No. 145. Honderd en negende jaargang. 1907 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. ZATERDAG 22 JUNI, Mr. W. van der Kaay. FEUILLETON. ENGELSCHE BRIEVENr" Prijs der gewtne advertentiSn Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f Ö.80franco door het geheele Rijk f f,— Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer 8. Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N |Y. Boek- en Handelsdrukkerij vjh, HBRMs. COSTER ZOONYoordam O 9. De 24ste dezer zal voor hem, wiens naam wij hierboven schreven, een gewichtige herinneringsdag zijneen halve eeuw geleden werd hij aan de leidsche hoogeschool tot doctor in de rechtsgeleerdheid bevorderd. Den 6 December a.s. zullen reeds 34 jaren verloopen zijn sedert hij Alkmaar metterwoon verliet, en steeds kleiner wordt het getal van hen die hem hier gekend, nog geringer dat van hen, die hier met hem samengewerkt of hem in zijne werk zaamheid van nabij gadegeslagen hebben. Van meerdere tijdgenooteD, om wier verdiensten Alkmaar roemen kan hunne geboorteplaats te zijn geweest, hebben wij na hun verscheiden in dit blad bericht wat wij over hen melden konden laten wij nu over mr, van der Kaay ook iets zeggen, terwijl hij en wij nog in leven zijn, te eerder in dit blad, waar van hij zooveel jaren een bekwaam en ijverig mede werker is geweest. Den 5 Mei 1831 verheugden Stephanus van der Kaay en zijne vrouw Jannetje Dorreman zich in de geboorte van een zoon, dien zij Willem noemden. Zij waren eenvoudige en brave lieden, aan wie het niet voegde hun zoon, hoe vatbaar hij zich daarvoor ook toonde, eene geldeischende geleerde opleiding te gevenen als Hofdijk en andere jongelui, die over meer geestelijken aanleg dan stoffelijke mid delen beschikken kondeD, zou de knaap de loop baan van onderwijzer betreden. Echter bracht, toen deze als kweekeling in de school van „meester" de Wit werkzaam washet overlijden van een bemiddelden kinderloozen oom in het laatst van 1847 eene gewenschte veranderingaanvankelijk kwam de jongeling bij Johs. Roem in den boek handel, maar na de zomer-vacantie in 1850 kon hij opgenomen worden in de 3e klasse der latjjnsche school, een jaar later had hij reeds de 6e bereikt en nog een jaar daarna, den 20 September 1852 werd hij te Leiden als student in de rechten inge schreven. Zich wijdende aan de beoefening daarvan, gaf hij reeds in het begin van 1850 lid der rederijkerskamer Bilderdijk geworden1) tevens zijne liefde aan die der letteren, het laatste met een kring van vrienden, waarvan wij slechts Banck, Bouman, Haverschmidt, Henny, Kok en Verwijs noemen. De Studenten-almanakken van 185357, in welker redactie hij 2 jaren zitting had, bevatten verscheidene proeven van zijn dichttalent, deels oorspronkelijke, deels vooral naar Byron. Voor het aanzien, 't welk van der Kaay onder zijne mede studenten genoot, pleit wel, dat hij voor het jaar 1856 tot voorzitter van den Senatus Veteranorum werd gekozen, in welke betrekking hem de eer te beurt viel den Prins van Oranje als corpslid te inaugureeren. Na zijne promotie vestigde hij zich als advocaat en procureur in zijne geboortestad, en trad hij den 12 Augustus d.a.v. in het huwelijk met mejuffrouw Maria Magdalena Biskanter, die, trots een teeder gestel, nog zijne levensgezellin is. Het jonge paar Wijnoogst bij Lebrecht Hünchen. VAN SEIDEL. 4) Ik deed mijn best, zooveel mogelijk in de vreugde van mijn goeden vriend te deelen en beloofde, als zij ingericht waren, de idylle in oogenschouw te komen nemen. Op het laatst van April ging ik op een Zondag met dat doel naar Steglitz, en werd met veel vreugde door de familie Hünchen ontvangen. Het was net als ik gedacht had een klein ongelukkig huisje, maar wat de luidjes er van gemaakt hadden, was een wonder. Er waren beneden, behalve een kleine vestibule, een keukentje en drie kamers, waarvan er een zoo klein was als een vogelkooi, en mij erg deed denken aan de slaapkamer van Hünchen in