No. 135. Honderd en negende jaargang. 1907. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Collecte gewapenden dienst, Als landlooper door Italië. Prijs der gewsne advertenti6n DINSDAG 11 JUNI. Omhoog en Omlaag. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I, Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 3 Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HBBMs. 0O8TER ZOON Voor dom O 9. BURGEMEESTER en WETHOUDERS va* Alkmaar brenge* ter algemeens kannis, dat de jaarljjksche collecte voor het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, zal plaats hebben op DINSDAG 18 JUNI a.s. en zoo noodig vol gende dagen. «Uit het laatste jaarverslag bljjkt, dat de jaarljjksche «collecte bedroeg f 18356.55 of f 226.18 minder dan «een jaar te voren. «Volgens het algemeen verslag dat in Juli j.l. werd «uitgebracht, werd aan gratificatiën en toelagen aan «1087 deelgerechtigden uitgekeerd eene som van «f 50706.88), waaronder begrepen is eene som van »f 7860.01, die boven de gewone gratificatie aan 272 «verminkten van Atjeh en een weduwe van een gesneu- «velde bjj Atjeh werd verstrekt uit het geschenk van «wijlen Z. M. den Koning. Al deze gelden kwamen ten «bate van «325 verminkten uit Oost-Indië, «726 infirmen en 36 oud-strjjders van België. «In het Invalidenhuis te LeideB, eene stichting van «ons Fonds, werden in 1905 verpleegd 83 gepension- «neerde militairen, waaronder 10 deelgerechtigden van «het Fonds. «Deze cijfers toonen aan dat het Fonds steeds voon- «gaat binnen de grenzen der categóriën, den verminkten «krijger en den oud-soldaat een stoffelijk blijk van «waardeering zjjner diensten te geven, bestaande in het «toekennen eener jagrljjksche gratificatie nevens zijn «pensioen, wanneer hjj daaraan behoefte heeft, of in «eene verpleging in het Invalidenhuis. Maar het is «wenscheljjk dat door eene ruime opbrengst der collecte «en eene daarmede gepaard gaande verbetering van den «financieelen toestand, eene uitbreiding der categóriën «waarin de gerechtigden verdeeld zijn, mogelijk wordt «gemaakt. De thans daaraan gestelde grenzen zijn zeer «eng, hoe dikwijls komt de pijnlijke noodzakelijkheid niet voor, dat niet voldaan kan worüen aan aanvragen «van verdienstelijke ou'.-militairen, omdat de voor- waarden van opneming in hef fonds zoo moeilijk «moeten worden gemaakt. «Het komt ons gewenscht voor dat ook hierop eens «wordt gewezen. Het karakter der collecte en het doel «van het Fonds zullen daardoor in een beter licht «worden gesteld. Wij vleien ons dat ieder Nederlander «de bereiking van dat doel wil helpen bevorderen en «zich opnieuw opgewekt zal gevoelen het Fonds naar «vermogen te steunen. «Het aantal dergenen, die solliciteeren om als deel- «gerechtigden in het Fonds te worden opgenomen, «doch daarvoor nog niet in aanmerking kunnen komen, «bedraagt 449. «Moge de uitslag der te houden inzameling het bewijs «leveren dat de belangstelling in onze Stichting niet «verflauwt, niettegenstaande in dezen tijd voor andere «doeleinden zoo vaak een beroep op de liefdadigheid «onzer landgenooten wordt gedaan. Aan menig sollicitant «zal dan het uitzicht worden geopend weldra een onder- «steuning te genieten.* diirne wordt daarom aan het honden dezer collecte herinnerd en worden de Ingezetenen dringend ultgenoodtgd haar snlMellJb te steunen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, )o. B. 7 Juni 1907. DONATH, Secretaris. Nog zjjn er geen twee jaar verstreken sedert den tjjd, dat ik Italië als handwerksman, alias landlooper door kruist heb. 