No. 12-4. Honderd en negende jaargang.
1907.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
IT
WOENSDAG
29 MUI.
HTationale Militie.
Hinderwet.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
ïeleloonnoMMor
Prijs dar gwaaa advertentiën
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. COSTER ZOON', Yoordam 9,
Da BURGEMEESTER der gemeente Alkmaar brengt
ter kennis Tan belanghebbenden, dat de aangifte tot
deelneming aan boTengesoemd onderricht ter g-meente-
secretarie moet geschieden vóór 15 Juni a.s. op
welken datnm de Ijjst onherroepeiyb wordt gesloten.
Inlichtingen omtrent de regeling van het bedoelde
onderricht worden ter gemeente-secretarie verstrekt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
23 Mei 1907. DONATH, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR ge
last, krachtens bekomen aanschrijving, de onderstaande
hier wonende verlofgangers om zich ter bjjwoning der
herhaling**-oefenlagea, 's namiddags tóór 4 nre, fcjj
hun korps te vervoegen:
2e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1904, garni
zoen Amsterdam:
8 Juni 1907, JOHANNES CORNELIS SMIT.
2e Regiment Vesting-Artillerie, lichting 1900, garni
zoen N a a r d e n
8 Juni 1907, 0. P. HENNI.
De opgeroepenen hebben zoo noodig recht op vrjj trans
port naar hnn korps en daggeld, dat ter gemeente
secretarie der woonplaats tijdig kan worden aangevraagd.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
27 Mei 1907. JAN DE WIT Dj,, L«B.
De WAARNEMEND BURGEMEESTER der ga
meente ALKMAAR brengt ter algemeene kennis
dat bjj gedurende de afwezigheid van den Borgeme-eter,
voor de ingezetenen zal te spreken zjjn ten Stadhuize
iederen Maandag, Dinsdag, Woensdag en
Donderdag, dos voormiddags te elf are.
Alkmaar, 24 Mei 1907.
De Waarn. Burgemeester voornoemd,
JAN DE WIT Dj.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
Gelet op art. 8 al. 2 der Hinderwet;
Overwegende, dat eens beslissing op bet verzoek van
de heeren Th. VAN SPALL, P. DE LANGE P.Bz. en
J. DE LANGE C.Jz,, uitmakende het bestunr der N.V.
»De Alkmaarsche Stoomwasch- en Strjjkinriehtings, tot
uitbreiding van genoemde in;i)hting niet binnen den in
het eerste lid van bovengenoemd wetsartikel bepaalden
tjjd kan worden genomen, omdat hun nog niet bekend
is of de inrichting zal voldoen aan de eitchen, krachtens
art. 6 der veiligheidswet gesteld;
Besluiten:
bedoelde beslissing te verdager.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alk Aar, JAN DE WIT Dj., Voorzitter, 1® B
28 Mei 1907. DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 29 Mei.
Het kan niet gezegd worden, dat de Rus zich
mag verheugen in een goeden naam in het buiten
land. Wie leest van „een Rns", denkt dat er staat
een revolutionnair, een bommenwerper, een van
degenen, die in Parijs overgaan tot de anarchie van
de daad, en die in Duitschland geheimzinnige ge
vaarlijke clubs oprichten. Een Rus dat is iemand
die over de grenzen gezet moet worden. Men ziet
door de hoornen het bosch niet, men vergeet dat
er brave, oppassende Russen zijn, dat „een Rus"
eigenlijk haast net zooveel of net zoo weinig zegt
als een „Europeaan", die immers evengoed een
der Parijscho Apachen, een der Berlijnsche Fled-
derer, een der Italiaansche lazzaroni als een alge
meen geacht en bemind burger in Nederland kan
zijn.
Wat voor den Rus in het algemeen geldt, is ook
van toepassing op den Russischen afgevaardigde.
In dezen toch ziet men in den regel een moord
lustige, 't zij dan een verwoed revolutionnair of een
verstokt oud-Rus. In elk geval denkt men onwil
lekeurig, dat het meerendeol der Russische afge
vaardigden wel eens de gevangenis van binnen heeft
aanschouwd.
