Honderd en negende jaargang. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 128 1907 Prijs der gewens idvertentiin MAANDAG 3 JUNI. inderwei Nationale Militie. Drankwet. BÏININLAND Uit Hof- en Hoofdstad Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnemewteprys per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele RJjk f I,— Afzonderlijke nummers 1 Cents TeMoonnnsmer 3. Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N |V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h, HEJBMs, OOSTEB ZOON Voordara O 9, BURGEMEESTER ea WETHOUDERS ran Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat zij bjj baslait van 31 Mei LI* Tferguanin.2 hebben verleend aas J. M« GROOT te Z. en N. Schermer tot het oprichten van een vlecschrookerjj en sen vet?melterjj in het perceel Aohteratra.it, B 81, Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, 1°. B. 1 Jani 1907. DONATH, Secretaris. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR ge last, krachtens bekomen aanschrijving, de «onderstaande hier wonende verlofgangers om zich ter bgwoning der herhaling»oefenlagea, 's namiddags vóór 4 are, bjj hnn korps te vervoegen Korps Torpedisten, lichiing 1901, garnizoen Helder. 10 Jar i 1907 WILLEM HERMANUS BRINKMAN en HENDRIKUS WILLEBR03DUS GROENLAND. Regiment Genietroepen, lichting 1904, garzizoen Utrecht. 17 Jani 1907: JOHANNES MARTINUS HUIBERTS en CARL GOTTFRIED KAMMERER. 2e Regiment Veld-artille.ie, lichting 1902, garnizoen 's Gravenhage. 24 Juni 1907LAMBERTUS KOOIJ. De opgeroepsneu hebben, zoo noodig, recht op vrjj trass- port naar hun korps en daggeld, dat ter gemeente secretarie der woonplaats tjjdig k&n worden aangevraagd. Alkmaar, Ds Bargem ester voornoemd, 27 Mei 1907. JAN DE WIT Dz., L°B. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat bjj H.H. Gedeputeerde Staten van Noordholland is ingekomen een verzoekschrift van A. BAS, aldaar, om vergunning tot den verkoop van sterken drank in het klein alleen aan logeergasten in het peroeel Djjk C No. 25. Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen der vergunning schriftelijke bezwaren bjj hu* college indienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alk iar, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, l8 B, 1 Juni 1907. DONATHSecretaris. Alkmaar, 3 Juni. De Duitsche journalisten zijn niet erg best te spreken over de regeling van het bezoek hunner collega's uit Engeland. Zij hebben bijna"geen ge legenheid kennis te maken met hun vakbroeders. In Hamburg begon de uitsluiting van de dagblad schrijvers reeds. Er waren een reeks autoriteiten om de Engelschen te ontvangen, maar hun vak- genooten ontbraken. Waarom? Omdat het bij de voorbereiding typisch Pruisisch is toegegaan. De reeds dertig jaren bestaande Hamburgsche vakver- eeniging is daar geheel buiten gehouden en alleen werd er op een goeden dag vanuit Berlijn getele foneerd of die vereeniging bereid was een bieravond te organiseeren voor de Engelsche collega's, welke dan zou moeten plaats hebben na een officieelen maaltijd ten stadhuize. Maar Hamburg is een vrije stad en men is er niet gewend van uit Berlijn ge regeerd te worden. Men heeft eenvoudig gezegd, dat men zich niet door het Berlijnsche comité wilde laten achterafzetten en dat men daarom zich bij de ontvangst volmaakt onzijdig hield. In Berlijn hebben de journalisten zich niet zoo fier en onafhankelijk getoond. Zij hebben wel is waar gemopperd, maar zij hebben toch ook weer gaarne gebruik gemaakt van de gelegenheid om ook van de partij te zijn de maaltijd in den Dierentuin. En alweer is bij