No. 462.
Honderd en negende jaargang.
4907.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
LANDWEER.
Prijs der gswene adverteetiëN
12 JULI
Inkwartiering.
inderwei
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden
voor Alkmaar f 0,86franco door het geheele Kijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
vjh, HEKMs. OOSTBK ZOON, Voordam O 9.
BURGEMEESTER bn WETHOUDERS tan Alkmaar
brengen ter algemeen® kennis, dat, overeenkomstig art.
17 der wet vaa li September 1866, S bl. no. 138, door
htm is herzien do Ijst, bevattende de namen der inwoners,
dia in aanmerking komen voor het verkenen Tan inkwar-
tiering e i onderhoud Tan militairen ea paarden, welke
Ijjst ter inzage voor een ieder is nedergelegd ter gemeente-
secretarie, gedurende 14 dagen na heden.
Bezwaren tegen die Jjjst kannen schriftelijk aan burge
meester en wethouders worden irgediend binnen 14 dag?»
sa sfloop van den tjjd voor de inzage der ljjst bestemd.
Bargemeeater en Wethouders Tooino md,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
9 Juli 1907. DONATH, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
herinnert den verlofgangers der militie van de
lichting 1899, die bestemd zijn op 1 Augustus 1907
naar de landweer over te gaan, aan hunne ver
plichting om zich nè, 1 Augustus 1907, doch vóór
of op 30 Augustus d. a. v. ter gemeente-secretarie
aan te melden, onder overlegging van hun militair
zakboekje.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd,
Juli 1907. G. RIPPING.
In Indië heeft men het zelfde gezien. Ook daar
zijn de inboorlingen mishandeld. En niet alleen in
lichamelijken zin. Het gekleurde ras wordt daar
in hooge mate als het mindere ras beschouwd. Er
zijn zeer ontwikkelde Hindoes, maar zij worden niet
waardig gekeurd, om te gaan met de blanken, die
misschien maatschappelijk zeer hoog, maar geestelijk
laag staan. Men heeft de kleurlingen eerst een zekere
Europeesche beschaving gegeven, maar weigert daar
na hun de plaats, waarop zij meenen recht te hebben.
Men heeft hun het Christendom gepredikt en weigert
hen als gelijke te erkennen. Een Engelsch geeste-
ïjke, die geruimen tijd in Indië als zendeling werk
zaam is geweest, heeft dezer dagen een boek doen
verschijnen, onder den titel: „Nieuwe denkbeelden
in Indië, tijdens de negentiende eeuw", waarin het
volgende veelbeteekenende zinnetje voorkomt: „als
meer Engelschen in Indië wat hooger denkbeeld
ïadden van hun roeping en hun verblijf aldaar, dan
daardoor zeker veel van den betreurenswaardi-
jen geest van verzet en bitterheid verdwijnen."
Wanneer men ten slotte denkt aan de veelvuldige
ïongersnooden, welke het land en zijn bevolking
teisteren, en welke aan Groot-Brittanje worden ge
weten, dan kan men begrijpen, dat een oproerige
beweging hier een vruchtbaar terrein vindt en dat
ingeland moeite heeft, om verwording van deze
groote bezitting te voorkomen.
BURGEMEESTER ea WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat zjj bjj besluit van
11 Juli 11. onder voorwaarden vergunning hebben ver
leend aan
W. VADER aldaartot het opriohten van eene brood-
en koekbakkerjj, waarin eene heeteluchtoven in h t perceel
Kennemerstraalweg, wjjk E Nri 52.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
12 Juli 1907. DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 12 Juli.
Niet zonder vrees ziet men in Engeland de go
beurtenissen in het verre Indië aan. Van regeerings-
wege is in het Lagerhuis dezer dagen verklaard,
dat het voorbarig was in den aldaar heerschenden
geest geen reden tot ongerustheid te zien. Strenge
maatregelen zijn er genomen om dien geest, den
geest van verzet, te breken. Er worden voortdurend
personen verbannen, die de bevolking opruien en
voornamelijk den boycot van de Britsche goederen
prediken.
