No. 194
Honderd en negende jaargang.
1907.
DAGBLAD ?OOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
kermis.
Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheeie Kijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
MAANDAG
Prijs der gewene advertentlBn
Per regel f 0,10. Bjj groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. OOSTEE ZOON, Voor dam 9.
19 AUGUSTUS.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Telefoonnnnxer 3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Alkmaar
brengen ter algemeens kennis, dat de kermis dit jaar
zal gehouden worden ren Augustus tot en met
1 September »J.|
dat de regeling ran staanplaatsen en van hetgeen
verder met de kermis in verband staat, opgedragen blgft
aan de gemeente-politie
dat de loting voor de niet verpachte staanplaatsen
ral plaats hebben aan het politie-bureau op Woensdag
gl Augustus n.s., des voormiddags ten 10 ure;
dat de straatmuziek zooveel mogeljjk zal beperkt
worden en niet meer dan vgf draaiorgels zullen worden
toegelaten
en dat op Maandag 2 September s.s. des morgens, een
aanvang moet worden gemaakt met het afbreken en
opruimen der kramen, tenten en uitstallingen, welke
uiteiljjk op Woensdag 4 September d.a.v. moeten zgn
opgeruimd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
13 Aug. 1907. L. v. d. VEGT, lo. Secretaris.
Konlnkiyk bezoek aan Zeeland.
Men schrgft uit Lokeree aan Zelandia:
Naar wg vernemen, is hier de offioieele mededeeling
ontvangen, dat H. M. de Koningin der Nederlanden te
kort in Hulst zal vertoeven om gelegenheid te hebben
een audiëntie te kunnen verleenen aan de burgemeesters
van Oost-Vlaanderen, zoodat van de voorgenomen hulde-
betooging zal moeten worden afgezien.
H.H. de Koningin-Moeder.
H. M de Koningin-Moeder heeft het voornemen, in
den loop der volgende week een bezoek te brengen aan
de tentoonstelling van Gooieche oudheden te Naarden en
wordt 30 dezer op het Loo verwacht ter viering van den
verjaardag van H. M. de Koningin op den volgenden dag.
Vredesconferentie.
In de Zaterdagmiddag gehouden voltallige vergadering
der Vedesoonferentie zgn goedgekeurd de wijzigingen,
voorgesteld bet~effeide het regelemant van 1899 ten aan
zien van wetten en gebruiken van landoorlog en betreffende
de hernieuwing van de verklaring van 1899 tot het
einde der derde vredesconferentie ten aanzien van het
verbod van werpen van projectielen en ontplofbare Btofien
uit luchtballons; alsmede het ontwerp-verdrag, betref
fende bombardement door scheepsmachten in havens,
steden en dorpen.
Na een redevoering van den eersten gedelegeerden van
Engeland, sir Edward Pry, werd bjj acclamatie het
Engelsoh voorstel goedgekeurd, om den wenseh te her
nieuwen, in 1899 uitgesproken^Jjetreffende militaire lasten
sedert aanmerkelijk zgn toegenomen, dat het hoogst
wenscheljjk is, dit vraagstuk in studie te nemen.
Celebes.
De oorrespondent van de N. R. Ct, te Batavia seint
E-n afdeeling marechaussees onder kapitein P. E. Hejj-
ligers is het gebied der berg-Tomori binnengerukt ter
bestraffing van de verraderlijke overvalling der patrouilles
onder de luitenants Matthes en K'ès.
Tolitoli en Tolasi werden getuchtigd en leden zware
verliezen. Veel goederen van de vermoorden werden
teruggevonden.
Den 14en dezer is deze afdeeling marechaussees, ver-
ecnigd met brigades te Malili gelegerd, naar Lintoe
opgerukt om Makole Maroendoe, het hoofd der berg-
Tomori, te bestraffen.
Het blad teskent hierbjj aan:
De Tomori zgn een bergvolk, dat altgd in twee deelen
is gesplitst geweest, de berg-Tomori en de beneden-Tomori,
De eersten, waarvan hier sprake is, wonen ten zuiden
en ten westen van Petasia. Da beneden-Tomori zgn de
heersohonden, de berg-Tomori de overheerschten. Ten
oosten van Sokoy,o aan het Matanna-meer, wonen aog
drie kleine stammen dicht bjj elkaar, die schatplichtig
zgn aan Maroendoe, den vorst van Petasia, de hoofdplaats
van het rgk Mori. Een van die stammen zgn de Tolasi,
een afdeeling van den Kisadoestam.
