Honderd en negende jaargang.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Dit nier Maai nit 2 Dlaflen.
No. 433.
1907.
ZATERDAG
Prijs der gewsne advertentiin:
8 JUNI.
Hinderwet»
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaab f 0,80franco door het geheeie Rijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Telefoonnummer 8.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. OOSTER Sb ZOON Yoordam O 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
roepen sollicitanten op naar da betrekking van
tijdelijk Onderwijzer aan de Burgerschool,
op eens brloortieg van f 50 per maand.
Gegadigden gelieven zich aan te melden vóór 19 Juni
a.s. bjj bet hoofd der school, den heer P. J. AUKES.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter aigemeene kennis, dat zjj bjj besluiten van
6 Jnni 11. vergnnning hebben verleend aan:
1°. de heeren Th. VAN SPALL, P. DB LANGE PBz.
en J. DE LANGE OJz,, uitmakende het bestuur der
N, V. »de Alkmaarsohe Stoomwasch es Strjjkinrichting«,
tot het uitbreiden van genoemde inrichting door het
maken van een fcjjbouw aan en het bijplaatsen van ren
stoomketel met een verwarmend oppervlak van 54 M*.
in het perceel van der Woudestraat, E 2
2°. den heer Th. SLUIJTER, als directeur der N. V.
vAlkmaarsche Stoommetaals'jjperjj en Galvanische imich
ting«, tot het uitbreiden van genoemde inrichting door
het maken van een bjjbouw en het daarin plaatsen van
eea generator-gasinrichtiag voor het leveren van gas
voor de bestaande gasmotor aan het perceel Lindelaan.
E 52.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, 1°B.
7 Juni 1907. DONATH, Secretaris.
De keerzijde van het antomobilisme
in het licht der practjjk en der statistiek.
Drie weken geleden plaatsten we een hoofdartikel,
dat tot opschrift droeg »De keerzijde van het automo
bilismecc e* waarip. gelaakt werd het auto rijden met
veel te groote snelheid, »het treintje-spelen op den
openbaren weg«, zooals het daar werd genoemd.
Sedert hebben we gelegenheid gehad die ketrzjjde
tot tweemaal toe onder een felle belichting te zien en
het is niet kwaad haar daarom nog eens onder dat licht
te toonen, aan den automobilist zoowel als aan den
voetganger, fietser en rjjtuigrjjder.
De eerste belichting is de Herkomerfahrt. Hubert
von Herkomer, de verduitschta Engelschman of de
verengelschte Duitscher, de schilder van tafereelen van
rustige rust, zooalsde Rust, aan de Bron, het Avond
eten, Vermoeidheid, Theedrinkende oude vrouwen, ons
Dorp (een landelijke idylle) etc. heeft in een onzalig
oogenblik besloten ter beschikking van de Beiersché
Automobielclub een geschenk van tienduizend mark te
s< ellen. Bepaald werd dat er wedstrijden zouden worden
gehouden, waarin de prijzen zouden worden toegekend
aan die auto's, welke op een zekeren tocht zich het
bast hadden gehouden. De eerste prijs nu is een door
dezen kunstenaar vervaardigd schilderij ter waarde vaa
10.000 mark, terwijl er ook andere prijzen zijn uitgeloofd.
He bedoeling van den stichter was goed: hg wilde de
betrouwbaarheid van de auto doen uitkomen, en daardoor
het automobilisme populairder maken, minder doen
verfoeien, meer doen beoefenen. Maar wat zien we in
de practjjk Dat ook hier de wedstrijden woede zicb
meester van het terreip heeft gemaakt, dat ook hier de
goede sport verknoeid wordt, dat ook hier spoortje
gespeeld wordt op den openbaren weg.
Óp den openbaren weg dédrop komt het aan. Want
willen mannen en vrouwen er zjjn ook drie deel
neemsters onder de 161 mededingers hun leven
wagen door met groote snelheden, door langs allerlei
kronkelwegen, door op gevaarlijke hellingen te rijden
men kan het dwaas vinden, maar ten slotte is dit toch
hun eigen zaak. Misschien deed de overheid wèl deze
poging tot zelfmoord te beteugelen maar veel meer
is zij geroepen den mensch op den openbaren weg te
beschermen tegen dergelijke pogingen tot doodslag of tot
het toebrengen van lichamelijk letsel. In sommige
landen heeft de wetgever ingegrepen. Na den sdooden-
rit« PargsMadrid, heeft de Fransche overheid der
gelijke onzinnige snelheidswedstrijden verboden.
