Openbare Verkooping AanTleestireS Kerispli Notaris GOUVERNE, Oorspronkelijke Schetsen HERE TC T. CROK, Een Huismanswoning, B.O. Keukenmeid, Meubelen en Bedden K. ZUT, Lijnzaadkoeken, Sprokkelingen. Ai) VEBTE"FfX ENT- te GROET, gem. SOHOORL, Gevraagd voor den Haag. te Alkmaar. LEO FAUST. Zuivere Murwe Koog a. d. Zaan. SCHEEPSWERF „NICOLAAS WITS EN." W. F. STOEL Zoon, Mr. A. P. H. DE LANGE en M. GOUVERNE, Voor dames. 1. Het Woonhuis, Erf en Tuin, 2. Het Huis, Erf en Tuin, 3. De Stal en Erf, 4. Het Huis, Erf Romantische liefdie. Het grootste en goedkoopste adres voor Zaadmarkt 7 7, Alkmaar. Let s.v.p. op het roode uithangbord. STOOM-MOTOR- en ZEIL VAAR TUIGEN - - - SCHEEPSHELLINGEN- - Herstelplaats van motoren, stoom- en andere werktuigen IJzeren Vletten te huur vielen Ada's moede oogen bijna toe, en zij voelde grooten lust om haar hoofd op Tom's schouder te leggen om te slapen. De frissche avondbries speelde om haar voorhoofd en droomerig hoorde zij iu de verte het geschreeuw der venters en het gepraat in de naastbijzijnde herberg. Door een portico waren de trappen waar zij zaten, voldoende overschaduwd. Naderhand wist zij heelemaal niet, hoelang zij had geslapen, maar zij ontwaakte met een schok, stijf en koud. Iemand keek naar haar van de onderste trede en beval haar op norschen toon weg te gaan. Zij zag om naar Tom, maar ontdekte dat zij alleen was. Langzaam en moeilijk stond het meisje op en haar hand aan haar voorhoofd bren gend, trachtte zij haar verwarde gedachten te ordenen. Zij viel half van de trappen en kwam terug in de straat die schitterend was verlicht. Toen her innerde zij zich den mooien hoed en hoe zij dien van avond moest koopen en stak de hand in haar zak. Deze was leeg. De roode zakdoek waarin in een punt een goudstuk en eenige koperen geldstukken waren geknoopt was met geld en al verdwenen. Zij schudde stelselmatig haar zak en dan kwam de schok van het groote ongeluk en de overtuiging dat Tom haar bestolen had. Tom, voor wien zij had gewerkt, gezwoegd en gespaard, Ada voelde zich als vernietigd. Zjj vloekte noch weende, zjj sleepte zich voort naar een stoep en zat daar, ongelukkig ineen gedoken, het hoofd in df handen, vaagzinnend op wraak. Den volgenden avond was betaaldag. Arme Ada werd bijna gek door al het geklap en gebabbel van de anderen over de kleur en den vor van den nieuwen hoed, en over de vraag, waar den Maandag door te brengen, op Hampstead Heath of Wanstead Flats. Niemand wist 't tot nog toe van haar ongeluk, het was in haar hart b ;sloten. Had zij haar wedervaren aan iemand meegedeeld, dan zou zjj verachtelijk „groen" genoemd worden, en de sympathie waarnaar zjj snakte zou haar zijn ont houden. Bovendien zou Toms waarde en waardigheid eer der zijn toegenomen. Eindeljjk was het haar beurt om haar loon te ontvangen 8 shilling en 6 stuiver voor overwerk, Do anderen prezen haar en noemden haar een ge luksvogel. En toen zjj zwjjgend en met een boos gezicht wegging, begonnen de anderen gissingen te maken over de kleur en den vorm van haar nieuwen hoed. Zjj rende evenwel op straat naar den naasten lantaarnpaal ea rustte er tegen als om steun. Toen nam ze een shilling uit haar zak, waarom zou zjj haar verdriet niet verdrinken De herberg zag èr heel aanlokkelijk uit; er was voor haar toch niets meer te verliezenwant in plaats van Maandag een voorwerp van bewondering te zjjn zou ieder smalend naar haar wjjzen. Weer keek zjj naar het geld«tuk tot nu toe was zjj nog nooit in haar heele leven dronken geweest. Zij wist er te veel van en her innerde zich altjjd hoe zij morgen aan morgen de krakende trappen afsloop terwjjl vader en moeder nog hun