Bsgrjjpen wjj het telegram goed, dan zgn de mare
ohaussees, die aanvankelijk bestemd waren om de over
valling bjj Matandau te bestraffen, na het bekend worden
van de slachting der patrouilles Matthes en Kiès naar
Tolitoli en Tolasi gedirigeerd. Nu bljjkt, dat die twee
officieren elk met een patrouille ageerden, hetgeen ook
al uit het desbetreffende regeeringstelegram was op te
maken.
De bekends kapitein Heyligers schjjnt weer vlug en
goed geageerd te hebben.
Malili is een plaatsje ten westen van het Matannameer,
aan het geljjknamige riviertje gelegen. Ssdert einde Mei
is de bezetting van Wotoe (Loervoe), commandant kapitein
W. A. L. Roy, naar Malili overgebracht. Van da&ruit
werd ook in Mori gepatrouilleerd. Den 15on Juli kreeg
een patrouille uit Malili op een dagmarsoh ten noorden
van het Matanna-meer verbinding met een patrouille
van de bezetting van Kolone daleh. Het lag dus voor de
hand, dat men de troepenmacht van Malili voegde bjj
de marechaussees van Heyligers.
Na met de eerstgenoemde schuldigen to hebben afge
rekend gaat men rechtstreeks tegea Maroendoe optrekken
in wiens gebied een halve groep infanterie werd afge
maakt.
Waar Lintoe ligt konden wjj niet te woten komen
ook Kruyt geeft dezen naam, voor zooverre wjj konden
nagaan, niet.
naad- ea talnbouw-wlBlercursnssea,
In de N. Ct, komt hierover een artikel voor waaraan
wjj het volgends ontlsensn.:
»Ds mentchen, dis tot de oprichting van wintercur-
sussen het meest hebben bijgedragen en het in de toekomst
zeker nog meer zullen doen, zgn do onderwijzers ten
plattenlande. Aan hun arbeid dankt men ongetwgfeld een
groot gedeelte van den krachtigen vooruitgang op land
bouwgebied, maar de vraag is gewettigd, of zjj zelf ook
ii dien vooruitgang gedeeld hebben en van de mesrdere
welvaart, door de verbeteringen gebracht, ook, zjj 't
maar op bescheiden Behaal, hebben geprofiteerd? En als
men dan moet hooron, dat znlke mannen zelfs als school
hoofd, bun dageljjkschen arbeid op 't minimum salaris
van f 750 's jaars verrichtend, zich nog alle moeite en
nspanning getroosten om een lagere landbouwacte te
ibehalen en dan door les te geven aan een winteroursus
f 1 per uur verdienen, den tjjd van reizen en voorbe
reiding niet eens gerekend, is het dan te verwonderen,
dat de lust bjj de onderwijzers, om zich voor de be
voegdheid tot onderwijs geven in landbouwkunde te be
kwamen, eer achteruit- dan vooruit gaat, ondanks de
faciliteiten, die voor de studie van regeeringswege worden
verleend.
Het is toch zeker gewenccht, dat aan de hier besproken
onrsnssen meer personen onderwjjs geven, ook om zekere
eenzijdigheid te vermjjden. O. i. dienen aan een goed
ingerichten winteroursus minstens twee doch liefst drie
onderwijzers werkzaam te zgn, onder welke een veearts
met het oog op veeteelt, veeziekten enz. leder dier dri6
personen heeft dan per winter 60 70 lesuren, de zomer-
lessen er bjj inbegrepen en strjjkt daarvoor per jaar een
belooning van 60 a 70 gulden op. Wie even nadenkt en
berekent wat iemand, die privaatlessen geeft of in zgn
vrjjen tjjd met de pen werkzaam is, met vaak vrjj wat
minder inspanning dan het les geven aan een ourius
vereiseht, kan verdienen, zal moeten toegeven dat er in
de eerste plaats wel mag gezorgd worden voor een betere
bezoldiging der onderwijzers, wil men, dat bjj de beste
krachten onder hen de lust is de studie voor het be
halen der landbouwakte de voorkeur krjjgt boven die
voor andere thans beter bezoldigde bevoegdheden tot het
geven van lager onderwjjs. Kunst- en vliegmiddelen als
goedkoops reisgelegenhedei, kostelooze opleiding zullen
missohien wel enkelen verlokken, doch het vooruitzicht,
dat een behoorljjke vermeerdering van inkomsten kan
worden verkregen door het behalen van de lagere land-
bonwakte, zal zeker vrjj wat meer invloed ten goede
uitoefenen.