In ons land is volgens artikel 14 der Motor- en
Rij wiel wet het gelukkig eveneens verboden sop een
weg een snelheidswedstrijd met motorrijtuigen o
rijwielen te houden of daaraan deei te nemen* en uit
drukkelijk is bepaald dat door den Minister van dit
verbod slechts ontheffing kan worden verleend aten
behoeve van snelheidswedstrijden met motorrijtuigen
van gering saeiheidsvermogen.« In Duitschland heeft
men evenwel vrijheid van handelen althans nóg.
Den 14den Juni zal er in den Taunus zoo'n snelheids
wedstrijd plaats hebben nota bene ^internationale
Kaiserrenuem genoemd. Want men denke er wel aan
de Herkomerfahrt is geen snelheidswedstrijd, slechts
een betrouwbaarheidsrit. Hoe betrouwbaar die rit op
den openbaren weg is, moge blgken uit het volgende
staatje, dat we gedeeltelijk gisteren reeds opnamen
Eerste dag
Een auto tegen een huis gereden en vernield
een auto kijjgt een dubbele asbreuk;
een werkmandie een St. Bernhard voor een wissen
deod wil redden wordt overreden door de auto van
een dame en met ernstige ruggegraatskneuzingen opge
nomen, zoodat hg wel niet in het leven zal blijven;
de auto van een andere dame rjjdt tegen een villa
en moet den strijd opgeven
een auto overrijdt een man;
een auto overrijdt een kind, dat beide beenen verliest
een meisje wordt aangereden en meegesleurd, zij
wordt aan den schouder gewond
een jongetje wordt overreden en breekt een been
een auto overrijdt een maa, die gewond wordt;
een deelnemer valt uit een wagen en wordt zwaar
gewond
een ander deelnemer lcopt bij eea aanrijding ver
wondingen op;
een auto rijdt tegen een electrische tramwagen aan;
een auto rjjdt tegen een boom en wordt zwaar
beschadigd.
Dit is de balans van den eersten dag, welke werd
begunstigd door goed weer en goede wegen. Er is dien
dag afgelegd de afstand van Dresden naar Eisenach,
driehonderd zestig kilometer Ter vergelijking deelen
we meda dat de afstand Alk maar-Venlo per spoor
tweehonderd kilometer bedraagt.
Wjj vragenis dat op den openbaren weg spoortje-
spelen of niet? En nogmaals het is geen snelheids
wedstrijd maar slechts een betrouwbaarheidsrit.
Is het wonder, dat de auto steeds sneller vliegt op
den weg, die leidt naar de impopulariteit, instede va*
zóó populair te worden als men van een dergelijk
vervoermiddel zou kunnen verwachten, wanneer het
verstandig en voorzichtig werd gebruikt?
Thans de tweede belichtinghet automobilisme
gezien onder het licht van de statistiek. Het laatste
nummer van de nStatistik des Deutsche» Reic'as*,
uitgegeven door het »»Kaiserliche Statistische Amt«
bevat een reeks aardige gegevens, welke betrekking
hebben op de automobielsport. Wg zullen de lezers niet
vermoeien met het opnemen van reeksen cijfers, hoe
belangwekkend deze op zich zelf ook mogen zjjn, maar
slechts die getallen en berekeningen vermelden, welke
wjj heden voor ons doel noodig hebbende statistiek
betreffende de ongelukken met motorrijtuigen, voor
gekomen in het Duitsche rijk in de maanden van
1 April 1906—30 September 1906,
In die periode bedroeg het aantal dergelijke onge
lukken 2290. In 673 gevallen hadden er persoonlijke
ongelukken plaats, 987 maal was er slechts materieele
schade en in 630 gevallen kwamen beide voor. Van de
1519 gekwetste personen waren 173 chauffeurs, 219
inzittenden en men lette op dit cijfer 112 7
andere menschen. Gedood werden of zij waren
binnen een week na het ongeval overleden 51 per
sonen, waarvan 9 chauffeurs, 9 inzittenden en 3 3
andere menschen. Bij 2 4,5 pet. van het aantal onge
lukken waren voetgangers, aan het werk zjjode
arbeiders, politieagenten en kinderen betrokken, 2 0,9
pet. van de ongelukken was het gevolg van te snel
rgden of van niet waarschuwen, 96 p c t. van onhandig,
onvoorzichtig of tegen de voorschriften rijden, terwijl
slechts 2,3 pet. te wijten was aan het niet werken van
de rem en 2,1 pet. aan slechte wegen. Hierbij dient
evenwel te worden opgemerkt dat in 55,3 pet. de oorzaak
niet kon worden opgegeven.