roes uitsliepen. Maar juist nu hunkerde zjj naar dien zwaren slaap. Op datzelfde oogenblik bespeurde zjj juffrouw Blank vlug naar de kamer van de fabrieksclub loopend. Ofschoon in het algemeen Oost Londen 's avonds veiliger is voor jonge dames dan West Londen, ditmaal had Willy geen rekening gehouden met de loszinnige stemming der lagere klassen kort voor een „Holiday". Snel stapte zjj voort, dooh werd spoedig bestormd met een vloed van liefkoozingen door de halfdronken leegloopers aan 't eind der straat. Onmiddellijk schoot Ada haar te hulp Zonder veel woorden greep zjj „haar jonge dame" bij d.-n arm, en trok haar door de sterk aanwassende menigte, terwijl haar elL bogen en nu en dan zelfs haar vuisten goeden dienst be wezen. Willy wist niet of ze boos moest zjjn of lachen over de ernstige berispingen haar door haar leerling toegediend. „God wat ben je nog groen" stootte Ada uit toen zjj de veilige zjjstraat bereikten waar de club was. „Ik hoop dat je beurs niet is gerold P" Willy knikte en toen dacht Ada weer plotseling aan haar eigen groot verlies. Eigenlijk had zij er heelemaal geen zin in, om de eenige bezoekster te zjjö van de club, bij gelegenheid als deze altjjd verlaten was, maar een zeker gevoel van beleefdheid deed haar bljjven. „Wil je mjj naar het station brengen P" vroeg Willy als door een plotselinge ingeving gedrongen. Ada knikte. Zij keek scherp naar „haar jonge dame" in diep gepeins en zei eensklaps „Je kun! Maandag onmogeljjk op je zelf passen. Kom met mjj mee naar Wanstead Flats. Ik zal je trakteeren en je vrijhouden bjj de stuiverskramen, de dikke dame, de meermin en zjj hield op, ademloos van op winding en ratelde met haar acht shilling en zes stuivors in Willy's gezicht. En zoo gebeurde het dat Ada Jones toch nog door allen werd benjjd en bewonderd op „Bank Holiday" en dat zjj Tom Barnes ontmoette zonder hem in de goot te gooien, want was zjj niet in netter gezelschap dan het zjjne P VIII. DE HEKSEN WEEGSCHAAL. Algemeen was men vroeger van gevoelen, dat heksen, die „den duvel in hadden" door meerder of minder gewicht te onderkennen moesten zjjn van gewone stervelingen, 'die in geenerlei verband stonden met den Vorst der Duisternis. In de aller oudste tjjden, toen er nog niet een bepaalde Heksenweegschaal bestond, was men ge woon diegenen, die van tooveijj beschuldigd werden, aan de zoogenaamde waterproef te|onderwerpen. Deze proef bestond daarin, dat men de beschul digden, hetzij mannea of vrouwen, op een bepaalde plaats in het water^wierp .en wanneer^nu^de een of ander niet in het water zonk, maar daarentegen drijvende bleef, of m. a. w. soortelijk lichter dan water was, dan werd deze voor schuldig gehouden en openlijk verbrand. In het tegenovergestelde geval stelde men de verdachte personen ^terstond op vrjje voeten. Keizer Karei V stelde echter een ander middel in, waardoor de proef wel niet werd .afgeschaft, maar de straf toch slechts zeer zelden ten uitvoer werd gebracht. Hij stelde nl.jn om de beschuldigden te wegen op een eenvoudige weegschaal. Het recht tot het houden dezer Waag werd door Keizer Karei V aan de stad Oudewater geschonken, omdat die Waag ea haar gewicht boven die van alle Nederlandsche steden bekend en om haar nauw keurigheid beroemd was. Wanneer iemand nu in zjjn stad ot woonplaats van tooverij beschuldigd of verdacht werd gehouden, verzocht hjj van de plaatseljjke regeering eene aanschrjjving of certificaat voor de Regeering van Oudewater, ten einde daar te kunnen gewogen worden. Deze verkregen hebbende en daarmede te Oudewater gekomen zjjnde, begaven zich gewoonljjk twee Schepenen en een Gerechtsbode met den be schuldigde