Openbare Verkooping
AanTleestireS Kerispli
Notaris GOUVERNE,
Oorspronkelijke Schetsen
HERE
TC
T. CROK,
Een Huismanswoning,
B.O. Keukenmeid,
Meubelen en Bedden
K. ZUT,
Lijnzaadkoeken,
Sprokkelingen.
Ai) VEBTE"FfX ENT-
te GROET, gem. SOHOORL,
Gevraagd voor den Haag.
te Alkmaar.
LEO FAUST.
Zuivere Murwe
Koog
a. d. Zaan.
SCHEEPSWERF
„NICOLAAS WITS EN."
W. F. STOEL Zoon,
Mr. A. P. H. DE LANGE en M. GOUVERNE,
Voor dames.
1. Het Woonhuis, Erf en Tuin,
2. Het Huis, Erf en Tuin,
3. De Stal en Erf,
4. Het Huis, Erf
Romantische liefdie.
Het grootste en goedkoopste adres voor
Zaadmarkt 7 7, Alkmaar.
Let s.v.p. op het roode uithangbord.
STOOM-MOTOR- en ZEIL VAAR
TUIGEN - - -
SCHEEPSHELLINGEN- -
Herstelplaats van motoren, stoom-
en andere werktuigen
IJzeren Vletten te huur
vielen Ada's moede oogen bijna toe, en zij voelde
grooten lust om haar hoofd op Tom's schouder te
leggen om te slapen. De frissche avondbries speelde
om haar voorhoofd en droomerig hoorde zij iu de
verte het geschreeuw der venters en het gepraat in
de naastbijzijnde herberg. Door een portico waren
de trappen waar zij zaten, voldoende overschaduwd.
Naderhand wist zij heelemaal niet, hoelang zij
had geslapen, maar zij ontwaakte met een schok,
stijf en koud. Iemand keek naar haar van de
onderste trede en beval haar op norschen toon weg
te gaan. Zij zag om naar Tom, maar ontdekte dat
zij alleen was. Langzaam en moeilijk stond het
meisje op en haar hand aan haar voorhoofd bren
gend, trachtte zij haar verwarde gedachten te ordenen.
Zij viel half van de trappen en kwam terug in
de straat die schitterend was verlicht. Toen her
innerde zij zich den mooien hoed en hoe zij dien
van avond moest koopen en stak de hand in
haar zak. Deze was leeg. De roode zakdoek
waarin in een punt een goudstuk en eenige koperen
geldstukken waren geknoopt was met geld en al
verdwenen. Zij schudde stelselmatig haar zak en
dan kwam de schok van het groote ongeluk en de
overtuiging dat Tom haar bestolen had. Tom, voor
wien zij had gewerkt, gezwoegd en gespaard,
Ada voelde zich als vernietigd. Zjj vloekte noch
weende, zjj sleepte zich voort naar een stoep en
zat daar, ongelukkig ineen gedoken, het hoofd in
df handen, vaagzinnend op wraak. Den volgenden
avond was betaaldag.
Arme Ada werd bijna gek door al het geklap en
gebabbel van de anderen over de kleur en den vor
van den nieuwen hoed, en over de vraag, waar den
Maandag door te brengen, op Hampstead Heath of
Wanstead Flats. Niemand wist 't tot nog toe van
haar ongeluk, het was in haar hart b ;sloten. Had
zij haar wedervaren aan iemand meegedeeld, dan
zou zjj verachtelijk „groen" genoemd worden, en de
sympathie waarnaar zjj snakte zou haar zijn ont
houden.
Bovendien zou Toms waarde en waardigheid eer
der zijn toegenomen.
Eindeljjk was het haar beurt om haar loon te
ontvangen 8 shilling en 6 stuiver voor overwerk,
Do anderen prezen haar en noemden haar een ge
luksvogel. En toen zjj zwjjgend en met een boos
gezicht wegging, begonnen de anderen gissingen te
maken over de kleur en den vorm van haar nieuwen
hoed.
