Honderd en negende jaargang. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Dit nier Maai nit 2 Dlaflen. No. 433. 1907. ZATERDAG Prijs der gewsne advertentiin: 8 JUNI. Hinderwet» BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80franco door het geheeie Rijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 8. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. OOSTER Sb ZOON Yoordam O 9. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen sollicitanten op naar da betrekking van tijdelijk Onderwijzer aan de Burgerschool, op eens brloortieg van f 50 per maand. Gegadigden gelieven zich aan te melden vóór 19 Juni a.s. bjj bet hoofd der school, den heer P. J. AUKES. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter aigemeene kennis, dat zjj bjj besluiten van 6 Jnni 11. vergnnning hebben verleend aan: 1°. de heeren Th. VAN SPALL, P. DB LANGE PBz. en J. DE LANGE OJz,, uitmakende het bestuur der N, V. »de Alkmaarsohe Stoomwasch es Strjjkinrichting«, tot het uitbreiden van genoemde inrichting door het maken van een fcjjbouw aan en het bijplaatsen van ren stoomketel met een verwarmend oppervlak van 54 M*. in het perceel van der Woudestraat, E 2 2°. den heer Th. SLUIJTER, als directeur der N. V. vAlkmaarsche Stoommetaals'jjperjj en Galvanische imich ting«, tot het uitbreiden van genoemde inrichting door het maken van een bjjbouw en het daarin plaatsen van eea generator-gasinrichtiag voor het leveren van gas voor de bestaande gasmotor aan het perceel Lindelaan. E 52. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, 1°B. 7 Juni 1907. DONATH, Secretaris. De keerzijde van het antomobilisme in het licht der practjjk en der statistiek. Drie weken geleden plaatsten we een hoofdartikel, dat tot opschrift droeg »De keerzijde van het automo bilismecc e* waarip. gelaakt werd het auto rijden met veel te groote snelheid, »het treintje-spelen op den openbaren weg«, zooals het daar werd genoemd. Sedert hebben we gelegenheid gehad die ketrzjjde tot tweemaal toe onder een felle belichting te zien en het is niet kwaad haar daarom nog eens onder dat licht te toonen, aan den automobilist zoowel als aan den voetganger, fietser en rjjtuigrjjder. De eerste belichting is de Herkomerfahrt. Hubert von Herkomer, de verduitschta Engelschman of de verengelschte Duitscher, de schilder van tafereelen van rustige rust, zooalsde Rust, aan de Bron, het Avond eten, Vermoeidheid, Theedrinkende oude vrouwen, ons Dorp (een landelijke idylle) etc. heeft in een onzalig oogenblik besloten ter beschikking van de Beiersché Automobielclub een geschenk van tienduizend mark te s< ellen. Bepaald werd dat er wedstrijden zouden worden gehouden, waarin de prijzen zouden worden toegekend aan die auto's, welke op een zekeren tocht zich het bast hadden gehouden. De eerste prijs nu is een door dezen kunstenaar vervaardigd schilderij ter waarde vaa 10.000 mark, terwijl er ook andere prijzen zijn uitgeloofd. He bedoeling van den stichter was goed: hg wilde de betrouwbaarheid van de auto doen uitkomen, en daardoor het automobilisme populairder maken, minder doen verfoeien, meer doen beoefenen. Maar wat zien we in de practjjk Dat ook hier de wedstrijden woede zicb meester van het terreip heeft gemaakt, dat ook hier de goede sport verknoeid wordt, dat ook hier spoortje gespeeld wordt op den openbaren weg. Óp den openbaren weg dédrop komt het aan. Want willen mannen en vrouwen er zjjn ook drie deel neemsters onder de 161 mededingers hun leven wagen door met groote snelheden, door langs allerlei kronkelwegen, door op gevaarlijke hellingen te rijden men kan het dwaas vinden, maar ten