naar de Waag. Dan werd de verdachte tot op het hemd ontkleed, schoenen en kousen uit getrokken en door den Gerechtsbode onderzocht of hjj ook eenige zwaarte van gewicht of iets anders bjj zich had en vervolgens door dea Waagmeester gewogen. Beantwoordde nu de zwaarte aan de grootte des lichaams van den beschuldigde, dan werd hij voor het Gerecht vaD Oudewater dadeljjk vrjj of onschuldig verklaard en hem door den Secretaris op last der Regeering een getuigschrift ter hand gesteld, dat hjj te Oudewater gewogen en aan eenige tooverij of bezwering onschuldig was, als wegende juist zoo zwaar als met de natuurlijke gesteldheid zjjns lichaams overeenkwam. Yan den Keizer had de stad Oudewater het privilege ont vangen, dat „de verklaringen van de stedelijke regeering te Oudewater afgegeven aaD beschuldigden wegens tooverij, door het geheele rijk in regten zouden geloofd worden en alle andere proeven uitsluiten". De Waag kreeg weldra groote ver maardheid en reeds in het laatst der 16e eeuw kwamen zelfs vele buitenlandsche, van tooverjj be schuldigde personen naar Oude water om het ver- eischte certificaat te erlangen. Omstreeks 1721-1729 zijn de laatste certificaten uitgereikt. belpunt n zaksplitten vrijgelaten. Hierna moet men de voorstukken verbinden met den rug. Een van gaas voorziene omgeslagen kraag, welke tot op 1 c.M. breeden stofrand na bedekt is met Chineesch borduursel, wordt ietwat uitgerekt en tegen de hals uitsnijding genaaid. De mantel sluit met twee rijen paarlemoeren knoopen. De mouwopslagen worden niet met borduursel gegarneerd, maar zjjn eenvoudig van doorgestikt laken, gevoerd met gaas. Aan de elegante, kleine zaken, zooals kragen, kanten dassen, ceintuurs, handschoenen, enz. wordt steeds meer aandacht gewjjd er bestaat dan ook een ware overvloed van genoemde zaken. Men ziet lingeriekragen en manchetten van het fijnste, Fransche batist met a jour, open oprjjgjes, kanton plissé's, passen en lavalières van fijn wit borduursel, kantstoffen, enz., die aan een eenvoudig toilet een hoogst sierlijk en gekleed aanzien geven. De cein tuurs worden nog bjj voorkeur breed gedragen, terwijl van do gespen veel werk wordt gemaakt. Er is op dit gebied ook een nouveauté gekomen de nieuwste ceintuurs zjjn voorzien van z. g. galgen, welke over den schouder gaan van achteren loopen zjj naar beneden naar elkaar toe, van voren loopen zij evenwjjdig. Ze zjjn gemakkelijk zelf te ver vaardigen van bandfluweel, lint of zjjden biesjes. Ook worden er schouderbanden aan den rok be vestigd, maar in dit geval van de stof van den rok. Verkiest men evenwel en ceintuur van de stof van den rok zonder schouderbandendan wordt zjj keursvormig gemaakt, zoodat het geheel een aanzien krjjgt als van een keursrok. De keursrokken vallen zeer in den smaak en worden mot een bolero veel als wandeltoilet gedragen. Aardig is een dergelijk costuum van blauw gestreepte wollen stof, terwjjl 't geheel voltooid wordt door een blouse. De rok bestaat uit elf banen, waarvan de beide achtersten elk in een stolpplooi geschikt zjjn. Aan de voor baan zjjn van onderen plooien ge nipt. De zjjbanen zjjn van voren en "-an achteren opgaand, omgeven door zwart zjjden tres. Het met zjjde gevoerde bolero-jakje heeft esn vestje van licht moiré, afge maakt door een kraag van witte, geborduurde zijde, met fluweelen hoekjes. De laatste zjjn evenals de fluweelen opslagen versierd met gespen. Behalve met tres is het jakje ook nog versierd met garni tuurgedeelten van blauw laken met knoopen en na gebootste knoopsgaten. De» aangeknipte patten der mouwen liggen van boven op het jakje. De man chetten zjjn van laken met tres benaaid. ép