Zjj rende evenwel op straat naar den naasten
lantaarnpaal ea rustte er tegen als om steun. Toen
nam ze een shilling uit haar zak, waarom zou zjj
haar verdriet niet verdrinken De herberg zag èr
heel aanlokkelijk uit; er was voor haar toch niets
meer te verliezenwant in plaats van Maandag een
voorwerp van bewondering te zjjn zou ieder smalend
naar haar wjjzen. Weer keek zjj naar het geld«tuk
tot nu toe was zjj nog nooit in haar heele leven
dronken geweest. Zij wist er te veel van en her
innerde zich altjjd hoe zij morgen aan morgen de
krakende trappen afsloop terwjjl vader en moeder
nog hun roes uitsliepen. Maar juist nu hunkerde zjj
naar dien zwaren slaap. Op datzelfde oogenblik
bespeurde zjj juffrouw Blank vlug naar de kamer van
de fabrieksclub loopend. Ofschoon in het algemeen
Oost Londen 's avonds veiliger is voor jonge dames
dan West Londen, ditmaal had Willy geen rekening
gehouden met de loszinnige stemming der lagere
klassen kort voor een „Holiday". Snel stapte zjj
voort, dooh werd spoedig bestormd met een vloed
van liefkoozingen door de halfdronken leegloopers
aan 't eind der straat. Onmiddellijk schoot Ada
haar te hulp Zonder veel woorden greep zjj „haar
jonge dame" bij d.-n arm, en trok haar door de
sterk aanwassende menigte, terwijl haar elL bogen
en nu en dan zelfs haar vuisten goeden dienst be
wezen. Willy wist niet of ze boos moest zjjn of
lachen over de ernstige berispingen haar door haar
leerling toegediend. „God wat ben je nog groen"
stootte Ada uit toen zjj de veilige zjjstraat bereikten
waar de club was. „Ik hoop dat je beurs niet is
gerold P"
Willy knikte en toen dacht Ada weer plotseling
aan haar eigen groot verlies. Eigenlijk had zij er
heelemaal geen zin in, om de eenige bezoekster te
zjjö van de club, bij gelegenheid als deze altjjd
verlaten was, maar een zeker gevoel van beleefdheid
deed haar bljjven.
„Wil je mjj naar het station brengen P" vroeg
Willy als door een plotselinge ingeving gedrongen.
Ada knikte. Zij keek scherp naar „haar jonge dame"
in diep gepeins en zei eensklaps „Je kun! Maandag
onmogeljjk op je zelf passen. Kom met mjj mee
naar Wanstead Flats. Ik zal je trakteeren en je
vrijhouden bjj de stuiverskramen, de dikke dame,
de meermin en zjj hield op, ademloos van op
winding en ratelde met haar acht shilling en zes
stuivors in Willy's gezicht.
En zoo gebeurde het dat Ada Jones toch nog
door allen werd benjjd en bewonderd op „Bank
Holiday" en dat zjj Tom Barnes ontmoette zonder
hem in de goot te gooien, want was zjj niet in
netter gezelschap dan het zjjne P
VIII.
DE HEKSEN WEEGSCHAAL.
Algemeen was men vroeger van gevoelen, dat
heksen, die „den duvel in hadden" door meerder
of minder gewicht te onderkennen moesten zjjn van
gewone stervelingen, 'die in geenerlei verband
stonden met den Vorst der Duisternis. In de aller
oudste tjjden, toen er nog niet een bepaalde
Heksenweegschaal bestond, was men ge
woon diegenen, die van tooveijj beschuldigd werden,
aan de zoogenaamde waterproef te|onderwerpen.
Deze proef bestond daarin, dat men de beschul
digden, hetzij mannea of vrouwen, op een bepaalde
plaats in het water^wierp .en wanneer^nu^de een
of ander niet in het water zonk, maar daarentegen
drijvende bleef, of m. a. w. soortelijk lichter dan
water was, dan werd deze voor schuldig gehouden
en openlijk verbrand. In het tegenovergestelde geval
stelde men de verdachte personen ^terstond op vrjje
voeten.