Een groote rol speelt het aantal paardekrachten.
Terwjjl de 15.700 motorrijwielen slechts 373 (2,4 pet.)
ongelukken veroorzaakten, kwamen op 5111 auto's van
hoogstens 8 paardekrachten reeds 390 (7,6 pet.) onge
lukken voor. Snel stijgen deze cijfers bij vermeerdering
van bet aantal paardekrachten. Hadden er met 3278
auto's van 8—16 P.K734 ongelukken (22.4 pet.)
plaats, met 1674 auto's van 16 tot 40 P.K. wordt het
getal 422, d. i. 25.2 pet;
Ten slotte en als het frappantste cijfer zij vermeld,
dat het aantal ongelukken van de 52 auto's van meer
dan 40 P.K. 53.8 procent bedroeg i
Deze cijfers spreken.
Zjj zeggen méér dan ellenlange hoofdartikels. Zij bewij
zen hoe groot naar verhouding der inzittenden, het aantal
gedoode of gewonde voetgangers, fietsers of rgtuigrjjders
is. Zg bewijzen tevens, hoe groot het aantal onge
lukken is, dat moet worden geweten aan onverstandig
en onvoorzichtig, met name te snel rgden. Zjj bewg'zen
eindelijk, hoe het aantal ongelukken toeneemt met het
aantal P.K.
Het automobilisme op zichzelf is voortreffelijk. Het geeft
velen genot of gemak, en ook zeer velen brood. Het
automobilisme heeft toekomst; Maar het ligt aan de
automobilisten en aan de fabrikanten zelf of die toe
komst al dan niet vergooid zal worden. Men is een
heel eind op weg dat te doen door de snelheidsrazerng,
die nog maar aldoor opgevoerd wordt door snelheids
wedstrijden en betrouwbaarheidsritten.
En daarom is het goed die keerzgde van het automo
bilisme te toonen, vooral wanneer zg zoo gemakkelgk
en zoo goed in het licht kan worden gesteld, als wg
dit heden konden doen
Tweede Hamer.
Aan de orde was gisteren de voortzetting van de
behandeling van het wetsontwerp, betreffende het
onderzoek naar het vaderschap, en wel van art. 344 b
(omschrijvend het aanhangig maken en behandelen van
de alimentatie-vordering bij de arrondissements-reoht-
bank). Tevens komen daarbij in bespreking de acht
daarop ingediende amendementen, reeds door ons ver
meld.
De heer Yan Byiandt (Chr.-H. Apeldoorn) ver
dedigde de amendementen-Van Idsinga, veeral het
amendement om de vordering te ontzeggen, wanneer
da vrouw een erkend ontuchtig leven leidde. Dit is
absoluut noodzakelijk, de amendementen gaan spr. nog
niet ver genoeg. Hij zeu den gehuwden man geheel
en al van elke actie willen uitsluiten en niet alleen,
wanneer de vrouw wist, dat de man gehuwd was.
Da Minister van Justitie (de heer Van
Raalte) ontraadde het amendement-Limburg om de actie
te doen instellen bij den kantonrechter, geen van de
motieven daarvoor genoemd, komt hem klemmend voor.
Bij het arbeidscontract bestond voldoende motief ervoor,
maar hier niet. Een goede en volledige behandeling
der zaak is beter gewaarborgd, wanneer zij plaats heeft
bij de rechtbank. Ook de nitveerbaarheid van het
vonnis bij voorbaat wordt da or den minister bestrede»,
kostelooze procedure behoeft niet beslist te worden
voorgeschreven, de reohter zal dat steeds kunnen toe
staan. Tech vond spr. dit geen motief om het amen
dement te entraden, daarom beveelt hij het aan. De
amendementen om de vordering na 5 jaar vervallen te
verklaren, bestrijdt hij. Het overgreete deel der vorde
ringen zal worden ingesteld, kort na de geboorte van
het kind. Maar wil men de zaak wel, dan moet men
niet spreken van „vervalling" der vordering, maar van
„verjaring" omdat hierbij stuiting van het vonnis
mogelijk is.
