No. 208. Honderd en negende jaargang. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. 1907. bImFInIa n d. Herhalingsonderwijs. WOENSDAG 4 SEPTEMBER, Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,86franco doo? bet geheele Kift f I,— Afzonderlijke nummers 3 Gents. Teletoonauamtir 3, Prijs der gewsite adverteatlBa Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte» Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij v|h, HEKMs, ÜOBTESK ZOON Yoordam 8. Wijziging der verordening, regelende den rang, het ge tal en de bezoldiging van de ambtenaren bij den dienst der gemeente-werken Rechtzaken. ALXMAARSGHE COURANT BURGEMEESTER es WETHOUDERS ns Alkmaar brengen ter k-nnis vi-» belanghnhbinden, dat bet boven bede' e onderwijs zj! voor d" jongens op F2»«nd*g O September *.s., des namiddags 6 nnr, n de 5i Gm<»eBtr?ohool aan de Nienwesloot e* ▼oor de me5s|»;s op Woens.lag 11 September d. h v., d?s namiddags 2 uur, ia de Barg-rschool aan de B' llesteeg. Burgemeester en W-thondsrs voornoemd, A'kmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 30 Aig. 1907. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS Tan Alkmaar bre'fon ter algemeene kennis, dat in het Gemeenteblad Tan Alkmaar No. 235 is opgenomen het beeluit Tan den raad dier gemeente Tan 28 Augustus 1.1.waarbjj is vast gesteld eens Welke verordening, beien afgekondigd, gedurende duo maarden Toor een ieder ter leting is aedergelegd ter gemeente-secretarie en aldaar tegen betaling Tan f 0,05 in afdruk is verkrijgbaar gesteld: Bargemsester en Watkondeis voornoem!, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter, 4 S'pt. 1907. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 4 September. Wanneer men als schrijver van dagelijksche overzichten na een lange vacautie waarin h t lezen van couranten even sporadisch voorkwam als het genieten van zonnige zomerdagen zich op de hoogte stelt van de buitenlandscho politieke ge beurtenissen in dien tijd, dan komt men tot de slotsom, dat, om eens een versleten beeld van den Duitschen Keizer te gebruiken, de politiek gestaan heeft in het teeken van Marokko. En dat zal nog wel eenigen tijd het geval bljjven. Het is altijd wel te voorzien geweest, dat de Marokkaansche kwestie terecht het onaangenaamste deel van de nalatenschap der vorige eeuw genoemd niet finaal zou eindigen in Alg'ciras. In het kleine Spaansche stadje moge de spanning, welke er destijds in Europa heerschte, zijn weggenomen het laatste woord was er over de oorzaak daarvan niet gesproken. De bedreigde vrede was versterkt, zeker, maar zoolang de Sultan er niet in slaagde de oproermakers in zijn rijk ten onder te brengen, zoolang de onlusten niet een einde namen, zóólang zou de Marokkaansche kwestie een gevaar blijven. Was Abdel-Azis inderdaad heer en meester in zijn rijk geworden, dan zou de zaak er vreemd uitzien. Frankrijk heeft steeds de bedoeling gehad dit sultanaat te annexeeren en minister Delcassé schroom de daarvoor zells niet den oorlogMarokko heeft een toekomstwaarde, het is ten deele een rijk laad, het is een uitgestrekt gebied, dien tengevolge een mooie afzetmarkt, en vooral het is zoo gunstig gelegen aan de Middellandsche zeë. Toen het annexatieplan voorloopig vun de baan moest worden geschoven, begon men met het „vredelievend door dringen." En tenslotte heeft Frankrijk zich te vreden moeten stellen met de gedeeltelijke waar neming van de voogdijschap over Marokko. Valt er echter niets te bevoogden, dan is de invloed van Frankrijk daar nihil. Zoodra Marokko zich evenwel een onwillige of een onhandelbare pup 1 toont, dan staat de Fransche stok bij de deur en dan is er