Hieruit mag worden afgeleid, dat er een steeds
wassende haat tegen alles wat Engelsch is bestaat in
het groote Indische rijk. En dien haat hebben de
Engelsche kolonisten opgewekt. Hoe dat geschied
is, leert een nota van de Engelsche regeering aan
het Lagerhuis over een voorval in een andere
Britsche kolonie, in Engelsch Oost-Afrika. Een
Engelsch kapitein Grogan heet hij heelt
eenigen tijd geleden met eenige vrienden te midden
van een groote menigte vóór het gerechtsgebouw,
dus in het openbaar, drie negers gegeeseld, die zich
aan een onheuschheid jegens dames schuldig hadden
gemaakt. Door Grogans vrienden werden er opge
wonden bericliten over de geeseling naar de
Engelsche bladen gezonden, waarin werd betoogd,
dat dergelijk optreden wel noodzakelijk was, daar
de overheid veel te slap optrad. Maar deze leugen
had korte beenen, en de heeren hebben Grogan,
maar ook zich zeiven, een slechten dienst bewezen.
De regeering liet onmiddellijk een onderzoek naar
het gebeurde instelleD, en de onder-commissaris
der kolonie seinde de ware toedracht der zaak naar
Londen. Hieruit bleek, dat er noodeloos wreed en
onrechtvaardig was opgetreden. De onder-commis
saris eindigde aldus„Ik beschouw het voorgevallene
als door Grogan en de zijnen opzettelijk op touw
gezet om het bestuur alhier verachtelijk te maken,
en verzoek om het zoo spoedig mogelijk vormen
van de bij de laatste begrooting gevraagde politie,
daar onze geheele politie uit inboorlingen bestaat,
die niet tegen de bende van Europeesche wets
overtreders kunnen worden gebruikt".
Grogan en zijn helpers hebben hun misdaac
moeten boeten de eerste werd tot 4 weken gevan
genisstraf en een vrij aanzienlijke geldboete ver
oordeeld, de anderen kwamen er iets genadiger af.
Deze straffen werden weer met partijdige kritiek
naar Engeland gezonden en het deel der pers, dat
der regeering vijandig gezind is, trachtte hiermede
het ministerie van koloniën te bestrijden, en dit
heeft minister Elgien aanleiding gegeven, een nota
aan het Lagerhuis te zenden. Hij noemt daarin
een dergelijk optreden van blanken „den zekersten
weg, om het uitbreken van een opstand te bevor
deren." Yele Engelsche bladen hebben met inge
nomenheid deze woorden gelezen en een van hen
schreef: „zelfs de verachte inboorling van Oost-Afrika
heeft eenzelfde aanspraak op rechtvaardigheic
onder de Britsche vlag als ieder Engelschman
Hij mag niet tengevolge van de gril van één ge
geeseld worden."
■iet de bewering va* de e*theusiaste*, dat het
ontwerp den landbouw verlost van drukkende lasten.
De heer D o j e s (lib., Groningen), betoogde, dat de
landbouw wel greet belang heeft bij afschaffing van
het tiendrecht.
Na verdediging door den Minister va* Land
bouw werd het ontwerp aangenomen.
Bij de behandeling va* het onteigeningsontwerp veer
aanleg van de tweede staatsmijn „Emma" en van een
mijnspoorweg tot verbinding van deze met den spoorweg
SittardHerzogenrath, bestreed de heer Y a n den
B i e s e n het ontwerp, aangezien de nog van kracht
zijnde Mijnwet van 1810 voorschrijft de betaling van
den bovengrond.
