1907. De Waarn. Burgemeester voornoemd, JAN DE WIT Dj. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar Gelet op art. 8 al. 2 der Hinderwet; Overwegende, dat eens beslissing op bet verzoek van de heeren Th. VAN SPALL, P. DE LANGE P.Bz. en J. DE LANGE C.Jz,, uitmakende het bestunr der N.V. »De Alkmaarsche Stoomwasch- en Strjjkinriehtings, tot uitbreiding van genoemde in;i)hting niet binnen den in het eerste lid van bovengenoemd wetsartikel bepaalden tjjd kan worden genomen, omdat hun nog niet bekend is of de inrichting zal voldoen aan de eitchen, krachtens art. 6 der veiligheidswet gesteld; Besluiten: bedoelde beslissing te verdager. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alk Aar, JAN DE WIT Dj., Voorzitter, 1® B 28 Mei 1907. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 29 Mei. Het kan niet gezegd worden, dat de Rus zich mag verheugen in een goeden naam in het buiten land. Wie leest van „een Rns", denkt dat er staat een revolutionnair, een bommenwerper, een van degenen, die in Parijs overgaan tot de anarchie van de daad, en die in Duitschland geheimzinnige ge vaarlijke clubs oprichten. Een Rus dat is iemand die over de grenzen gezet moet worden. Men ziet door de hoornen het bosch niet, men vergeet dat er brave, oppassende Russen zijn, dat „een Rus" eigenlijk haast net zooveel of net zoo weinig zegt als een „Europeaan", die immers evengoed een der Parijscho Apachen, een der Berlijnsche Fled- derer, een der Italiaansche lazzaroni als een alge meen geacht en bemind burger in Nederland kan zijn. Wat voor den Rus in het algemeen geldt, is ook van toepassing op den Russischen afgevaardigde. In dezen toch ziet men in den regel een moord lustige, 't zij dan een verwoed revolutionnair of een verstokt oud-Rus. In elk geval denkt men onwil lekeurig, dat het meerendeol der Russische afge vaardigden wel eens de gevangenis van binnen heeft aanschouwd. Dat gaat in Rusland overigens nogal gemakkelijk, Z- want erg gemakkelijk hebben de politieke gevangenen het niet, gelijk nog is gezegd °Pte Londen dagende congres der Russische sociaal-democratie. Hetgeen daar besloten wordt, is tot heden nog niet bekendmen vergadert er veel en spreekt van 's morgens 10 tot 's avonds 6 uur met een uur tussehenruimte en vervolgens van 7 uur tot na middernacht dat is dus niet precies een acht-uren-dag. Bij al dat harde werken heeft men en tot die „men" bohooren ook Doema-leden bovendien een zeer groote kans om, wanneer men weer in Rusland wil terugkeereD, onmiddeljjk aan de grenzen te worden gearresteerd en ingelijfd te worden bij de „politieke gevangenen". Deze dingen bedenkende, kan de courantenlezer het met zoo heel vreemd vinden, wanneer hij leest dat de president van de Doema aan den minister van binnenlandsche zaken heeft verzocht de steno grafische verslagen van de Doema-vergaderingen ter lezing af te staan aan tuchthuizen en gevange nissen. Men denke zich één oogenblik het geval dat jhr. mr. Roël uit naam van de Tweede Kamer aan minister Rink zou vragen de Handelingen van de Staten-Generaal het komende analytische ver slag zou waarschijnljjk te beknopt zijnter beschikking te stellen van de gevangenissen, dezelfde Handelingen, die in de cantine van de Asser kazerne indertijd geweerd werden En nu worden er in het Russische parlement hea wat minder onschuldige dingen gezegd in ons Hol- landsche, waar zells het woord „gekonkel" al wordt gewraakt als een uitdrukking,welke in het deftige Huis niet gebezigd mag worden, zelfs niet door een oud- minister, van wien men overigens zou mogen ver wachten, dat hij op de hoogte was van hetgeen parlementair gezegd en gezwegen moet worden In de Doema spreekt men over de noodelooze wreed heid van kozakken, over politieke misdaden, over regeeringsschandalen met dezelfde vasthoudendheic en breedsprakerigheid, maar met oneindig veel meer en veel ruwer zeggingskracht en met alles behalve gekuischte waardenkeus