In het amendement-Van Veen zeu de verweerder
een zeer gemakkelgk middel hebben om aan de actie
te ontkomen. Hij zeu eenmaal uitkeeren, dan vijf jaar
wachten en het vonnis zou zijn verjaard. Daarom kon
spr. het amendement niet aanbevelen. De woonplaats
van het kind achtte spr. de aangewezen plaats om het
proces te voeren, daar tooh heeft zieh de goheele zaak
afgespeeld. De minister zag dus geen reden daarvan
af te wijken. Ook het amendement om de vordering te
ontzeggen, indien de moeder voor de bevalling een
erkend-ontuohtig leven leidde is overbodig. Daarin is
reeds voorzien door de bepaling, dat de vordering wordt
ontzegd, wanneer zij met meer dan een gemeenschap
had.
Het amendement cm de vordoring te ontzeggen, als
de moeder wist, dat de man gehuwd was, kon evenmin
spr.'s instemming vinden. De wet beschermt het wettige
gezin reeds voldoende, ook het belang van het kind is
zonder het amendement beter gebaat. Wil men werkeljjk
het huweljjk hooghouden, dan moet men het den ge
trouwden mass niet gemakkelgk maken, overspel te ple
gen, dat doet het amendement.
De heer Limburg (V.-D. 's-Gravenhage) uitvoerig
repl'ceertndverdedigde nader zjjn amendementen en
weersprak, dat die zonden willen invoeren een geheel
nieuw stelsel, tegenover het wetsontwerp.
De heer Van Wjjnbergen (K. Eist) wees op moei
lijkheden, die zich in de practjjk zullen voordoen, wan
neer het amendement Limburg wordt aangenomen.
Da Voorzitter zei, dat alsnog de openbare behandeling
aan da erdo moet worden gesteld, het ontwerp betref
fends de Kosinkljjke stallen, de drankwetwjjziging, enz.
Da beer Heemskerk (A.-R. Sliedrecht) wilde de
draekwetwjjziging van de agenda sohrappei.
De heer Bos (V.-D. Winschoten) wees op het belang
van de motie, in zake aansluiting bjj de Berner conven
tie omtrent de drankwetwjjziging werd nog niets beslist
overigens werd het voorstel van den Voorzitter aange
nomen.
Verschillende sprekers repliceerden daarna en verde<
digden nader hun amendementen.
De heer Van Idsinga (Ohr. H. Bodegraven) is
langdurig aan het woord en meende, dat hjj den Voor
zitter een l «weging van afkeuring ziet maken. Op hefti
gen toon roept hg uit: »Wensoht u, dat ik van het
woord afsie
De Voorzitter: Neen.
De heer Van Idsinga: Dan verzoek ik u geen
afkeurende bewegingen te maken. U haalt de sohonders
op tegen den heer Van Karnebeek. (Beweging).
De Voorzitter: Ik verzoek
De heer Van Idsinga (zeer heftig)Ik zie van
het woord af (Aigemeene beweging).
Da heer Van Idsinga loopt zeer opgewonden de
Kamer door.
De heer Lobman (Ohr. H. Goes) verdedigde nader
de amendementen, vooral dat om de vordering te ont
zeggen, ingeval de vrouw wist dat de man gehuwd was.
De heer Hugenholtz (S. D. Weststellingwerf) bleef
dit amendement bestrjjden, en meende, dat de rechterzijde
allerlei pogingen deed om het weinige dat dit wetsontwerp
biedt, nog te beknibbelen.
De heer Heemskerk kwam daartegen op en ver
dedigde eenige amendementen. Met kracht waarschuwde
hjj tegen het voorstel Limburg.
Verschillende andere sprekers repliceerden nog.