gelegenheid den Franschen invloed te doen stijgen. Hoe meer moorden op blanken, hoe meer sultans, hoe meer buitensporigheden, hoe aangenamer dit voor de Franschen moet zijn, die er prijs op stellen dat Marokko onder den Franschen voet komt. Er lijkt ons inderdaad veel te zeggen voor de opvatting, dat Frankrijk tot het bombardement van Casablanca is overgegaan, om een bloedigen tegen stand in het leven te roepen. En voor de juistheid van de veronderstelling, dat er kozakken-politiek „gemaakt" wordt, pleit het bericht, dat Frankrijk zal overgaan tot het bezetten van andere haven plaatsen, zooals Rabat, Araïscb, Saffi, Masagan. Die haven i zijn voor het binnenland even onontbeerlijk als de kieuwen voor een visch. Maar met de be zetting is, zooals het in de beschavingstaal heet, Marokko nog niet gepacificeerd. Het sultanaat is te uitgestrekt voor scheepskanonnen, en de artillerie, aldus verzekeren ons deskundigen, zal in een deel van het gebied goed werk kunnen doen, maar veel zal zij niet kuunen tot stand brengen, daar hef terrein groot andeels voor haar ontoegankelijk is. Boven dien zijn de najaarsstormen in aantocht, die de oorlogs schepen zullen noodzaken, hun ankerplaatsen te verlaten. Mag men een Parijsch blad gelooven, dan moet de Fransche regeering aan den bevelvoerenden generaal Drude lastgegeven hebben, thans aanval lend op te treden. Uit het bovenstaande blijkt, dat zijn taak niet gemakkelijk is. De regeering gaat wel is waar door met het zenden van verster kingen naar M irokko zoowel uit Algiers al* uit het moederland zei; maar daar tegenover staat, dat de vijand steeds eendrachtiger, steeds sterker, steeds fanatieker wordt. De stammen zinnen op wraak. Eu hot staat vast, dat de Fransche regeering met hen heel wat moer last zal hebben dan indertijd met de mannen van Abdel Kader in Algiers. Frankrijk heeft vrijwillig den last op zich genomen of het de gevolgen daarvan kan dragen, en ot de voordeelen zullen opwegen tegen de kosten en de gevaren, is nog een open vraag. Kevue voor de Hoaisgfn en den Prins. Do Krningig en Pans H-tdrik vertrokken gistermorgen Tas hat paleis het Loo in ees la danm «nfc bespannen la-.dauer mat jockeys ea voorrjjd« naar da revue, welk door Z'jtphmroha en Deventer eivalsrie onder Beekbergen gehoodtn werd. Da Pms was gekleed i» gennraalsuni- form. Het gevolg bestond uit 2 hofdames, de adjudant ven da Koningin en generaal Damo&ceau, ohef vaa hst M li- taire Huis. Ni aankomst op het terrein onder Beekbergen w.ar de manoeuvres gebonden warden steeg Prins Hondrik te paard, terwjjl H. M. uit haar rjjiuig de troepen van het le, 8o es 4e regiment huzaren inspecteerden, dia daartoe driemaal voorbjj de Koninkljjke famili - defieerden. De officier-in en hoofdofficieren vormden een carré en warde» na hun défilé door H. M. mat aeaige woorden toegesproken. Da militaire muziek speelde intustchen ket »Wilbelmns«, hetgeen door H M. staande word aangehoord. Met een »hoog op de Koningin, door de officieren aangeheven, eindigde dit militaire sohouwspïl. Ta 12.45 keerde de hofstoet op het paleis Hst Loo terug. De mtenfgde zltflag. Men verneemt, dat H. M, de Koningin welwillend heeft goedgevonden de vereenigda zitting der Siaten- Generaal op 17 September te openen in de vergaderzaal van de Tweede K unsr, tas einde aan de Vredesconferentie nog de beschikking te kunnen laten over de Grafelijke Zsal, zooals die thaae voor hare vergaderingen is inge richt en waarit te veel veranderd es verplaatst zou moeten worlen om voor de openingsplechtigheid te kunnen dienen. De Bond nn Vr|Je Liberalen. Naar wjj vernomen, zal op Vrjjdag 14 Ssptembsr a.s. te Utrecht