No. 134 Honderd en negende jaargang. 1907 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. MAANDAG Prijs der gewone advertentiSn lO JUNI. BINNENLAND. Uit Hof- en Hoofdstad Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheeie Rijk f l— Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 3 Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h„ HEEMs. OOSTEE ZOONYoordam C 9, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen sollicitanten op naar de betrekking van tijdelijk Onderwijzer aan de Burgerschool, op aeao belooaing van f 50 per maand. Gegadigde» gelieven zich aan fe melden vóór 19 Juni a.s. bjj liet hoofd der school, den heel' F. J. AUEES. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat in het gemeenteblad van Alkmaar, No. 226, is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 8 Mei 1.1. waarbjj is vastgesteld eene Verordening op het bestuur ven het Burgerweeshuis Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretaris ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0,10 in afdruk is verkrjjgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Ds. Voorzitter, 1°B. 6 Juni 1907, DONATH, Secretaris. Stemming voor twee leden van de Provinciale Staten. De BURGEMEESTER van ALKMAAR maak', bekend, dat op Donderdag den 18 Juni a.s. een stemming lal plaats hebben ter benoeming van twee leden van de Provinciale Staten in dit kiesdistrict, en wel over de volgende candidate* t BENTHEM VAN, A. J. FOREEST VAN, Jbr. Mr. P. GLINDERMAN, N. Ds stemming vangt aan des morgens 8 ure en duurt tot dee namiddags 5 ure. De inhoud van art. 128 van hef Wetboek van Straf recht luidt: „Hy, die opzettelyk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wetteljjk voorecaiift uit geschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar*. Alkmaar, De Burgermester voornoemd, 8 Juni 1907. JAN DE WIT Dz., L«B. Alkmaar, 10 Juni. In de politieke bladen van ons land wordt de laatste dagen weer veel geschreven over de anti these „wanneer zekere Juni-gebeurtenissen in het zicht zijn, sta ik voor niets in" zeide eens iemand, van wien thans niet meer gevraagd wordt of hij voor iets al of niet wil instaan. Gelukkig verloo chenen onze dagbladschrijvers hun nuchteren aard nietzij zijn over het geheel zeer gematigd. Het gezegde „elk land heeft de pers, die het verdient" is zeer zeker op Nederland van toepassing hierin ligt tevens de erkenning van het vele voortreffelijke, dat ons land en onze pers eigen is. Als er bijv. in Indië eens „zekere Junigebeurtenissen" zoo dicht bij waren zouden de courantenlezers daar iets anders onder de oogen krijgen De ziekte, die de Duitschers „Tropenkoller" noemen schijnt den dagbladschrijvers in onze Oost-Indische bezittingen soms nogal in erge mate aan te pakken. Zij stuiven over de kleinste nietigheden geweldig op en bedienen zich dan van krachtuitdrukkingen, die een rechtschapen Hollaudsch collega misschien wel in zijn woorden boek heeft, maar die hij daar stilletjes laat blijven en die hij vooral niet in zijn courant zet. Wie houdt van onsmakelijk, onhebbelijk proza, wie gaarne een scheldcourant leest hij abonneere zich op een der vele Indische dagbladen, welke op den naam fatsoenlijke courant geen aanspraak kunnen maken. Een voorbeeld daarvan volgt hier. Een Indisch blad, onlangs in het land gekomen, bevat een artikel over een sociëteits-ruzie te Menado. De heeren, die in deze ruzie betrokken waren heeten „kweb belende Menadosche oude wijven" en van hen wordt o. a. gezegd„Door zulke nietelingen is zoowat geheel Indië bevolkt. Bas Yeth had ongelijk om van patsers te spreken. Het zijn hier veeleer kwal len, club-medusa's, sociëteits-poliepen." Gelukkig is er ook een anti-these tusschen de manieren van de Indische en Nederlandsche pers en wanneer de laatste zich bezighoudt met de anti these, dan laat zij zich heel wat minder sterk uit over de politiek dan de eerste dit doet over een doodgewoon sociëteit-ruzietje, dat elke stad, die zich zelf respecteert, op haar beurt heeft. De politiek dat is een bron van tegenstellingen, welke altijd maar voortvloeit en steeds iets nieuws levert. Heeft men niet te