No. 113 Honderd en negende jaargang. DAGBIiAD VOOR ALMAAR EN OMSTREKEN. 1907 DONDERDAG 20 JUNI Hinderwet. Gemeenteraad van Alkmaar, Prijs lier gewest® advertentie Deze Courant wordt eiker» *V9lïd behalve op Zon- en Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,BQfranco door het geheele Kijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 9, Per regel f 0,10. Bij grootc contracten rabat, Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HMEMs. OOSTBR ZOON Yoordam O 9. Ter gemeente-secretarie te Alk maar is tegen betaling van twee gulden verkrijgbaar een afdruk van het door Burgemeester en Wethonders aan den gemeenteraad uitgebracht VERSL AG om trent den TOESTAND der GEMEENTE ALKMAAR over 1906. De Secretaris van Alkmaar, DONATH BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algetnesne kennis, dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verdoek met bijlag™ vrs J. 0. BAAN, fabrik iC, wo nende aldaar, om vergunning ?ot bet uitbreiden van zjjse cacaofabriek door het bijplaatsen van een horizontale gasmotor van 12 paardekracht ea een eoi'tesnnechini» in de percfeha Mosterdsteeg wjjk O Nrs. 15, 16 en 17, en Spsnjsardstraat. wjjk C no. 87. Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden ingediend ten raadhnize dezer gemeentemondeling op D'.tsdeg 2 Juli e.k., 's voormiddag» te elf uur en schrifteljik vóór of op dien tjjd. Gedurende drie dagon vóór ge melden dag kan de verxoeker en hijdie bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz, Voorz. 1°. B. 18 Juni 1907. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 20 Juni. In den aanvang deden de gebeurtenissen in de Midi denken aan tartarinades. Men kent den vermake lijken held Tartarin uit Tarascon, een der bewoners van de Midi, waar de menschen volgens Daudet heel fatsoenlijk en braaf zijn, maar waar de zon zóó eigenaardig schijnt, dat ze daardoor gedwongen worden tot het doen van allerlei fantastische dingen en altijd maar weer opnieuw verschrikkeljjk over drijven. Van een tartarinade zal echter thans niemand meer spreken. Men lacht en men spot niet meer over de gebeurtenissen in het Zuiden van Frankrijk, maar men ziet ze met ernst tegemoet. De noodkreet „volle kelders, leege magen" heeft indruk verwekt. De dwarsdrijverij van autoriteiten en burgers geeft bezorgdheid. De regeering zit met de handen in het haar, wil wel helpen, maar weet niet hoe. Van een staatsmonopolie, zooals in Rusland voor brandewjjn bestaat, kan in Frankrijk geen sprake zijn. Gaat zij de wijnbouwers in het Zuiden krachtig steunen door vervalsching en kunstmatige bereiding van wijn tegen te gaan, dan jaagt zij de suiker- industrieelen in het Noorden tegen zich in het harnas. Doet zij een beroep op de vaderlandsliefde der wijnbouwers, dan zeggen deze dat die liefde voor allen gelijk is, en dat het vaderland het Zuiden niet mag laten verhongeren om het Noorden te verrijken. Aan het belastingweigeren kan de regeering evenmin iets doen. Weigert een enkeling zijn belasting te betalen, dan kan men hem gerech telijk vervolgen, maar weigeren eenige honderd duizenden, dan kan men dien weg niet inslaan. Met het bekende geschiedkundige woord zou men kunnen zeggen, dat de bewoners van de Midi op het oogenblik reddeloos, radeloos 6n redeloos zijn. Nu de regeering hen niet kan redden, weten ze geen raad en luisteren ze niet naar rede. „Gij moet ons helpen", zeggen ze tot de regeering, „hoe, dat moet ge zelf maar weten. En doet ge dat niet, dan zullen wij ons zelf redden". Zij gebruiken evenwel een middel, dat zich ten slotte tegen henzelf keert. Daar