slotte is dit toch hun eigen zaak. Misschien deed de overheid wèl deze poging tot zelfmoord te beteugelen maar veel meer is zij geroepen den mensch op den openbaren weg te beschermen tegen dergelijke pogingen tot doodslag of tot het toebrengen van lichamelijk letsel. In sommige landen heeft de wetgever ingegrepen. Na den sdooden- rit« PargsMadrid, heeft de Fransche overheid der gelijke onzinnige snelheidswedstrijden verboden. In ons land is volgens artikel 14 der Motor- en Rij wiel wet het gelukkig eveneens verboden sop een weg een snelheidswedstrijd met motorrijtuigen o rijwielen te houden of daaraan deei te nemen* en uit drukkelijk is bepaald dat door den Minister van dit verbod slechts ontheffing kan worden verleend aten behoeve van snelheidswedstrijden met motorrijtuigen van gering saeiheidsvermogen.« In Duitschland heeft men evenwel vrijheid van handelen althans nóg. Den 14den Juni zal er in den Taunus zoo'n snelheids wedstrijd plaats hebben nota bene ^internationale Kaiserrenuem genoemd. Want men denke er wel aan de Herkomerfahrt is geen snelheidswedstrijd, slechts een betrouwbaarheidsrit. Hoe betrouwbaar die rit op den openbaren weg is, moge blgken uit het volgende staatje, dat we gedeeltelijk gisteren reeds opnamen Eerste dag Een auto tegen een huis gereden en vernield een auto kijjgt een dubbele asbreuk; een werkmandie een St. Bernhard voor een wissen deod wil redden wordt overreden door de auto van een dame en met ernstige ruggegraatskneuzingen opge nomen, zoodat hg wel niet in het leven zal blijven; de auto van een andere dame rjjdt tegen een villa en moet den strijd opgeven een auto overrijdt een man; een auto overrijdt een kind, dat beide beenen verliest een meisje wordt aangereden en meegesleurd, zij wordt aan den schouder gewond een jongetje wordt overreden en breekt een been een auto overrijdt een maa, die gewond wordt; een deelnemer valt uit een wagen en wordt zwaar gewond een ander deelnemer lcopt bij eea aanrijding ver wondingen op; een auto rijdt tegen een electrische tramwagen aan; een auto rjjdt tegen een boom en wordt zwaar beschadigd. Dit is de balans van den eersten dag, welke werd begunstigd door goed weer en goede wegen. Er is dien dag afgelegd de afstand van Dresden naar Eisenach, driehonderd zestig kilometer Ter vergelijking deelen we meda dat de afstand Alk maar-Venlo per spoor tweehonderd kilometer bedraagt. Wjj vragenis dat op den openbaren weg spoortje- spelen of niet? En nogmaals het is geen snelheids wedstrijd maar slechts een betrouwbaarheidsrit. Is het wonder, dat de auto steeds sneller vliegt op den weg, die leidt naar de impopulariteit, instede va* zóó populair te worden als men van een dergelijk vervoermiddel zou kunnen verwachten, wanneer het verstandig en voorzichtig werd gebruikt? Thans de tweede belichtinghet automobilisme gezien onder het licht van de statistiek. Het laatste nummer van de nStatistik des Deutsche» Reic'as*, uitgegeven door het »»Kaiserliche Statistische Amt« bevat een reeks aardige gegevens, welke betrekking hebben op de automobielsport. Wg zullen de lezers niet vermoeien met het opnemen van reeksen cijfers, hoe belangwekkend deze op zich zelf ook mogen zjjn, maar slechts die getallen en berekeningen vermelden, welke wjj heden voor ons doel noodig hebbende statistiek betreffende de ongelukken met motorrijtuigen, voor gekomen in het Duitsche rijk in de maanden van 1 April 1906—30 September 1906, In die periode bedroeg het aantal dergelijke onge lukken 2290. In 673 gevallen hadden er persoonlijke ongelukken plaats, 987 maal was er slechts materieele schade en in 630 gevallen kwamen beide