Oorspronkelijke Sctietsen Opto Vrijwillige tóoopg BOERENWONING, Openbare Verkooping Openbare Verkooping Openbare Verkooping LEO FAUST. De eerlijke vinder. Sprokkelingen. ADVB1TEHTI1E te ALKMAAR, in één zitting, op Maandag 23 September 1907, Mr. A. F. H. DE LANGE, Wei* of Hooiland, te ALKMAAR, te HEILOO, 1. Uitmuntend WEILAND, 2. Uitmuntend WEILAND, wekt zulk een voorstel misnoegen. Ook dan breekt een tumult door. De kalme, buitengewoon voortreffelijke voorzitter, heeft dan een zware taak. Zijn bol gaat, zijn hamer doet dienst. Als de rust is hersteld fluistert mij mijn buurman op de perstribune, een Oostenrijker meen ik, toe „Sie sollten mal eine Setzung von unsrem Parlement beiwohnengibt 's noch einen anderen Radau Er zijn warmbloedigen onder de congresleden. Men behoeft ze maar aan te zien hun oogen glin steren, zij schijnen steeds op het punt te staan, den spreker in de rede vallen gebaren verraden, hoe moeilijk hen het zwijgen valt. Maar luisteren toch, vol aandachtzij genieten van het velgoede en ware dat er wordt gezegd zij leven mee, geheel mee. Het politieke zwaartepunt van een regeerings- college zit in de begrootingsdebatten bij dit congres, het Juodsche parlement, dat nog geen budget kan vaststellen, houdt men het politiek debat na de voorlezing van het jaarverslag. Bij dit debat komen de verschillende meeningen reeds vun te voren in de verschillende organen geuit te voorschijn. Dan komen reed* de punten ter sprake, waarover het meest verschil van meening is. Dan overziet men reeds de kracht der stroomingen, dan zoekt men den tusschenweg, die de uitersten tot elkaar brengt. (Wordt vervolgd.) Voor dames. Kjjkjes in de modewereld. Nu na de koude zomerdagen 't warme weer nog is gekomen, kunnen de lichte en luchtige toiletjes, die reeds in de kast hingen, alsof zij dit seizoen er niet meer uit zouden komen, nog eons te voor schijn worden gehaald, alvorens zij voor goed opge borgen moeten worden. Een heerlijke dracht met warm weder zijn de kanten jacketjes en korte kanten manteltjes. De grondvorm van de eerste bestaat uit een stola van tule-kantstof, die met motieven van spichtelkant is versierd. Men kan den rug maken van geplissecrde kanten volants, evenals de zijpanden en de mouwen. Een dergelijk jacketje kan zoowel als blouseversiering als als een soort van omhulling dienen. Geheel van imitatie Iersche kant worden korte manteltjes gedragen. De mouwen hebben het wijde Geisha model, waaraan van onderen een volant is gezet. Een heel chique aanzien kan men dezen mantel geven door rosetten witte Iersche kant, ie op regelmatigen afstand de voorkanten en van onderen den zoom afsluiten. Niet alleen korte kanten manteltjes worden er gedragen, ook lange kanten paletots vallen zeer in den smaak. Zij worden gegarneerd met breede gestikte bor duursels, die op den rug in een puntig toeloopende pas eindigen. 't Gemak van kanten mantels is, dat men ze zelf kan schoonmaken, terwijl andere mantels van een lichte stof of laken altijd chemisch gereinigd moeten worden. Yisite-japonnen kunnen niet meer voetvrij zijn, de mode brengt mee, dat zij van onderen wijd en lang zijn. Zij worden veel van gestreepte stoffen vervaardigd. Bij een rok van grijs en zwart ge streept tweed, dat overdwars wordt genomen, wordt een klein jacketje van zwart laken gedragen met kraagje en randen van tweed langs de mouwen. Men kan op 't jakje aardige knoopen aanbrengen, b.v. van mat zilver. Aan Bieraden wordt tegenwoordig veel aandacht besteed. Zeer modern en chic zijn de dunne gouden of zilveren halskettingen, die van voren met een geciseleerd, gecinailleerd of met steenen ingelegd schuifje zoo bij elkaar worden gehouden, dat er ongeveer een centimeter tusschenruimte blijft tusschen de rijen. Aan ieder der van voren afhangende einden van den