als in Nederland over een crisis. Men mag gerust zeggen, dat de Russische kamer verslagen veel opruiende lectuur vormen waarmee men tot heden voornamelijk de boeren ten platte lande kon bewerken, maar waarmede men nu ook de gevangenen wil bereiken. De in vrij- heidsprekende Doema-leden willen banden verster ken of aanknoopen met de in gevangenschap toevende politieke strijdmakkers of sociale martelaren. En het is zeker alleen in Rusland mogelijk dat een groot deel van het parlement zijn geestverwanten en misschien wel zijn beste hulptroepen moet vinden in de gevangenis. Het bovenstaand bericht over het verzoek van den Doema-president aan den minister is dan ook we een teeken van den geest des tijds in Rusland. Tweede Kamer. Ia de zitting van gisteien werd door den Voorzitter Meegedeeld, dat de Kamer met het oog op herstellingen aan het gebouw der Kamer tot einde Jali uiteen gaan moet. Daarna werd voortgegaan mot de beraadslagingen over het wetsontwerp betreffende het onderzoek naar het vader schap. De heer Van Wjjnbergen (K. Eist) voelde veel voor het ontwerp. De stellingen van den heer Van Doorn, dat dit ontwerp een gevaar is èi voor het huweljjk èi voor de zedelijk heid worden door spr. bestreden. Er wordt tussehen het onechte kiad en den vader geen familieband gfiegd es het ontwerp behoeft geenszins te leiden tot een volkomen gelijkstelling van het echte en het onechte kind, wrat dat ware het huweljjk aantasten. In dit verband beveelt spr. nog een asdere wjjziging van art. I aan. Evenmin gelooft hjj, dat de zedeijjkheid zal worden bsnadeeld. Of men vroeger onzedrijjker was dan thans, daarover zal spr. niet twisten. De heer Van Doorn heeft gezegd vroeger lag vader Cits naast den statenbjjbel en in do verzen van Cats staan onzedeljjke dingen. Goed, dat zal spr. niet betwisten, maar tegenwoordig hebben we in plaats van vader Cats de meest zedelooie en van ongeloof aan God getuigende romais. Spr. geloofde niet, dat de onzedeljjke middelen en het nieuw malthusianisme meer zullen worden gebruikt door het ontwerp. De man moge voor dat gebruik meer redes krjjge» daartegenover staat, dat de vrouw er minder aan leiding voor krjjgt. Dit ontwerp is noodig, want de zedeloosheid neemt voort durend toe. Groote bladen nemen avond aan avond tien, twintig advertenties op, waarin de schandelijke malthu- siaansche middelen werden aangeprezen. Men bestrjjde dia zedeloosheid niet bjj dit ontwerp, men trekke op ander gebied te velde. Er bestaan bezwaren tegen dit ontwerp, maar ze zjjn niet van dien aard om het niet aan te nemen. De heer Hugenholtz (SD. Weststellingwerf) zei, dat het ontwerp hem sympathiek is, omdat het onechte kind er door wordt gebaat en hjj hoopt dan ook, dat het ontwerp uitgebreid en aangevuld iu het Staatsblad zal komen. De heer Van Doorn zegt, het gaat maar om een goede 1009, niet erkende onechte kinderen, maar al ware dat getal veel kleiner, dan nog ware het ontwerp ge rechtvaardigd, omdat 't dien kinderen recht verschaft. Uitvoerig zette spreker uiteen, dat het ontwerp niet de onzedelijkheid zal bevorderen, integendeel de zedeljjkheid zal tosnemen, waar voortaan niet alleen meer de vrouw, m ar ook de man de gevolgen zul hebben te bodenken van zijn daad en dus voorzichtiger en verstandiger ral worden. Spreker erkende, dat er moer dan vroeger schande zal komen over hst gezin van hem, die onechte kinderen krjjgt, maar wordt ooit een misdadiger vr jjgssproken, omdat hjj schande over zjjn familie brengt. Ook de preventieve werking vaa deze wei; achtte spr. van veel beieekenisi De beer De Visser (0. H. Leiden) achtte de be strijding sympathiek, om das ze zoo taai es zoo humaan wordt geroerd, maar spreker wil toch eenige zwakke j punten uit het betoog van den heer Van Doorn aan stippen. Zoker, is 1905 zjjn van de 4000 onechte kindereu 8000 erkend, maar die 3000 behoeven niet in hetzelfde jaar geboren te zjjn, zoodat dit cjjfer geen maatstaf