een algemeese vergadering van den Bond van Vrjje L'beralen plaats hebben, ter verdere vaststelling van het program van beginselen. NCt.) De katholieke sociale week. Gistermorgen sprak de heer Th. van der Marck, pr., over het onderwerp het landbouwvraagstuk in verband met de sociale kwestie. Allereerst behandelde spreker de oorzaken der agra rische kwestie, die volgens hem vooral te zoeken zjjn in de omwentelingen op economisch en staatkundig gebied. Door een reeks van gunstige jaren is de toestand der ^landbouwers wel verbeterd, maar verschillende ver schijnselen, waaronder de afname van het aantal eigen- geërfde boeren het voornaamste is, wijzen op een voort duren van de landbouwcrisis. De oorzaken van deze kunnen slechts weggenomen worden of althans zooveel mogeljjk onschadelijk gemaakt worden door de Christe lijke hervorming der maatschappij en door de hulp van den Staat, waar het particulier initiatief te kort schiet. Door de vaststelling van de begrippen van rechtvaar digheid en der bescherming biedt de Kerk de hechtste waarborgen voor het verkrijgen van een welvarenden andbouwtoestandi Da toepassing van de socialistische beginselen zou voor den landbouwenden toestand nog noodlottiger zjjn dan voor de andere standen. De Staat heeft de bronnen van de nationale welvaart, landbouw, industrie en handel, gel|jkel|jk te beschermen. Wanneer landbouw en veeteelt geen voldoende bestaan opleveren voor den oppassenden en kundigen landbouwer, heeft de Staat den plicht maatregelen te nemen om hierin verandering te brengen, en dient door wetgeving, voor zoover dit noodig en mogelijk is, te verplichten tot hetgeen de rechtvaardigheid vordert in de verhouding tusschen pachtheer en pachter, tusschen landbouwer en boerenarbeider. Om twee uur begon prof. J. D. J. Aengenent, pr., zjjn rede overde Staat als factor bjj de oplossing der sociale kwestie. Spreker zeide achtereenvolgens deze punten te zuilen ontwikkelen: Wezen en doel van den Staathet gezag in den Staathet Staatsgezag en de sociale kwestie. Do Staat behoort niet tot de zooge naamde vrjje maatschappijen, maar is een door God gewil.e en dus noodzakelijke maatschappij. Hieruit volgt, dat ook het doei van den Staat door God is gewild en vastgesteld. Dit doel kan met één woord worden ge noemd het algemeen welzjjndoch het omvat een dubbele taak, het beschermen van rechten en het steunen van particulier initiatief. anonaBRHHi Schade, veroorzaakt b|| manoeuvres. 1* de Tel lezen wij Dat onze militaire manoeuvres niet een beeld ople veren van het eigenlijke gevecht, maar enn caricatuur ervan, ligt voor een groet deel aan de omstandigheid, dat de aan oerdern, tengevolge van den vredestoestand, gedwongen werden om te doen, precies zooals men in 't werkeljjke gevecht niet zou doen. Bij den aanval op een vijandelijke stelling bijv. zal iedereen in w e r kelijkheid trachten die stelling zoo dicht mogelijk te naderen door de bossehen nn het bedekte terrein. In vredestijd echter doet men dien aanval, geheel averechts, juist over het open terrein, met volkomes vermijding van de bossehen en buitenplaatsen, waardoor men in werkelijkheid zou trachten veeruit te kernen. Laatstbedealde terreinen zijn steeds privaat eigendom, ja, dikwijls is zelfs 't duinterrnis veer mili taire oefeningen verbeden, emdat de eigenaar (het rijk zelf neg well) ep die terreinen da jacht heeft verpacht. Men tracht telkens vóór da manoeuvre?, mot de eigenaars of pachters van terrainen tot ovoroonstemming te komon voor 't betreden van privaat terrun, maar slechts zolden slaagt men in voldoende mate daarbij op zoodanige wijze, dat een aenigszini uitgestrekt