ketting bengelt een ovale, geslepen steen, nu eens groote imitatie-parelen, dan weer koralen of amethysten, robijnen, opalen en smarag den. Men ziet ook wel twee verschillende steenen VAN I> het denkers, Octeber Zondagmiddag trieste kamertje achter den winkel, hingen ze met hen allen over de tafel heen, waarop het stokje courant, smoezelig en gescheurd, lag uitgespreid, lazen en spelden ze het berichtje nogeens, dat ze gisteravond, met den Zaterdag, allemaal over het hoofd hadden gezien, en dat Willem uit verveling het blad dat hij veer scheerpapier gebruikt had, nogeens doersnuffelend zoo maar inééns ontdekt had, oi het niets was, nu in éénex aller belangstelling gewekt had als het evenement Tan den Zendag. Willem, neg in hemdsmouwen, na het scher n en met een meisjesachtig blank gezicht, waarop alleen het zwarte snorretje puntig afvraagteekemde Willem groeide in zijn succes, voelde zich gewichtig en zei (het toch uit zichzelf al ontzettende verhaal opsmukkend met een inderdaad benijdenswaardige fantasie). „Ik wou er net een klodder zeep op smeren 1" „Hadt je het maar gedaan I" zuchtte de meeder na een pees van algemees zwijgon. „Dan had opeé er niets van af geweten 1" Opcê mot beverige handjes, beverig mumkeppetje, draaide en seharnierde met haar onderkaak om iets te zeggen maar ken er niets uitbrengen dan een paar ongeartikuleerde kreunende klankjes. Verder hadt je er nog: Vader, klein goeiig, maar niet bijster slim van voorkomen winkeliertje op z'n Zondags, met oogen, die deden denken aan de krentjes, welke hij deer de week afwoog. Me», heeft opgemerkt, dat de meeste dieren kleur es uiterljjk ontleenes aan de dingen waartnssoken zjj lsven. Veel menscken, vooral mensokjes, doen dat eveneens, E» zoo ook het mannetje, op ttieB^es Zondagmiddag over het stokje courant gehunkerd, dat voor hem esn belang rjjker en eag-geheimzianiger bericht bevatte ('t was om opoe, zjjn moeder toch, niet waar dan wanneer er b.v. in ion gestaan hebben, dat morgen aan den dag de wereld zou vergaan. Zjjn huisjasje nog niet verwis seld voor de zwarte, gekleed» had de kleur van oude vijgen, 2jja gezichtje was als gebeiteld uit klare kandij suikerzjjn vingers, la-g en dun als pjjpen macaroii, waren saffraaekleurig gewordenhet haar van zjjn gel6n snor en rondom zjjn kalen schedel was te verwanen met aan één ketting, maar dan moet één van de twee een parel zijn. Voor deze eigenaardige versiering kan men heel goed de ovale steenen gebruiken, die vroeger aan de lange oorbellen van onze grootmoeders hingen. Wil men gele en bruine schoenen zwart maken, dan neme men maar niet zoo zwarte schoenlak en wrijft ze daar mee in. Neen, eerst moeten de schoe nen zorgvuldig van de schoencrême ontdaan worden, door ze met terpentijn, lauwe melk, of naphta goed at te wrijven. Men laat ze dan staan tot ze geheel droog zijn, stopt ze stijf met papier op en wrijft ze met een sponsje of met een penseel aan alle kanten goed in met heet gemaakt lederzwart. Men moet er vooral voor zorgen, dat in de naden geen sporen van de lichte kleur achterblijven. Wanneer de schoenen dan droog zijn, kan men ze met schoenen- crème en zelfs met gewone schoensmeer behandelen. DL De eerste Koffiehuizen. Men kan aannemen, dat omstreeks de helft der zeventiende eeuw de koffie als genotmiddel in ons land bekend werd en reeds tusschen 1672-1684 tr ft men in grootere en kleinere steden koffiehuizen aan, waarin ook letterlijk niets anders dan koffie werd gebruiktdeze eerste koffiehuizen, gelijktijdig ongeveer met de ehocolaad huizen verrezen, stonden slechts eenige uren per dag open om gasten te ont vangen, maar het was er dan ook zoo vol, dat de hooge regeering te Amsterdam in 1689 een import op deze huizen legde, die later zelfs herhaald en verhoogd werd. Het nut van de eerste koffiehuizen