Keizer Karei V stelde echter een ander middel
in, waardoor de proef wel niet werd .afgeschaft,
maar de straf toch slechts zeer zelden ten uitvoer
werd gebracht. Hij stelde nl.jn om de beschuldigden
te wegen op een eenvoudige weegschaal. Het recht
tot het houden dezer Waag werd door Keizer
Karei V aan de stad Oudewater geschonken, omdat
die Waag ea haar gewicht boven die van alle
Nederlandsche steden bekend en om haar nauw
keurigheid beroemd was.
Wanneer iemand nu in zjjn stad ot woonplaats
van tooverij beschuldigd of verdacht werd gehouden,
verzocht hjj van de plaatseljjke regeering eene
aanschrjjving of certificaat voor de Regeering van
Oudewater, ten einde daar te kunnen gewogen
worden. Deze verkregen hebbende en daarmede te
Oudewater gekomen zjjnde, begaven zich gewoonljjk
twee Schepenen en een Gerechtsbode met den be
schuldigde naar de Waag. Dan werd de verdachte
tot op het hemd ontkleed, schoenen en kousen uit
getrokken en door den Gerechtsbode onderzocht of
hjj ook eenige zwaarte van gewicht of iets anders
bjj zich had en vervolgens door dea Waagmeester
gewogen. Beantwoordde nu de zwaarte aan de
grootte des lichaams van den beschuldigde, dan
werd hij voor het Gerecht vaD Oudewater dadeljjk
vrjj of onschuldig verklaard en hem door den
Secretaris op last der Regeering een getuigschrift
ter hand gesteld, dat hjj te Oudewater gewogen
en aan eenige tooverij of bezwering onschuldig was,
als wegende juist zoo zwaar als met de natuurlijke
gesteldheid zjjns lichaams overeenkwam. Yan den
Keizer had de stad Oudewater het privilege ont
vangen, dat „de verklaringen van de stedelijke
regeering te Oudewater afgegeven aaD beschuldigden
wegens tooverij, door het geheele rijk in regten
zouden geloofd worden en alle andere proeven
uitsluiten". De Waag kreeg weldra groote ver
maardheid en reeds in het laatst der 16e eeuw
kwamen zelfs vele buitenlandsche, van tooverjj be
schuldigde personen naar Oude water om het ver-
eischte certificaat te erlangen. Omstreeks 1721-1729
zijn de laatste certificaten uitgereikt.
belpunt n zaksplitten vrijgelaten. Hierna moet men
de voorstukken verbinden met den rug. Een van
gaas voorziene omgeslagen kraag, welke tot op 1
c.M. breeden stofrand na bedekt is met Chineesch
borduursel, wordt ietwat uitgerekt en tegen de hals
uitsnijding genaaid. De mantel sluit met twee rijen
paarlemoeren knoopen. De mouwopslagen worden
niet met borduursel gegarneerd, maar zjjn eenvoudig
van doorgestikt laken, gevoerd met gaas.
Aan de elegante, kleine zaken, zooals kragen,
kanten dassen, ceintuurs, handschoenen, enz. wordt
steeds meer aandacht gewjjd er bestaat dan ook
een ware overvloed van genoemde zaken. Men
ziet lingeriekragen en manchetten van het fijnste,
Fransche batist met a jour, open oprjjgjes, kanton
plissé's, passen en lavalières van fijn wit borduursel,
kantstoffen, enz., die aan een eenvoudig toilet een
hoogst sierlijk en gekleed aanzien geven. De cein
tuurs worden nog bjj voorkeur breed gedragen,
terwijl van do gespen veel werk wordt gemaakt.