Dat gaat in Rusland overigens nogal gemakkelijk,
Z- want erg gemakkelijk hebben de
politieke gevangenen het niet, gelijk nog is gezegd
°Pte Londen dagende congres der Russische
sociaal-democratie. Hetgeen daar besloten wordt,
is tot heden nog niet bekendmen vergadert er
veel en spreekt van 's morgens 10 tot 's avonds
6 uur met een uur tussehenruimte en vervolgens
van 7 uur tot na middernacht dat is dus niet
precies een acht-uren-dag. Bij al dat harde werken
heeft men en tot die „men" bohooren ook
Doema-leden bovendien een zeer groote kans
om, wanneer men weer in Rusland wil terugkeereD,
onmiddeljjk aan de grenzen te worden gearresteerd
en ingelijfd te worden bij de „politieke gevangenen".
Deze dingen bedenkende, kan de courantenlezer
het met zoo heel vreemd vinden, wanneer hij leest
dat de president van de Doema aan den minister
van binnenlandsche zaken heeft verzocht de steno
grafische verslagen van de Doema-vergaderingen
ter lezing af te staan aan tuchthuizen en gevange
nissen. Men denke zich één oogenblik het geval
dat jhr. mr. Roël uit naam van de Tweede Kamer aan
minister Rink zou vragen de Handelingen van de
Staten-Generaal het komende analytische ver
slag zou waarschijnljjk te beknopt zijnter
beschikking te stellen van de gevangenissen, dezelfde
Handelingen, die in de cantine van de Asser
kazerne indertijd geweerd werden
En nu worden er in het Russische parlement hea
wat minder onschuldige dingen gezegd in ons Hol-
landsche, waar zells het woord „gekonkel" al wordt
gewraakt als een uitdrukking,welke in het deftige Huis
niet gebezigd mag worden, zelfs niet door een oud-
minister, van wien men overigens zou mogen ver
wachten, dat hij op de hoogte was van hetgeen
parlementair gezegd en gezwegen moet worden
In de Doema spreekt men over de noodelooze wreed
heid van kozakken, over politieke misdaden, over
regeeringsschandalen met dezelfde vasthoudendheic
en breedsprakerigheid, maar met oneindig veel meer
en veel ruwer zeggingskracht en met alles behalve
gekuischte waardenkeus als in Nederland over een
crisis. Men mag gerust zeggen, dat de Russische
kamer verslagen veel opruiende lectuur vormen
waarmee men tot heden voornamelijk de boeren
ten platte lande kon bewerken, maar waarmede men
nu ook de gevangenen wil bereiken. De in vrij-
heidsprekende Doema-leden willen banden verster
ken of aanknoopen met de in gevangenschap toevende
politieke strijdmakkers of sociale martelaren. En
het is zeker alleen in Rusland mogelijk dat een
groot deel van het parlement zijn geestverwanten
en misschien wel zijn beste hulptroepen moet vinden
in de gevangenis.
Het bovenstaand bericht over het verzoek van den
Doema-president aan den minister is dan ook we
een teeken van den geest des tijds in Rusland.
Tweede Kamer.
Ia de zitting van gisteien werd door den Voorzitter
Meegedeeld, dat de Kamer met het oog op herstellingen
aan het gebouw der Kamer tot einde Jali uiteen gaan moet.
Daarna werd voortgegaan mot de beraadslagingen over
het wetsontwerp betreffende het onderzoek naar het vader
schap.
De heer Van Wjjnbergen (K. Eist) voelde veel
voor het ontwerp.
De stellingen van den heer Van Doorn, dat dit ontwerp
een gevaar is èi voor het huweljjk èi voor de zedelijk
heid worden door spr. bestreden. Er wordt tussehen het
onechte kiad en den vader geen familieband gfiegd es
het ontwerp behoeft geenszins te leiden tot een volkomen
gelijkstelling van het echte en het onechte kind, wrat
dat ware het huweljjk aantasten. In dit verband beveelt
spr. nog een asdere wjjziging van art. I aan. Evenmin
gelooft hjj, dat de zedeijjkheid zal worden bsnadeeld.