was wel hierin gelegen, dat zij een gansche schaar uit de tap- en klaphuizen lokten en oorzaak waren, dat zich de burger en man van aanzien minder aan het misbruik van wijnen en sterken drank schuldig maakte. De eerste koffiehuizen waren dus een krachtig middel tegen het drankmisbruik, wat van de tegenwoordige koffiehuizen helaas niet altijd meer gezegd kan worden. Omtrent den toestand dier dagen in Frankrijk, die niet veel verschil zal vertoonen met de Hollandsche toestanden, leest men o.a. in de „Semaine" van 4 Juli 1847 „II était de bon ton a cette époque (pl.m. 1670) de s'enivrer. Les plus grands seigneurs de France, ceux qui se piquaient d' avoir le meilleur ton et la vie la plus a ia monde, trouvaient naturel qu'on ffit oblige tous les jours de les porter dans leur lit. L'ivrognement des courtisans était, en 1672, une habitude deja ancienne". Toen echter de koffie- en chocclaadhuizen werden opgericht, verlieten de hovelingen de „cabarets" om zich in de nieuwere mode-inrichtingen aan koffie en chocolade te goed te doeneen zekere Chaillon, officier van het Huis der Koningin Maria Theresia, vrouw van Lodewijk XIV bekwam het uitsluitende voorrecht om chocolade te verkoopen en een winkel te openen óla Croix du Trathoir. D koffiehuizen echter, waar onder het genot van staatkundige en economische belangen werden be sproken en gediend, waar men minder om de koffie maar méér om de gezellige kout zou te zamen komen, zijn van Engelschen oorsprong en eerst later kregen zij hun meer gewijzigde bestem ming. Op hun reis door Engeland toch bezochten Willem Jacob van 's Gravesande en Justus van Effen te Londen de in dien tijd wereldberoemde Will's en St. James koffiehuizen, waar zij de edelste vernuften van Londen ontmoetten, die er hunne letterkundige bijeenkomsten in hielden. Overtuigd van het nut dezer nieuwe inrichtingen stichtten zij er een in den Haag aan het Korte Voorhout; een zekere monsieur Benachi volgde spoedig hun voorbeeld en opende het Eransche Koffiehuis op het Plein. Scheltema schrijft daarover„Men gevoelde weldra het aaDgename, dat een ieder in zulke huizen een kring konde vinden zooals hem behaagde. In deze kriDgen ontstond, zoowel als in die te Londen, de vermicelli en hselemasl rook hjj naar rozjjxea en Buccade. «West je wat 1 Laat mjja voor je gaas, mensch I Ze kenne je toch niet meer, de heats van 't bsifl«, bood tame aas, die op visite was. Zo had nog vergeten hoed en mantel af te ccee van pare consternatie. M ar opoe, tegen wie dit gez- gd was, bleef beven en ommelen, dat de paar tandjes, die ze tog mad, tegen elkaar klakkerden en drukte het zwarte, kromme vingertje op het stukje coarait alsof ze niets van het aanbod ver staan had. Za was i» ééa woordbedaars Twee weken geleden nu, ja, eet vandaag was het twee weken, had ze, tegen den avond, van nicht Christies komend, op het Spui, op st:aai, ja, zóó maar op straat.... ten horlcga gevonden 1 Ze liep altjjd met vooroverge bogen beeikoppetje. Ze kon best rechtop loopou. zie je, maar dat deed ze niet. Na zag ze niet de wagens en karren, maar die hoorde ze 'el en sa zag ze al de steentjes en stoepjes en al de plasjes. En als er ergess een gat in den weg was, zag zjg het na ook. Zoo had za het horloge gevonden. Ze had gebééfd toea ze het opraapte. Niet van het moeilijk bukken met haar stroeve lichaampje, maar van ontroering ea agitatie. Mócht ze het eigenlijk wel oprapen, dat mooie blinkende horloge (een kettinkje zat er óók nog aan I) dat niet van haar was Maar ze zousn het vertrapt hebben, nietwaar, en dót was toch zonde Een heelen, langen, slapeloozen nacht had za het onder haar kussen hooren tikken. Het was een zilver, had haar zoon gezeid, en dat ze het naar de politie most brengen l Hg had het opgewonden, om te zien of het nog liep, en nou ging