Budapest het zeldzame schouw spel gezien, dat de socialisten den koning toe juichten en hem toeriepen„Leve de volkskoning Het klinkt wel erg vreemd en het moet inderdaad wel erg vreemd geklonken hebben maar het is toch niet zoo erg, immers de menschen die zoo riepen, huldigden in Frans Jozef den vorst, die zjjn volk algemeen, direct en geheim kiesrecht wil geven, maar die de vervulling van dezen wensch ziet uitgesteld door de tegenwerking van het ministerie. Waarschijnlijk zou door invoering van boven genoemd kiesstelsel hel Hongaarsche parlement er niet slechter op worden. Zooals het thans samen gesteld is, is het eigenlijk een parodie op een volks vertegenwoordiging. Het is een vertegenwoordiging van nationaliteiten, van Magyaren en Duitschers en Kroaten en Roemenen. En hoe parlementair die vertegenwoordigers van die nationaliteiten met elkaar in den Hongaarseken Rijksdag omgaan is Vrijdag weer eens gebleken. Het is er zeer Hongaarsch het wordt tijd, dat in onze taal deze uitdrukking de andere, die aan Spanje is ontleend, vervangt toegegaan. Er is een afgevaardigde, Vadja, die eenigen tijd geleden een redevoering heeft gehouden, waarin een voor de Hongaren beleedigend gedicht was gevlochten, hetgeen tengevolge had dat de Hongaarsche afgevaardigden dreigden hem lastig te zullen vallen, als hij zich weer in het parlements gebouw durfde vertoonen. Een paar maanden heeft de heer Vadja gedwongen vacantie genomen. Een afgevaardigde is echter geen vrij manzij, die hem en met welk een moeite somshebben afgevaardigd, eischen dat hij op zijn post is. De heer Vadja besloot dus het maar eens te probeeren en zijn club, de nationalistenclub, steunde hem krachtig in zijn voornemen. De voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden had wel is waar den president der club aangeraden de terugkomst van den politieken banneling tot den herfst uit te stellen, maar de president, de heer Mihalyi wilde daar niet van weten. Zelfs toen de minister-president Weckerlé hem zeide, dat het gewenscht was nog een week te wachten, omdat hij deze zaak in den ministerraad wilde brengen, bleek de heer Mihalyi onverbidde lijk. Hij vond het dwaas, dat de ministerraad een besluit zou nemen over de vrijheid van spreken, welke immers den afgevaardigden is toegestaan, mits zij zich houden binnen de perken van wel voegelij kheid. En de heer Vajda was voor de waar digheid zijner party en het aanzien van het parle mentarisme verplicht, in de Kamer te verschijnen. Hij verscheen dan ook Vrijdag maar werd niet met jubeltonen gegroet. "Wel is waar kwam hij, te midden van zjjn politieke vrienden de zaal binnen, maar nauweljjks was de zitting geopend de heer Vajda had geweigerd aan het verzoek van den minister-president om weer te vertrekken, te voldoen, zoodat deze verklaarde dat het doel slechts was schandaal te verwekken of hij werd uitgejouwd en van alle kanten werd hem toegeschreeuwd, dat hij zich moest verwijderen. De president schorste de zitting. Doch nu werd het tooneel nog rumoe riger. Verscheiden afgevaardigden liepen op den „landsverrader" toe, enkelen wilden hem te lijf en slechts met de grootste moeite werd hij beschermd door zijn vrienden en enkele anderen, die de waar digheid van het parlement wilden hoog houden voor zoover dit met de Hongaarsche Kamer mogelijk is natuurlijk. Men kwam in de wandelgangen en daar begonnen de handtastelijkheden opnieuw. De Kamerdienaren slaagden er eindelijk in dezen dood verklaarden afgevaardigde buiten het gebouw en in een rijtuig te brengen. De zitting werd daarna heropend, maar met geen woord werd door den president melding van het gebeurde gemaakt, hetgeen te meer opviel, wijl den Koning, die zooals hierboven reeds is gezegd zich te Boedapest bevond, daarvan wel degelijk kennis heeft gekregen. Hei is een lastig geval voor de regeering. Zij heeft natuurlijk te zorgen dat den afgevaardigde recht wordt gedaan, dat hij in staat gesteld wordt zijn mandaat op behoorlijke wijze te vervullen. Zij moet er voor waken, dat een daad van geweld, zooals Vrjjdag is voorgekomen, zich niet weer kan herhalen. Terecht merken de natio nalisten die men