dezen maaltjjd, waar dan toch eigenlijk Engelsche collega's bij Berlijnsche te gast waren, het voornaamste woord gesproken door een Duitsch staatsambtenaar en door een Engelsch diplomaat En terwijl de Keizer die eens verklaarde dat een journalist (in Amerika) gelijk stond met een commandeerend generaal in Pruisen de Duitsche journalisten alles behalve voorkomend behandelt, heeft hij zich thans jegens de Engelsche poeslief getoond en hun gezegd, dat het hem aangenaam was, met hen kennis te maken, dat zij welkom waren in zijn land en welkom ook in zijn huis. Deze groote hartelijkheid grieft den Duitschen journalisten nog te meer, wijl, toen zij verleden jaar Windsor bezoohten, koning Eduard niet is verschenen! Het is aan deze feiten waarschijnlijk toe te schrijven dat we in de bladen geen hoofdartikelen vinden over het bezoek, slechts eenige weinige couranten wa gen zich aan een enkel woord van kritiek. Het wil ons echter voorkomen dat deze achteraf stelling niet alleen typisch-Pruisisch is, maar dat zij ook een eigenaardig licht werpt op de beteekenis, welke men van Duitsche zijde aan dit bezoek tracht te geven. De Engelschen, die thans in Duitschland reizen om kennis te nemen van zeden, toestanden en menschen, zijn niet „maar" dagbladschrijvers (hetgeen voor velen synoniem is met „inktkoelies"), doch vertegenwoordigers van de Engelsche publieke opinie, van het Engelsche volk aldus wordt er geredeneerd. Men heeft hen door die eigenaardige ontvangBt het journaliatenpak willen uittrekken en hen in een officieel kleed willen hullen. Yandaar het officieele huldebetoon, en vandaar ook die offi- cieele toespraken. Doch de Engelschen zijn te nuchter, dan dat zij zich door deze Pruisische officieelerigheid om den tuin zouden laten leiden. Men heeft hier te doen, zooals terecht is opgemerkt, met de aristocraten van geest die bij de Engelsche pers zijn, menschen, die veel te lang en veel te scherp uit eigen oogen heb ben gezien, dan dat zij zich zouden laten verblinden door vertoon van Pruisische uniformen en ordelinten en laten verdooven door dure wijnen of laten ver- dommelijken door vleiende redevoeringen De heeren toonen dat trouwens reeds vóórdat zij geschreven hebben. Hun tafeldronken zijn luchtig en geestig en een beetje cynisch. Zij zijn hoffelijk en prijzen maar over de politiek zwijgen zij. En hun gezant gaf huu zoo noodig het voorbeeld toen hij op het zwaarwichtig hoog-politiek betoog van den onder-staatssecretaris van buitenlandsche zaken droogjes ten antwoord gaf, dat hij het nut van openbare toespraken van ge zanten betwijfelde, dat hij op verzoek van enkelen en in navolging van hetgeen te Londen gebeurde, het woord zou voeren en dat het voorbarig zou zijn te zeggen dat het misverstand tusschen Engeland en Duitschland nu voor goed uit den weg geruimd was. Het is niet onmogelijk dat deze laatste woorden den grondslag zullen vormen, waarop vele der Engelsche journalisten hun artikelen opbouwen. Het is zulk een mooi aanloopje Maar de Duitschers hadden het ongetwijfeld gaarne anders gezien en het zich anders gedacht. Misschien lezen de achterafgezette journalisten dan niet zonder „Schaden freude" wat hun Engelsche collega's hebben ge schreven. Rijkspostspaarbank. Eonigs jare* gelede» heeft de heer Armand Sassen er op gewezen dat de Neds-landsehe Rijkspostspaarbank, van welke bjj directeur is, i» het jaar 1900 haar 17de Jeienejaar wat aantal inleggers en gemiddeld tegoed betreft per 1000 inwane?s h soger cjjfers had aan te wjjzen dan de zusterisstellingen in Engeland, Italië, Frankrjjk en