veld, met inbegrip van alle daarop voerkemende bosochea, tuinen, buitenplaatsen an velden betreden mag werden. Yer wringing van den taotischen toestand, en hat „ver onderstellen" van allerlei onwaarschijnlijkheden is dan telkens het gevolg, en al menig aanvoerder heeft we gens „slechte maatregelen" zijn toekomst zien ver woesten, terwijl tengevolge van den bovengesohetsten verwrongen sckjjnteestamd, rationeele maatregelen een voudig verbeden waren. Men is natuurlijk bereid, em de schade, aan particulier eigendom toegebracht, volledig te vergoeden, maar zelfs met dit voorbehoud, sijs vele eigenaars en pach ters eenvoudig onwillig em hun terrein te laten be treden Voor de gewilligen is eek dit jaar weer een com missie benoemd, em do schade, die bij de manoeuvres c. q. wordt aangericht, op te nemen, en om de wegens die schade uit te keeren vergeedingen te bepalen Een instruotie voer die commissie, natuurlijk van 10 breedsprakige artikelen en een bijlage, is ver sobenen in het „Reeueil MRitaire", en geeft ens den indruk van geheel het tegenovergestelde te zullen be reiken van wat met den maatregal werdt beoogd. Tenminste als het deel is, dat de troepen zooveel mogelijk het werkelijke gevecht znllen navolgen, dus met betreding eek van privaat eigendom, werdt dio bedeeling al dadelijk ten zeerste tegengewerkt doer den nadruk, die in art. 4 er op wordt gelegd, em te zorgen, dit zee min mogelijk schade werdt aan gericht. Overal zal zij hare waarschuwende, verbie dende tegenwoordigheid doen gevoelen, zoodra maar een der leden in zijn ijver om zich nuttig te maken, subjectief van gevoelen is. dat de schade zonder den goeden gang der oefening te benadeelen, vermeden kan worden. Men mees? dit laatste aan 't gezond verstand van onze hoofdofficieren kunnen overlaten. Wil men van onze kostbare najaarsmanoeuvres inder daad het nut trekken dat men in andere landen er van heeft, dnn moet allereerst een wet tot stand komen, die het betreden van particulier terrein (tegen schade vergoeding natuurlijk) voor militaire oefeningen regelt. Zeoals nu blijft hot, zeoals we al in den aanhef opmerkten, steeds een caricatuur op de werkelijkheid, en stichten zij onnoemelijk veel kwaad. Arrondlnsewsents-Bechtbank te Alkaaar. Zitting van Dintdag 3 September. Mishandeling. Cornelia K., arbeider en wissel wachter, te Blokker woonachtig, die heden het eerst terecht moest staan, was niet tir terechtzitting aanwezig, loodat zjja zaak bjj verstek in behandeliog werd genomen. Deze beklaagde had in den nacht van 28 op 29 Jali tijdens de kermis te Wsstwoud des arbeiders Reindert Davidzon, wonende aldaar, mat een biij rrtqieue geslagen, zoodat Davidzon hierdoor bloedend werd verwond. Ds aanleiding tot deze mishandeling was een oneenigheid over het biljarten, tusschen beklaagde en D.vidzon. Davidzon vrO'g alvorens zjjn getuigenis af te leggen, vergoeding van onkosten, die hg gehad heeft, om den dokter te voldoen. Da President liet getuige domicilie kiezen ter griffii. De President vroeg getuige hoeveel schadevergoeding hg verlangde. Getuige antwoordde f 9.50, ijjnde de betaalde rekening van den dokter, die getuige de rechtbank overlegde en voor verzuim. Da O. v. J. achtte rechtens bewezen hetgern beklaagde was ten laste gelegd, en eisohte tegen hem voor deze arishandeling zjjn veroordeeling tot f 12 boete, subsidiair 7 dagen hechtenis. Mishandeling. Arie K., reiziger, W ilbolm Friedrich F.schoenmaker, Paulas Antenius de M scheeemaker, en Dirk F., kleer maker, allen te Alkmaar woonachtig, meest daarna plaats nemen op de bank der beschuldigden. Deze beklaagden hadden zich te verantwoorden, omdat zij te zamen in vereeniging in den naeht van 16 op 17 Juli Wijnam Relie, koffiehuisbadiende eveneens te Alk maar, op het Ritsevoort slagen hadden toegebracht en 1 ter ia bet Konnemerpark nogmaals hadden mishandeld. Zooals Rolie als allen bsklaagdon, verkeordon dion nacht eenigszins onder den invloed van sterkon drank, en er was reeds een kleinn woordenwisseling in de herberg vooraf gegaan. Behalve beklaagde de M., dio ontkende Relie mis handeld te hebben, bekenden alle drie beklaagden dat zij Rolie mishandeld hebben. 