De heer R e g o u t (K. Helmond) was het met den heer
Van Wjjnbergm eens, in het oorspronkelijk ontwerp was de
exeptio plurius middel van niet-ontvaakeljjk-ver
klaring. Was deze dus bewezen, dan kwam men aan het
bewjjs van gemeenschap niet eenB toe, doch in het ont
werp zooals het luidt, is de exeptio plurium
tegenbewijs, nadat reeds voorloopig de gemeenschap is
bewezen en vast gesteld bjj interlocutoir vonnis van den
rechter. Wel degeljjk bljjft das het stigma van het
vermoedelijk vaderschap nu op den man drukken,
De heer Van Veen (Ohr. H, Dokkum) trok zjjn
amendement (vervallenverklaiing der vordering na 5
jaren) in.
De heer Van Styrum(L, Haarlem) handhaafde
zjjn amendement. De verdere beraadslagingen over dit
ontwerp werden verdaagd tot vermoedeljjk Woensdag
19 Juni, des voormiddags 11 uur;
De openbare vergadering werd verdaagd tot Dissdag
18 Juni.
Over het incident waarbjj de heer Van Idsinga van
het wootd af zag, zegt de Tweede Kamer-overzicht-
schrjjver van de N. R, Ct.:
>Eea zeldzaam incident in onze Kamer, een incident,
waarvan, zoover ons bekend is, in oszs parlementaire
geschiedenis nog geen voorbeeld wasDe voorzitter
bruusk tot de orde geroepen door een der ledenDe
Kamer is dan ook reeds sedert eenige dagen wat zenuw
achtig. Onlangs heeft de heer Van Idsinga zjj» rede
onderbroken, om te wachten op het einde van een hem
stoiend gemeen overleg tnsschen zijn vriend Heemskerk
en den minister van justitie. Dien zelfden dag stuitte
da heer Van Doorn, geraakt, zjjn woordenrist, omdat hjj
dsn heer Van Raalte op gebrek aan oplettendheid betrapte.
Heisn kwam de donder los. Do heer Van Idsinga was
reeds ose eind ver opgeschoten in de verdediging van
een amendement, volgens hetwelk aan het kind van de
in oetucht levende vrouw de alimentatie-actie zal worden
ontbonden toen bjj meende, in een gebaar van den
voorzitter een bljjk van ongeduld, van ontstemming over
het rekken van het debat, te moeten zien.
De afgevaardigde uit Bodegravea werd zeer verstoord,
en vrosg, of de voorzitter soms verlangde, dat hjj van
het woord zoude afziendaa, zich zeer opwindend in
een kruisvunrtje van uitroepen, met den voorzitter ge
wisseld, zette hjj zich plots neer in zjjn bankje
hjj wilde niet verder gaan.
De pjjnljjke situatie werd aardig gered, door den heer
De Savornin Lobman, die dadeljjk opstond en kalm, alsof
er niets was gebeurd, over zjjs voorstel (geen actie tegen
een gehuwden man) ging praten. Tooh bleek de lucht
nog niet geheel gezuiverdeven later vond weer de heer
Hugenholtz aanleiding, zich zelf het zwjjgen op te leggen,
in afwachting, dat de minister naar zjjne woorden van
wjjsheid zou willen luisteren. Zou de verkieziagsstrjjd-
emotie, al heeft zjj overigens tot geen onvertogen woord
in de Kamer geleid, de zenuwen der het landrondreizende
leden soms parten beginnen te spelen f<
De overzichtschrijver van het Hbld. zegt er van
»Een zonderling incident had plaats tusschen den
voorzitter en den heer Van Idsinga; Deze afge-
vaardigde meende (terecht of te onrecht) eenige hoofd
bewegingen die de voorzitter maakte terwjjl hjj (de
heer v. I.) sprak, te moeten opvatten als uitingen van
ongenoegen over zjjn lang spreken. Plotseling hield hjj
op en zei
«Mjjnheer da voorzitter als het uw wensch is dat ik
van het woord afzie dan zal ik dat doen I*
»Ik zie er volstrekt geen reden voor«, antwoordde
de heer R e 11;
»Dan verzoek ik u ook, mjjnheer de voorzitter*,
barstte de afgevaardigde van Bodegraven, rood van
kwaadheid, los, som geen teekenen van ongenoegen te
geven*;
Waarop de heer R e 11 driftig zjjn hamer greep en,
hamerend riep
*lk verzoek den geachten afgevaardigde zjjn rede
voort te zetten I*
En toen de heer Van Idsinga, na nogmaals driftig,
iets te hebben willen tegenwerpen, nogmaals hetzelfde
verzoek ontving, zei hjj opeens:
»Mjjnheer de voorzitter, ik zie van het woord af*, en
ging zitten.