De heer R e g o a t keurde ook af, dat de Staat zich
bevoordeelt boven particulieren. Hjj achtte het ontwerp
echter niet onaannemelgk, mits de Regeering zich bereid
verklaarde om bjj minnelijke schikking aan de eigenaren
van den bovengrond de dubbele som van de gewone
grondwaarde aan te bieden, en zoodoende rekening houdt
met de bspalirgen der Mjjnwet. Met nadruk betoogde
spreker voorts, dat do Staatsexploitatie der mijzen niet
mag ontaarden in philantropie. Het moet den Staat wel
degeljjk te doen zijn om rente te maken. Geschiedt dit
niet, dan zou do Staat den particulieren mijnexploitanten
eene oneerljjke concurrentie aandoen.
Da minister van Landbouw behield zioh ten
aaczien van deze vraag van den heer Regout eenige
reserve voor, maar verzekerde dat de Regeering, hoewel
rekening houdende met de schatting door deskundigen,
billjjk zal zjju jegens de eigenaren van den bovengrond
en commercieel met hen te werk zal gaan.
Daarna is de Kamer cp reces gegaan.
Hersfe Kzwer.
Bjj den aanvang der vergadering van gisteren vroeg
de heer 't Hooft (a.-r., Gelderland) het woord, om,
aangezien hem gisteren na het votum over het Arbeids
contract gebleken was, dat aan een gedeelte zjjner
repliek waarin hjj de houding van den heer Regout had
bestreden een onjuiste strekking was gegeven, uit
drukkelijk te verklaren dat hjj, hoe scherp zjjne critiek
over het een of ander onderwerp moge zjjn, hjj steeds
zaken en geen personen op het oog heeft.
De heer Regout (Kath., Limburg) betuigde zjjn
dank voor deze loyale verklaring.
Daarna is aangevangen de behandeling van de Oorlogs
begrooting.
De heer Van Löben Seis (a.-r., Gelderland)
noemde het beleid van Minister Van Rappard krachtig
en tactisch, en verwachtte onder dat beleid eene vrucht
bare periode. Eenige afzonderlijke aangelegenheden be
sprekende, betoogde spreker, dat de instelling van eene
parlementaire commissie, die eigenljjk een onder-onsje
uit de Tweede Kamer zou zjj», geen practisch doel zou
treffen.
De heer Staal kwam op tegen sommige uitdruk
kingen in het Voorloopig Verslag, waarbij de vergelijking
van Minister van Rappard met diens onnsiddelljjken
ambtsvoorganger door sommige leden wordt beweerd
dat die ambtsvoorganger minder actief was. Spreker
constateerde, dat Minister Van Rappard veel werk bj
zjjn optreden gereed vond om maatregelen betreftende
hoogere bevelvoering te nemen. Wjjl spreker den indruk
had gekregen, dat de Kamer geen juist inzicht heeft
omtrent de taak onzer strijdkrachten in, na of bi] mobi
lisatie, achtte hjj het zeer stellig noodig de zaken,
welke daarop betrekking hebben, eens in comité-generaal
te bespreken.
Bjj de reorganisatie, welke de Minister op het oog
heeft, ontried spreker vaststelling van instructie bij
de wet.
De heer Van Lamsweerde (lib., N.-Holland i
betoogde, dat de heer Staal aan de door hem aange
vallen uitdrukking in het Voorloopig Verslag een ver
keerde beteekenis had gehecht.
De Min. van Oorlog, de heer Van Rappard,
dankte voor de welwillende houding der Kamer en
lichtte vervolgens zjjne plannen nader toe. Door be
noeming van een commandant van het veldleger vervalt
geenszins de chef van den Generalen Staf.
Dat de Minister iets vlugger kan werken en spoediger
met maatregelen ksn komen, is voor een groot deel te
danken aan den arbeid dien hjj bij zjjn optreden gereed
vond.
Als strjjder tegen het post vatten der meening, dat
er aan het Departement van Oorlog verkeerde dingen
gebeuren, verklaarde de Minister, dat, welke Commissie
«an Onderzoek ook, hem welkom zal zijn. Het is echter
niet de taak des Ministers dergelijke commissiën te
benoemen.