Er is op dit gebied ook een nouveauté gekomen
de nieuwste ceintuurs zjjn voorzien van z. g. galgen,
welke over den schouder gaan van achteren loopen
zjj naar beneden naar elkaar toe, van voren loopen
zij evenwjjdig. Ze zjjn gemakkelijk zelf te ver
vaardigen van bandfluweel, lint of zjjden biesjes.
Ook worden er schouderbanden aan den rok be
vestigd, maar in dit geval van de stof van den rok.
Verkiest men evenwel en ceintuur van de stof van
den rok zonder schouderbandendan wordt zjj
keursvormig gemaakt, zoodat het geheel een aanzien
krjjgt als van een keursrok. De keursrokken vallen
zeer in den smaak en worden mot een bolero veel
als wandeltoilet gedragen. Aardig is een dergelijk
costuum van blauw gestreepte wollen stof, terwjjl
't geheel voltooid wordt door een blouse. De rok
bestaat uit elf banen, waarvan de beide achtersten
elk in een stolpplooi geschikt zjjn. Aan de voor
baan zjjn van onderen plooien ge nipt. De zjjbanen
zjjn van voren en "-an achteren opgaand, omgeven
door zwart zjjden tres. Het met zjjde gevoerde
bolero-jakje heeft esn vestje van licht moiré, afge
maakt door een kraag van witte, geborduurde zijde,
met fluweelen hoekjes. De laatste zjjn evenals de
fluweelen opslagen versierd met gespen. Behalve
met tres is het jakje ook nog versierd met garni
tuurgedeelten van blauw laken met knoopen en na
gebootste knoopsgaten. De» aangeknipte patten der
mouwen liggen van boven op het jakje. De man
chetten zjjn van laken met tres benaaid.
ép Woensdag 2 October fOOf bjj opb d en op
ttweudtg B October 1907 bjj afslag en combi-
nat Ba. fellrens des mergets ÏO uur, in ds kerb :rg van
J. HOOG VORST, tan overstaan vaa de Notarissen
van:
m»t Boer, Erf en diverse peiceelea uitmuntend Wei
land en een"prree«l Bouwland te HARGEN, gemeente
8CH00RL en te GROET, saaien groot 25.01.60H.A
Verhaard aan de heeren K. Praat Jbz,, C. Roosen
daal en J. Jonker.
Te aanvaarden: het huis. cohnnr en erf op 1 Mei
1908 en hat land Kersttgd 1907.
Inlichtingen worden gegeven ten kantore van voor
noemde Notarissen te Alkmaar.
Tegen half Beptenaber of 1 Sovenber in een
klem germ GEVRAAGD eens
tegen hoog loon, goed kanasnde koken en netjes werken,
van goede mondelinge gstaiges vcoriien.
B ieven onder letter 0 49, Bareaa dezer Coulant.
Nabg do Heiloërpo rt, aaa 't Ritsevoort gelegen,
Dra Alkmaars scbooaen Hout, als last war and in 't zicht
Daar staat san ret Offé, de reinheid blinkt u tegen
Wie dit nummer (21) lazen kan, die vindt 't ook allicht,
Wat men daar vorktg>n kan, zjj gomakkeigk te raden,
t Zi-o Bieren, Oiders, chocolade eszoovoort
'n Broodje no,s met vleesch, recht kearig fijn gebraden,
Of wel vaa Kras voorzien, wat u het m?est bekoort,"
Kortom al wat verrersohieg hret, is dé&r voorhaaden';
Maar de Jan Doedel, neen, die sohsnkt de schenker niet..,.
Al hoort dit er zoo bg, 'cis daarom jaUt geen schaade,
Maar gelukkig, bjj, of zjj, die deze trouw ontvliedt.
Ea de bediening, cch 1 dat kau men ondervinden,
Al ia de kastelein, ook niet zoo rond en fijn,
Al doet zjja lichaamsbouw hem aan de kruk verbinden
Toch zal 't geacht publiek, over mg tevreden zgn.
Ea de Muziek, wat 'a ieder 't oor doet streelen,
D in verrukking breng*, kost waarlgk nog geen cent.