het maar al, door hot kussen heen, dien heelen, langen nacht: tieke-takke, tieke- takks, en zoo maar door, heel gauw Den volgenden morgen was ze ermee naar de Nieuwe Haven gegaan. In de vroegte al, want het ding maakte haar duizelig met zjjn eeuwig tikken, en ze kon toch niet laten ernaar te luisteren. Ze zuchtte van verlichting, toen ze veilig en wel ie 't bureau was; en ze gaf het aan den eersten den besten agent, dien ze tegenkwam in de kille gang. Toen had ze 's nachts weer wat geslapen, gerust en gekalmeerd nu ze van ólles af was; en bjj na was ze t avontuur in die twee weken vergeten. En nu kwam Willem me daar ineens, met z'n scheerblaadje, en triomfantelijk had hjj voorgelezen, en allemaal op hun beurt lazen ze het nog eens mompelend na het enge bericht: «Oproep. De juffrouw, die op Maandag 1 October 1.1. aan het politie-bureau Nieuwe Haven kennis gaf van het vinden van een zilveren dames-remontoir-horloge met nikkelen kettinkje bjj of op het Spui, wordt beleefd lust om door tijdschriften op deu geest des volks te werken en voor het genoegen hunner tijdgenooten nuttig te zijn. Doorgaans werd de geesel of liever de vossestaart der satyre opgenomen en men heeft verscheidene zeer belangrijke werken aan die ver- eeniging van Haagsche geleerden of schrijvers te danken". Uit die eerste Haagsche koffiehuizen zijn ook afkomstig de „Haagsche hopjes", die het eerst ver vaardigd werden ten genoege van den thesaurier- generaal baron Hop, die de koffie wilde gebruiken zonder iets met warm water te doen te hebben. Spoedig werden er ook koffiehuizen in andere plaatsen opgericht met gelijke strekkingin Amster dam was er een, waarop in den schoorsteen het opschrift stond »Dio ia deez' hroederkrisg met gratie wil verkseres, Die foppe of wordt gefopt en moet nog foppen leeren«. In 1706 deed zich in Utrecht het zonderlinge geval voor, dat de Italiaan Lucio Roselli verzocht een leerstoel in de Theologie ofde toelating tot het oprichten van een koffiehuisDe re geering koos het laatste boven het eerste ziels- behoud der kudde ging der regeering blijkbaar boven lijfsbehoud. De toeloop naar het „Café Italian" was buitengewoon. De straat was gestadig bezet met koefsen en rijtuigen, zelfs van vorstelijke personen uit den Haag en elders. Waarschijnlijk hielp hiertoe mee, dat Roselli voorlezing hield over de Caballa en andere geheimzinnige voorworpenafgewisseld met vertooningen van geesten etc. Roselli, volbloed Italiaan als hij was, wikkelde zich echter in allerlei twisten, zoodat hij naar Amsterdam moest verhuizen. In lateren tijd in de achttiende eeuw vooral werden de koffiehuizen de beurs voor de hoogge- rezen winzucht (ten tijde van den actiehandel o. a.) en menigmaal ook (1747/48) het middelpunt van staatkundige woelingen, totdat langzamerhand ook de koffie- huizen het eigenaardig cachet verloren en zich met de caberets en taveernen associeerden tot de reusachtige restaurants en bierpaleizen van thans. des middags 12 nar, i» de fcerbsrg «De Vergulde Valk* van den Heer IJ. OLDENBURG, aan den D jj k te Alkmaar, ten overstaan van den aldaar gevestigden Notaris van de welonderhoaöen genaamd »'t Hemeltje*, met Schuren, Erf, Boef, Tuin en Boomgaard, benevens vjjf percsslsn uitmuntend allergunstigst aan elkander gelegen aan de Stoomtram Alkmaar—PnrmerecdAmsterdam in de S o h e r m e e r, onder de gemeente Sehsrmerhorn, te zamen groot 12 Hectaren, 75 Aren, 30 Centiaren. Dj peiceelen zullen is één zitting, eerst ieder afzon de: lijk en daarna gecombineerd worden opgevelld en afgeslagen. Aanvaardinghet Land met Kerstmis 1907de Wonisg e.e. met 1 Mei 1908. Breeder bjj biljsttea omschreven. Nadere informaties te bekomen ten kantore van Notaris DE LANGE voornoemd aan de Breedstraat te Alkmaar, alwaar de vsiloonditiën en eigendomsbewijzen 