overigens van opzettelijke of ondoordachte onvoorzichtigheid niet vrijpleiten kan op, dat hun elk oogenblik hetzelfde lot kan treffen, dat hun vriend dr. Alexander Vajda tot slachtoffer gemaakt heett, als de regeering niet krach tig ingrijpt. Zij moeten er zelfs over denken, öf allen hun mandaat neer te leggen öf hun recht het mandaat ongestoord te vervullen, door middel van geweld te handhaven. Men weet wat dit laatste beteekent en het is niet onmogelijk, dat er heden Maandag nog veel ergerlijker dingen in de Hongaarsche Kamer ge schieden. Vrijdag deelde de afgevaardigde Nagy den president der Kamer namelijk mede dat hem een verklaring van den afgevaardige Vlad ter oore gekomen, was volgens welke de nationalisten besloten hadden allen met revolvers in de Kamer te komen. Werden er dan weer pogingen gedaan om den heer Vajda uit de Kamer te verwijderen, dan zou van de wapens gebruik worden gemaakt De president meende dat dit niet waar was, maar hij zou eens bij den heer Vlad informeeren en als die mededeeling juist mocht blijken, zou hij den Kamerdienaren last geven, de gewapende afge vaardigden te weren. Een aardig land, waar dergelijke ongehoorde dingen als mogelijk verondersteld worden Is het overdreven wanneer men, alweer met een tegenstellingzegt dat er in Hongarije heerscht het anarchistisch-parlementaire of het par lementair-anarchistische stelselP sse Ministers van Oorlog en Financiën. Met den Minister van Oorlog, generaal van Rappard, gaat het zeor goed, zoadat hij in den loop der velgende week uit het diaeonessenhuis te Amsterdam terug ver wacht wordt. De Minister van Financiën komt heden uit Engeland terug. Oud minister Ijoeff ongesteld. Het Kamerlid Loeff, oud-minister van Justitie, is sedert eenige dagen ongesteld. Hond- en klauwzeer. Met het oog op de in de provinciën Noord- en Zuid Holland voorkomende gevallen van mond- en klauwzeer, hebben ruim 50 veehandelaren, woonachtig in Friesland en betrokken bij den exporthandel van vee naar het buitenland, sich per adres tot den Minister van Land bouw gewend, met bet dringend verzeek, het daarheen te leiden, het vervoer van vee, uit provinciën waarin de ziekte voorkomt naar provinciën waarin de ziekte niet voorkomt, geheel te verbieden. Muiscoaulssle voor het onderwijs. Het is aan de Nutscommissie voor onderwijs gebleken dat in verschillende doelen des lands onder meer vooral één invloed werkt, waardoor ouders, welke in beginsel geen bezwaar hebben, hun kinderen te zenden naar de openbare school, toch deze kinderen een bijzondere kerkelijke scheel doen bezoeken. Deze isdat veelal de kinderen op jongeren leeftijd op de bijzondere school worden toegelaten dan ep de openbare school in dezelfde gemeente, bijgevolg eek op jongeren leeftijd die school kunnen verlaten en in het levensonderhoud van het gezin kannen helpen voorzien. Ten einde nu omtrent de mate waarin deze invloed werkt, zekerheid te erlangen en hot mogelijke te doen, om dien te keeren, wellicht ook door een adres aan de regeering tot wijziging van desbetreffende bepalingen der Lager-Onde-wijswet en Leerplichtwet tracht de commissie bijeen te brengen: goed geconstateerde, door bevoegde vereenigingen en personen, na nauwkeurig onderzoek, bijeengebrachte gegevens, waartoe zij een enquête instelt, waaraan zullen medewerken behalve de departementen van het „Nut", de afdeelingen van Volksonderwijs, het Ned. Omderw. Genootschap, de Vereen, v. hoofden v. scholen en de Bend van Ned. onderwijzers. Ziekteverzekering. Dsor hst centraal-bestuur van het Algemeen Neder- landscb. Werklieden-Verbond, is aan de Tweede Kamer een adres verzouden, in verband met ket ontwerp van wet tot wetteljjkc verplichting van vaste werklieden, om zich en hunne gezinnen te verzekeren tegen geldeljjke gevolgen van ziekte en bevalling. Daarin geven adressanten te kennen a. dat de nitkeering der eerste 9 weken bjj ongevallen niet in dit ontwerp behoort, doch in geval uitkeeringen uit dezen hoofde betrokken worden bjj dit ontwerp, het aantal wekee van nitkeering meer bsperkt worde b. dat in het ostwerp gemist wordt eene regeling, waarbjj voorzien wordt in gevallen, waarin