Komt binnsa Kermislui 1 .ge zult u niet vervelea
Daar de afwisseling rgk door n zjj g-kend.
Da Fietssn-bergplaats, zg niet door mg vergeten,
Al zjja er nog zooveel, dat komt er niet op aan',
Ea wie deez' sport bemint, diene ook dit te weten
Dat voor ties cauls per stuk, dezelve veilig staan.
Wat 't sluitingsuur betreft, daarvoor geen zorgen,
Al zjj "t nrddernacht 1 Men vinde bij mjj i lichtI
Al moet 'tzjjn, tot da schemering van den morgen,
'k Vervul voorbeen elkeen den opgedragen plicht,
Ai komt tot mjj en wilt u niet vergissen
De naam zjj bjj 't oudndoh de Laeuwrik, «óohde Raaf
Doch 't zg u hier genoemd, bjj voorbaat in 't wisse
't Draagt nog trotsch den naam
10 Aug. 1907.
»Be Benzen Phonogrut."
F».
Kijkjes in de modewereld.
Deze zomer vergt men meer van de damesman-1
fels dan tot nu toe met een der voorgaande 't I
geval was. Lieten we dit kleedingstuk des zomers
voor 't groot te gedeelte van 't seizoen in de kast
hangen, van 't jaar is daar geen denken aaner
is bijna geen dag, dat men zonder mantel loopen
kan. Hoewel t nog Augustus is, zal menige zomer
mantel veel vai haar eerste fraicheur verloren heb
ben en er min of meer verregend uitzien. Daar 't
wat kostbaar is, zich voor de tweede maal in één
seizoen een dergelijk onmisbaar kleedingstuk aan te
schaffen, komt men licht toe er zelf een te vervaar
digen. t Makkelijkste is een losse mantel te maken,
die ongevoerd is. Om er toch voldoende warmte
van te hebben, kiezo men bij voorkeur laken en ga I
dan als volgt te werk. Men knipt de voorstukken.
De eerste voorstukken worden gedeeltelijk met lin
nen gaas gevoerd. Deze voorstukken worden vast-
gestikt op de tweede en hierbij tusschen de diib-
zal verkoopen op Woensd&gen 19 leptewber, bij
opbod en 25 September 1997, t jj afslag, telken
dage des avonds 7 uren, in Café »KANAALZIOHT«
aa de Bierkade te Alkmar,
de perceelem te Alkmaar t
aan het Verdtonkeaooid, Zu dzjjde, wjjknr, 18, groot
1 a'o, 32 centiaren.
ia den Bjrge hou*, aan de ViESchernlaaa, wjjknr. 8
groot 4 area, 98 osutiaren.
mei Mestkull, a-n de Spanjavrdstraat, wjjknr. 14,
groot 80 centiaren.
en Tuingrond ot Bouwterrein, aan het Oferdie-
pad of de Poppelmanslaai, buiten het Nieuwlanderbek,
wjjknr. 2, groot 4 aren, 58 centiaren.
I e de biljetten.
VAN
Zjj was een bakvisch van even zeventien, die haar
eindexamen voor de burgerschool net had gehaald e»
tot belooning daarvoor van pa een fists had gekregen.
Wel droeg ze heur bruine lokkenweelde al in een wrong
op haar hoofd, sleepte haar rok ai eventjes over den vloer,
wèl noemde de meid haar xjuffrouw* toch was ze
nog een echte bakvisch i
Hjj was de jongen, die haar fietsen leerde,
's morgens voor negenen, omdat je dan op alle paadjes
rjjden mocht in het Haagsche Bosch i
Dit verhaal is typisch-Haagsch. Niet alleen
omdat het Haagsche Bosch er in voorkomt, maar wel
voornamelijk omdat hij was een typisch-Haagsche fiets-
jongen, en omdat tij was een typisch-Haagsche bakvisch
Immers zjj was een beetje geënerveerd, romantisch-
aangelegd dame-meisje, dat dweepte met Kamertjeszonde,
Levenslol, Zondeval en alles, waarin wat voorkwam van
«zonde* of slok. Zjj adoreerde Chéret, Steialen, en
haar ideale verblijfplaats was een «cabaret-artistique.*
Hjj was een robuste kerel van twee-en-twintig jaar,
maar die er wel tien jaar ouder uitzag. Hjj had zwarte
vegen in zjjn gezicht, die hem zeer interessant maakten
Hjj was in de fietsen gegaan, omdat je dan nog eens
kans had, in aanraking te komen met een fatsoenlijk
menschi
's Morgens om acht uur peddelden ze het Bosch om.