Of men vroeger onzedrijjker was dan thans, daarover
zal spr. niet twisten. De heer Van Doorn heeft gezegd
vroeger lag vader Cits naast den statenbjjbel en in do
verzen van Cats staan onzedeljjke dingen. Goed, dat zal
spr. niet betwisten, maar tegenwoordig hebben we in
plaats van vader Cats de meest zedelooie en van ongeloof
aan God getuigende romais. Spr. geloofde niet, dat de
onzedeljjke middelen en het nieuw malthusianisme meer
zullen worden gebruikt door het ontwerp. De man moge
voor dat gebruik meer redes krjjge» daartegenover staat,
dat de vrouw er minder aan leiding voor krjjgt. Dit
ontwerp is noodig, want de zedeloosheid neemt voort
durend toe. Groote bladen nemen avond aan avond tien,
twintig advertenties op, waarin de schandelijke malthu-
siaansche middelen werden aangeprezen. Men bestrjjde
dia zedeloosheid niet bjj dit ontwerp, men trekke op
ander gebied te velde. Er bestaan bezwaren tegen dit
ontwerp, maar ze zjjn niet van dien aard om het niet
aan te nemen.
De heer Hugenholtz (SD. Weststellingwerf) zei, dat
het ontwerp hem sympathiek is, omdat het onechte kind
er door wordt gebaat en hjj hoopt dan ook, dat het
ontwerp uitgebreid en aangevuld iu het Staatsblad zal
komen. De heer Van Doorn zegt, het gaat maar om een
goede 1009, niet erkende onechte kinderen, maar al ware
dat getal veel kleiner, dan nog ware het ontwerp ge
rechtvaardigd, omdat 't dien kinderen recht verschaft.
Uitvoerig zette spreker uiteen, dat het ontwerp niet de
onzedelijkheid zal bevorderen, integendeel de zedeljjkheid
zal tosnemen, waar voortaan niet alleen meer de vrouw,
m ar ook de man de gevolgen zul hebben te bodenken van
zijn daad en dus voorzichtiger en verstandiger ral worden.
Spreker erkende, dat er moer dan vroeger schande zal
komen over hst gezin van hem, die onechte kinderen
krjjgt, maar wordt ooit een misdadiger vr jjgssproken,
omdat hjj schande over zjjn familie brengt.
Ook de preventieve werking vaa deze wei; achtte spr.
van veel beieekenisi
De beer De Visser (0. H. Leiden) achtte de be
strijding sympathiek, om das ze zoo taai es zoo humaan
wordt geroerd, maar spreker wil toch eenige zwakke j
punten uit het betoog van den heer Van Doorn aan
stippen. Zoker, is 1905 zjjn van de 4000 onechte kindereu
8000 erkend, maar die 3000 behoeven niet in hetzelfde
jaar geboren te zjjn, zoodat dit cjjfer geen maatstaf geeft
anderzpds wjjzen de cjjfars uit, dat bjj v. van 2000 onechte
kinderen nog niet de helft werd erkend tot het tweede
levensjaar en dat 70 alleen door de moeder werd
eikond en slechts 1 alleen door den vader. Dat zij a
cjjfsrs, die wjjzen op een ellende, die ook in het hart
van den heer Van Doorn weerklank zal vinden. Met
eenige brpalingen van vroeger trachtte spieker aan te
toonen, dat ook het oud-Hollandsch reoht de vaderschaps
actie kende. Hjj betoogde vervolgeas, dat verschillende
rechtsgronden voor het ontwerp zjjn aan te voeren en
dat de bewjjs-actie goed is geregeld. Dit ontwerp verblijdt
spreker terwille van de onbeschermde vrouw, van den
jongen man, van de gemeenschap van het kind.
De heer Da SavorninLohman (Chr. H, Goes)
kon zich niet vereanigen met het standpunt van dit
wetsontwerp, al is hjj voor opheffing van het verbod van
onderzoek naar het vaderschap. Spr. gelooft niet, dat
het huwaljjk wordt aangetast. Evenmin dat de onzede
lijkheid zal toenemen. Dit ontwerp echter gaat uit van
de gedichte, om persouen, die zich aan ontucht hebben
overgegeven, te belasten, met de zorg voor hun natuur-
ljjke kinderen, maar bet bedoelt niet, om twee personen,
die gedurende zekeren tjjd reeds in verhouding tot elkaar
staan, te verplichten tot datgene, waartoe ze zedeljjk
verplicht zjjn. Alle kinderen die van een vrouw komen,
wil dit ontwerp in beginssl goljjk behandelen
Men vrsagt niet wie en wat de vrouw is, daarmee be
moeit meu zich niet. Spr. zet uiteen, dat de bewjjs
voering, waartoe de vrouw is geroepen, onvoldoende is
en te ver gaat. De vrouw moet niet alleen bewjjzen
dat ze gemeenschap met een man gehad heeft, zjj moet
tevens bewjjzen, dat die man de vader is van het kind
Dit sluit dan in, dat de vader zou weten, dat hjj alleen
en uitsluitend de vader kan zjjn, en dat juist moet be
wezen worden. Spr.'s bezwaar is daarbjj, dat niet ge
geven wordt een actie tot onderzoek naar het vaderschap
maar esn actie tot invordering van de schuld van den
man j-gens het kind van haar, met wie bjj gem'enschap
had. Het ontwerp hangt aaneen van ficties. Om geen
familieband te scheppen, noemt msn den vader niet vader
maar verwekker en dwingt men niet tot eikenning, maar
tot verzorging. Maar dat is precies hitzelfde.