geeft anderzpds wjjzen de cjjfars uit, dat bjj v. van 2000 onechte kinderen nog niet de helft werd erkend tot het tweede levensjaar en dat 70 alleen door de moeder werd eikond en slechts 1 alleen door den vader. Dat zij a cjjfsrs, die wjjzen op een ellende, die ook in het hart van den heer Van Doorn weerklank zal vinden. Met eenige brpalingen van vroeger trachtte spieker aan te toonen, dat ook het oud-Hollandsch reoht de vaderschaps actie kende. Hjj betoogde vervolgeas, dat verschillende rechtsgronden voor het ontwerp zjjn aan te voeren en dat de bewjjs-actie goed is geregeld. Dit ontwerp verblijdt spreker terwille van de onbeschermde vrouw, van den jongen man, van de gemeenschap van het kind. De heer Da SavorninLohman (Chr. H, Goes) kon zich niet vereanigen met het standpunt van dit wetsontwerp, al is hjj voor opheffing van het verbod van onderzoek naar het vaderschap. Spr. gelooft niet, dat het huwaljjk wordt aangetast. Evenmin dat de onzede lijkheid zal toenemen. Dit ontwerp echter gaat uit van de gedichte, om persouen, die zich aan ontucht hebben overgegeven, te belasten, met de zorg voor hun natuur- ljjke kinderen, maar bet bedoelt niet, om twee personen, die gedurende zekeren tjjd reeds in verhouding tot elkaar staan, te verplichten tot datgene, waartoe ze zedeljjk verplicht zjjn. Alle kinderen die van een vrouw komen, wil dit ontwerp in beginssl goljjk behandelen Men vrsagt niet wie en wat de vrouw is, daarmee be moeit meu zich niet. Spr. zet uiteen, dat de bewjjs voering, waartoe de vrouw is geroepen, onvoldoende is en te ver gaat. De vrouw moet niet alleen bewjjzen dat ze gemeenschap met een man gehad heeft, zjj moet tevens bewjjzen, dat die man de vader is van het kind Dit sluit dan in, dat de vader zou weten, dat hjj alleen en uitsluitend de vader kan zjjn, en dat juist moet be wezen worden. Spr.'s bezwaar is daarbjj, dat niet ge geven wordt een actie tot onderzoek naar het vaderschap maar esn actie tot invordering van de schuld van den man j-gens het kind van haar, met wie bjj gem'enschap had. Het ontwerp hangt aaneen van ficties. Om geen familieband te scheppen, noemt msn den vader niet vader maar verwekker en dwingt men niet tot eikenning, maar tot verzorging. Maar dat is precies hitzelfde. Voortaan zal steeds, ook al is het kind niet behoeftig, door den voogd een actie tegen den vader moeten worden ingesteld. Ook al heeft het kind het niet noodig, dan nog rust op dea voogd de z-deljjke plioht een actie in te stellen. Zoo wordt het onwettige kind boven het wet tige gesteld, dat vaak verwaarloosd wordt en dan niets aan zjjn lot kau doen. In de prakijjk zullen vele bepalingen onuitvoerbaar zjjn en zal de wet sanctionnseien, dat iemand zjjn wettig gezin laat verloopen en verwaarloost, tcrwjjl hjj een andere vrouw en zjjn onechts kinderen onderhoudt. Spr, verklaarde dat wjjziging van dit ontwerp zelfs niet aan zjjn bezwaren zal kunnen tegemoetkomenhet standpunt is verkeerd, daarom zal hjj tegen de wet moeten stemmen De heer B1 o o k e r (L. Amsterdam VII) hield even eens een uitvoerig betoog, ten bewjjze dat het ontwerp leidt tot geljjkstelling van wettige en onwettige kinderen dat het de onzedelijkheid zal bevorderen en dat niet met zekerheid te bewjjzen valt wie de vader is. De heer Heemskerk A. R. Sliedrecht) verdedigde het wetsontwerp. Men dient zich te stellen op het standpunt van recht. Het verwekken van een kind brengt den plicht tot verzorging mee. Deze vestigt geen familiebetrekking. Spr. bestreed op verschillende punten wat de heeren Van Doorn en Lohman hebben betoogd. De vader dient de verplichting te erkennen om voor zjjn kind te zorgende moeiljjkheid van het bewjjs is een waarborg te meer tegen slechte en misdadige praktjjken. Niet in ieder geval zal de voogd een proces moeten voeren. De heer Van der Zwaag (S. D. Schoterland) verdedigde mede het wetsontwerp tegenover de aanvallen van den heer Van Doorn. De heer