Door bijzondere omstandigheden zal de benoeming
van een commandant van het veldleger nog eenige
maanden op zich laten wachten. De Minister zelf zal
nog geen instruct'ën maken, maar alleen de richting
aangever.
Het is niet 's Ministers voornemen om het initiatief
te nemen tot bespreking van de taak onzer strijdkrachten
in comité-generaal, aangezien hjj daarvan het nut niet
inzag.
Na repliek werd de Oorlogsbegrooting aangenomen
Voorts werden o. a. aangenomende wijziging van
de Landweerwet; het onteigeningsontwerp voor
verbetering van de Bolksbeek; wijziging van de
Hinderwet; en bepalingen batreflende de keuring van
voor uitvoer bestemd vleesch.
De Minister van Landbouw, enz., de heer
Veegens, verklaarde dat een wetsontwerp voor keuring
van vleesch, bestemd om hier te lande te worden ge
bruikt, vrjj spoedig kan verwacht worden.
Veorts v- erd aangenomen het Sch'pperswetje en de
suppletoira Landbenwbegrooting veer Rijksopsporing
van delfstoffen.
Vervolgens werd behandeld het wetsontwerp tot
afschaffing der tienden. De heer Van den Biesen
(kath. N.-Brab.) ontwikkelde eenige bedenkingen, maar
verklaarde teoh vóór te zullen stemmen, al onderschrijft
het lichaam, waardoor zjjn onmiddellijke overbrenging naar
het Gasthuis te Amsterdam noodzakelijk werd.
Jacht lm Noord-Holland.
Ged. Staten van Noord-Holland brengen ter kennis
«an belanghebbenden, dat de jacht op waterwild in dit
gewest zal worden geopend als volgt: in den krin<?, bo»
grepen binnen den Westfriesohen omringdjjk, in de ge
meente Petten, in de gemeente Oallantsoog, alsmede in
het gedeelte van den polder het Kiegras, gelegen onder
de gemeente Helder, op Zaterdag 13 Juli 1907, met
zonsopgangop het eiland Texel met uitzondering van
den polder Ejjerland, op Zaterdag 10 Augustus 1907,
met zonsopgang en in de overige dealen der provinoie,
dus ook in den polder Ejjerland op Texel, op Zaterdag
27 Juli 1907, met zonsopgang.
Ben botsing.
Gisteravond is de laatste trein van Maastricht naar
Roermond op een overweg bjj Echt met een rjjtuig in
aanraking gekomen, ten gevolge waarvan drie petBoaen
",'oht gekwetst werden; die personen zjjn met denzelfden
trein naar Roermond vervoerd.
Bstlarlsregelimg vsn omderwyaers.
Door het hoofdbestuur van «Volksonderwgs* is aan de
Tweede Kamer het volgend adres gezonden:
Geeft met versehuldigden eerbied te kennen, enz.:
dat het doordrongen van het besef, dat er een nauw
verband bestaat tusscben het peil van het onderwjjs en
een voldoend bezoldigd onderwijzerspersoneel met
groote belangstelling kennis heeft genomen van het ont
werp tot wjjziging van de wet op het Lager Onderwgs,
versohenen bjj Kon. Boodschap van 25 April j.l.