voor. Van de 1519 gekwetste personen waren 173 chauffeurs, 219 inzittenden en men lette op dit cijfer 112 7 andere menschen. Gedood werden of zij waren binnen een week na het ongeval overleden 51 per sonen, waarvan 9 chauffeurs, 9 inzittenden en 3 3 andere menschen. Bij 2 4,5 pet. van het aantal onge lukken waren voetgangers, aan het werk zjjode arbeiders, politieagenten en kinderen betrokken, 2 0,9 pet. van de ongelukken was het gevolg van te snel rgden of van niet waarschuwen, 96 p c t. van onhandig, onvoorzichtig of tegen de voorschriften rijden, terwijl slechts 2,3 pet. te wijten was aan het niet werken van de rem en 2,1 pet. aan slechte wegen. Hierbij dient evenwel te worden opgemerkt dat in 55,3 pet. de oorzaak niet kon worden opgegeven. Een groote rol speelt het aantal paardekrachten. Terwjjl de 15.700 motorrijwielen slechts 373 (2,4 pet.) ongelukken veroorzaakten, kwamen op 5111 auto's van hoogstens 8 paardekrachten reeds 390 (7,6 pet.) onge lukken voor. Snel stijgen deze cijfers bij vermeerdering van bet aantal paardekrachten. Hadden er met 3278 auto's van 8—16 P.K734 ongelukken (22.4 pet.) plaats, met 1674 auto's van 16 tot 40 P.K. wordt het getal 422, d. i. 25.2 pet; Ten slotte en als het frappantste cijfer zij vermeld, dat het aantal ongelukken van de 52 auto's van meer dan 40 P.K. 53.8 procent bedroeg i Deze cijfers spreken. Zjj zeggen méér dan ellenlange hoofdartikels. Zij bewij zen hoe groot naar verhouding der inzittenden, het aantal gedoode of gewonde voetgangers, fietsers of rgtuigrjjders is. Zg bewijzen tevens, hoe groot het aantal onge lukken is, dat moet worden geweten aan onverstandig en onvoorzichtig, met name te snel rgden. Zjj bewg'zen eindelijk, hoe het aantal ongelukken toeneemt met het aantal P.K. Het automobilisme op zichzelf is voortreffelijk. Het geeft velen genot of gemak, en ook zeer velen brood. Het automobilisme heeft toekomst; Maar het ligt aan de automobilisten en aan de fabrikanten zelf of die toe komst al dan niet vergooid zal worden. Men is een heel eind op weg dat te doen door de snelheidsrazerng, die nog maar aldoor opgevoerd wordt door snelheids wedstrijden en betrouwbaarheidsritten. En daarom is het goed die keerzgde van het automo bilisme te toonen, vooral wanneer zg zoo gemakkelgk en zoo goed in het licht kan worden gesteld, als wg dit heden konden doen Tweede Hamer. Aan de orde was gisteren de voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp, betreffende het onderzoek naar het vaderschap, en wel van art. 344 b (omschrijvend het aanhangig maken en behandelen van de alimentatie-vordering bij de arrondissements-reoht- bank). Tevens komen daarbij in bespreking de acht daarop ingediende amendementen, reeds door ons ver meld. De heer Yan Byiandt (Chr.-H. Apeldoorn) ver dedigde de amendementen-Van Idsinga, veeral het amendement om de vordering te ontzeggen, wanneer da vrouw een erkend ontuchtig leven leidde. Dit is absoluut noodzakelijk, de amendementen gaan spr. nog niet ver genoeg. Hij zeu den gehuwden man geheel en al van elke actie willen uitsluiten en niet alleen, wanneer de vrouw wist, dat de man gehuwd was. Da Minister van Justitie (de heer Van Raalte) ontraadde het amendement-Limburg om de actie te doen instellen bij den kantonrechter, geen van de motieven daarvoor genoemd, komt hem klemmend voor. Bij het arbeidscontract bestond voldoende motief ervoor, maar hier niet. Een goede en volledige behandeling der zaak is beter gewaarborgd, wanneer zij plaats heeft bij de rechtbank. Ook de nitveerbaarheid van het vonnis bij voorbaat wordt da or den minister bestrede», kostelooze procedure behoeft