Verbaasd stak men in de Kamer de hoofden bjjeen
om te vragen hoe en wat, want het was zoo plotseling
gekomen.
En 't was even plotseling uit.
Een ander sprak alweer.*
Uit de Pers.
Het ministerie Hajjper.
In da N. Roti. Ct. lezen we:
De hoofdredacteur van De Standaard heeft eene eigen
aardigheid, waaraan wel meer oud-ministers ljjden.
Wanneer hjj onze parlementaire geschiedenis nagaat, en
nog eens overweegt, wat de verschillende ministeries, zeg
uit de laatste kwart of halve eeuw, hebben gedaan, en
wat zjj voor het land hebben beteekend dan komt hjj
altjjd tot de zelfde conclusieEr is eigenljjk tooh maar
één goed ministerie geweesten dat was het ministerie,
waar hjj zelf in zat. Alle andere waren benaden de maat.
Bjj ket eens haperde het hier, bjj het andere daarzoo
als het ministerie behóórt te zjjn was er niet één
behalve het ministerio-1901—1905, Dat liet nu letterlijk
geen atteekje vallengeen foutje beging hetgean
aanmerkingetje, hoe gezooht ook, was daarop te maken.
Botertje tot aan den boom.
Wjj zjin allerminst van plan den man, die in De
Standaard schrjjft, dit genoegen van eigen lof road te
bazuinen te ontzeggenzelfs niet, nu de neiging in
dezen verkiezingstjjd weer Bterk op komt. Hat kan weinig
kwaad. Ons nuchtere volkje weet wel, dat het voor een
staatsman meer zegt, door een ander, dan door zichzelf
te worden geprezen. Zelfverheffing beschouwt het als
een onschuldig vermaak, omdat het er de oorzaak en de
beteekenis wel van verstaat.
Gemengd nieuwe.
Oogstoverzlcht.
Men meldt ons:
Van de directie van den landbouw is aan de corres
pondenten verzonden het oogsioverzicht van 1 Juni 1907,
waarin onder meer voorkomt, dat de warmoezerjjgewassen
van den vollen grond op vele plaatsen in meerdere of
mindere mate hebben geleden Tan de lagere temperatuur
en van de nachtvorst van 18 op 19 Mm 1.1. Op sommige
plaatsen hebben vroege aardappelen, aardbeien en erwten
daardoor erg geleden.
Van de vroegs sluitkool is de stand in Noordholland
vrjj goed, de planten hebben op veel plaatsen nog al wat
geleden door de aardvloo, de late planten zjjn nog niet
ver genoog ontwikkeld om er eea oordeel ov.r uit te
spreker. Bloemkool had in de Noordhollaadecht. koolstreek
in nog sterker mate van de aadvloo te ljjden, de stand
in de Besmster is zelfs vxjj slecht, matig aan den Langendjjk
en vrjj goed in de Streek. Ook in de omstreken van
Voorschoten en Rotterdam is de stand slechts matig tot
vrjj goed.
Da stand der vroege aardappelen loopt door het grillig
optreden der nachtvorsten erg uiteen; Zoo is de stand in
de Bsomster vrjj slecht, te Bsverwjjk matig, aan den
Langendjjk en in de Streek goed en te Andjjï uitmun
tend. In het Westlasd is de stand over het geheel vrjj
goed. Elders zjjn de vooruitzichten van den oogst ook
zeer uitesnloopend, doch in het algemeen niet mear dan
vrjj goed.
De stand der wortelen is matig te Venlo en vrjj goed
in het Westland.
Elders is het gewas overal goed of zeer goed.
Van den Langcndjjh.
Aan de aislagmarkt te Broek op Langendjjk werdrs van
vaa 5 Juni 1906 tot 2 Juni 1907 aangevoerd42,366
mandjes aardappelen van 17} K.G2,430,760 bossen
wortelen, 2,948,395 stuks bloemkool, 5,810,110 stuks
roode kool, 1,578,964 stuks gele kool, 1,433,770 stuks
witte kool, 29,371 balen uien van 50 K.G. 10,051 idem
nep uien id., 242 id. zilveruien id., 18,600 stuks kool
rapen, 172,700 stuks bieten, 1,569 balen wortelen van
ALKMAARSCHE COURANT
tinei