En wie behooren daarvoor nu te zorgen?
In de eerBte plaats natuurlgk het Rgk, dat reeds sedert
eenige jaren subsidies verstrekt ten behoeve der winter-
oursussen. Maar provinciën en gemeenten mogen niet
achterblijven, wat tegenwoordig helaas nog dikwjjls het
geval is. Kunnen de provinciale besturen subsidies ver
leenen, de gemeenten zouden bovendien nog een salaris-
verhoogiug kunnen toekennen aan één of meer onder
wijzers, die in hot bezit van de bovengenoemde akte zgn.
Wjj kennen wel gemeentebesturen, die reeds jaren in dien
zin hebben gehandeld en de bewjjzen zgn er, dat daar
door een zeer gunstige invloed is uitgeoefend op de vak
kennis der landbouwende bevolking. Eigenljjk moest het
zóó zgn, dat geen gemeente van beteekenis, waar de
hoofdbron van bestaan land- of tuinbouw vormt, niet ten
minste één onderwjjzer telde, die de bevoegdheid bezit
onderwjjs aan een winteroursus te geven. En daartoe is
gemakkeljjk te geraken, als door een extra-toelage be
nevens door een flinke belooning voor de lessen de lust,
om zich voor het examen Is bekwamen, wordt opgewekt.
Aan geschikte personen ontbreekt het zeker niet in omen
tjjd, nu ook zoo menig boerenzoon of jongeling van het
platteland, met de piaktjjk van den landbouw van jongs
af bekend, zioh het vak van onderwjjzer tot levensdoel
kiest. En het iB toch zeker, al dragen de wintercursussen
een theoretisch karakter, dat menschen, die niet alleen
van hooren zeggen of uit de boeken den landbouw ken
nen, doch ook, doordat zjj in een landbouwende omgeving
zgn geboren en opgevoed, met de eigenaardige eisoben
van het vak, met de verhoudingen en toestanden der
landbouwers bekend zgn, in den regel het best in staat
zullen zgn, de noodige en ook de juiste vakkennis op de
meest geschikte wjjze bjj te brengen. En daarbg zullen
zjj ook nog eer het vertrouwen winnen, als bljjkt, dat
zjj eenigermate praotioi of van huis uit met de practjjk
bekend zgn.
Wordt van overheidswege op boven aangegeven wjjze
de zaak krachtig gesteund en laat men daarbjj ook den
landbouwer zelf in den vorm van een matig schoolgeld
voor den meer- of eenigazins gegoede iets bjjdragen voor
het aanbrengen van de hoog-noodige theoretische vak
kennis zjjner zoons, dan zjjn zeer zeker de middelen in
genoegzame mate aanwezig om binnen betrekkeljjk korten
tjjd tot een aanzienlijke uitbreiding te geraken. Het
aantal onderwijzers, dat zioh gaat opmaken voor het
behalen der landbouwakte, zal dan zeker sterk toenemen,
de eiechen zullen eer hooger dan lager kunnen worden
gesteld om zooveel mogeljjk zekerheid te erlangen dat
het ondervs jja aau geheel bevoegde handen bljjft toever
trouwd, terwjjl in de gemeente zelf de bezitters der akte
zioh vanzelf zullen aangespoord gevoelen tot het maken
van propaganda voor wintercurBussen en alzoo zoowel in
hun eigen als in het algemeen belang de verspreiding
van degeljjke elementaire theoretische kennis der land
bouwkunde in de hand werken.
liandboaw.
In de jongste vergaderingen van het dageljjksoh be
stuur van het Nederlandsch Landbouw-Comité werden de
pusten van beschrijving voor de jaarljjksoh algemeene ver
gadering van het comité voorloopig vastgesteld en werd
besloten, die vergadering in September te houden, doch
de datums nader te bepalen.
Ten aanzien van het voorstel in overleg met andere
op het gebied van den landbouw werkende vereenigingen,
welker bureelen te 's-Gravenhage g vsstigd zgn, stappen
te doen om te geraken tot de stichting van een Land-
bouwhuis aldaar, werd aan het bureau opgedragen, met
die vereenigingen in overleg te treden en eventueel de
noodige voorbereidingen te treffen in afwachting van
nadere voorstellen aan het dageijjksch bestuur.