er geen belastingen worden betaald en er in vele gemeenten geen besturen meer zijn (die immers zijn afgetreden) staat heel het raderwerk stil. De gemeentelijke uitkeeringen worden niet meer gedaan, de salarissen niet betaald, de rijksbetalingen ge schieden niet. De burgerlijke stand wordt niet bijge houden, de begrafenissen op gemeente kosten hebben niet meer plaats, onderwijs wordt niet gegeven. Er heerscht kortom een groote sociale en eco nomische wanorde. Daarbij komt, dat de troepen ook al zijn aangetast door den geest van verzet en opstand. „Wij willen niet optrekken tegen onze verwanten en vrienden, die demonstreeren tegen de ellende van ons land" is er gezegd. Doch de re geering heeft wel gebruik moeten maken van de troepen zij had de geheele beweging kunnen laten verloopen, indien er geen wanordelijkheden wareD. Zij heeft evenwel verklaard, dat de wet moest worden gehandhaafd. Waarop een der afge vaardigden uit Narbonne vroeg, welke maatregelen de regeering wilde nemen om het verzet te breken, en een ander, die onder-staatssecretaris aan het ministerie van binnenlandsche zaken is, nam zijn ontslag, want, zeide hij, men beschuldigt ons daar ginder dat wij de belangen der menschen hebben opgeofferd om onze betrekkingen te behoudon. Thans gelooft hij het bewijs te hebben geleverd, dat zij zich bedriegen en meent hij het recht te hebben gekregen tot hen te zeggen„Keert terug tot de wegen van orde en wettelijkheid en hebt vertrouwen in de Republiek." Het blijft bewonderenswaard dat de leiders tot heden de beweging zoo goed in handen hebben. Zoo is het verhaal van de arrestatie van den socialistischen burgemeester van Narbonne, dr. Ferroul, iets buitengewoons. Het was te voorzien, dat de regeering hem in hechtenis zou nemen. Dinsdagavond zat hij kalm in een koffiehuis, toen de alarmklokken werden geluid. De menschen dachten, dat men toen al den burgemeester kwam gevangen nemen, en gingen dadelijk barrikaden oprichten. De heer Ferroul kwam uit zijn koffiehuis en gelastte hun oogenblikkeljjk de barrikaden op te ruimen. „Troep dwazen, wilt gij me tien jaar dwangarbeid op den hals halen?" riep hij. Toen de menigte, die hij van een tafel toesprak, geduldig naar hem luisterde, riep hij„Zweer het". En de menschen antwoordden „Wij zweren Toen hij in hechtenis genomen werd, werd er met steenen gegooid en allerlei oproerige kreten werden er geuit. Toch was de heer Ferroul's arrestatie als de uittocht van een overwinnaar. Hij sprak het volk nog toe en zeide: „Zooals gij ziet zijn er tienduizend mannen noodig geweest om Ferroul in hechtenis te nemen. Er zijn nederlagen, die eigenlijk overwinningen zijn en die anderen tot schande strekken. Deze dag is de schoonste dag mjjns levens. Blijft kalm, maar volhardt in uw eischen." Volgens do laatste berichten is het evenwel na de arrestatie van dr. Ferroul niet kalm gebleven. De menigte heeft de officieren uitgefloten en uitge jouwd. De winkels, werkplaatsen en bankeü zijn ten teeken van rouw gesloten. Boeren uit den om trek trachtten door middel van petroleum een deur van de onder-prefectuur in brand te steken en het station te bezetten. De troepen dreven de betoogers uiteen. Ernstige onlusten zijn echter nog uitgebleven. Tot wanneer? Vergader lag van den op Woensdag, 19 Ju al 190 f, des namiddags te 1 nar. Vervolg.) Behandeling der agenda. 