vaste werk lieden niet in staat zjjn van bun loon eenige bjjdrage te storten c. dat tevens voor de arbeiders geen beroep open staat by eenig ooilege, in geval de beslissing in zake uitkeering hun voorkomt niet in overeenstemming te zjjn met hunne rrchten d. dat noodzakeljjk is, dat verzekeringplicbtigen alleen zich mogen verzekeren bjj de districtsziekenkaBsen, waar door geen erkenning van sbjjzondere ziekenkassen* en- zondernemingsziekenkassen* in dit ontwerp plaats hebbe e. dat gewenscht is ter bevordering esser goede con ti ölsbenoemiBg eener commissie belast met conti Ale, bij wier samenstelling de belanghebbenden in hoofdzaak ge raadpleegd worden dat volgens de in de memorie van toelichting onder vennoedel jjke kosten* opgegeven bedragen wekeljjks te betalen door de arbeiders, de minst economisch sterken (minimumljjders) het hoogste percentage betalen als ver zekeringspremie g. dat het maximum inkomen van f 1200 's jaars voor groote steden niet als juiste grens kon worden erkend, vooral ten opzichte van geneeskundige behandeling b. dat de wetgever, den vasten werklieden de verplich ting opleggend zich te verzekeren tegen de geldeijjke gevolgen van ziekte enz., niet het risico beperke, doch zonder geneeskundig onderzoek de verzekeringsplichtige arboiders opneme i. dat de nitkeering op Christeljjke feestdagen niet den zieken arbeider onthouden mag worden, met het oog op de mear en meer toegepaste regeling, dat deze dagen door werkgevers uitbetaald wordon tegen het gewone loon; j. dat ds achteibijjvende weduwe en weezen van een verzekerde, gelegenheid wordt geboden tegen matig tarief verzekerd te worden voor genees- en heelkundige behan deling k. dat de geneeskundige behandeling, op den 180sten dag eindigende en een hoogst onbilljjken toestand in 't leven roepende, voortgezet bljjve tot herBtel of overly den van bot rokken verzekerde en diens gezinsleden 1. dat bjj herhaling der ziekte binnen zeker tijdsverloop in elk geval genees- en heelkundige behandeling niet achterwege bljjvo, terwjjl men na eese nitkeering gedu rende 180 dagen in het voorgaand jiar, den medicus laat adviseeren over eene nitkeering gedurende 90 of 180 dagon na. dat by verpleging in eenige ziekenverplegingainrich- ting de nitkeering van het gezin zóó bepaald worde, dat men redelykerwyze kan overtuigd zjjn, dat in de nood- zakelykate behoeften kan worden voorzien, terwjjl bjj ongehuwden eenige financieels steun noodzakelijk is voor de nakoming hunner finanoieele verplichtingen n. dat bjj werkloosheid de geneeskundige behandeling van verzekerde en diens gezin bljjvea voortduren o. dat de termijn van 6 dagen in vasten loondienst om als vaste werklieden te worden beschouwd, niet in over eenstemming is met de tegenwoordige begrippen, maar dat hjj zal behooren te worden gesteld op 3 dagen per week, of 6 dagen, loopende over 2 weken p. dat bjj ziekte tengevolge van drankmisbruik de verzekerde naar eene inrichting voor drankzuchtigen worde gezonden terwjjl gelyke bepalingen op het gezin van kracht bijjven vermeld onder art. 127, gewyzigd als boven onder letter m. aangegeven. Rechtzaken. De moordaanslag op Minister vnn Hnnlte. Men meldt nit Amsterdam: De dagvaarding in de strafzaak tegen S, P. is thans uitgebracht. Ten opzichte van de ten laste legging is zjj geheel gelijkluidend met het bevel van verwyzing, reeds door ons medegedeeld. Uit de dagvaarding blykt, dat de openbare behandeling der zaak inderdaad den 20 Juni zal plaats hebben. Als getuigen zjjn gedagvaard Ie. Minister E. E. van Raai te2e. H. A. Stauttener, huisknecht; 3e. F. G. Jouvenaar, koetsier; 4e. Van der Gaag, werkvrouw5e. jhr. R. A. Quintus, politie-iBspeo- teur6s. F. de Boer, politie-agent7e, H. Wolters, politie-agent8e. A. G. Geerts, directeur van het rjjks- wapenmagazjjn9e. J. F. Plet, arts10e. P. H. Rosen- stein, arts. De beide laatsten al» deskundigen. Rudo f begint deze week in de Amh. Ct. zjjn resi- dentiebriet aldus »Onder den schuilnaam »va* den Haeghen# bevatte het »Vaderland« van jl. Zondag een aardige, ietwat ondeugende, kenschets van de diverse Burgemeesters, die, na het veeljarig bestuur van