niet beslist te worden voorgeschreven, de reohter zal dat steeds kunnen toe staan. Tech vond spr. dit geen motief om het amen dement te entraden, daarom beveelt hij het aan. De amendementen om de vordering na 5 jaar vervallen te verklaren, bestrijdt hij. Het overgreete deel der vorde ringen zal worden ingesteld, kort na de geboorte van het kind. Maar wil men de zaak wel, dan moet men niet spreken van „vervalling" der vordering, maar van „verjaring" omdat hierbij stuiting van het vonnis mogelijk is. In het amendement-Van Veen zeu de verweerder een zeer gemakkelgk middel hebben om aan de actie te ontkomen. Hij zeu eenmaal uitkeeren, dan vijf jaar wachten en het vonnis zou zijn verjaard. Daarom kon spr. het amendement niet aanbevelen. De woonplaats van het kind achtte spr. de aangewezen plaats om het proces te voeren, daar tooh heeft zieh de goheele zaak afgespeeld. De minister zag dus geen reden daarvan af te wijken. Ook het amendement om de vordering te ontzeggen, indien de moeder voor de bevalling een erkend-ontuohtig leven leidde is overbodig. Daarin is reeds voorzien door de bepaling, dat de vordering wordt ontzegd, wanneer zij met meer dan een gemeenschap had. Het amendement cm de vordoring te ontzeggen, als de moeder wist, dat de man gehuwd was, kon evenmin spr.'s instemming vinden. De wet beschermt het wettige gezin reeds voldoende, ook het belang van het kind is zonder het amendement beter gebaat. Wil men werkeljjk het huweljjk hooghouden, dan moet men het den ge trouwden mass niet gemakkelgk maken, overspel te ple gen, dat doet het amendement. De heer Limburg (V.-D. 's-Gravenhage) uitvoerig repl'ceertndverdedigde nader zjjn amendementen en weersprak, dat die zonden willen invoeren een geheel nieuw stelsel, tegenover het wetsontwerp. De heer Van Wjjnbergen (K. Eist) wees op moei lijkheden, die zich in de practjjk zullen voordoen, wan neer het amendement Limburg wordt aangenomen. Da Voorzitter zei, dat alsnog de openbare behandeling aan da erdo moet worden gesteld, het ontwerp betref fends de Kosinkljjke stallen, de drankwetwjjziging, enz. Da beer Heemskerk (A.-R. Sliedrecht) wilde de draekwetwjjziging van de agenda sohrappei. De heer Bos (V.-D. Winschoten) wees op het belang van de motie, in zake aansluiting bjj de Berner conven tie omtrent de drankwetwjjziging werd nog niets beslist overigens werd het voorstel van den Voorzitter aange nomen. Verschillende sprekers repliceerden daarna en verde< digden nader hun amendementen. De heer Van Idsinga (Ohr. H. Bodegraven) is langdurig aan het woord en meende, dat hjj den Voor zitter een l «weging van afkeuring ziet maken. Op hefti gen toon roept hg uit: »Wensoht u, dat ik van het woord afsie De Voorzitter: Neen. De heer Van Idsinga: Dan verzoek ik u geen afkeurende bewegingen te maken. U haalt de sohonders op tegen den heer Van Karnebeek. (Beweging). De Voorzitter: Ik verzoek De heer Van Idsinga (zeer heftig)Ik zie van het woord af (Aigemeene beweging). Da heer Van Idsinga loopt zeer opgewonden de Kamer door. De heer Lobman (Ohr. H. Goes) verdedigde nader de amendementen, vooral dat om de vordering te ont zeggen, ingeval de vrouw wist dat de man gehuwd was. De heer Hugenholtz (S. D. Weststellingwerf) bleef dit amendement bestrjjden, en meende, dat de rechterzijde allerlei pogingen deed om het weinige dat dit wetsontwerp biedt, nog te beknibbelen. De heer Heemskerk kwam daartegen op en ver dedigde eenige amendementen. Met kracht waarschuwde hjj tegen het voorstel Limburg. Verschillende andere sprekers repliceerden nog. De heer R e g o u t (K. Helmond) was het met den heer Van Wjjnbergm eens, in het