Woensdag 2 October fOOf bjj opb d en op ttweudtg B October 1907 bjj afslag en combi- nat Ba. fellrens des mergets ÏO uur, in ds kerb :rg van J. HOOG VORST, tan overstaan vaa de Notarissen van: m»t Boer, Erf en diverse peiceelea uitmuntend Wei land en een"prree«l Bouwland te HARGEN, gemeente 8CH00RL en te GROET, saaien groot 25.01.60H.A Verhaard aan de heeren K. Praat Jbz,, C. Roosen daal en J. Jonker. Te aanvaarden: het huis. cohnnr en erf op 1 Mei 1908 en hat land Kersttgd 1907. Inlichtingen worden gegeven ten kantore van voor noemde Notarissen te Alkmaar. Tegen half Beptenaber of 1 Sovenber in een klem germ GEVRAAGD eens tegen hoog loon, goed kanasnde koken en netjes werken, van goede mondelinge gstaiges vcoriien. B ieven onder letter 0 49, Bareaa dezer Coulant. Nabg do Heiloërpo rt, aaa 't Ritsevoort gelegen, Dra Alkmaars scbooaen Hout, als last war and in 't zicht Daar staat san ret Offé, de reinheid blinkt u tegen Wie dit nummer (21) lazen kan, die vindt 't ook allicht, Wat men daar vorktg>n kan, zjj gomakkeigk te raden, t Zi-o Bieren, Oiders, chocolade eszoovoort 'n Broodje no,s met vleesch, recht kearig fijn gebraden, Of wel vaa Kras voorzien, wat u het m?est bekoort," Kortom al wat verrersohieg hret, is dé&r voorhaaden'; Maar de Jan Doedel, neen, die sohsnkt de schenker niet..,. Al hoort dit er zoo bg, 'cis daarom jaUt geen schaade, Maar gelukkig, bjj, of zjj, die deze trouw ontvliedt. Ea de bediening, cch 1 dat kau men ondervinden, Al ia de kastelein, ook niet zoo rond en fijn, Al doet zjja lichaamsbouw hem aan de kruk verbinden Toch zal 't geacht publiek, over mg tevreden zgn. Ea de Muziek, wat 'a ieder 't oor doet streelen, D in verrukking breng*, kost waarlgk nog geen cent. Komt binnsa Kermislui 1 .ge zult u niet vervelea Daar de afwisseling rgk door n zjj g-kend. Da Fietssn-bergplaats, zg niet door mg vergeten, Al zjja er nog zooveel, dat komt er niet op aan', Ea wie deez' sport bemint, diene ook dit te weten Dat voor ties cauls per stuk, dezelve veilig staan. Wat 't sluitingsuur betreft, daarvoor geen zorgen, Al zjj "t nrddernacht 1 Men vinde bij mjj i lichtI Al moet 'tzjjn, tot da schemering van den morgen, 'k Vervul voorbeen elkeen den opgedragen plicht, Ai komt tot mjj en wilt u niet vergissen De naam zjj bjj 't oudndoh de Laeuwrik, «óohde Raaf Doch 't zg u hier genoemd, bjj voorbaat in 't wisse 't Draagt nog trotsch den naam 10 Aug. 1907. »Be Benzen Phonogrut." F». Kijkjes in de modewereld. Deze zomer vergt men meer van de damesman-1 fels dan tot nu toe met een der voorgaande 't I geval was. Lieten we dit kleedingstuk des zomers voor 't groot te gedeelte van 't seizoen in de kast hangen, van 't jaar is daar geen denken aaner is bijna geen dag, dat men zonder mantel loopen kan. Hoewel t nog Augustus is, zal menige zomer mantel veel vai haar eerste fraicheur verloren heb ben en er min of meer verregend uitzien. Daar 't wat kostbaar is, zich voor de tweede maal in één seizoen een dergelijk onmisbaar kleedingstuk aan te schaffen, komt men licht toe er zelf een te vervaar digen. t Makkelijkste is een losse mantel te maken, die ongevoerd is. Om er toch voldoende warmte van te hebben, kiezo men bij voorkeur laken en ga I dan als volgt te werk. Men knipt de voorstukken. De eerste voorstukken worden gedeeltelijk met lin nen gaas gevoerd. Deze voorstukken worden vast- gestikt op de tweede en hierbij tusschen de diib- zal verkoopen op Woensd&gen 19 leptewber, bij opbod en 25 September 1997, t jj afslag, telken dage des avonds 7 uren, in Café »KANAALZIOHT« aa de Bierkade te Alkmar, de perceelem te Alkmaar t aan het Verdtonkeaooid, Zu dzjjde, wjjknr, 18, groot 1 a'o, 32 centiaren. ia den Bjrge hou*, aan de ViESchernlaaa, wjjknr. 