dat het elke poging tot verbetering der salarissen van
de onderwijzers in Nederland, zoolang deze nog van dien
aard zjjn, dat zjj in geen verhouding staan tot de betee
kenis van de taak van deze ambtenaren, met alle kracht
wenscht te stennen
dat het dan ook niet kan nalaten, er bjj u op aan te
dringen, de Regesring steun te verleenen in haar streven,
om eene in onzen tfld zoo hoognoodige lotsverbetering
van de onderwjjzers tot stand te brengen 5
dat het toejuichende alzoo, dat de Regeering maat
regelen in dien zin aan de orde stelt het niet kan
verhelen, hoe het de voorstellen, in bovengenoemd ont
werp belichaamdin vele opzichten alleszins onvol
doende acht
dat de daarin aangegeven minima, zoowel van de
onderwjjzers als van de hoofdea vaa scholen, te laag zjjn
verhouding tot de eisohen, die noodzakelijke voortge
zette studie en lever sstandaard aan onze volksopvoeders
stellen 5
dat, bjj het steeds grooter wordend aantal onderwgzers-
hoofden van gezinnen, in verhouding tot dat der hoofden
van scholen, niet langer kan worden volstaan met aan
de eersten slechts esn tegemoetkoming in en niet een
bshoorljjke vergoeding voor woninghuur toe toekennen;
dat de hoogere bevoegdheid van den onderwjjzer door
het behalen van de hoofdakte recht mocht geven op eene
voor allen, zoowel bjj het bijzonder als bjj het openbaar
ondcrwjjs geljjdeljjk toe te kennen verhooging ad f 200
in de bestaasde wet alleen toegekend voor de onder
wijzers met vetpliohte hoofdakte en aangesteld krachtens
art. 24, 8 der Wet op het Lager Onderwjjs;
dat ook de in tjjdeljjken dienst doorgebrachte dienst
jaren mede dienen te tellen voor de toes enning der perio
dieke verhoogingen;
dat de jaarwedden van de hoofden van soholen dezelfde
pericdieke verhoogingen behooren te ondergaan als die
van de onderwjjzers;
dat de bg art. 26, 1 van de Wet op het Lager Onder
wjjs aan de onderwijzers toegekende vaste jaarwedde niet
laager fictie moge zjjn voor het geval, dat ziekte van
eenigen duur stoornis brengt in het uitoefenen van den
ambteljjken plicht;
en dat zekerheid dient te bestaan, dat de bjj dit ont«
werp van wet aan gemeente- en sehcolbesturen uit te
keeren verbcogde RgksBnbsidio onverminderd strekke tot
verhoogisg der onderwjjzers-s; larissen.
Redenen, waarom het hoofdbestuur voornoemd meent
u met allen aandrang te mogen verzoeken, bovenstaande
bedenkingen tegen het door de Regeering voorgestelde
in ernstige overweging te nemen en daarin de noodzake-
ljiko wijzigingen to brengen, die tegemoet komen aan
de hierboven aangegeven eisohen voor eene goede salaris-
regeling.
itzstscomwisele voor den middenstand.
Naar wjj vernemen, is in de gisteren gehouden ver
gadering van de staatscommissie voor den middenstand
door bjjzondere omstandigheden de vertegenwoordiging
van den middenstand in zoogenaamde middenstasdska-
mera niet ter sprake gekomen.
Zjjn we wel ingel:cht, dan is dit een gevolg van
plannen, die hieromtrent reeds bjj de regeering moeten
bestaan, en gisteren ter kennis van de staatroommissie
zjjn ge»omen.
{Tel).
Gemengd Nieuws.
Onder een baal.
Te Zaandam kreeg gistermorgen een werkman van
Rotterdammer boot bjj het laden aan de fabriek
»Phoenix« van de firma O, Kamphujjs, een baal rjjst op
Gevolg van struikelen.
Gisteren werd een afdeeling infanterie per H. IJ. 8, M.
vervoerd naar de halte «Crailoosche Brug* om daar in
de buurt te gaan scbjjfsohieten. Bjj het overstappen had
luitenant Van Steen uit Amsterdam het ongeluk te strui
kelen over de daar gespannen draden voor de seintoe-
stellen, met het gevolg dat hg het hoofd erg verwondde
op de rails en de kniescbjjf braki Nadat men een eerste
verband had aangelegd, was inmiddels dr. de Boer uit
Naarden per fists aangekomen, die den heer Steen verder
verbond. In een bagagewagen van een der passeerende
treinen werd de luitenant naar Amsterdam teruggevoerd,
om aldaar in het hospitaal te worden opgenomen.
Smaadschrift.
Door den heer H. G. Luken te Watergraafsmeer is
eene klacht ingediend bjj den officier der reohtbank te
Amsterdam, wegens smaad en laster in een strooibiljet
over het stellen van ten R.-K. eandidaat voor den Ge
meenteraad.