Hannover, waar hg zijn laarzen niet aan kon trekken, zonder de deur van de kamer er naast open te doen. Hünchen bracht mg het eerst in dat kamertje en wel met groote verrukking. Zie je, beste vriend, zei hjj, alle vruchten worden rijp aan den boom van verwachting en vallen iemand gelukkig in den schoot. De wensch dien ik ai die jaren sinds ik getrouwd ben, koesterde, om een eigen kamertje te bezitten, is nu ook vervuld. Ik nam dit kleine vertrek in oogenschouw. Voor het raam stond een tafel met een groen tafelkleed bedekt, dat tot op den grond hing en de geheele breedte van de kamer vulde. Twee stoelen en een paar boeken planken waren de overige meubels voor meer was er ook geen plaats. Aan den muur tegen o er de boekenplanken, hingen, bevallig gegroepeerd, zooals Hünchen zich uitdrukte, de fotogrsfie van een locomotief, portretten van zijn ouders en van eenige vrienden. Het wetenschappelijk museum, de zaal van de voorouders en den tempel der vriendschap noemde big dat. Hjj wees met een slimme uitdrukking op agn gezicht naar betrok eene woning aan de Oudegracht, tegenover de luthersche kerk. In het jaar 1860 behoorde v. d. Kaay tot de commissie uit het departement van het Nut, in het belang van de herstelling eener jaarlijksche her denking van Alkmaars ontzet in 1573 en in samen werking met de rederijkerskamer mocht het gelukken in genoemd jaar tot eene luisterrijke viering te geraken. De aanval van Alberdingk Thijm op Hofdijks toenmaals gehouden rede Ten vierdag ge rechtigd, deed v. d. Kaay eene brochure uitgeven Hoe de heer J. A. Alberdingk Thijm Constitutie en Historie in bescherming neemt. Ook in 1861 ging de vereenigde commissie op den ingeslagen weg voort, en toen in het laatst van dat jaar eene vereeniging voor hetzelfde doel tot stand kwam, werd v. d. Kaay daarvan de penningmeester, gelijk ook later van de algemeene commissie voor de vie ring van het derde eeuwgetijde en de oprichting van een gedenkteeken. De Vereeniging kon boven dien op hem rekenen: op 8 October 1862 hield hij voor de leden eene toespraak Een dood volk?, zes jaren later weder eene Vóór of na 1565, en toen zij den 17 November 1863, op het gouden jaarfeest van s Lands herstelling eene openbare redevoering in de Groote kerk deed houden, trad hij wederom op met Dies zijn wij verblijden nadat den 9 October 1876 het gewenschte monument was inge wijd, sprak v. d. Kaay, herwaarts overgekomen, voor de leden der Vereeniging een warm woord Na de onthulling dei' Victoria1Geen wonder, dat hij ook deel uitmaakte van de commissie, welke op 1 April 1872 een groot kinderfeest gaf ter her denking der inneming van den Briel, gelijk hij ook in 1870, toen 's Lands weerbaarheid ernstig aan de orde kwam, tot het bestuur der Scherpschutters- vereeniging behoorde. Sedert April 1861 leverde mr. v. d. Kaay in de Alkmaarsche Courant een Politiek Overzichtmet aanvang van 1864 ook vergezeld van of vervangen door artikelen over binnenlandsche staatkundige en economische onderwerpen. Hij ging hiermede voort tot in 1894 en wederom van 1897 tot Mei 1904, en heeft alzoo dit blad gemaakt tot een orgaan' dat in ons gewest en daarbuiten invloed uitoefende op de openbare meening. Den 14 October 1862 werd v. d. K., die zijn liberalisme geenszins verbloemde, op aanbeveling der conservatieve kiesvereeniging Vaderland en Koning, met 284 stemmen tot lid van den gemeenteraad verkozen, terwijl de candidaat der vrijzinnige ver eeniging De Grondwetde heer C. Bosman, 119 stemmen bij hem achterbleef. Wij moeten hierbij in het oog houden, dat de keuzen voor den gemeenteraad toenmaals in veel mindere mate dan later door de politiek beheerscht werden, en de aanbeveling v. d. Kaay uitsluitend beschouwen als eene onverdachte hulde aan zijne bekwaamheid. Eene maand daarna, den 16 November, volgde zijne benoeming tot rechter in de arrondissements rechtbank, waarin hij reeds eenigen tijd plaats vervangend rechter was geweest. Reeds den 