Voortaan zal steeds, ook al is het kind niet behoeftig,
door den voogd een actie tegen den vader moeten worden
ingesteld. Ook al heeft het kind het niet noodig, dan
nog rust op dea voogd de z-deljjke plioht een actie in
te stellen. Zoo wordt het onwettige kind boven het wet
tige gesteld, dat vaak verwaarloosd wordt en dan niets
aan zjjn lot kau doen.
In de prakijjk zullen vele bepalingen onuitvoerbaar zjjn
en zal de wet sanctionnseien, dat iemand zjjn wettig
gezin laat verloopen en verwaarloost, tcrwjjl hjj een
andere vrouw en zjjn onechts kinderen onderhoudt. Spr,
verklaarde dat wjjziging van dit ontwerp zelfs niet aan
zjjn bezwaren zal kunnen tegemoetkomenhet standpunt
is verkeerd, daarom zal hjj tegen de wet moeten stemmen
De heer B1 o o k e r (L. Amsterdam VII) hield even
eens een uitvoerig betoog, ten bewjjze dat het ontwerp
leidt tot geljjkstelling van wettige en onwettige kinderen
dat het de onzedelijkheid zal bevorderen en dat niet met
zekerheid te bewjjzen valt wie de vader is.
De heer Heemskerk A. R. Sliedrecht) verdedigde
het wetsontwerp. Men dient zich te stellen op het
standpunt van recht. Het verwekken van een kind
brengt den plicht tot verzorging mee. Deze vestigt geen
familiebetrekking. Spr. bestreed op verschillende punten
wat de heeren Van Doorn en Lohman hebben betoogd.
De vader dient de verplichting te erkennen om voor
zjjn kind te zorgende moeiljjkheid van het bewjjs is
een waarborg te meer tegen slechte en misdadige
praktjjken. Niet in ieder geval zal de voogd een proces
moeten voeren.
De heer Van der Zwaag (S. D. Schoterland)
verdedigde mede het wetsontwerp tegenover de aanvallen
van den heer Van Doorn.
De heer Schokking (Fr. Chr. H. Harlingen) be
twistte dat het ontwerp aanrandt de grondslagen van
het instituut van het wettig huweljjk. Spreker oordeelde
echter, dat niet verder gegaan moet worden dan dengene,
die mede schuldig is aan het verwekken van het kind,
aansprakeljjk te stellen voor zjjn daadvandaar dat hjj
bezwaren heeft tegen de door den Minister aangebrachte
wjjziging, waarbjj wordt toegelaten een vordering tot
inroeping van den staat van het kind, want hierdoor
wordt een familieband gelegd en dit keurt spreker af
De heer Marchant (V. D. Deventer) zag in
onderzoek naar het vaderschap een bevordering van
het huweljjk en ia erkenning van het natuurljjk kind
geen aantasting van de heiligheid van het huweljjk.
Rechtzaken.
Arroudlaaeasents-Hechtbank «e Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 28 Mei.
Diefstal van Touw.
Hendrik R. en Cornelia Jacobus L., visschers, beiden
te den Helder woonachtig, waren op 8 April werkzaam
bjj de firma Van Pelt, eveneens fe den Heldor. Zjj waren
in eon vlet werkzaam en hadden esn dagloon van f 2.