Schokking (Fr. Chr. H. Harlingen) be twistte dat het ontwerp aanrandt de grondslagen van het instituut van het wettig huweljjk. Spreker oordeelde echter, dat niet verder gegaan moet worden dan dengene, die mede schuldig is aan het verwekken van het kind, aansprakeljjk te stellen voor zjjn daadvandaar dat hjj bezwaren heeft tegen de door den Minister aangebrachte wjjziging, waarbjj wordt toegelaten een vordering tot inroeping van den staat van het kind, want hierdoor wordt een familieband gelegd en dit keurt spreker af De heer Marchant (V. D. Deventer) zag in onderzoek naar het vaderschap een bevordering van het huweljjk en ia erkenning van het natuurljjk kind geen aantasting van de heiligheid van het huweljjk. Rechtzaken. Arroudlaaeasents-Hechtbank «e Alkmaar. Zitting van Dinsdag 28 Mei. Diefstal van Touw. Hendrik R. en Cornelia Jacobus L., visschers, beiden te den Helder woonachtig, waren op 8 April werkzaam bjj de firma Van Pelt, eveneens fe den Heldor. Zjj waren in eon vlet werkzaam en hadden esn dagloon van f 2. Iu die vlet waren twee touwen, zoogenaamde anker- of koetouwen. R. zeideIk heb zin in een borrel, waarop L, een mes nam, het touw afsneed, het in een zak deed en dit Terkccht aan den koopman Willem Kiezel!»?. Deze gaf L 50 cent voor het touw, waarvan L. aan R. 20 cent afstond. Als eerste beklaagde hiervoor terechtstaande, bakende R. volledig zjjn daad. L. daarentegen ontkende, be werende dat het zjjn touw war, es dat R. en hjj samen het touw verkocht hadden. Da Offioier Tan Justitie, tot beklaagde L Waarom gaf u dan 20 cent? aan R, als het uw eigen touw was, was dit toch niet noodig Beklaagde L. antwoordt zeer laconisohOmdat ik zoo goed ben. (hilariteit.) Hjj ontkende het touw afgesneden te hebben, en zei ten slotte, dat het een vergissing van hem geweest is. Vier getuige», waaronder de aannemer Van Pelt en da koopman Willem Kiezeling, legden in deze zaak ge tuigenis af. Laatstgenoemde kreeg van den president een ernstige vermaning, en Zjjn Edelaehtbare gaf getuige den raad voortaan voorzichtiger te zjjn met zjjne op- kooperjje». De O. v. J. ving aan met te zeggen, dat beklaagde R. het de rechtbank niet moeiljjk maakt. Hjj bekende volledig. Beklaagde L. daarentegen ontkende alles. Ds lezing welke bjj van 't geval gaf, was in 't geheel niet aanncmeljjk. Spreker noemde de handaling ven beklaagden geen diefstal, maar verduistering. Waar de president reeds Kiezeling een duchtige vermaning heeft gegeven, daar zal Z.E.A. dit niet meer releveeren. Beide be klaagden hebban vroeger reeds veroordeelisgea ondergaan. L. heeft 10 jaar geleden steenkolen ontvreemd. R. haeffc dfstjjds heling gepleegd. Beiden staan ongunstig bekend. Retumeerende eisohte Z E.A, voor ieder 6 weken ge vangenisstraf. B e d e 1 a r jj. Cornelis G., een 19 jarige visschersman te Egmond aan Zee, nam daarna plaats op de bank der beschuldig den. Deze nog jeugdige man hsd op 12 April te Noord- scharwoude om een aalmoes gevraagd, aan de woning van Cornelia van der Molen, rijksveldwachter te Noord- scharwoude. Van der Molen, die in burgerkleading was, maakte proces-verbaal t-gei hem op ter zake van bedelarjj, waarvoor hjj zich thans had te veran^voorden. Beklaagde zeide tot zjjn verdediging, dat hjj tengevolge van een ongeluk niet meer in staat is zwaar werk te doen. Hjj tracht door muziek te maken geld te verdienen. Hjj ontkent niet dat hjj af en toe wel eens bedelt. De O. v. J. achtte beklaagdes schuld volledig bewezen. Beklaagde kan lichts werkzaamheden vorrichtoa. Hjj kan nu eerst de vissoherjj mede maken, waarna hjj dan 2 dagen hechtenis zal moeten ondergaan, en plaat-Jog in de Rijkswerkinrichting voor den tjjd van 3 maanden, een eisch waartegen bekl. eonige bezwaar maakte, voor gevende dat bjj geen zwaar werk kan verrichten. Mishandeling. Op 't platte land komt het zeer veel voor, dat buren oneenigheid met elkander hebben. Juffrouw Ida K., de echtgenoote van