Oostenrijk over hetzelfde levensjaar. Dit versohjjnsel heeft z'ch niet bepaald tot dat eene levensjaar, maar is, naar de ke?r Sassen ors mededeelt, hem bjj onderzoe'ï gebliken ook voor elk der zes volgende jaren te gelden. Hier volgen de vsrgeljjkende cjjfers over het 18de en het 22*te levensjaar der instellingen (de esrst® cjjfers geven aan het aonM inleggers, de tweede het gemiddo'd te goed op 1000 inwoners). Nederland 137 i 13 841 181 f 19.059 Zweden 111 - 6 915 107 - 6.813 Italië 87 6.187 105 - 18.521 Frankrjjk 86 - 11.887 95 - 7.783 Engeland 58 - 11.258 88 - 14.153 Oostsarjjk 57 - 2 688 66 - 8.610 Ü3 groni der Rijkspostspaarbank hier te lande bljjkt aldus regelmatig sterksr te zijn toegenomen dan in de vjjf buitenlandsche. Rykibarean onderzoek van koopwaren. Naar wjj uit goede broa vernemen, zal het Rjjksbureau i'oor kosteloos onderzoek ^au koopwaren voor den mid delstand. binnenkort te Lüdoa geopend worden. Donderdag 30 Mri had aan de afdeeling Handel van het ministerie van Isedbouw, nijverheid en handel, te 's-Gravenhage, een conferentie plaats tusschen de regeering, prof, Wjjsman, te Leiden, en het dageljjksch bestuur van den Middenstandsbond, waarbjj de onderdeelen der inrich ting nader werden besproken en vastgesteld. Als gevolg dier besprekingen zal prof Wjjsma* op de 4a algemeene vergadering van den Middenstandsbond, welke dit jaar op 17 en 18 Juli a.s. te Njjmegin zal wo den gehouden, het doel sn den werkkring van het Rjjksbureau in een redevoering nader uiteenzetten. Vahorganisatie Hlddenstaad. Prof. Dar. D, Josephus Jitts, lid van den raad van advies van den Middecstaadsbond, zal op het congres *sn den bond, op 18 Juli a.s. te Njjmegen te houden, mondeling advies gtvtn in zake het onderwerp »Do vak organisatie van den Middenstand», waarover de heer R P. J. Tutein Noithonius reeds schrifteljjk heeft gepraeadvi- sserd. Qenootschnp van leeraren aan Mfedrrl. Wynanasla. (Slot). Mea meidt ons uit Arnhem Na hetgeen Zaterdag reeds is vermeld omtrent deze vergadering werd wegens het periodieke aftreden van dr. Abresch met groote meerderheid van stemmen gekozen dr. H. W. C. E. Bückmann. Deze neemt de benoeming aan. Dezo benoeming maakt de verkiezing van twee nieuwe leden noodig le in plaats van den penningmeester dr. Bückmann en 2e in plaats van den secretaris dr. Hooykaas. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren dr. IJ. H. Rogge en dr. N. J. Beversen. in de namiddagvergaderin/ kwamen aan de orde de referaten over de vraagn Behoort adhaesie betuigd te worden aan de adressen der Vereeniging van Leei'aren aan inrichtingen van M. O. en andere ondensijsvereenigingen tot het verkrijgen van vrijmaking der spelling 1 Inleiders zjjn de heeren dr. C. G. N. de Vooys te Assen en dr. J. B. Schepers te Haarlem* De stellingen door beide inleiders gesteld, luidenle De gebruikelike Nederlandse spelling en schrijftaalverbuiging bemoeilijkt het geven van goed taalonderwijs2a Het is daarom wenselik dat eene geleidelike invoering van de vereenvoudigde spelling, ook op onze Gymnasia, niet tegengehouden worde. De eerste spreker wijst er op dat de spellingkwestie slecht schijnbaar onbelangrijk is. De vraag naar ver eenvoudiging kwam voort uit een juister taalbegrip en hangt ten nauwste samen met een beter taalonderwijs. Na er op gewezen te hebben dat onder de jongere beeefenaren der klassieke filologie het nieuwe taaibegrip veld wint, zegt spr. dat uit het oude en nieuwe taal begrip een geheel verschillend taalonderwijs voortvloeit het eerste stelt het leeren gebruiken van de schrijftaal voorop, het