Dat ging zoo heerljjk, hoogten óp, hoogten óf, mor,
tagne-iusse, en je liet je eigen maar gddn, vond zjj,
terwjjl ze zoo het een en ander af babbelden over het
weer, over fietsmerken, over haar eindexamen on-
beteekenend.
Thuis bjj haar lagen ze nog in bed. Zjj was wegge
slopen op haar kousen, haastig naar bianen gietend
een kop thee van den vorigen avond, etend géén
boterham.
Zjj haastte zich maar om weg te komen, 't Was zoo
heerljjk, 's-morgens vroeg, terwjjl alle menscben nog
sliepen, te peddelen het Haagsche Bosch om.
In de Boorlaan wachtte hjj haar met de fiets. Nog
een paar menschen, een zwaarljjviga dame, wier kar
piepte en kreunde onder het gewicht, waren er aan 't
ieeren. Maar zjj sprong vlug, met een dfzetje, op haar
flikker-staiea rossinant, de eerste, oblieke zonnestralen
priemden tusschen de stammen der boomen doorver
gulden de stammen en het lente-jonge gras, deden
vuur springen uit haar wielerende spaken, en al
gauw hadden ze de paar menschen heelemaal achter
hen gelaten, in de Boorlaan, reden zjj, nu gansch
alleen met hun beiden in de ochtendstille natuur, den
montagne-russe.
Zjj vond het ontzèttend interessent, en ze hoopte
maar, dat ze niet gauw nog al aÜ6en zou kunnen rgaen.
Op een ochtend vertelde hjj haar met een enkei
woord zjjn geschiedenis. Hg was geboren in een Am-
stei damseh café chantant. Zjjn vader was acrobaat, zjjn
moeder was acrobaat, al zjja broers ea zusters waren
acrobaat wat was er dus logischer dan dat hy
acrobaat zou worden?
tijj werd dan ook in het vak opgeleid, maar toen hjj
ouder werd, een jaar ot achttien, een volwassen man
al, had hjj niet meer dat succes. Toen verdraaide hjj
het langer en hjj ging in fietsen. Wat beter ging.
»En hoe lang ben u daar nu al in?« vroeg ze. Ze
zei altjjd »u« tegen hem.
«Vier jaar zoowat, juffrouw. Ik ben nu tweeën
twintig.*
Twee en-twintig l En acrobaat geweestHjj werd hoe
langer hoe interessanter l
ïifeerljjk», mompelde zjj. Maar ze vlogen langs den
montagnerusse.
Toen ze dien ochtend naar huis ging gloeide zjj.
»Zou ik de koorts krjjgen Zou ik kou hebben gevat
dacht ze. «Neen I neen l neen I het is omdat hjj twee-
en -twintig is en acrobaat geweest
Den volgenden dag was ze 'a kwartier te vroeg in
de Boorlaan. De zwaarljjvige dame kreunde op haar
kreunende fiets.
Hjj kwam, met zwartere vegen op zjjn gezicht, onder
zgn oogen, dan ooit. nlnteressant* vond zjj.
En toen ze zich weer lieten gaan. heuvel op, heuvel
af, na lang aarzelen, begon zjj
»'t Is toch ongelukkig voor ons, meisjes, dat wjj ook
niet kunnen doen wat we willen.«
«Hoedat?* informeerde hjj onnoozel.