Iu die vlet waren twee touwen, zoogenaamde anker-
of koetouwen. R. zeideIk heb zin in een borrel,
waarop L, een mes nam, het touw afsneed, het in een
zak deed en dit Terkccht aan den koopman Willem
Kiezel!»?. Deze gaf L 50 cent voor het touw, waarvan
L. aan R. 20 cent afstond.
Als eerste beklaagde hiervoor terechtstaande, bakende
R. volledig zjjn daad. L. daarentegen ontkende, be
werende dat het zjjn touw war, es dat R. en hjj samen
het touw verkocht hadden.
Da Offioier Tan Justitie, tot beklaagde L Waarom
gaf u dan 20 cent? aan R, als het uw eigen touw was,
was dit toch niet noodig
Beklaagde L. antwoordt zeer laconisohOmdat ik zoo
goed ben. (hilariteit.)
Hjj ontkende het touw afgesneden te hebben, en zei
ten slotte, dat het een vergissing van hem geweest is.
Vier getuige», waaronder de aannemer Van Pelt en
da koopman Willem Kiezeling, legden in deze zaak ge
tuigenis af. Laatstgenoemde kreeg van den president
een ernstige vermaning, en Zjjn Edelaehtbare gaf getuige
den raad voortaan voorzichtiger te zjjn met zjjne op-
kooperjje».
De O. v. J. ving aan met te zeggen, dat beklaagde
R. het de rechtbank niet moeiljjk maakt. Hjj bekende
volledig. Beklaagde L. daarentegen ontkende alles. Ds
lezing welke bjj van 't geval gaf, was in 't geheel niet
aanncmeljjk. Spreker noemde de handaling ven beklaagden
geen diefstal, maar verduistering. Waar de president
reeds Kiezeling een duchtige vermaning heeft gegeven,
daar zal Z.E.A. dit niet meer releveeren. Beide be
klaagden hebban vroeger reeds veroordeelisgea ondergaan.
L. heeft 10 jaar geleden steenkolen ontvreemd. R. haeffc
dfstjjds heling gepleegd. Beiden staan ongunstig bekend.
Retumeerende eisohte Z E.A, voor ieder 6 weken ge
vangenisstraf.
B e d e 1 a r jj.
Cornelis G., een 19 jarige visschersman te Egmond
aan Zee, nam daarna plaats op de bank der beschuldig
den. Deze nog jeugdige man hsd op 12 April te Noord-
scharwoude om een aalmoes gevraagd, aan de woning
van Cornelia van der Molen, rijksveldwachter te Noord-
scharwoude. Van der Molen, die in burgerkleading was,
maakte proces-verbaal t-gei hem op ter zake van bedelarjj,
waarvoor hjj zich thans had te veran^voorden. Beklaagde
zeide tot zjjn verdediging, dat hjj tengevolge van een
ongeluk niet meer in staat is zwaar werk te doen. Hjj
tracht door muziek te maken geld te verdienen. Hjj
ontkent niet dat hjj af en toe wel eens bedelt.
De O. v. J. achtte beklaagdes schuld volledig bewezen.
Beklaagde kan lichts werkzaamheden vorrichtoa. Hjj
kan nu eerst de vissoherjj mede maken, waarna hjj dan
2 dagen hechtenis zal moeten ondergaan, en plaat-Jog
in de Rijkswerkinrichting voor den tjjd van 3 maanden,
een eisch waartegen bekl. eonige bezwaar maakte, voor
gevende dat bjj geen zwaar werk kan verrichten.
Mishandeling.
Op 't platte land komt het zeer veel voor, dat buren
oneenigheid met elkander hebben. Juffrouw Ida K., de
echtgenoote van Cornells F., had op 22 April oneenig
heid met juffrouw Sybrrobt Klaver, de rohtgenoote van
Klaas Vreeker, beiden te Hoerkugowanrd woonachtig.
Van beide zjjden vielen scheldwoordend-» ruria die
ontstaan was, liep zoo hoog, dat juffrouw Ida K. juffrouw
Vreeker aangreep, door elkander echuddo, bjj de haren
greep en trok. Voor deze handeling moest zjj heden op
de bank der beschuldigden plaats nemen.
Die ruzie bezorgde haar f 5 boete subsidiair 4 dagen
hechtenis.
Mishandeling.