tweede wil inzicht geven in het wezen van de taal en de taalontwikkeling, maar bovenal leiding bij de taaluiting. De oude spelling maakt een goed taalonderwijs niet mogelijk, maar bemoeilijkt het: de rol die de Vries en Te Winkel aan de afleiding gegeven hebben in hun systeem is een bron van voortdurende spelfoutende rekonstructie van een taalkundig manne lijk en vrouwelijk geslacht gaat tegen de levende taal in; een gezonde spraakkunstbeschouwing wordt be lemmerd door kunstmatige regels. Spr. oordeelt dat de leerlingen op het gymnasium met de oude spelling veelal het oude taalbegrip meebrengen: hun lezen is door en door bedorven, in hun schrijven mist men de durf. De voorgestelde spellingswijze verdient dus boven al steun, omdat de invoering ruimte zal geven aan een principieel zuiverder en vruchtbaarder taalonderwijs. De tweede inleider van dit onderwerp, dr. J. B. S. Schepers te Haarlem herinnert aan den strijd sinds 1891 tegen de vereenvoudigde spelling ontstaan door geleerden, mannen van de school en ondeskundige». Spr. zegt dat de geheale beweging is vereenvoudiging in de ljjn van de Yries en te Winkel, maar zonder hun geleerdheid in spellingsregels vastgelegd (als met de e, o en sch) en de geslachten, zonder lijnrecht tegen de levende algemeene taal in te gaan. In 1894 werden de voorstellen door de vereeniging van Leraren aan gymnasia met groote meerderheid goedgekeurd, in 1896 volgde de koninklijke goedkeuring der statuten in de vereenvoudigde spelling, wat er nu, 10 jaar later, blijkbaar niet meer door kan. Niettegenstaande veel verzet en het oordeel dat men te ver was gegaan in het verhollandschen van vreemde klanken, werden de door eene commissie van geleerden, kunstenaars en schoolmenschen herziene regels in 1903 goedgekeurd en nam het gebruik van de vereenvoudigde spelling meer en meer toe. Maar de tegenwerking bleet ook en om die te breken, heeft de vereeniging van leeraren aan inrichtingen van M. O. een verzoek tot de Regeering gericht ion aan het gebruik der vereenvoudigde schrijf taal op middelbare scholen geen moeilijkheden in den weg te leggen.» Het antwoord was een verzoek om nadere inlichtingen. Uitvoerig toont spreker aan dat het invoeren der vereenvoudigde spelling volstrekt niet storend werktde Maatschappij van Letterkunde keurde ze dan ook goed, uitsluitend evenwel voor Z. Afrika en daar zjjn de resultaten voor de Taalbondexamens ver rassend. Na nog gewezen te hebben op den tijd die nutteloos verbruikt wordt met het leeren van geest- doodende spel- en naamvalsregels, zegt spr. dat behalve van het M. O. van nagenoeg alle onder wijs vereenigingen een verzoek uitgaat om gelijk recht voor beide spellingen te vragen. Ook daaraan moet het genootschap, de eenige ont brekende vereeniging, meedoen. Laat de Regeering de gelijkstelling geven en zonder dwang volgt dan de algemeene invoering. Spr. me nt dat wanneer allen meewerken aan dit voor onze volksontwikkeling goede doel, de overgangstoestand die nu heerscht, spoedig voorbij zal zjjnzooals in Zuid-Afrika reeds het geval is. Besloten werd adhaesie te betuigen aan het adres van de vereeniging van leeraren aan inrichtingen van M.O. en andere onderwjjsvereenigingen tot het verkrijgen van vrijmaking van de spelling. 