't Lot voerde me destjjds naar Italië. Wie met het leven «peelt, met dien spselt het leven. Die ervaring beb ik toen opgedaanthans, nu ik in mjjn vaderland weer in geregelde toestanden teruggekeerd ben, ben ik het noodlot dankbaar voor dat ongewensohte uit stapje. Het heeft mjj een mjj toen nieuwe en heel eigen aardige klasse van menschen n.l. die der Duitsche handswerklieden eigenljjk landloopers of plebejisohe wereldboemelaars in de twintigste eeuw levendig voor oogon geschilderd. Brixen lag reeds ver achter mjj. Van de praohtige Tiroolsohe borgen, die ik in den mooiste® zomertjjd overtrok, nam ik afscheid. Nu moest ik nog de Karaische Alpen over en dan lag het voor mjj, het gouden land mjjaer droomen Italië 1 Ik g'ng mijn reifkas eons na. Ess bedeskeljjke leegte werd daarin zichtbaar, ik moest zuiniger |huisbouden. Mijn eerste doel was Venetië, dat ik, ea een vermoeiende, dagen lange voetreis, bereikte. Een gondel bracht mjj voor tien >centes'mi< in de stad, waareaar ik zoo ver langd had. De oude ervaring zonder gids of Bëiceker doolde ik den ganschen morgen rond in de wonderljjke stad, waarover de Ssptemberzon zoo schilderachtig haar gouden stralen uitgegoten had. Mjjn maag begon evenwel hare rechten te doen gelden en de gapende leegte in mjjn beurs maakte mjj tot een filosoof. Hoe kon ik goedkoop eten Met de weinige Italiaansche brokken had ik tot nog tos niet veel geluk gehad. Zoo trotech als een kalkoen was ik vroeger de handwerkslieden voorbjj geloopen, die ik op den weg tegenkwam, nu echter gevoelde ik vreugde in mjj, als ik er een aan de haven zag zitten, die in onvervaïseht Sak sisch dialect: «Dsntecbland, Deutschland fiber alles* voor zich heen zong. H^era, een landsman 1 «Lieve hemel, hoe komt gjj hier Het waren de eerste Duitsche woerden, die mijn oor hoorde. De paar dagen, die ik in Italië was, schenen mjj een eeuwigheid. Het wbb een BObrjjn BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen sollicitanten op naar de betrekking van tijdelijk Onderwijzer aan de Burgerschool, op eene belooning van f 50 per maand. Gegadigden gelieven zich aan <e melden vóór 19 Juni a.s. bjj het hoofd der school, den heer F. J. AUKES. BURGEMEESTER sn WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat in het gemeenteblad van Alkmaar, No. 226, ii opgenomen het besiuit van den Raad dier gemeente van 8 Mei 1.1, waarbjj is vastgesteld eene Terordening op het bestuur van het Burgerweeshals. Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0,10 in afdruk is verkrjjgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz. Voorzitter, 1°B. 6 Juni 1907, DONATH, Secretaris. Frankrijk wordt armer, Pruisen steeds welvaren der, ziedaar twee krachtwoorden, waaraan wij nu langzamerhand gewoon zijn geraakt. Van den oppervlakkigen bezoeker af, die uit enkele gevallen, welke hem sterk getroffen hebben, een algemeenen toestand opmaakt, tot den wetenschappelijken cijfe raar toe, die met tal van in de milliarden loopende bedragen argumenteert, komen allen tot dezelfde conclusiePruisen wordt steeds welvarender, Fran krijk steeds armer. Is het nu werkelijk zooP Ja, wie zou daarop een antwoord kunnen geven? Men behoeft nog juist niet van de meening te zijn dat de omschrijving, die een ondeugend Nederlandsch journalist eens van de statistiek gegeven heeft er zijn drieërlei onwaarheden een jokkentje, een leugen en de statistiek men behoeft nog niet van meening te zijn dat die omschrijving juist is om de uiterste voorzichtigheid in acht te nemen tegenover de statistiek eD de resultaten, waartoe men met de statistiek komt. Het is mogelijk "dat gelijk de dichters der statistiek voorspellen er eens een tijd zal komen dat wij alle maatschap pelijke toestanden in absoluut betrouwbare cijfers zullen kunnen vastleggen en dat wij aldus objec tieven kijk op die maatschappij zullen krijgen. Doch die tijd is nog verre. En voorloopig staan wij bij eene poging om de maatschappij te begrijpen op uiterst on vasten bodem. Zoo is het ook ten aanzien van de twee opstellen, die ons het laatst over de belangwekkende vraag of Pruisen rijker, Frankrijk armer wordt, onder de oogen zijn gekomen. Dat Pruisen's welvaart ook in de laatste vijftien jaar nog belangrijk is toegenomen, leidt prof. F. Kühnert af uit de resultaten der inkomstenbelasting, die onlangs gepubliceerd zijn. In 1892 heeft dit land een nieuwe inkomsten belasting gekregen, die nu onlangs weer (volgens een wet van Juni 1906, die in 1907 begint te werken) belangrijk is gewijzigd. Het nu afgesloten belastingtijdperk leent zich dus uitteraard zeer voor een vergelijkende beschouwing. En wat blijkt