30 December 1857 was hij lid ge- da tafel met het groene tafelkleed, waarop schrijfbe hoeften en oude boeken lagen, en zei Vindt ge niet dat dit meubel er bgzonder deftig uitziet Een zekere plechtigheid is niet te ontkennen. Ik bevestigde dat lachend. Dat is een duivelsche misleiding I zei Hünchen, lichtte het kleed op en keek mjj zegevierend aan. Het bleek dat die tafel een groote kist was, op den zjjkant gezet met de opening naar voren. Wjj bekeken verder de andere kamers, en ik vond dat alles er zoo echt lief en gezellig en netjes uitzag, als het met deze eenvoudige meubels mogeljjk was. Daarna, gingen we in den tuin. Ongelooflijk zooveel als er in die kleine ruimte gezaaid en geplant was. Een aardappelveld van een vierkanten meter, en dan nog alle mogeljjke groenten, in bedden van de kleinste afmt tingen. Vóór alles heb ik er mij op toegelegd een uitge breide beplanting toe te passen, zei Hünchen, op die manier zal de tuin het glansplunt van de bezitting worden. Hg haalde een papier te voorschijn en spreidde het voor mg uit. Het plan voor het bebouwen, zei hg met een gewichtig gezicht. Dat wordt elk jaar bggewerkt om den vruchten- en plantengroei weten- schappelgk na te gaan. In fijne kleuren waren alle bedden uitgeteekend en m0u e,eE keVriS schrift -was er om heen geschreven welke beplanting het was. Bg den noteboom, die door een kiemen groenen cirkel was aangegeven, zag ik een klein zwart vierkant, waarop geschreven stond«Hansje.® Wat beteekent dat? vroeg ik. Daar ligt onze lieve kanarievogel Hansje begraven, gaf Hünchen ten antwoord. Hg had waarschijnlijk bg het verhuizen kou gevat, want dadelijk daarna werd hg zoo opgezet en ziek. Laura meent dat zjj bem heeft hooren hoesten, maar dat is zeker een vergissing. Hg had echter altgd een teer gestel. Even voor zgn dood heeft hg nog eens heel zachtjes gepiept, en als m een droom gezongen. Daarna viel njj ineens van zgn stokje en was dood. Het is zeker een hartverlamming geweest of zco iets. Wg hebben hem zeer plechtig begraven. Eerst is hjj tentoongesteld in een kistje met worden der plaatselijke schoolcommissie, den 4 Oc tober 1865 werd bij regent van het burgerweeshuis, den 18 Juli 1866 lid der commissie voor het middelbaar onderwijs, den 27 December 1871 cu rator der latjjnsche school. Van de schoolcommissie is hij secretaris, vervolgens eenige jaren voorzitter geweest en van het regenten-college heeft hij sedert zijne benoeming het presidium bekleed. In laatst genoemde kwaliteit hield hij den 17 October 1869 de inwijdingsrede van het nieuwgebouwde weeshuis®). Dat hij den 30 November van dat jaar een dergenen was, die hier eene afdeeling van het Schoolverbond bielpen vestigen, sprak bij zijne belangstelling voor de volksontwikkeling als vanzelf. In 1874 werd onzen stadgenoot het lidmaatschap opgedragen van de Maatschappij der Neder- landsche Letterkunde te Leiden, in 1878 dat van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Mr. v. d. Kaay had ook zitting in het bestuur der Centrale Liberale Kiesvereeniging van het toenmalig dubbel district Alkmaar —Helder voor de Tweede Kamer. In 1873 trachtte deze vereenigibg hem daarvoor te doen verkiezen in de plaats van het aftredende lid jhr. mr. C. van Foreest, die de candidaat der conservatieven en catholieken was; maar deze, die, afgezien van zijne staatkundige denkwijze, in het district algemeen vertrouwen ge noot, behield den 10 Juni zijn zetel met 1270 stemmen, 108 meer dan den liberalen candidaat ten deel vielen. Toen echter de heer v. Foreest den 22 Mei 1875 overleden was, verkreeg v. d. Kaay den 8 Juni de volstrekte meerderheid met 1718 stemmen tegen 865 op den candidaat der conservatieven, graaf v. Hogendorp, en 169 op dien der anti-revolutionairen, jhr. de Geer v. Jntphaas, zoodat het kiesdistrict nevens zijn liberalen ver tegenwoordiger de Bruyn Kops een tweeden van dezelfde richting plaatste. Maar de nieuwe representant was toen niet meer