8 groot 4 area, 98 osutiaren. mei Mestkull, a-n de Spanjavrdstraat, wjjknr. 14, groot 80 centiaren. en Tuingrond ot Bouwterrein, aan het Oferdie- pad of de Poppelmanslaai, buiten het Nieuwlanderbek, wjjknr. 2, groot 4 aren, 58 centiaren. I e de biljetten. VAN Zjj was een bakvisch van even zeventien, die haar eindexamen voor de burgerschool net had gehaald e» tot belooning daarvoor van pa een fists had gekregen. Wel droeg ze heur bruine lokkenweelde al in een wrong op haar hoofd, sleepte haar rok ai eventjes over den vloer, wèl noemde de meid haar xjuffrouw* toch was ze nog een echte bakvisch i Hjj was de jongen, die haar fietsen leerde, 's morgens voor negenen, omdat je dan op alle paadjes rjjden mocht in het Haagsche Bosch i Dit verhaal is typisch-Haagsch. Niet alleen omdat het Haagsche Bosch er in voorkomt, maar wel voornamelijk omdat hij was een typisch-Haagsche fiets- jongen, en omdat tij was een typisch-Haagsche bakvisch Immers zjj was een beetje geënerveerd, romantisch- aangelegd dame-meisje, dat dweepte met Kamertjeszonde, Levenslol, Zondeval en alles, waarin wat voorkwam van «zonde* of slok. Zjj adoreerde Chéret, Steialen, en haar ideale verblijfplaats was een «cabaret-artistique.* Hjj was een robuste kerel van twee-en-twintig jaar, maar die er wel tien jaar ouder uitzag. Hjj had zwarte vegen in zjjn gezicht, die hem zeer interessant maakten Hjj was in de fietsen gegaan, omdat je dan nog eens kans had, in aanraking te komen met een fatsoenlijk menschi 's Morgens om acht uur peddelden ze het Bosch om. Dat ging zoo heerljjk, hoogten óp, hoogten óf, mor, tagne-iusse, en je liet je eigen maar gddn, vond zjj, terwjjl ze zoo het een en ander af babbelden over het weer, over fietsmerken, over haar eindexamen on- beteekenend. Thuis bjj haar lagen ze nog in bed. Zjj was wegge slopen op haar kousen, haastig naar bianen gietend een kop thee van den vorigen avond, etend géén boterham. Zjj haastte zich maar om weg te komen, 't Was zoo heerljjk, 's-morgens vroeg, terwjjl alle menscben nog sliepen, te peddelen het Haagsche Bosch om. In de Boorlaan wachtte hjj haar met de fiets. Nog een paar menschen, een zwaarljjviga dame, wier kar piepte en kreunde onder het gewicht, waren er aan 't ieeren. Maar zjj sprong vlug, met een dfzetje, op haar flikker-staiea rossinant, de eerste, oblieke zonnestralen priemden tusschen de stammen der boomen doorver gulden de stammen en het lente-jonge gras, deden vuur springen uit haar wielerende spaken, en al gauw hadden ze de paar menschen heelemaal achter hen gelaten, in de Boorlaan, reden zjj, nu gansch alleen met hun beiden in de ochtendstille natuur, den montagne-russe. Zjj vond het ontzèttend interessent, en ze hoopte maar, dat ze niet gauw nog al aÜ6en zou kunnen rgaen. Op een ochtend vertelde hjj haar met een enkei woord zjjn geschiedenis. Hg was geboren in een Am- stei damseh café chantant. Zjjn vader was acrobaat, zjjn moeder was acrobaat, al zjja broers ea zusters waren acrobaat wat was er dus logischer dan dat hy acrobaat zou worden? tijj werd dan ook in het vak opgeleid, maar toen hjj ouder werd, een jaar ot achttien, een volwassen man al, had hjj niet meer dat succes. Toen verdraaide hjj het langer en hjj ging in fietsen. Wat beter ging. »En hoe lang ben u daar nu al in?« vroeg ze. Ze zei altjjd »u« tegen hem. «Vier jaar zoowat, juffrouw. Ik ben nu tweeën twintig.