oorspronkelijk ontwerp was de exeptio plurius middel van niet-ontvaakeljjk-ver klaring. Was deze dus bewezen, dan kwam men aan het bewjjs van gemeenschap niet eenB toe, doch in het ont werp zooals het luidt, is de exeptio plurium tegenbewijs, nadat reeds voorloopig de gemeenschap is bewezen en vast gesteld bjj interlocutoir vonnis van den rechter. Wel degeljjk bljjft das het stigma van het vermoedelijk vaderschap nu op den man drukken, De heer Van Veen (Ohr. H, Dokkum) trok zjjn amendement (vervallenverklaiing der vordering na 5 jaren) in. De heer Van Styrum(L, Haarlem) handhaafde zjjn amendement. De verdere beraadslagingen over dit ontwerp werden verdaagd tot vermoedeljjk Woensdag 19 Juni, des voormiddags 11 uur; De openbare vergadering werd verdaagd tot Dissdag 18 Juni. Over het incident waarbjj de heer Van Idsinga van het wootd af zag, zegt de Tweede Kamer-overzicht- schrjjver van de N. R, Ct.: >Eea zeldzaam incident in onze Kamer, een incident, waarvan, zoover ons bekend is, in oszs parlementaire geschiedenis nog geen voorbeeld wasDe voorzitter bruusk tot de orde geroepen door een der ledenDe Kamer is dan ook reeds sedert eenige dagen wat zenuw achtig. Onlangs heeft de heer Van Idsinga zjj» rede onderbroken, om te wachten op het einde van een hem stoiend gemeen overleg tnsschen zijn vriend Heemskerk en den minister van justitie. Dien zelfden dag stuitte da heer Van Doorn, geraakt, zjjn woordenrist, omdat hjj dsn heer Van Raalte op gebrek aan oplettendheid betrapte. Heisn kwam de donder los. Do heer Van Idsinga was reeds ose eind ver opgeschoten in de verdediging van een amendement, volgens hetwelk aan het kind van de in oetucht levende vrouw de alimentatie-actie zal worden ontbonden toen bjj meende, in een gebaar van den voorzitter een bljjk van ongeduld, van ontstemming over het rekken van het debat, te moeten zien. De afgevaardigde uit Bodegravea werd zeer verstoord, en vrosg, of de voorzitter soms verlangde, dat hjj van het woord zoude afziendaa, zich zeer opwindend in een kruisvunrtje van uitroepen, met den voorzitter ge wisseld, zette hjj zich plots neer in zjjn bankje hjj wilde niet verder gaan. De pjjnljjke situatie werd aardig gered, door den heer De Savornin Lobman, die dadeljjk opstond en kalm, alsof er niets was gebeurd, over zjjs voorstel (geen actie tegen een gehuwden man) ging praten. Tooh bleek de lucht nog niet geheel gezuiverdeven later vond weer de heer Hugenholtz aanleiding, zich zelf het zwjjgen op te leggen, in afwachting, dat de minister naar zjjne woorden van wjjsheid zou willen luisteren. Zou de verkieziagsstrjjd- emotie, al heeft zjj overigens tot geen onvertogen woord in de Kamer geleid, de zenuwen der het landrondreizende leden soms parten beginnen te spelen f< De overzichtschrijver van het Hbld. zegt er van »Een zonderling incident had plaats tusschen den voorzitter en den heer Van Idsinga; Deze afge- vaardigde meende (terecht of te onrecht) eenige hoofd bewegingen die de voorzitter maakte terwjjl hjj (de heer v. I.) sprak, te moeten opvatten als uitingen van ongenoegen over zjjn lang spreken. Plotseling hield hjj op en zei «Mjjnheer da voorzitter als het uw wensch is dat ik van het woord afzie dan zal ik dat doen I* »Ik zie er volstrekt geen reden voor«, antwoordde de heer R e 11; »Dan verzoek ik u ook, mjjnheer de voorzitter*, barstte de afgevaardigde van Bodegraven, rood van kwaadheid, los, som geen teekenen van ongenoegen te geven*; Waarop de heer R e 11 driftig zjjn hamer greep en, hamerend riep *lk verzoek den geachten afgevaardigde zjjn rede voort te zetten I* En toen de heer Van Idsinga, na nogmaals driftig, iets te hebben willen tegenwerpen, nogmaals hetzelfde verzoek ontving, zei hjj opeens: »Mjjnheer de voorzitter, ik zie van het woord af*, en ging zitten. Verbaasd stak men in de Kamer de hoofden bjjeen om te vragen hoe en wat, want het was zoo plotseling gekomen. En 't was even plotseling uit. Een ander sprak alweer.