een burger van Alkmaar, 't welk hij, tot veler spijt, verlaten had tengevolge zjjner benoeming op 22 Oc tober 1873 4) tot kantonrechter te Leiden. Na nog een sedert herbouwd huis aan de Langestraat nu van den heer P. de Lange bewoond te hebben, was in de laatste jaren het fraai gelegen Bellevue zijne huizing geweest, in welks voorgeve toenmaals, in 1871, door de zorg van eenige leden van het Natuur- en Letterkundig Genootschap, een hardsteen met den naam Tesselschade is geplaatst. A.'8 Kamerlid heeft mr. v. d. Kaay zich ver dienstelijk gemaakt door zijne deelneming aan de voorbereiding der openbare behandeling van het ontworpen nienwe Strafwetboek, 't welk den 1 Sep tember 1886 is ingevoerd. Als erkenning voor dezen arbeid gewerd hem den 10 Maart 1881 de onder scheiding der orde van den Nederlandschen Leeuw. Den 1 Februari 1872 werd hij benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te 's Gravenhage, den 9 Mei 1894 tot minister van justitie in het kabinet rose watten en sneeuwklokjes er omheen. En toen wg hem naar buiten brachten, speelde Laura een treur- marsch. Dit is zgn gedenkteeken. Wg kwamen bg den noteboom en daar lag een platte steen met het opschrift«Hansje®; Er was klimop bggeplant. Wg gingen verder. Bg de afdeeling «oogst® waren zes verschillende soorten kruisbessen en evenveel aal- bessenstruiken geplant, terwjjl er van frambozen- struiken het deftige getal twaalf aanwezig was. Aanschouw deze twee jong geplante boomen met eerbied, zei Hünchen, dat zgn twee fijne soorten peren. «Beurrés® en «Napoléons®. Het laatste woord sprak hg uit met een glimlach van een echten smulpaap, alsof hg de sappige vrucht al op de tong proefde. Nadat ik in bewondering was geweest voor een gebergte, bestaande uit zes groote steenen, een vgver, en een regenton in den grond om het regenwater op ie vangen, zag ik nog een blikken teil, die op het nu kale afdak van het prieel stond. Ik vroeg wat dat voorstelde. Dat is een bassin voor de waterwerken, zei Hünchen, ze moeten nog aangelegd worden. Als ge ons later eens bezoekt, zullen ter eere van den feestdag de waterwerken spelen. Dat zal dan een heel grootsch aanzien geven. Gedurende het voorjaar en den zomer ontmoette ik Hünchen niet meer. In 't laatst van September kreeg ik een brief van den volgenden inhoud Steglitz, 28 September 1881. Mgnheer en mevrouw Hünchen hebben de eer U op Zondag 2 October, des middags ten vgt ure, uit te noodigen aan den Wgnoogst deel te nemen.® PROGRAMMA. 1; De gasten verwelkomen. 2. Het bezichtigen van den tuin en de menagerie. 3. Aanvang van den Wgnoogst door een schot. Roellv. Houten*). Toen dit bewind de hoofdzaak voor zijn optreden, de kiesrechthervorming, tot stand had gebracht, stelden de leden in 1897 hunne portefeuilles ter beschikking der Koningin en trad het kabine# de BeaufortGoeman Borgesius op. Na het overljjden, 23 Maart 1897, van mr. A. P. de Lange, die den minister v. d. Kaay als Kamerlid vervangen badhoopten vele liberalen in ons district hun ouden en beproefden afgevaardigde weder naar de Kamer te zenden, maar de tijden waren veranderdde gelederen der oude garde geslonken, de z.g. vrijzinnige democraten, die zich in de laatste jaren vooral in de noordelijke ge meenten nogal geroerd hadden, in aantal toege nomen. Hun was de man, die in 1883 zijne politieke denkwijze verdedigd had in eene brochure: Zij t gij ook al een Kappeyniaan Brief aan een vriend e), niet vooruitstrevend genoegzij stelden mr. E. Fokker te Middelburg candidaaten deze, hoewel de heer v. d. Kaay nog 1413 stemmen op zich vereenigde, bracht het tot herstemming met den antirevolutionair v. Asch v. Wijk, op wien hij, toen ook door de liberalen gesteund, de zege behaalde. Mr. v. d. Kaay geniet thans zijne rust nabij Sche- veningen. Dat het geen ledige rust is maar hij zijn kracht en kennis nog steeds wijdt aan de verde diging en bevordering van wat recht en nuttig is, daarvoor strekken ons zijne