26 stemmen waren er voor, 16 er tegenvele leden hadden tijdens de discussie de vergadering verlaten. Ten slotte kwam in behandeling het rapport der z.g. verschuivingscommissie, welk onderwerp ingeleid werd door den heer dr. F. L. Abresch, te Amsterdam. Spr. acht de verschillende bjjdragen in tijdschriften en op vergaderingen over dit onderwerp gegeven, bekend, ook dat de vergadering van de vereeniging van directeuren aan Hoogere Burgerscholen met 5-jarige» cursus, het voorstel tot verschuiving heeft verworpen Spr. stelt uitsluitend de vraag of leerlingen en leeraren van Gymnasia er baat bjj zouden hebben zoo de verschillende examens verlegd werden naar eene verlengde Puasch.acantie en de aanvang van den cursus naar 1 Mei? Vreemd zou zulk een maatregel zjjn in een tijd waarin toelatinge- en overgang, examens staan vereenvoudigd, zoo niet geheel afgeschaft te worden. Waar deze examens afloopen in de eerste helft va» Juli en het eindexamen wordt afgenomen in de laatste weken van den cursus (en dus verplaatsing daarvan geen inbreuk op eenige vacanties zou maken), behoeft verschuiving niet plaats te hebben. Bovendien zou, wat de laatste examens betreft, geen aansluiting ver kregen worden met de academie, daar de cursus aan deze inrichtingen zeker niet met 1 Mei zal aanvangen en daardoor het leerjaar verdeeld worden in twee ongelijke helften. De eiadexaminatius zou door ver schuiving van het eindexamen eene vacantie hebben va» pl.m. 30 April tot 20 September. Voorstellen om allen ook de jonge meisjes in dien tjjd hun dienstplicht te laten vervullen, kunnen niet ernstig gemeend zijn. Voor het Gymnasium acht spr. cursus-verschuiving volstrekt onnoodig, ja zelfs zeer ongewenscht. Over dit referaat werd een korte discussie gevoerd; de heer van Geer oordeelde haar nog niet voldoende voorbereid. Wil men verschuiven laat men dan alle mogelijke onder wijscursussen mat 1 Januari laten beginnen en de maand December voor examens ge bruiken. Maar spr. wil den tijd hier laten spreken de zaak zal nog wel eens ter sprake komen. Na een korte dupliek van den inleider, waarbij hg zich vereenigt met de woorden van den heer va» Gee r werd de vergaderiog met de gewone plichtplegingen gesloten. Ds Haagsche kouter van de Prov. Oron. Ct, begint zjjn brief aldus »Doe wel en zie niet om», geldt geenszins meer voor den Haagsefeen burger. Volgde hg dien ouderwetscheu stelregel, honderd tegen een, dat hg binnen een dag of wat als een ellendig stuk vermorzeld menschenvleesch van de straat wierd opgenomen. Zoo Lord Chesterfield nog leefde, zou hg zjjn zoon stellig en zeker den verstandigen raad hebben gegeven »Als jj in Den Haag komt, doe dan wdl en zie bjj eiken kruisweg, bg eiken straathoek om, althans overal waar die helsehe, glimmende baansporen liggen. Draai je naar alle zjjden om en overtuig-je vóór je oversteekt, terdege, dat geen dier stil aanichuivende vliegmachines in aantocht of je op de hielen is. Sedert de Eleotrische in de hofstad hare overwinning viert en prat is op hare populariteit, rust op eiken Haag schee burger die verplichting, wil hg althans het vage ljjf behouden. Omzien en nog eens omzien is het parool. En dat omzien heeft toch ook zjjne lichtzjjde. Menig voorttrip- pelend jufjn, dat aan dit of dat nog wel eens een oogje zon willen wagen, maar weerhoudea wordt door het ge biedend wetsartikel uit het handboek van den goeden toon, dat het omzien of omkjjksa voor een fatsoenljjk, ingetogen meisje niet past, komt door ds Electrieche in eene geheel andere positie. Nü m&g se omzien, daar iedeie- n kan vermoeden, dat haar onderzoekende blik de Electrieche betreft: zjj keek eenvoudig om teneinde zich te overtuigen, of de tram in aantocht was en óf ze den gevaarlijken overtocht nog zou kunnen wagen 1 Dat elegante jonkertje met zjjn zwaaiend bedientje in de hand? Denkt u, dat die, met haar omkjjken in verband stond Geen idee 