Slca gerucht.
De N. Ct. schrjjft
Het doet ons genoegen, dat de heer Beeraaert niet
geaarzeld heeft, terstond het door ons onder voorbe
houd vermelde geruoht tegen te spreken, als zou zgn
vertrek uit Den Haag toegeschreven moeten worden aan
verstoordheid over de houding der Conferentie tegenover
België, meer bepaaldeljjk inzake hst Permanente Hof.
Geljjk wjj deden uitkomen hadden wjj moeite dit gerucht
te gelooven, ook omdat, wanneer België den Congostaat
inljjft hetgeen zeer goed gebeuron kan vóór er een
Permanent Hof komt het met zjjn bevolking van
ongeveer 27,000,000 waarssbjjnljjk ook het recht zou ver
krijgen, een der leden van dat Hof te kiezen.
Ieder die in deze permanentverklaring van het Hof
van Arbitrage een werkeljjken vooruitgang ziet, zou het
nog grooter voldoening verschaffen, indien men uit het
bedoelde dementi mocht opmaken dat de invloedrjjke
voorzitter der Interparlementaire Unie zgn steun niet
langer onthield aan een voorstel dat beschouwd wordt
als de welhaast eenige daad, die de Conferentie zou ver
richten voor het vrederecht.
Onderzoek der pensioenwetten.
In druk is verschenen het rapport van de commissie
uit de Pensioenvereeniging, belast met het onderzoek
der pensioenwetten.
De commissie bestond uit de heeren U. van Eerde,
inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en
accjjnzen te Harderwjjk en H. te Kolsté, conducteur
der brievenmalen te Utrecht, beiden bestuursleden, en
voorts uit de leden der vereeniging mej. F. Engels,
onderwijzeres aan de leerschool, verbonden aan de
rijkskweekschool te Haarlem en de heeren N. L. Reu-
vecamp, adjunct-commies der 2a klasse ter provinciale
riffle van Friesland, te Leeuwarden, en M. de Vries,
landmeter van het kadaster, te Leeuwarden. De heer
Van Eerde was voorzitter, de heer Reuvecamp secretaris
der commissie.
Van 22 bonden en vereenigingen van burgerlgka
ambtenaren en onderwijzers ontving de commissie
allerlei opgaven in verband met hare taaki De mee
ningen bleken zeer uiteen te loopeni Zeer velen bleken
geen rekening gehouden te hebben met het vermoe
delijk bereikbare; Om aan de verst strekkende wenschen
zooveel mogelijk te voldoen, zou een pensioenwet
moeten worden samengesteld, waarin o. m. werd bepaald
lo; De Staat verleent pensioen, zonder dat daarvoor
eenige bijdrage zal kunnen worden ingehouden»
2o. Het recht op pensioen ontstaat na 30 dienstjaren
(dit kan dus zjjn op 48-jarigen leeftjjd);
3o. Het volle psnsioen zal gelijk zgn aan het laatst
genoten traktement (geen middelsom).
4o. Pensioensaanspraken gaan door ontslag, nimmer
verloren (dit is het z.g.n; uitgesteld pensioen);
De commissie is bescheidener in haar wenschen en
zegt bjj hare voorstellen rekening te hebben gehouden
met hetgeen vermoedelijk bereikbaar zou zgn;
Wjj kunnen al hare wenschen hier niet opsommen
Wjj noemen alleen de twee eerste, door de commissie
geuit; Zjj wenscht het recht op pensioen te doen
bestaan, zoodra de 60-jarige leeftjjd is bereikt. En zjj
wil de aandacht der regeering gevestigd zien op be
korting van den geëischten 10-jarigen dienst en haar
wjjzen op de wenscheljjkheid om den wachttjjd te doen
vervallen, of, zoo dit niet doenljjk is, den wachttijd
zooveel mogeljjk te bekorten.
Wat de weduwenwet voor de ambtenaren 1890
betreft, betoogt do commissie o. a,, dat een verhoogen
der weduwen- en weezenpensioenen (berekend naar een
weduwenpensioen groot een derde van dien grondslag),
hoezeer de wenscheljjkheid ook door allen wordt erkend,
niet mogeljjk is zonder groote opofferingen, hetzjj van
welke zjjde dan ook.