2 Benoeatlng directeur vaa den gemeente lijken hoofdcursus. In verband met feet aan den fcecr D, Tjalsma, op zjjn daartoe strekkend verzoek, met ingang van 1 Maart IJ. verleend eervol ontslag als direefc-ur van den gemeente- ijjkcn hoofdcursus alhier, drager! B. en W. ter vervulling dezer vacature ter benoeming voor, de heer J. Med*mblik, Hoofd der school te Rosten burg, lesvaar en medeoprichter vaa den bedoelden hoofdcursus. Ds heer Cohen Stuart merkt op, dat het, wel wat vreemd is, dat hier slechts éés p 'rsoon wordt voorga- dragen. De Voorzitter zegt, dat de verordening voor den cursus ook geen voordracht vau mesr personen vordert, ter- wjjl ds heer Van Bujjsen tot nadere toelichting aan roert, dat er eenvoudig een der leeraren aan den cursus moet word'a aangewezen a's directeur, die als zoodanig geen be- zold'.ging ontvangt. Daar de gemeente een particulieren cursus geen fieancisslen steun mocht rerleenea, is de inrichting gemaakt tot een gemeentelijken cursus en daarom dient de raad da benoeming te doen. E?n voor dracht van meer das eaa persoon is niet noodig. De heer Oofaen S nart neemt met deze inlichtingen genoegen. D# heer Medemblik word'- daarna met 14 stemmen benoemd. 1 stem was uitgebracht op den heer Tjalsma ea een was van onwaarde. 3. Benoeming vm stembureaus voor de periodieke raadsverkiezingen. Benoemd worden tot leden vaa bet stembureau in hat 1ste kiesdistric', waarvan de burgemeester ambts halve voorzitter is, de hesren O van Bujjssn, die als 4« lid wordt caagswezsn, N. GJndermae en H. J. Vonk ea tot plaatsvervangende leden voor den tjjd van twaalf maasden de heeren Mr. J. S. L, Aghiaa, C. G. Steen en J, Hoek tot leden van het stembureau in het 2de kiesdistrict, do feseren Mr, A Dorbsck, J. da Lange C.Jz,, voorzitter, G T, M. vaa den Bosch en M. Uitesbosob, die als 4e l d wordt aasgewazo», en tot plaatsvervangende ledoa vcor dsn tjjd vaa twaalf maanden, de heeren W. H. J. Helling. M. Preijer ea P. J. Brom. tot ledea van hst stembureau in het 3de kiesdistrict, de hesreu A: Fortuin, G. do Groot Jz., voorzitter (bjj loting aangewezen), H. J. F. Waana en Mr. K. A. Cchen Stuart, die ais 4e lid wordt aargowezs», sn tot plaats- vei vangende leden voor den ijjd van twaalf maanden de heeren Mr. A, Prins, S. de Laego P.Bz. en H, G. Prejjer. 4, Herbenoeming alads-genees- en heelkundigen. B. en W. stellsn voor opnieuw te benoemen voor den tjjd vau vjjf jaren met ingang van 23 Juli tot stadsgenseskundigs dea heer A. M. Oonjjc, arts, op eene jaarwedde v&s f 600,met ingang van 23 Juli b.s., lot s'&dsheelkundige aea heer Dr. J. Dirken, op eene jaarwedde vau f 400. Beide heeroz worden met algemeens stemmen hsrbe Bosmd. Da heer Dor beuk vraagt ia verband met eens asa de doctoren gezonden uitnood g;»g om zich te willen be las o. met da conti óle bedoeld iu art. 9 der verordening tot waring van bssmetteljjke ziektes op de scholen, welk gebruik er van die conti Ale wordt gemaakt en of helde bedoeling is, dat beide gsaeesfeceren die contrAle uitoefe nen op alle in- en uitwendige ziekteverscbjjaselen, De Voorzitter antwoordt, dat hjj gaarne in de volgende zitting op die vraag het antwoord zal geven. Da heer D o r b e c k neemt daarmede genoegen. 5. Benoeming ven een onderwijzer aan de Derde Gemeenteschool. Tor vervulling der vacature van onderwjjzer met ver plichte hoofdakte aan de Derde Gemeenteschool is de volgende voordracht opgemaakt1: J. N. Kroone, onder- wjjzar, aan da 4s gemeenteschool te Alkmaar. 2. K. Butter, onderwjjzer aan de 4b gemeenteschool te Alkmaar. 3, B, J. de Jongh, onderwjjzer te Haarlemmermeer. Da heer Fortuin vraagt een geheime zitting, om naar aanleiding van deze voordracht een en ander te zeggen. Na hcropenirg der deuren wordt benoemd de heer K. Butter met 12 stemmen op den heer J. N. Kroone waren 4 stemmen uitgebracht. 