8 dagen vóór de veilisg ter lezing en inzage znllen liggen. verzocht, zich andermaal aan gemeld politiebureau te willen vervoegen.» Meer stond er niet, hoe ze ook zochten, hoe za, één voor één, elk op zjjn beurt, ook tuurden en keken. «Zouea ze denken, dat opoe het gestolen had aarzelde moeder eindelijk. Zij vertolkte aller gedachte. En toch schudde ieder heftig van neen, dót ver van zich werpend. Alleen opoe bleet sprakeloos beven. «Maar nou nog mooierMaar dan zou ik ze toch de wind van voren gevenI» stoof de kruidenier op. «Menigeen die 't gehouwen zou hebbengeen haan, die d'r na kraaide; en nou 't mansch zoo eerljjk is, het ding terug te brengen, nou denken ze, dat ze het gestolen heeft l Wel nou nog mooier Hjj was verontwaardigd. In zjjn verontwaaardiging promoveerde hjj de aarzelend geopperde veronderstelling van zjjn vrouw maar alvast tot een feit. «Wel nou aog mooierherhaalde hjj nogeens, uit dagend, daar niemand wat zei. «Weet je wat ik denk» begon toen de tante, wjjs. En allemaal hingen ze aan haar lippen. Alleen opoe bleef voor alles onverschillig, merkte niets op, beefde maar, mummelend en het perkamenten koppetje schud dend het kromme, zwarte vingertje op het noodlottig bericht. «Weet je wat ik denk?Het zal uit een gestolen inboedel zjjn, van een diefstal afkomstig, begrjjp je. En nou zullen ze van opoê willen weten, waai precies ze het gevonden heeft en zoo.» «Maar dat heeft ze toch al aas die agent gezegd I» «Stil nou. ik bedoel zooveel als getuige Getuige, begrjjp je, ze mót as getuige verschjjnen tegen de dief. En nou zal ik g&an; want opoê ken 't niet, het mensch, en mochten ze dan de veronderstelling opperen aisdat ik het zelf gestolen zou hebben, dan zal ik ze d'r van lang* geven dat kun je me gelooven.» De gezichten knikten met instemming Op Zondag doe je zoc iets niet. Maar den volgenden ochtend, vóór tienen, zou ze gaan. En allen praatten ze verder dien heelen middag, ea 's avonds nog eens over het horloge en hoe het gaan zou, en wat de tante allemaal wel moest zeggen. Alleen opcé zat maar stil te mummelen en te beven, en deed dien nacht geen oog toe weèr om het horloge. «Nou is tante Fie d'r al,» zei moeder, die zich niet langer kon inhouden. Het was spanning Zenuwachtig rinkelden de kopjes en schoteitjes en bordjes en lepeltjes van het ontbjjt, die ze in 't achter kamertje aan 't wasschen was, in haar handen. Opoe zat na eens te dattes, dan weer wezenloos te kjjken door de vitrage van het breede achterraam, dat nitzag op het plaatsje. Om de teringachtige marguerithen te ALKMAAR, op Woensdag den 18 iepfeatber 190* bjj opbod en op Woensdag den 2ft September 10O7 bjj afslsg sa combinatiën, telkens des morgens ÏO uur, in het Koffiehuis »de Tabakshandel» van den heer N. SOBERMERHORN. aan hst Waagplain ten over staan vaa den Notaris Mr. A. P. H. DE LANGE, van: Twee kapitale HUISMAN S- WONINGEN, boetenerven, tuinen, boomgaarden en uitmun tend WEILAND, in de Schermer aan en bij den Rnstenbnrgerweg, te Bnsten- bnrg, gemeente ürsem, te zamen groot 42.11,70 H.A. Eigendom van Mevr. de Wad. T. BRASSER—Zildxbs ea k fderen. Thass verhaard aan den heer D. SOHERMERHORN te Ursem. Ta aanvaardsnds Hnires, Sohurea, Erven, Boom gaard 1 Mei 1908 en het Land Kersttpd 1907 Op belde plaatsen kan f 60.000 tegen als le hypotheek gevestigd blijven. Isliebtisge» worden gegeven tea kantore van genoemden Notaris, aas dn Breedstraat A 48, te Alkmaar, waar te**»s ca elognsssB ne te«k»mn«?en verkrjjgbaar zjjn. op Venderdag 26 September 1907, bp opbod, en op Bonderdag 3 October 1997, bü afslag en eombifcatiës, telkens des avonds 6 nar in bet koffiehuis «de TffiskffiandeL *aa daa heer N. SOHERMERHORN, aan hef Wa«ppl--i», tea overstaan van den Notaris Mr. A. P. H. DE LANGE, va» de volgende perceelen te Alkmaart 1. Een WlllkElL en WOONHUIS met Pakhuis en Erf, san het Wsagploin ea Achterstraat, waarin sedart eenige jaren ward uitgeoefend do hiadrl inge maakte kleederen, kaas en koedekken, oliegoederen, zakken, waschmiddel enz., groot 1 are 36 csntiaren. Eigendom vaa den fcesr J. FORTUIN Bz, 2. Een MUIT® met Werkplaats en Erf, aan het Sebermerpad, buiten de Schsrmarpoort, ter grootte van ongeveer 4 aren 5 centiaren. 