Ongevoawen stembriefjes
Over 4e niet-toalating van 4r. Van 4an Brink en
den heer Bonn als raadsleden te Breda, schrijft De
Oemeentettem
Bij de beraadslaging ever de toelating van nieuwbe
noemde leden werd in den gemeenteraad van Breda
op 10 dezer de vraag besproken ef daarbg in aanmerking
kenden komen bezwaarschriften, na afloop der verkiezing
ingediend, in een waarvan de ongeldigheid der gehouden
stemming werd betoogd op grond, dat door den voor
zitter van het stembureau de stembriefjes ongevoawen
aan de kiezers ter hand gesteld en door velen ook
aldus in de bas gedaan waren.
De ontvankelijkheid van deze bezwaarschriften werd
o. a. door den waarnemenden voorzitter bestreden op
grond, dat de wot ze niet kentalleen de bezwaren
ia het proces-verbaal van stemopneming opgenomen
waren volgens hem geldig. In dezen zin rapporteerde
ook do commissie voor de geloofsbrieven en de Raad
besloet met algemeene stemmen tot toelating van de
in distriet I en II herbenoemde raadsleden. Ten aanzien
van twee leden echter, in district III benoemd, scheen
de meerderheid van andere meening te zgnalthans
I werd met 8 tegen 7 stemmen besloten, do benoemden
in dit district niet toe te laten.
Wjj kannen ons de bedenkingen tegen de ontvan
kelijkheid moeilijk verklaren. Neemt men toeh aan,
dat een begane wetsovertreding van zoodanig gewicht
moet geacht worden, dat zjj de geldigheid eenor ver
kiezing vitieert, dan is het te eonenmale onverschillig
op welke wijze de Raad van de gepleegde informaliteit
in kennis is gesteld. Zooira bij de behandeling der
geloofsbrieven een bezwaar tegen de verkiezing in den
Raad aan de orde gesteld werdt, is er een geschil
ever de verkiezing, dat de Raad heeft te beslissen en
dat wanneer het bezwaar gegrond bovonden wordt
aanleiding kan geven tot niet-toelating van de
gekozenen. Dat de Raad bg de vervulling der taak,
hem bij art. 31 Gem.-wet opgelegd, alleen zon mogen
letten op bezwaren, die in do proeessenverbaal dor
stembnreaux zgn vermeld, knnnon wij uit geen enkel
wetsvoorschrift afleiden.
Da briefschrijver uit de Hoofdstad van de Pr. O. Ct.
schrjjft:
De gebeurtenis van deze week is voor de hoofstad de
opening van de tentoonstelling van ambachtswerktuigen
in het Paleis voor Volksvljjt. Ik meen, dat de lezers
van deze brieven reeds vroeger het een en ander omtrent
die tentoonstelling hebben vernomen, welke te danken is
aan het initiatief van de Maatschappij van Nijverheid.
Tot aantrekkelijke vermakelijkheden en pretjes zal die
tentoonstelling geen aanleiding geven daarvoor zgn
reeds de menschen, die haar op touw zetten, te serieus
maar wie iets gevoelt, om materieele of om loutere
ideëele redenen voor onze kleine njjverheid zal ziek een
gang naar de tentoonstelling niet beklagen. Vooral niet,
wanneer bg met dien gang wacht totdat de Belgische
afdeeling geheel gereed is. De tentoonstelling is inter
nationaal of vele andere landen hebben ingezonden, weet
ik nog niet, doch wel heb ik bemerkt, dat België zeer
daadwerkeljjk deel neemt aan de expositie.
Het heeft een paviljoen laten bouwen in den tuin van
het Paleis voor Volksvlgt, dat ongeveer half zoo groot
is als de overige tentoonstellings ruimte en daarin wordt
eene uitgezochte verzameling van motoren, mechanische
installaties enz. bijeengebracht, welke ten nutte van het
kleinbedrijf kunnen strekken. De zaak is echter nog
lang niet gereed; edooh, om te voorkomen, dat daarover
met zekere schamperheid werd gesproken in de dagbladen,
hadden de Belgische heeren den snuggeren inval gehad
de heeren van de pers te noodigen op een gezellige bij
eenkomst in een der zalen van »Krasnapolsky« en ze
daar te vertellen, hoe het met de zaken stond.