werklust en vaderlands liefde tot borgejj. Het oordeel over hem als staatsman verblijve aan een lateren biograaf. Wij, onze rol van aan- teekenaars getrouw, deelen slechts feiten en bijzon derheden mede, als waarvan de kennis door levens beschrijvers vaak met moeite verworven of te vergeefs begeerd wordt. C. W. B. Van onzen Londenschen medewerker.) Londen, 14 Juni 1907. Een Paardenfeest. Het paard bekleedt nog immer in de Engelsche wereld een zeer voorname plaats. Uit de algemeene geschiedenis weten wij dat de Angelsaksen door Hengist en Horsa naar Engeland werden gevoerd, twee namen die dadelijk aan paarden doen denken; we hebben allen uit Gulliver's reizen geleerd hoe het in een paardenstaat zou toegaan en nog op den huidigen dag behoeft men maar zijn oogen den kost te geven om te zien hoeveel het volk hier van deze viervoeters houdt. Telkens kan men kinderen en volwassenen, arm en rijken de dieren zien liefkozen. O, ik weet wel, dat tallooze malen ruwe, hartelooze kerels voor den rechter worden gebracht, wegens mishandeling van den hen toevertrouwde dieren, doch vergeleken met de bevolking is dat aantal niet groot, terwijl de Ver. t. besch. v. dieren hier zeer machtig en actief is, overal goede inspecteurs heeft en de politie weet te animeeren om mee te werken. Waar dit zoo is, waar bovendien het Juni weer een afwisseling blijft tusschen hevige en lichte regen- 4. Wgnoogst en notenplukken; 5. Optocht van de Wjjnlezers. Vuurwerk. Feestmaaltijd. 8. 's Avonds muziek en dans. Ik nam de invitatie natuurlijk aan. Er was nog een gast behalve mgn persoon, een deftige oude dame, die de dakkamer gehuurd had, en daar leefde van een klein inkomen en de herinnering aan een schitterende jeugd. Hat was een stjjf, aanmatigend mensch, die zich erg veronachtzaamd gevoelde, zoodra men zich niet genoeg met haar bemoeide. Hünchen fluisterde mjj in, dat ze betere tjjden ge kend had. Zjj is van een rjjke familie, die in verval is geraakt. Zjj at in haar jeugd van zilveren schotels. Zjj heeft vijfmaal een goed huwelijk kunnen doen eens zelfs met een graaf maar zjj heeft niet gewild. 7jj heeft veel ondervonden en is daarcoor wat bitter en knorrig geworden, maar wjj behande'en haar natuurlijk met zachtheid, dat begrjjpt ge wel. Hünchen liet mg met veel trots zgn tuin zien. De waterwerken waren gereed; ze bestonden uit een klein dun straaltje dat een meter hoog sprong, en het water viel in een schaal van gekleurden steen. Het vereischt veel zorg, zei Hünchen, want het bassin is erg klein en moet elk half uur gevuld worden, maar het geeft toch een feesteljjk aanzien. Er waren dit jaar vijftien trossen druiven en de noteboom had een en twintig vruchten. Hünchen vertelde me, dat er eigemlgk vijf en twintig aan waren geweest, drie zgn er afgevallen en dén is op een raadsel achtige manier verdwenen. Maar dienzelfden avond, toen Laura de kinderen naar bed had gebracht en goeden nacht gekust, begonnen zjj allebei hartverscheurend te snikken en bekenden onder een tranenvloed, waar de vermist noot was gebleven. Door den duivel der begeerlijkheid gedreven, had Hans ze er afgeslagen en Frieda overgehaald aan deze misdaad deel te nemen. Zg waren met hun roof op den grond gaan zitten en hadden dien samen opgegeten. ALKMAARSCHE COURANT 1) Als oud-lid trad hij ia 1860, Floris van Teylingen voor stellende, nog eens op bij de ten-tooneele-voering van Hofdijks Alckmaers Beleg. 2) Het verweerschrift en de verschillende redevoeringen zijn in druk uitgegeven bij Hs. Coster en Zoon. 3) Gedrukt achter de Beschrijving der daarin aanwezige schilderijen door O. P. Bruinvis, uitg. van Hs. Coster en Zoon. 4) Bij Frederiks en v. d. Branden, Biographisch Woordenboek der N. en Z. Nederl. Letterkunde ten onrechte Mei 1877. 5) Op bl. 92 Tan het historisch gedenkboek Bene halve eeuw i9 de minister van justitie vergeten. 6) Uitgeg. bij Hs. Ooster en Zoon. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 5