nu volgens genoemden professor? Dat het percentage van de bevolking, dat in de inkomstenbelasting is aangeslagen (het miuimum zuiver inkomen bedraagt daarvoor 900 Mark, dus 540 gulden, terwijl er een zeer belangrijk deel wegens kinderen of om andere redenen wordt vrijgesteld of reductie krijgt) van jaar tot jaar geregeld gestegen is. In 1892 waren er 2.594.854 belastingschuldigen, in 1906 5.012.943. Een groote vooruitgang, die groot blijft ook al brengt men de toeneming der bevolking in rekening. Want het eerste cijfer is slechts een twaalfde, het tweede een zevende van het geheele zielental. Rekent men al de personen, die tot het huisgezin van den belastingbetaler be- hooren mede, dan komt men tot de conclusie dat in 1906 al 45 °/o van de geheele bevolking mee in de inkomstenbelasting deelnam. Het zijn zeker opmerkelijke cjjfers, al behoort men daarbij niet uit het oog te verliezen wat de schrijver wel eenigermate doet dat in de 15 jaar, dat deze belasting gewerkt heeft, de belasting autoriteiten natuurlijk hoe langer hoe scherper toe- zien en hoe langer hoe meer gegevens verkregen hebben. En dat onder de tegenwoordige omstan- j digheden deze cijfers nog altijd lang niet aan de j werkelijkheid beantwoorden, blijkt wel daaruit, dat de belastingheffers bij de nieuwe wet nog veel verder reikende bevoegdheden krijgen, o.a. de bevoegdheid om bij de werkgevers te informeeren naar het loon der werknemers. Men moet al een heele erge vreem deling in Jeruzalem zijn om niet te weten, dat deze nieuwe maatregel, zal zij inderdaad toegepast kunnen worden, het aantal belastingschuldigen opeens in buitengewoon hooge mate zal doen toenemen. Hoe het zij en zelfs al rekent men, dat een steeds nauwkeuriger wordende controle hoe langer hoe minder geldverdieners in staat stelt door de mazen van des belastingheffers net heen te vallen, uit deze berekeningen schijnt wel te blijken, dat Pruisen vooruit gaat en dat met name de kleinere inkomens vrij snel aangroeien. Zoo zou het nationale inkomen in den tijd van 1896 tot 1906 van 10 milliard tot 15 milliard zijn aangegroeid. Een beeld van groote welvaart dus, dat deze cijfers geven. En nu Frankrijk. Hier zijn de nieuwste gegevens nog eenvoudiger en dus gemakkelijker te overzien. Men heeft daar vanaf 1826 de opbrengst van de erflatingen en schenkingen per jaar met elkaar vergeleken en constateert dat die van 1826 tot 1895 geregeld gerezen is en wel van 1,843 millioen francs in 1826 tot 6930 millioen francs in 1895. Doch na dien tijd is de opbrengst plotseling gaan dalen. De jaren van 1896 tot 1900 gaven gemiddeld 6.869 millioen francs en die van 1901 tot 1905 gemiddeld 6.617 millioen. Ook dit zijn opvallende cijfers, ook hieruit zou werker, een echte handwerksman, die, nadat hg volleerd was, zgn vaderland rerlaten had, om eens wat van de wereld te zien. Hg reisde vrg wat goedkoopsr dan ik en ik was het oogeablik dankbaar, dat ons tezamen bracht. Het laatst had hg in Sohwaz gewerkt, zgn vermogen bestond nit nog ongeveer 30 Lire. Maar eerst de maag 1 Wq gingen naar een volkskeuken en bestelden een Lu cullnsmaal voor zeer weinig geld. Hier vonden wg nog meer landgenooten, echte land loopers, ik heb er ongeveer twintig leeren kennen. Van Venetië begaven we ons naar Milaan. Op den eindeloos langen, onbeschadnwden landweg ontmoetten wg dikwgls van die echte straatslgpers, voor het mee:snde*l in-lompen-gekleede en half-van-den-honger-omgekomen individuen, die zich bgna altgd twee aan twee op het pad bevonden. Zelden zagen wg er meer tegelgk. In Milaan liepen ongeveer twintig Duitsche landloopers luierend in de straten om; zoo nu en dan verdwenen er eenige om ia een andere stad van Noord-Italië weer te voorsohgn te komen. Een enkele maal ondernemen deze lieden eens een uitstapje naar Oostenrgk es zeer zelden eens raar Zwitserland of Frankrjjk. Zg weten wel, dat zg drar de zoozeer geliefde vtgheid niet genieten. De politie daar neemt de eerste de beste gelegenheid waar om ze naar hun vaderland te traneporteeren. En dat is voor hen een heele slag. Ook ontmoette ik in Milaan