Nu, dat is goed gelukt, onze Vlaamsehe broeders
hebben slag van rioipieeren, de vriendschappelijke
woorden vloeiden van hunne lippen, de champagne
stroomde in de glazen, er is over en weer gespeecht en
toen we huiswaarts keerden, waren we versterkt in ons
geloof, dat de Belgen niet alleen een aardig, doch ook
een ondernemend slag van menschen zgn, maar ook
waren we overtuigd, dat als het Belgische paviljoen nog
niet gereed is, dit voor een deel daaraan ligt, dat men
niet vroeg genoeg de beschikking heeft kuunen krjjgen
over het terrein, dooh voor een ander deel ook daaraan,
dat men den tgd heeft willen nemen om alles goed in
orde te brengen.
De opening der tentoonstelling, Donderdagmiddag,
heeft zonder buitengewonen omhaal plaats gehad. De
voorzitter der Maatsohappjj van Ng verheid, de heer
Van Rossum, had er niet eens zgn vacantia voor onder
broken do taak om een speech te houden, had hg
overgelaten aan zgn medelid van het hoofdbestuur, den
heer Moltzer, die op zgn beurt volstond met een kort
woord, om do oigenlgko feestrede over te laten aan den
voorzitter van het departement Amsterdam, den heer
B. P. J. Tutein Holthenius. Deze kweet zioh van zgn
taak met een vrg omvangrgke, dooh niet bgster hoog
gaande toespraak; de commissaris der Koningin in
Noord-Holland, mr. G. van Tienhoven, voegde daar een
vriendelgk woord aan toe om de tentoonstelling voor
geopend te verklaren en toen hadden we gelegenheid
eens rond te kuieren, terwgl een orkest fanfares en
volksliederen deed weerklinken. Wel opmerkelgk, dat
geen enkele minister bg de plechtigheid tegenwoordig
was en de minister van Landbouw, Handel en Ngverheid
volstaan had met een referendaris af te vaardigen. Is
daar enkel de zomervaoantie schuld aan?
De sHaagsche Kouter* van 't zelfde blad zegt:
Wat een toeloop heeft die »Residentieautomaat« op de
Groenmarkt l De Haagsche straatjongen gluurt met bg
hebbend gevolg op de breede stosp naar de too verachtige
verschgning van gevuldo glazen en porties voedsel; de
welgestelden, die er vol verwachting binnendringen, staan
naar die al 't gewenschte leverende schuifbakjes te turen,
alsof zg allen heil van dien restaurant verwachtten.
Trouwens wg leven in het teeken van de auto: wg
zweren bg de automobiel, ontgloeien voor de autocar,
dweepen met een autograapk van dezen of genen befaam-
den lettervorst, winden ons op voor een automaat en
verheffen een welgeslaagd autodidact tot in de hoogste
hemelen.
„Wat zal meneer gebruiken?* stoorde mg de bediende
in "dit min of meer wgsgeerig gepeins.
„Wel, maat van de auto, schenk mg een glaasje klare 1*
Met genoegen, meneer, ofschoon ik geen maat van de
auto ben, al blgf ik ook graag met iedereen goede
maatjes! Wel ben ik autodidact, want ik heb t
emplooi hier mg zeiven geleerd
Met een vriendelgk knikje gaf ik hem mgne ingeno
menheid met zgn dagtaak te kennen en overtuigde mg
van het succes dat deze zelf tappeig op de Groenmarkt
oogst. Méér, véél meer althans, dan de Tentoonstelling
aan do overzgde, in het vroegere magazgn van gemaakte
kleeren, duizenden en duizenden zouden noodig zgn, om
dien allegorisohen optocht te houden, ter gelegenheid van
de inwgding van het Vredepaleis alhier, welke wereld
gebeurtenis vermoedelgk over drie jaar zal plaats hebben.
Niemand bekommert zich echter om de Tentoonstelling.
Toen ik er binnen trad, was or geen sterveling als de
beklagenswaardige bureaulist, die er, op het drukste punt
der met alle geweld zioh optillende stad, tussohen die
lange reeks omlgste schetsen versuft.
De vruchtbare Henricus, die reedü zoo menige proef
van zgn vlug ontwerpen en costuum-kennis heeft gegeven,
heeft hier in eene reeks buitengewoon vluchtig en luchtig
neergeworpen groepen rgke stof voor een dergelgke rond
gang aangeboden. Al de werelddeelen met de volken der
ALKMAARSCHE COURANT