6. Geldleenlngen. In verband met de omstandigheid, dat het financieele dieastjaar 1906 allengs ten einde loopt ea eerlang moet worden afgesloten, stellen B. en W. voor eene geldleening aan te gaan, groot f 34000, en daarbjj gebruik te maken van het aanbod vaa den Directeur der RjjkspoBtspaar bank om de benoodigde gelden ter beschikking te willen stellen k 4 's jaats tegen een koers van 98 Bovendien wordt voorgesteld, met het oog op de af sluiting van den dienst 1906, over te gaan tot het op nemen van gelden wegens de kosten welke op den ge noemden dienst zjjn gemaakt in verband mot het op richten van een openbaar slachthuis, en daartoe een tjjdeljjke geldleening te sluiten van f 14000 onder ver band van de inkomsten der gemeente, tegen den koers van den dag, bjj de Nsderlandsche Baak of eeua andere cradletstelling, met de bedoeling deze te coaverlearen bjj gelegenheid eeaer in 1907 te sluiten abbattoir-leening. Ds Voorzitter zegt, dat B. en W. in het besluit de woorden »in 1907 wenichen te laten vervallen, om niet gebonden te zjjn nog dit jaar de abattoir-leening aan te gaan. Mogeljjk dat men in 1908 de leening voor- deeliger kan slnites. Alzoo wordt besloten, waarna het geheele voorstel zonder stemming wordt aangenomen. 7. Het boawen nn een tweede gymnastieklokaal In veiband met een tnsschen het college van B en W. en den misister van Binnenl. Zaken gevoerde corres pondentie inzake het beschikbaar stellen, uitsluitend ten gebrnike van de leerlingen der R. H. B. S., van een gymnastieklokaal, stellen B. ea W. den raad voor om hen te machtigen tot het doen bouwen van een nieuw lokaal op den Gedempten Geest langs Zavenhuizen, ge deeltelijk in den tuin van het Burgerweeshuis, en het bestaande lokaal zooveel mogeljjk geheel ten gebrnike van het pymnssliek onderwjjs aan de R. H. B. S. over te laten* De kosten van het nieuws srebouw worden geraamd op f 17958.69. De heer Cohen Stuart verklaart, dat dit voorstel zijn sympathie niet heeft. Voordat hij over de zaak zelve gaat spreken, wenscht hij aan B. en W. eenige inlichtingen te vragen. De correspondentie tnsschen B. en W. en den minister is hem ook na lezing en herlezing der verschillende stukken niet duidelijk. De minister heeft zich tot B. en W. gewend met een klaoht, dat het gymuastiekonder wijs aan de R. H. B. S. niet tet zijn recht kan komen door versohillende omstandigheden. Een der oorzaken is, dat doer het veelvuldig gebruik van het lokaal geen voldoende eontróle geoefend kan worden op de betrouwbaarheid der werktuigen en het lokaal niet altijd stofvrij is. Spr. begrijpt dit niet: hoe de rijkscontrdle het lokaal stofvrij zou kunnen maken, ook dat is hem niet duide lijk. Spr. gaat verder het schrijven van den minister na, en bespreekt voorts het antwoord van B. en W., dat in de bijlage in extenso is opgenomen en brengt het college hulde voor de kordaatheid waarmede men den minister heeft geantwoord, dat waar de gemeente in 1865 voldaan heeft aan de verplichting om een gebonw voor hef gymnastiekonderwijs beschikbaar te stellen, naar de meening van B. en W. aan hen niet de beschikking ever het lokaal kan worden ontnomen, nu de R. H. B. S. behoefte blijkt te hebben aan een eigen lokaal of althans niet meer genoegen kan nemen met wat in 1865 en neg vele jaren daarna alleszins voldoende was. Het daarop gevolgde antwoord van den minister is al even kordaat, dooh naar spr. meent onjuist. Het beroep op het besluit van 1865 kan hier niet dienen. Spr. had daarom verwacht, dat B. en W. zouden hebben geantwoord, ofschoon is