3. Ejb SCHUUM en Erf, achter perceel 2, ter grootte van ongeveer 5 aren 50 centiare®. Pcroeelea 2 es 3 verhaard aan de heeres Vendel en Godejjn. 4. Esu PAKHUI®, aaa de Breedstraat ta Alkmaar, Wjjk No. 30, kadaster Ssctie A, No. 1853, groot 36 centiaren. Verhaard aan daa heer D. de Boer. 5. TUINGROND, aelegea op het Westsrhofje, bjj den Weaterweg, groot 2 are®. Verhaard san den heer 0. Doets. Alle peroeelen zjju te aanvaarden bjj de betaling der kooppenningen. Inlichtingen worden gegeven ten kantore van voor- ïoemde® Notaris te Alkmaar. op Bsaadtg 7 October 1997, des middags 12 nar, in het S ationskoffiehnis van den heer J. MORSGH, ten overstaan van den Notaris Mr. A. P. H. »E LAUWE, van ds volgende perceelen to H e i 1 o o, in srotie E gelagen aau den Westerweg op Bollendorp, zeer geschikt voor bloembollencultuur, no. 599, groot 2.50.10 H. A. genaamd «het Vsnnewatere, gelsgen aan den Veu- 9'. waters weg bos. 24 en 67, samen groot 2.94 70 H.A, Eigendom van den heer G. HAKER. De peroeelen kannen Kersttjjd a.s. aanvaard worden en zjjn Inmiddels uit de hand te koop, te bevra gen bjj den eigenaar. Ialichtingen worden gegeven ten kantore van voor noemden Notaris, Breedstraat A 48 te Alkmaar. drailde daar de regen. Een fijne, onzichtbare regen, die alles donker es zwart maakte. Ds kopjes kletterden zenuwachtig. De klok in den winkel sloeg tien. «Nou i s tante Fie d'r al», zei moe tot zichzelf. «Ja», zei opoe. Za wist niet, waar ze het over had: Zjj sohrok op, of ze zoo maar ineens een diender voor haar zag staan, die haar kwam halen als een d i e f I Voor, in den winkel, heersohte lastelooze Maandag- ochtendstemming. Ds schel stond stil. In het granwe licht lag de wifikel verlaten, vol wee-zoete genr van koffie en rozjjnen gekromd, gebakt onder de spanning. En de tjjd rekte zioh uit tot een oneindigheid. Hjj was net weer even achter gaan zitten, bjj de vi on won, toen opeens de winkelschel bintaal de beklem mende stilte doorklaterde en tante Fie's stem, woedend, riep «Bljjf maar!» Kletsnat kwam se achter binnen. Haar regenmantel flapte om haar beenen als een sa'te vlag om den stok, haar parapln glom of het echte zjj was. Woedand wierp ze haar natte gewicht op het krennesd kanapeetje. Woe dend zat ze in den natten zak van haar mantel te graaien. En groote, dramatisohe woede was in het ge baar, waarmee haar rechterhand eindeljjk weer te voor- sebjja kwam en over de nog wit gedekte tafel een kwartje slingerde. Ten slotte barstte ze uit: «De eigenaar is gekomen en die heeft een kwartje fooi gegeven voor den eerljjken vinder I Daar leit 't je kwartje Waarachtig, ik had moeite 't de commis saris niet in z'n gezicht te smjjten 1 'n kwartjeEn daarvoor was nou al dia drukte: Daarvoor hebben we nou allemaal al die tjjd in angst gezeten I'n kwartje't Iswatw Ze stikte half van kwaadheid. De kruidenier had het geldstuk in zjjn zak gestoken. »'t Is wat mooist» zei hjj zjjn zuster na. En tot z'n vrouw, die het opeens had uitgeproest en nu gierend zat te schateren: «Hou je h menschl« Maar opoê, bjj het vitrage-raam, keek met het perka ment-kopje hour witte haren een aureool in de grauwheid van kamer en venster en mummelde, klappertandend van angst en van bljjdschap: «Dus komen ze me nou niet halen?» «Welnee, mensch I» beet tante haar toel „'t Zwart Arabisch vocht, dat bloedverhittend sap"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 6