«Wel, zooals met u, met dat acrobaat zjjn, en met
dat in de fietsen gaanl U moet me niet uitlachen,
maar ik had juist zoo graag, zoo dol-dol-graageen
acrobaat of zoo iets geweest. Het tooneel, de Bühne,
o héérljjk 1 verrukkelijk
Zjj iiet zich nu heelemaal gaanhjj had haar tóch
vast bjj haar ceintuur met zjjn sterke acrobatenhanden.
Hjj was pas twee-en-twintig jaar.
>En waarom zou dat niet kannen 1* vroeg hg handig.
Welom pa om ma en das nog ze zousn
me nergens willen hebben ik kan niets
Tw.e dagen later zaten ze in den bliksemtrein
Brussel— Parjji. Hg had een boord om, zjjn gezicht was
echoot)gescheurd met puimsteen. Het was de ochtend
trein, ze was weer weggeloopee, als lederen dag, den
laafston tjjd, haastig naar binnen gietasd alleen een kop
tneo van den vorigen avond. Maar vandaag had ze een
reistaachje met goed bjj zich.
Ze trilde op haar bsesen van zaligheid dn van zenuwen.
Nu gingen ze naar Parjjs; acrobaat zouden ze worden!
Ze was een eind van hem vandaan gaan zitten, maar
de coupé werd vol de msnechea drukte» haar tegen
hem aan. Vluchtig keken ze eess terzjjda naar het
vreemde paar.
Zs had wel willea jubelen van geluk, ze kon niet stil
big ven zitten. Den heelen tjjd kreeg ze uit het net haar
taschje, snuffelde er wat in, keek of ze niets vergeten had.
Even voor bjj Dordt, opeens greep ze haar zakdoek
Csbrlebinerk gedeponeerd van
Verkoopers en gebruikers hebben op aanvrage steeds
ioegang tot mijne stoomfabriek »de Wachter", om zich
van de zuiverheid te overtuigen
-«•«*> UI n HC c
ALKMAAR.
begon to snikken. Zijhad^al een heele poos stil gezeten,
niet meer het taschje gekregen, niets meer gezegd nu
begon ze te snikken. Voyage de noce, dachten de menschen,
die wéér eens keken.
Zs kreeg honger en het ergsteze werd bang I Het
was zoo vreemd en zoo^geheimzinnig, het duistere dat se
tegemoet stoomde, met een vaart van zóóveel meters bjj
ieder «zoem-zoem der raderende locomotief, der maar
aldoor raderende wagensleep
Ze werd bang. Maar er was nu niets meer aan te
doen. Zjj zat in den bliksemtrein, die haar droeg naar
Brussel, naar Parjjs. Tersteels keek se eens even ef
de Westingheuse-rem er nog wel nat.
Maar het was interessant.jHet was romantischEn
ze was toch immers dol en dól verliefd 11 Hjj lag wat
te dutten in zjjn hoek. Zjj ging immors naar de Ville
lumièrede Lichtstad Parijs Ij]waar ze werden nou
acrebaat of olewn in een circus I .Het waa interessant 1
f^En teoh gleden zacht de (tranen veert over haar
wangen in haar verkneukeld zakdoekje.
De trein stopte. „Roiendaal 1 Rezendaal 1" schreeuwde
men langs de ceupé's. „RezendaalOok de hunne
werd wijd opengeworpen.
De meeste mensehen stapten uit. De ex fietsjengen
gaapte, wreef zich de oogen.
Toen wipte onel een man de eoupé in
„Pardon, uw naam ia Lily'van^Blgdonburg f"
„Ja, meneer^"
„En u heet Jan Vaalsen P"
De acrebaatlia spe knikte
„Mooi! Wilt u mjj dan beiden maar even volgen.
Nee, komt u maar hierheenonze trein vertrekt ever
anderhalf uur."
Zjj stopte haar zakdoekje weg. De romantische liefde
had een prozaïsch einde