gebleken dat dat besluit van den raad nergens is te vinden 40 jaar lang hebt ge het lokaal in gebruik gehad. Nooit is er over geklaagd en nu wordt dat lokaal opeens onvoldoende geacht, als men er niet de vrjje beschikking over heeft en spr. zou ook den minister hebben willen vragenof het niet weinig liberaal en antisociaal gedacht is, dat waar voor een gemeente niet alleen het gebouw, maar ook de werktuigen werden ter beschikking gesteld, deze alleen moesten dienen voor het onderwijs aan da R. H. B. S. B. en W. doen dat niet, maar nu de minister zich niet met hun antwoord kan vereenigen, verlaat hen alle kordaatheid en zeggen ze: wjj zullen voor ons een nieuw lokaal stichten. Spreker zou nu aa» B. en W. willen vragen, welke klachten er van de zjjde van den directeur der H.B. S. zjjn ingekomen, en of er naar aanleiding daarvan overleg is gepleegd met den directeur en de commissie van toezicht op het M. O. en wat hen toch wel heeft be wogen hun eerste kordate standpunt te verlaten. De heer Glinderman is het met den heer Cohen Stuart eens en meent nog, dat een zwak punt in de redeneering van den minister is, dat de toeneming van het aantal leerlingen, welke in de laatste 10 jaar slechts 23 heeft bedragen, niet van invloed is geweest, maar wel de toeneming van het aantal leerlingen in de gym nastiek hetwelk van 70 tot 124 is gestegen. Dat begrjjpt spreker niet. De Voorzitter licht dit toe, door er op te wjjzen, dat vroeger veel minder leerlingen aan het gymnastiek onderwijs deelnamen, terwjjl de heer Boelmans ter Spill er op wjjst, dat thans het gymnastiekonderwijs aan de H. B. S. een verplicht vak is. Vandaar de toe neming van het aantal leerlingen en het meerdere gebruik van het lokaal. De heer Cohen Stuart zou alvorens het voorstel van B. en W. nader te hespreken, gaarne eerst antwoord hebben op zjjn vraag om inlichtingen. De Voorzitter zegt daarop, dat bet voor B. en W. een onverkwikkelijke zaak was. Het contract van 1865, waarop de minister zich beroept, is, op welke wjjze dan ook, zoek geraakt. Men heeft zich dus aan de uit» spraak van den misister moeten onderwerpen, dat de gemeente in 1865 besloten heeft een gymnastieklokaal be schikbaar te stellen. Met dat lokaal is toen door het rjjk ge noegen genomen en het aantal leerlingen was klein genoeg, dat men ook leerlingen van andere soholen kon toelaten daar gymnastiekonderwijs te ontvangen. De bedoeling heeft echter blijkbaar destjjda voorgezeten hot lokaal hoofd- zakeljjk beschikbaar te stellen voor de R. H. B S. Wat nn de klachten betreft, door B. en W. zjjn deze onder zocht en ofschoon er zgn, die gegrond kannen heeten, er ook veel overdreven. Het Dageljjksch Bestuur heeft echter gemeend, dat waar het gymnastiekonderrioht in de laatste jaren, hos langer hoe meer op den voorgrond treedt, dat een flink gymnastieklokaal is een eisoh van den tjjd. Dat is oor zaak, dat men over hst bezwaar is heengestapt, dat de klachten niet alle even gegrond waren. In hoofdzaak is d i R. H. B. S. gerechtigd een eigen gymnastieklokaal van de gemeente te eischen, zelfs de aren, waarop ook voor de gemesnte-soholen gebrnik wordt gemaakt van het lokaal mosten aan de goedkeuring van den directeur der H. B. S. worden onderworpen. Do beer Cohen Stuart heeft gehoord, dat de klaohten overdreven waren; dat had hg wel gedacht. Ook in andera steden, bjjv. in Amsterdam, zgn gym nastieklokalen den geheelen dag in gebruik, een middel om ze stofvrjj te maken moet er das zgn. Als B. on W. zeggen tof het rjjkAlle nren, dio ge wilt, kant ge krjjgen, dan wordt er voldaan aan den