* Twee en-twintig l En acrobaat geweestHjj werd hoe langer hoe interessanter l ïifeerljjk», mompelde zjj. Maar ze vlogen langs den montagnerusse. Toen ze dien ochtend naar huis ging gloeide zjj. »Zou ik de koorts krjjgen Zou ik kou hebben gevat dacht ze. «Neen I neen l neen I het is omdat hjj twee- en -twintig is en acrobaat geweest Den volgenden dag was ze 'a kwartier te vroeg in de Boorlaan. De zwaarljjvige dame kreunde op haar kreunende fiets. Hjj kwam, met zwartere vegen op zjjn gezicht, onder zgn oogen, dan ooit. nlnteressant* vond zjj. En toen ze zich weer lieten gaan. heuvel op, heuvel af, na lang aarzelen, begon zjj »'t Is toch ongelukkig voor ons, meisjes, dat wjj ook niet kunnen doen wat we willen.« «Hoedat?* informeerde hjj onnoozel. «Wel, zooals met u, met dat acrobaat zjjn, en met dat in de fietsen gaanl U moet me niet uitlachen, maar ik had juist zoo graag, zoo dol-dol-graageen acrobaat of zoo iets geweest. Het tooneel, de Bühne, o héérljjk 1 verrukkelijk Zjj iiet zich nu heelemaal gaanhjj had haar tóch vast bjj haar ceintuur met zjjn sterke acrobatenhanden. Hjj was pas twee-en-twintig jaar. >En waarom zou dat niet kannen 1* vroeg hg handig. Welom pa om ma en das nog ze zousn me nergens willen hebben ik kan niets Tw.e dagen later zaten ze in den bliksemtrein Brussel— Parjji. Hg had een boord om, zjjn gezicht was echoot)gescheurd met puimsteen. Het was de ochtend trein, ze was weer weggeloopee, als lederen dag, den laafston tjjd, haastig naar binnen gietasd alleen een kop tneo van den vorigen avond. Maar vandaag had ze een reistaachje met goed bjj zich. Ze trilde op haar bsesen van zaligheid dn van zenuwen. Nu gingen ze naar Parjjs; acrobaat zouden ze worden! Ze was een eind van hem vandaan gaan zitten, maar de coupé werd vol de msnechea drukte» haar tegen hem aan. Vluchtig keken ze eess terzjjda naar het vreemde paar. Zs had wel willea jubelen van geluk, ze kon niet stil big ven zitten. Den heelen tjjd kreeg ze uit het net haar taschje, snuffelde er wat in, keek of ze niets vergeten had. Even voor bjj Dordt, opeens greep ze haar zakdoek Csbrlebinerk gedeponeerd van Verkoopers en gebruikers hebben op aanvrage steeds ioegang tot mijne stoomfabriek »de Wachter", om zich van de zuiverheid te overtuigen -«•«*> UI n HC c ALKMAAR. begon to snikken. Zijhad^al een heele poos stil gezeten, niet meer het taschje gekregen, niets meer gezegd nu begon ze te snikken. Voyage de noce, dachten de menschen, die wéér eens keken. Zs kreeg honger en het ergsteze werd bang I Het was zoo vreemd en zoo^geheimzinnig, het duistere dat se tegemoet stoomde, met een vaart van zóóveel meters bjj ieder «zoem-zoem der raderende locomotief, der maar aldoor raderende wagensleep Ze werd bang. Maar er was nu niets meer aan te doen. Zjj zat in den bliksemtrein, die haar droeg naar Brussel, naar Parjjs. Tersteels keek se eens even ef de Westingheuse-rem er nog wel nat. Maar het was interessant.jHet was romantischEn ze was toch immers dol en dól verliefd 11 Hjj lag wat te dutten in zjjn hoek. Zjj ging immors naar de Ville lumièrede Lichtstad Parijs Ij]waar ze werden nou acrebaat of olewn in een circus I .Het waa interessant 1 f^En teoh gleden zacht de (tranen veert over haar wangen in haar verkneukeld zakdoekje. De trein stopte. „Roiendaal 1 Rezendaal 1" schreeuwde men langs de ceupé's. „RezendaalOok de hunne werd wijd opengeworpen. De meeste mensehen stapten uit. De ex fietsjengen gaapte, wreef zich de oogen. Toen wipte onel een man de eoupé in „Pardon, uw naam ia Lily'van^Blgdonburg f" „Ja, meneer^" „En u heet Jan Vaalsen P" De acrebaatlia spe knikte „Mooi! Wilt u mjj dan beiden maar even volgen. Nee, komt u maar hierheenonze trein vertrekt ever anderhalf uur." Zjj stopte haar zakdoekje weg. De romantische liefde had een prozaïsch einde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 6