Pinekas P., koopman te Hoorn, had op 25 April Rink
Visser, Sigarensorteerder, eveneens te Hoorn, geslagen,
getrapt en mishandeld Daarvoor moest hij heden
terechtstaan. Hij deelde volledig mede hoe hij tot deze
daad gekomen was. Hij leefde in sleohte verhouding
met Visser, en kwam deze op den genoemden datum
op 't Groote Noord tegen. Beklaagde ging naar den
trein, was nogal gehaast, en Visser kwam met een
wagen aanrijden. Volgens beklaagde reed Visser met
moedwil tegen hem op, ik heb hem toon een duw
gegeven, zei beklaagde, doch ik ben er mij niet bewust
van, dat ik Visser getrapt, geslagen en mishandeld heb.
Visser die zeer zenuwachtig is, verklaarde dat P.
cnwaarheden zegt. Ik heb dien man niet aangereden,
zei hjj, ik heb geen duw gehad, maar P. heefc mij
ernstig geslagen en mishandeld.
De O. v. J. achtte beklaagde'» schuld volledig be
wezen en eischte tegen beklaagde f 7 boete, subsidiair
7 dagen hechtenis.
Appölzaak Kantongerecht.
Nicolaas van de V., van beroep chauffeur, te Wieris-
gerwaard woonachtig, stond daarna terecht.
Door den kantonrechter, bjj vonnis van 19 April tot
f 80 boete, subsidiair 10 dagen heebtenis veroordeeld,
was fcjj tegen dit vonnis in appèl gekomen. Dat de kan
tonrechter hem aldus had veroordeeld, was, omdat bjj op
7 Maart in snslle vaart op den weg te Heerhugowaard
had gereden met zjjn automobiel no. 1200, toen Dirk
Leegwater, een landbouwer te Obdam, daar met paard
en kar in de tegenovergestelde richting kwam aanrjjden.
Uit vrees voor de auto, begon hst paard te steigeren.
Leegwater en zjjn knecht, die bjj heia zatriepen
van de V. hard toe: stopl maakten gebaren, schreeuw
den, maar beklaagde stoorde zich hior niet aan. Het
paard kon Leegwater niet houden, het was angstig en
sprong over esn hek het land in, waardoor hot hek brak.
Verdere ongelukken waren niet voorgekomen.
Door den President gevraagd, waarom bekl» in appèl
was g-komen van het vonnis van den kantonrechter,
antwoordde hjj, dat hjj dien dag niet hard heeft gereden.
Ik ben hom langzaam voorbij gereden, zei beklaagde. Ook
heb ik niet opgemerkt dat Leegwater en zjjn knecht mjj
tosgsichre-uwd hebben en met gebaren mjj waarschuwden.
Leegwater en zjju knecht Cornells Munster getuigden
evenals voor het kantongerecht, dat do automobiel in
volle vaart was voorbjjgereJen en dat beklaagde zich aan
banna waarschuwingen niet had gestoord.
Ik hsb nist harder gereden, ssi bekhsgde, daa 10
K. M, in het uur.
Aris Wit ea Autje Pasrdsman, de Eohtganoot* van Jan
Hoos, hadden het ongeluk gezien, ea ook ïij kwamen
getuigen dat de auto verbassnd sael voorbijreed.
Rechter Quiotus geeft beklaagde een flinke vermaning.
Hst gaat niet op, zei Z.Ed.Geste-engs, cm ta beweren
ik heb geen waarschuwingen geziso, en ook geen schreeuwen
gehoord. Eea chauffeur moet wel degeljjk oplettend zjj<*.
Een dergeijjke chauffeur, dis niet oplet, zon ik het ijj-
b.wjjs ontnemen,
Bsklaagds bewaarde het stUzwjjgen.
Na het hooren der getuigen, verkreeg ds O. v. J. het
woord, tot het nemen van zjjn requisitoir.
Z. E, A. achtte beklaagde» schuld wel tlageljjk wett'g
en overtuigend bswezen. Bsklaagds zogt we), ik heb
niets gezien, maar hjj had mostan opletten. Hjj doet
zich braaf voor, en zegt, ik heb juist langzaam gereden,
maar dit is onwaar. Hjj heeft wel degeljjk gezien, wat
er plaats had. Opnieuw eischte Z. E. A de straf, die
door den Kantonrechter hem werd opgelegd.
ALKMAARSCHE COURANT