een schilder. Hjj was maar een gewone «verver,* maar dat sloot dm kunste naar niet uit. Het jaar tevoren had bg gewerkt in Ober- Engadin en was daarna met ongeveer 250 frs. op zak docr Zwitserlaad en Noord-Italië over Milaan naar Genua getrokken. Van hier uit had hg heel Italië bezocht: Rome, Napels en zelfs Sicilië. Toen ik hem in Milaan ontmoette, had bg nog zgn sommetje bg elkaar. Zgn groote knapzak bevatte de wonderlgkste zakenB&decker, een schetsboek, kookgerei, kleeren- en schoenenboistels, schoon en vuil linnen. Hg was een rechtschapen en werkzaam man, met de gedachte bezield: de wereld te zien en iets poeds te leeren. Met de weinige middelen, die hem ten dienste stonden, was bg zuinig te weck ge gaan en had veel kennis en ervariig opgedaan. In elk geval bleek het, dat hg het land zgner droomen met open oogen was doorgetrokken en uiterst helder en zaakrgk de dingen wist te beoordeelen, die hg gezien of ont" moet had. Op zgn raad deed ik van mgn plan om over Genua en Reme naar Zuid-Italië te gaan, afstand, want wat ik hoerde was niet geschikt om mgn wandellust te verhoogen. Genua alleen maakt op de Italiaansche steden een uitzondering. Daar houden zich ongeveer 400 Duitsche landloopers op. Zg leopen meestal bg de haven om en leiden een treurig bestaan. Ieder Duitseh schip, dat daar voor anker ligt, wordt letterlijk bestormd en de matrozen laten, wanneer het mogelgk is, het niet aan uitreiken van levensmiddelen ontbreken. In Rome en Zuid-Italië bevinden zich maar weinig van die leegloopers. Is reeds het let van hen in Noord- Italië verre van benijdenswaardig, in het Zuiden is het neg veel erger. Men treft ze daar dan ook maar zeer zelden aan en zg, die zich daar ophouden zgn gewoonlgk individuen, die om de een of andere reden hun vaderland wijselijk mgden. Zg kleppen altgd aan bg de Duitsche consulaten in de Zuid-Italiaansehe steden, waarvan zg betere kleeding en reisgeld ver langen, wat hnn somtgds wel gelukt. Waarvan leven echter deze schepsels, die om een of andere reden hun vaderland den rug toekeerden en met een Italiaanseh schip meegingen, zioh echter spoedig in hunre verwachtingen teleurgesteld zagen? De acme Italiaansche beer geeft hun gewoonlgk een weinig voedsel en ontzegt hun ook oen naohtverblgf in zgn schuur niet, wanneer zg hem hunne papieren overhandigd hadden. Hg doet het eek vaak uit vrees voor brandstichting. Met - pollenda*. veldvruchten en z.g. kloostersoep is hun maag op den duur evenwel niet tevreden en zoo nu en dan moet dus een handig bedachte en met de grootste voorzichtigheid uitgevoerde diefstal bedreven worden. In Italiaanseh Zwitserland verandert het beeld zich eea weinig. Het kleine Luga»o is namelgk in het seizoen rgk met Duiteohe landloopers gezegend. En die heeren maken grootendeels een edelen indruk. De Duitsche badgasten en inwoners geven hun afgelegde garderobe ter onder steuning van arme landslieden aan het consulaat. men met dr. Jacques Bertillon een conclusie willen trekken en die zou dan zgn als de zgneFrankrgk wordt armer, terwgl Pruisen's rgkdom zeer snel toeneemt. Zijn die conclusies nu juist Wie zal het zeggen. Er kunnen zooveel storende momenten zgu, waarvan men den aard niet zoo gemakkelgk kan bepalen, dat men onmogelgk kan zeggen het is zoo en niet anders. Maar toch is er wel een sterk vermoeden, dat de ontwikkelingsgang der beide landen in geheel tegenovergestelde richting gaat. Het zou interessant zgn te weten, hoe de ontwikkeling in andere landen, met name in ons land. gaat. Be Vredesconferentie. Met zekerheid is te melden dat een der eerste vragen aan de voltallige Vredesconferentie ter beslissing znllen worden voorgelegd, zal zgn dezeof de algemeene ver gaderingen welke de gedelegeerden in vollen getale zullen houden en waarvan er 10 verwacht worden, openbaar en voor de pers toegankelijk znllen zgn. Hulde I. K. H. Prins Hendrik. Het plan bestaat een penning in goud, zilver en brons nnet een album, bevattende de namen der deelnemers Z. K. H. aantebieden. Het album zal o. a. ook bavatten eenige gedichten van de dames Louise