1 Niets daarvan Uitsluitend uit veilig heidsbeginsel I Kodak van de Spaarnebode schrjjft over Soheveningen en beantwoordt de volgende vraag »Is de ligging van Den Haag zoo dicht bg Seheve- ningen een vóór- dan wel een nadeel voor de badplaats Wel, ik vind dat Schevingen er als badplaats beter aan toe zou zjjn, wanneer 's-Gravenhage minstens 'n goed uur verder weg lag. Of Bcheveningen, dat's me eender. Want ziet eens hier'n badplaats een oord dat slechts enkele maanden 'sjaars in functie is moet 't hebben van de gasten, van hen wier middelen veroorloven om eenige dagen, weken, maanden aldaar door te brengen. Alles wat de eigen bewoners der plaats gedurende het seizoen meer uitgeven dan in gewone omstandigheden, is smeegeromen», meer niet. In koBtolgks hot. Is, in de exploitatie der badgelegenheid, in de uiterljjke verfraa ïus; worden geweldige kapitalen gestoken, welke me:; hoopt renfegevend te maken door 'n druk bezork van casten, bg wie 't er op wat geld m«er of minder niet aankomt. Omgekeerd verlangen zjj, die 'n badplaats voor eenigen tjjd tot ve.bljjf kiezen, dat ze zien daar tehuis kunnen voelen. Elke badplaats heeft z'n eigen soort bezoekers, Wildungen z'n nier- en blaasljjders, Mtl&ster am Stein z'n scrofuleuze kindertjes, N zza z'n ronge-et-noir-zieken, Oostende z'n mondaine oliëuteele, enz. Maar overal is men gaarne vonder ons», in 'n eigen wereldje, Soheveningen de badgast wordt er eenvoudigweg opgeslokt, ondor den voet geloopen, verpoeierd, vernietigd door den overweldigen stroom van Haagsche ééndags- of halvedagmenschen. Uit stoom- en eleotrische trammen gulpen den gasschen lieven dag door formidabele kluiten Hagenaars. Da oude Scheveningsohe weg is 'n gezwollen rivier van üaagEch menschenvlesEch. 't Strand is 'n pakhuis van kinderen en flirtende HaagBche juffies. Ds Kurhaus concertzaal wordt tweemaal daags in optima forma belegerdmen doet op kritieke oogenblikken 'n moord voor 'n stoel. Is er voor des avonds een strand vuurwerk geannon ceerd (tot afsteken komt het gewoonlijk nimmer van wege de verkeerde windrichting), dan is er reeds des middags op den strandboulevard voer auto's, rijtuigen e» badgasten gee» doorkomen aan. Het bezoeken van gelegenheden tot uitspanning als Kurhausbar, Pier, enz. is den badgast vrij wel ontzegd, omdat op elke vierkante meter oppervlak minstens vier He gen aars zitten. Kunnen de dames en heeren badgasten ver strooiing en elkaar zoeken op balavonden Neen, want dan zijn 'n paar duizend Haagsohc meisjes, ambtenaartjes, H.-B.-soholieren, cadetten en adelborsten tot de finale toe bezig, elkaar teenen en schenen stuk te trappen in 'n nooit eindigende ljjvanbafsing Wat moet de arme badgast beginnen te midden van die onstuimige, alles in beslag nemende, alle rust en kalmte verjagende horden Zich werpen in dien ehaos van hem onbekenden Stilletjes op z'n kamer blijven. 'n Kwartiertje verder de strasdeenzaamhoid zoeken. Of... z'n koffer pakken en trekken naar andere gelegenheid, waar hij mag verwachten onder badgasten, das onder seortgenooten te zijn. Dit laatste doen er niet weinigen, daarvan weet Oostende mee te praten. „Maar" zult ge me tegenwerpen „dat Hage naars vertier brengt toch ook geld in 't laatje. En of 't nn van Jan of vaa Piet komt, dat 's toch vrij wol eender." Zoo op 't eerste gezicht is dit beweren juist. Maar... er is een maar. We hebben 't hier over Soheveningen badplaats. En of nu al de eleotrische tram en de limonade tentjes aan 't strand en 't buffet van de Kurhausbar en de ALKMAARSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1