gestelden eisoh. Na geven B. en W. wel wat te veel de macht uit handen. De clausule van het besluit van '65, dat men een nieuw lokaal eiBohte, als men met het bestaande geen genoegen kon nemen, zag op dea toestand op dat oogenblikhet gaat volgens spr. niet aan, dat men na 40 jaren zegt nu voldoet het me niet meer. Voor de Cadettenschool heeft men destjjds een terre:a beschikbaar gesteld, ook toen zal wel gezegd zgn, wjj aanvaarden dit als het naar ens genoegen is, maar 't gaat toch niet aan, om na een zeker aantal jaren, na er gebrnik van gemaakt te hebben, te zeggen: nn voldoet het me niet meer, en nn moet ik een ander hebben. Ziedaar mjjne bezwaren, zegt spreker, en het spjjt hem dat B. en W. zoo ganw in hun schulp zgn gekropen. Wat nn het voorstel tot den bonw van een nieuw lokaal betreft. B en W* zeggen, een goed gebouw is een eissh van den tjjd. Gaarne onderschrijft spr. dat, maar dan is hg er tegen aan dien eisoh te voldoen op eene zoo be nepen wjjze, en daarbjj om te gaan bonwen op dit terrein, te meer waar van het mooie terrein bjj het Weeshnis nog een gedeelte zal worden afgenomen. Voor de om wonenden zal bovendien het gymnastieklokaal een last opleveren, terwjjl ook de nabgheid van het Ziekenhuis w'l in aanmerking mag worden genomen. Laat ons bedenken, zegt Bpreker, dat wjj staan aan den vooravond van een uitbreiding der gemeente, waardoor de gemeente de beschikking zal krjjgen over een groot terrein, daardoor zal men de gelegenheid hebben een gymnastiekechool met plat dak te bouwen, op een geheel vrjj gelegen plaats, terwjjl men er een flink vrjj terrein bjj kan hebben voor openluchtspelen enz,, waardoor men niet alleen tegemoet komen zon aan een spetite classes, maar ook den kleinen man in grootere mate de gelegen heid zou bieden om daarvan gebruik te maken. Hjj zou zich kunnen voorstellen, dat men dan iets zou kunnen krjjgen, wat aan alle eischen voldoet en als men dau bjj den minister kwam en men zeide wjj willin maken een flink gebouw, vrjj gelegen, met een groot vrij terrein, en men zou dan den minister vragen wees nu niet zoo antisociaal, door thans het gebouw geheel op te vor deren voor een klein aantal leerlingen, dan zou men later het oude gebouw kannen opofferen maar verkeerd acht spreker het thans het door B. en W. aangewezen terrein op te offeren, als men elders een goed fceriein kar, ktjjgen. Voor de zaak die sprokvr bedoelt meent bij zou OGk van de zjjdo van partioulioren steun te verwachten zgn. Wat de financieele zjjds der zaak aangaat, het heeft spr. getroffen, dat geen begrooting van ickomstsa van het gymnastieklokaal ïb overgelegd ob het komt hem voor, dat als men de zaak breeder opvat, die inkomsten niet onbalangrgk znllen zgn. Ten slotte stelt spreker voor deze voordracht terug te nemen. De heer van der Feen de Lille er aan herinne rende dat de stukken van 1865 waarop de minister zich beroept in het archief der gemeente ontbreken deelt mede wat Dr. Hubrecht over deze zaak zegt, en wjjst er op, dat destjjds als regel voor hst g? heels land heeft gegolden, dat de gemeenten voor de H. B. S. een gebonw met gymnastieklokaal en laboratorium beschik baar zonden stellen. Deze regel is nog van kracht en en daarom gelooft spr. dat de redeneering van den heer Cohen Stuart in dit opzicht niet geheel juist is. Wat het tweede pust betreft, het bezwaar tegen het terrein voor het nienw te stichten gebouw, hierin gaat spr. niet als roiezt van het weeshuis, maar als lid van den raad met den heer Stuart mee. Het weeshuis be- ALKMAARSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1