jhr. mr. Gevers Dey- noot den gemoedeljjken burgervader van den ouden stempel elkander met vrjj groote snelheid ten onzent zjjn opgevolgd. Een hunner, jhr. de Beaufort, ging de schrjjver voorbjj want zjjn consulaat werd door den onverbiddeljjken dood reeds in het le jaar verbroken, zoodat hjj zelf ons schier als een schim is voorbijgegaan; Maar aan mn Patjjn en mr. Roest en aan den man, die voor vier jaren, nog in volle levenskracht, aan de zjjnem ontviel, Baron v. Harinxma thoe Slooten, wjjdde hi,i een korte beschouwing om dan het tegenwoordige Hoofd onzer gemeente, baron Sweerts de Landas, te gedenken. Over welwillende gezindheid van den schrjjver heeft de heer Sweerts zich wel allerminst te beklagen, want een geur vbn wierook stjjgt als 't ware uit de waardeerende volzinnen, die ons het burgemeesterljjk beleid en beheer doen kennen omhoog. Wegens werk zaamheid en tact wordt hjj hoog geprezen. Dit geschiedt wel eenigermate ten koste van genoemde voorgangers, maar daarom is de beschouwing nog niet onjuist. Want een beetje ondeugend, doch niet onwaar, is de bewering dat mr. Patjjn met helderen kop en vriendeljjk gelaat« de verwarring ten onzent heeft zien worden. Ook dat hjj zich liever gaf aan het vertegen woordigen der stad dan aan de stadsvertegenwoordiging. Daarentegen vond, volgens den schrjjver, mr. Roest juist veen wreed behagen# in de stadsvertegenwoor diging. Hjj nam den Raad voor zjjn rekening. Hjj heerschte op den voorzitterstoel als de sterke en koude magistraat. Vernuft, scherpte en sarcasme waren de wapenen van dezen geestig-gestrengen leider. Weer geheel anders was de heer van Harinxma thoe Slooten. De Friesche edelman, trotsch, eerljjk, oprecht en trouw dienaar van het gezag, gaf te weinig leiding en miste voortvarendheid. De critiek is niet ongegrond, dat hy vals gezagbewuste, eerljjk willende eenling gekomen is en gegaan, zonder begrepen te zjjn en begrepen te hebben.# Maar hij verdient zeker, dat men den nadruk late vallen op de schoone adjectieven eerljjk en oprecht. Op den lof, den heer Sweerts de Landas gebracht, dat wjj 't mot hem eindelijk vgewonnen« hebben, wil ik slechts dit afdingen, dat die lofspraak een beetje voorbarig schjjnt. Ook mjj wil 't toeschjjnen, dat wjj met hem op den goeden weg zjjn, maar dat wjj 't al «gewonnen# hebben, is wat veel gezegd. Doch de manier, waarop hjj onzen onbeholpen Raad weet voort te stuwen, toont ongetwijfeld, dat de kostbare gave, die tact heet, onzen Burgemeester in niet geringe mate eigen is. Hjj is een stuurman, die ook in lastige en grillige stroomen den koers weet te houden. Daaraan is 't te danken, dat er sedert een paar jaren werkeljjk nog al wat is-tot stand gebracht. Nietbjjtend en daardoor afstootend als mr. Roest, weet hjj op zjjn tjjd een spottend woord te plaatsen om gerekte discussies te stuiten en wat meer gang in de zaken te brei.gen. Met zjjn hulp staal da Raad, na veelvuldig struikelen, telkens weer op zjjn beenen en, als we nu eerlang maar een paar al te zwakke broederen geloosd zullen hebben en wat beter elementen in hun plaats krjjgen, dan kan de heer Sweerts nog veel goeds in den kring der residentie doen worden.« In hofkringen, aldus de Haagsche Kroniekschrijver van de N. Gron. Ct wordt er veel gepraat over het faillissement van prins Eberwijn van Bentbeim-Steinfurt, een vellen neef van de Koningin-Moeder, eet 25jarige, die zioh gemésallieerd heeft met de dochter, zegt men, van een Pruisisch plattelands onderwijzer. Ik kan me denken, dat het gebeu de niet onwelkom is in zekere kringen, want deze prins maakte op een zeer weinig vorstelijke mamier schulden, bewoonde eer prachtig landhuis, dat hij niet heeft betaald en had de indélica- teise om er een livrei op na te houden voor zijn met kroontjes versierde equipages, die als twee druppelen water op de hoflivrei geleek. Van eenige bemoeienis van het hof met dezen bloei ver want der Koningin- Moeder is dan ook geen oogenblik sprake geweest. Het faillissement is een leelijke tegenvaller van de leveran- ALKMAARSCHE COURANT fUC* --i •ooi»."" ■'i '-£&£SnnBMK3nOBUMBEBR

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1