Stratenus, J. P. A. van den Broeke en de heeren J. van Albada en J. J. van Duyn. De meening van velen, dat penning en album door Z. K. H. niet zullen worden aanvaard, is beslist onjuist. Volgens officieel ontvangen schrgven zal het huldeblijk op initiatief van den Voorzitter van den Nationalen Oranjebond «Wat ook vall, Trouw staat palk, door Z. K. H. volgaarne worden aanvaard. Rechtzaken. De moord In de Cissr Peterstraat. In den nacht van 9 op 10 April 1902 warden in eea perceel aan de Czaar Peterstraat te Amsterdam, de win kelier Brouwer en zgne nicht Johanna Smaal, die bjj hem inwoonde, op gruweljjke wjjze vermoord. Verdacht zich hieraan te hebben schuldig gemaakt, stonden een jaar later voor de rechtbank terecht de bierhnishouder J. de W., en de schilder O. D., die beiden reeds tot eene zware straf waren viroordeeld wagens diverse inbraken. Ds dagvaarding legde aan beklaagden ten laste, dat zg na vooraf in koelen bloede het voornemen tot den moord te kebben opgevat, opzettelijk en met voorbedachten rude in het perceel de beide personen hadden aangegrepen, en met messen hen al snjjdande of hakkende een aantal verwondingen aan hoofd en hals hadden toegebracht, ten gevolge waarvan dazen onmiddellijk waren overleden. De beklaagden zonden zich den toegang tot dn woning hebben verschaft door vier schuttingen achter die woning over te klimmen, en zien door het raam van het privaat naar binnen te werkenhnn doel zon geweest zgn diefstal te plegen en een bedrag van f 300 ongeveer zonden zjj in de woning hebben weggenomen. Dan Ssten April 1903 wees de rechtbank in deze zaak vonnis, en gelastte op requisitoir van het O. M. herope ning der instructie. Gisteren nu werd tot vrjjspraak voor beiden gerequireerd. In Biasoa maakte ik kennis met een Belg, die eertjjds het slotenmakeravak geleerd had. Hg vertelde mg dat, maar zgn uiterlgk sprak er niet meer van. Ik vermoedde veel meer in den elegant gekleeden gentleman, die met kennersgelaat het eene glas wjj« na het andere leegdronk, een welgestelden reiziger. Ik was de plank var mis. Zjjne manieren en spriak verrieden mg evenwel zgn ware natuur. De man was werkelgk intertssant. Ik sprak hem aan in het Franseh, maar hg antwoordde«Spreek je moedertaal maar geruit, je bent maar gewoon een Duit- soher, geen Franschman.* Dit antwoord verblufte mg en in het gesprek dat zioh nu ontspon, hoorde ik fabelachtige nieuwheden. Deze voormalige slotenmaker sprak vloeiend Franseh, Duitsoh, Engelsch, Italiaanseh, Zweedsch en Deecsoh. Doordat hg al deze talen aangeleerd had, was hjj wat anders vargeten: n.l. te werken. «Waartoe ook? Ssdert 16 jaar heb ik geen vinger meer gebogen. (Zgn blanke handen bewezen het.) Daarmee begin ik eerst weer, als al de 5 vingers aan mjjn hand even lang zgn. Met 4 gaat het reeds vrijwel, maar de dnim, de dnim wil niet(Daarbjj trachtte hg met een ironisohe beweging den duim van zgn rechter hand uit te rekken.) Maar geld had deze man I In zjja vestzakje guldens ea lires, waarvan nog grooter aantal in zgn broekzakken was, het leeuwenaandeel evenwel zag ik den volgenden morgen in zgn slaapkamer, het w»s in de voering zgner laarzen verborgen. Waar dit geld van daan kwam? Zgn interessantste kleedingsluk was zgn hoed, die be keken en bevoeld niets vreemds had, maar die toch zes verschillende en van de voorgeschreven stempels voorziene aanschrjjvingen om het land te verlaten, bevatte. Met behulp hiervan trachtte hjj de consulaten in de verschil lende groote steden af te zetten. Hjj was een geraffineerde oplichter en een meester in het vak, die op deze wgze reeds een reeks van jaren een gemakkelgk leventje leidde. Landloopers van deze Boort zqn over heel de wereld verspreid, voor hen is de aarde slechts een dorp als bjjzonder geliefkoosde verblgfplaats hebben zq echter Noord-Italië uitgezocht. Zg zgn nauw aan elkaar ver bonden en bewaren de grootste Btilzwggendheid, ook tegenover hunne in-lompen-gskleede en verhongerde collega's. Naak Robiat Fbikdeich. ALKMAARSCHE COURANT ine ii mimiiiniini win Will

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1