Cornells F., had op 22 April oneenig heid met juffrouw Sybrrobt Klaver, de rohtgenoote van Klaas Vreeker, beiden te Hoerkugowanrd woonachtig. Van beide zjjden vielen scheldwoordend-» ruria die ontstaan was, liep zoo hoog, dat juffrouw Ida K. juffrouw Vreeker aangreep, door elkander echuddo, bjj de haren greep en trok. Voor deze handeling moest zjj heden op de bank der beschuldigden plaats nemen. Die ruzie bezorgde haar f 5 boete subsidiair 4 dagen hechtenis. Mishandeling. Pinekas P., koopman te Hoorn, had op 25 April Rink Visser, Sigarensorteerder, eveneens te Hoorn, geslagen, getrapt en mishandeld Daarvoor moest hij heden terechtstaan. Hij deelde volledig mede hoe hij tot deze daad gekomen was. Hij leefde in sleohte verhouding met Visser, en kwam deze op den genoemden datum op 't Groote Noord tegen. Beklaagde ging naar den trein, was nogal gehaast, en Visser kwam met een wagen aanrijden. Volgens beklaagde reed Visser met moedwil tegen hem op, ik heb hem toon een duw gegeven, zei beklaagde, doch ik ben er mij niet bewust van, dat ik Visser getrapt, geslagen en mishandeld heb. Visser die zeer zenuwachtig is, verklaarde dat P. cnwaarheden zegt. Ik heb dien man niet aangereden, zei hjj, ik heb geen duw gehad, maar P. heefc mij ernstig geslagen en mishandeld. De O. v. J. achtte beklaagde'» schuld volledig be wezen en eischte tegen beklaagde f 7 boete, subsidiair 7 dagen hechtenis. Appölzaak Kantongerecht. Nicolaas van de V., van beroep chauffeur, te Wieris- gerwaard woonachtig, stond daarna terecht. Door den kantonrechter, bjj vonnis van 19 April tot f 80 boete, subsidiair 10 dagen heebtenis veroordeeld, was fcjj tegen dit vonnis in appèl gekomen. Dat de kan tonrechter hem aldus had veroordeeld, was, omdat bjj op 7 Maart in snslle vaart op den weg te Heerhugowaard had gereden met zjjn automobiel no. 1200, toen Dirk Leegwater, een landbouwer te Obdam, daar met paard en kar in de tegenovergestelde richting kwam aanrjjden. Uit vrees voor de auto, begon hst paard te steigeren. Leegwater en zjjn knecht, die bjj heia zatriepen van de V. hard toe: stopl maakten gebaren, schreeuw den, maar beklaagde stoorde zich hior niet aan. Het paard kon Leegwater niet houden, het was angstig en sprong over esn hek het land in, waardoor hot hek brak. Verdere ongelukken waren niet voorgekomen. Door den President gevraagd, waarom bekl» in appèl was g-komen van het vonnis van den kantonrechter, antwoordde hjj, dat hjj dien dag niet hard heeft gereden. Ik ben hom langzaam voorbij gereden, zei beklaagde. Ook heb ik niet opgemerkt dat Leegwater en zjjn knecht mjj tosgsichre-uwd hebben en met gebaren mjj waarschuwden. Leegwater en zjju knecht Cornells Munster getuigden evenals voor het kantongerecht, dat do automobiel in volle vaart was voorbjjgereJen en dat beklaagde zich aan banna waarschuwingen niet had gestoord. Ik hsb nist harder gereden, ssi bekhsgde, daa 10 K. M, in het uur. Aris Wit ea Autje Pasrdsman, de Eohtganoot* van Jan Hoos, hadden het ongeluk gezien, ea ook ïij kwamen getuigen dat de auto verbassnd sael voorbijreed. Rechter Quiotus geeft beklaagde een flinke vermaning. Hst gaat niet op, zei Z.Ed.Geste-engs, cm ta beweren ik heb geen waarschuwingen geziso, en ook geen schreeuwen gehoord. Eea chauffeur moet wel degeljjk oplettend zjj<*. Een dergeijjke chauffeur, dis niet oplet, zon ik het ijj- b.wjjs ontnemen, Bsklaagds bewaarde het stUzwjjgen. Na het hooren der getuigen, verkreeg ds O. v. J. het woord, tot het nemen van zjjn requisitoir. Z. E, A. achtte beklaagde» schuld wel tlageljjk wett'g en overtuigend bswezen. Bsklaagds zogt we), ik heb niets gezien, maar hjj had mostan opletten. Hjj doet zich braaf voor, en zegt, ik heb juist langzaam gereden, maar dit is onwaar. Hjj heeft wel degeljjk gezien, wat er plaats had. Opnieuw eischte Z. E. A de straf, die door den Kantonrechter hem werd opgelegd. ALKMAARSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1