* Uit de Pers. Het ministerie Hajjper. In da N. Roti. Ct. lezen we: De hoofdredacteur van De Standaard heeft eene eigen aardigheid, waaraan wel meer oud-ministers ljjden. Wanneer hjj onze parlementaire geschiedenis nagaat, en nog eens overweegt, wat de verschillende ministeries, zeg uit de laatste kwart of halve eeuw, hebben gedaan, en wat zjj voor het land hebben beteekend dan komt hjj altjjd tot de zelfde conclusieEr is eigenljjk tooh maar één goed ministerie geweesten dat was het ministerie, waar hjj zelf in zat. Alle andere waren benaden de maat. Bjj ket eens haperde het hier, bjj het andere daarzoo als het ministerie behóórt te zjjn was er niet één behalve het ministerio-1901—1905, Dat liet nu letterlijk geen atteekje vallengeen foutje beging hetgean aanmerkingetje, hoe gezooht ook, was daarop te maken. Botertje tot aan den boom. Wjj zjin allerminst van plan den man, die in De Standaard schrjjft, dit genoegen van eigen lof road te bazuinen te ontzeggenzelfs niet, nu de neiging in dezen verkiezingstjjd weer Bterk op komt. Hat kan weinig kwaad. Ons nuchtere volkje weet wel, dat het voor een staatsman meer zegt, door een ander, dan door zichzelf te worden geprezen. Zelfverheffing beschouwt het als een onschuldig vermaak, omdat het er de oorzaak en de beteekenis wel van verstaat. Gemengd nieuwe. Oogstoverzlcht. Men meldt ons: Van de directie van den landbouw is aan de corres pondenten verzonden het oogsioverzicht van 1 Juni 1907, waarin onder meer voorkomt, dat de warmoezerjjgewassen van den vollen grond op vele plaatsen in meerdere of mindere mate hebben geleden Tan de lagere temperatuur en van de nachtvorst van 18 op 19 Mm 1.1. Op sommige plaatsen hebben vroege aardappelen, aardbeien en erwten daardoor erg geleden. Van de vroegs sluitkool is de stand in Noordholland vrjj goed, de planten hebben op veel plaatsen nog al wat geleden door de aardvloo, de late planten zjjn nog niet ver genoog ontwikkeld om er eea oordeel ov.r uit te spreker. Bloemkool had in de Noordhollaadecht. koolstreek in nog sterker mate van de aadvloo te ljjden, de stand in de Besmster is zelfs vxjj slecht, matig aan den Langendjjk en vrjj goed in de Streek. Ook in de omstreken van Voorschoten en Rotterdam is de stand slechts matig tot vrjj goed. Da stand der vroege aardappelen loopt door het grillig optreden der nachtvorsten erg uiteen; Zoo is de stand in de Bsomster vrjj slecht, te Bsverwjjk matig, aan den Langendjjk en in de Streek goed en te Andjjï uitmun tend. In het Westlasd is de stand over het geheel vrjj goed. Elders zjjn de vooruitzichten van den oogst ook zeer uitesnloopend, doch in het algemeen niet mear dan vrjj goed. De stand der wortelen is matig te Venlo en vrjj goed in het Westland. Elders is het gewas overal goed of zeer goed. Van den Langcndjjh. Aan de aislagmarkt te Broek op Langendjjk werdrs van vaa 5 Juni 1906 tot 2 Juni 1907 aangevoerd42,366 mandjes aardappelen van 17} K.G2,430,760 bossen wortelen, 2,948,395 stuks bloemkool, 5,810,110 stuks roode kool, 1,578,964 stuks gele kool, 1,433,770 stuks witte kool, 29,371 balen uien van 50 K.G. 10,051 idem nep uien id., 242 id. zilveruien id., 18,600 stuks kool rapen, 172,700 stuks bieten, 1,569 balen wortelen van ALKMAARSCHE COURANT tinei

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1