Overreden.
Woensdagavond is door de tram uit Oosterbeek bjj den
Schelmscheweg te Arnhem de arbeider J. S. uit Renkum,
die naast de ïail zat, overreden en gedood.
Ken verdwenen burgemeester.
De burgemeester van Uden was gistermiddag zoek
geraakt. Hjj was in gezelschap van eenige leden van
den Raad naar de Peel gereden tnssohen Mill en Uden,
em ontginningen te bezichtigen.
Na geruimen tijd de ontgonnen gronden in ©ogen
schouw genomen te hebben, werd er aan gedacht om
weer naar huis te keeren. Wie beschrijft echter de
verbazing van het waardige gezelschap, toen het tot
de ontdekking kwam, dat hu* getal niet meer vollsdig
was De burgemeester was absent. Bezorgdheid, onrust,
kommer e* angst maakten zieh al spoedig van hen
meester.
Vreeselijke vermoedens begonnen in hunne breinen
op te komende burgemeester moest eens iets gekregen
hebben; misschien lag hij wel ergens 1 E* men zocht,
zoeht, zochtGeen bnrgemeester. Na lang tevergeefs
de Peel te hebben doorkruist, besloot men eindelijk
maar naar huis te gaan en de noodlottige tijding der
bevolking mede te deelen. In een minimam tijds was
het rampzalige nieuws doer de geheele gemeente be
kend. Men was diep getroffen door deze tijding. Maar
de burgemeester moest toch érgens zijn; wie wist in
welken beklagenswaardige* toestand hg zich bevond!
En in minder dan geen tijd was Uden bijna leeg ge-
loopen. Per fiets, per rgtnig, te voet spoedde men zieh
naar de Peel om den burgemeester of wat er neg van
over was, op te sporen. Eindelijk kwam men in de
eenige herborg, welke zieh in de Peel bevindt, daar
zat de burgemeester rustig ender het genot van een
glas bier met de mensohen te praten.
Toen de bevolking vernam, dat de bnrgemeester wee:
terecht wss, rherstelde se spoedig van de uitgestane
angsten en de gewone kalmte keerde weldra terug.
Groot was de belangstelling, toen de burgemeester om
negen uur weder naar huis reed.
De burgemeester, een man van diep ia de zeventig,
werd vermoeid va* het gaan door de heide en besloot
naar Yolkel te wandelen, om in een eafó zjjn gezelschap
op te wachten. Hg schijnt zich erg vergist te hebben
in den weg e* kwam halfweg Mill tereoht.
Van deu Iiangedyk.
Dj verschillende groentenvereenigingen aan den Lange
djjk en omstreken hebben een gecombineerde bgeenkomst
gehouden, voor hst samenstellen van esn reglement voor
den onderhandschen handel van landbouwproducten over
de betaalkantoren aan den Langedjjk en on streken.
In verband met dit reglement werd ook een model
voor koop- en verkoopcontract opgemaakt.
Aan esa en ander werd in deze bgeenkomst de laatste
hand gelegd en besloten niet anders da onderhandecbe
handel te doen plaats hebben, dan op deze contractor,
over de verschillende betaalkantoren.
De Naamlooze Landbouw- en Handelsvereniging «Lan-
gedjjk en Omstreken*, de vereeniging «Nieuw Leven* te
Heer Hngowaard en «Ons Belang* aldaar, benevens
«Landbouwbelang* te Noordscharwoude en «Waarland
en Omstreken* namen op deze bgeenkomst een offioiëel
besluit, doch de verenigingen «Do Koophandel* aan den
Langedjjk ea „Groentencultuui" te Broek op Langedgk
zullen zich hierover nog nader verklaren en haar besluit
in deze zoo spoedig mogeljjk aan den algemeenen secretaris
Tan de Naamlooze Landbouw- en Handelsvereniging
„Langedjjk en Omstreken* inzenden.
ALKNIAARSCHE COURANT