5 Gatuigea waren in hun zaak gedagvaard, waaronder ook Jia Hoogland, te Alkmaar woonachtig. Daar deze getuige niet ter terechtzitting was verschenen, vroeg de O. v. J. de Rvohtbank aanteekeumg hiervan te do-E op het audiëatieblad. gevolgen zullen |voor dezen getuige derhalve niet nitblgven. Rolie als eerste getuige gehoord, deelde gedetailleerd mede, wat er dien nacht was voorgevallen. Getuide is van alle zjjde aangevallen en de slagen die hem zjja toe gebracht, kwamen allen nog al hardhandig aan. Ik bloedde verschrikkelijk, getu gde Rolie, Daarna verklaar den bekhagdes, dat Rrlie ken had uitgedaagd. Dit ont kende Rolie. I «tusschen is getuige Hoogland het gerechtsgebouw binnengekomen. Willem Johannes S oop, barbier te Alkmaar, als ge tuige daarna gehoord, die de mishandeling gezien had, verklaarde dat beklaagde de M. wel degelijk Rolie heeft geslagen. De M. bleef echter pertinent volhouden, dat hg Rolie niets heeft gedaan. Daarna werd getuige Hoogland gehoord. Tot dezen getnïge zei de president, dat hg volgens de waarheid moest verklaren, op grond dat hg eerst als medebeklaagde was verdacht. Gstulge vertelde volledig hoe de zaak zich heeft toegedragen. Dat de M. geslagen heeft, kon getuige niet verklaren. Willem Frederik Kuit, sohilder, ook te Alkmaar woonachtig, moest daarna zjjne getuigenis afleggen. Due getuige is doofstom. Sohrifteljjk behandelde de President met dezen getuige het gebeurde. Hortend en stootend klinkt uit den mond van dezen getuige de eed, en dit is asndoenljjk te hooren. Ook hg getuigde dat beklaagde de M. Rolie heeft geslagen. Ook de laatste getuige, Johannes de Mank, een neef van beklaagde de M., kwam verklaren dat hjj de mis handeling gezien had. Hierna verkreeg de officier van J aatitie het woord tot het nemsn van zjjn requisitoir. S,jr. roemde de beslissing van de schuld van beklaagde moeieljjk en niet bewezen, zoodat deze zal moeten worde» vrggesprokei. Wat de drie andere beklaagden betreft, zjj bekennen en hun schuld staat vast. Allen waren dronken en hun daad is laakbaar. Z E A. eiachte voor de andere drie beklaagden ieder f 25 boete, subs. 14 dagen hechtenis, en vrjjspraak voor beklaagde de M. Overtreding van art. 184 W. v. S. en Overtreding van art. 19 der Gemeente verordening te Graft: Luit Sarbeider, Klaas S„ v leech er en Klaas D., arbeider, allen te Graft woonachtig, stonden daarna terecht. Zg hadden Mr. A. Prins als advocaat bjj de behandeling van hunne zaak. Art. 19 der Gemeenteverordening te Graft zegt, d-t het verboden is, om in het hoogheem raadschap, den Polder, in de sloot, eenden te laten zwem men. Hat was op 3 Juni, dat beklaagde Klaas S. zjjn eenden in die sloot liet zwemmen. Zjjn zoon Luit S de politie ziende komen, jaagde de eenden op naar de boerderjj van zjj a vader, deze tevens belemmerende in het opvangen van de eenden. President tot baklaagde: U wist toch wel dat uwe eenden daar niet mochten zwemmen. Wjj hebben nooit een aanzegging te dien aangaande gehad, zeiden beklaagden S. Beklaagde D. was eveneens ten laste gelegd dat hg de eenden had opgejaagd. Dit ontkende beklaagde, even als beklaagde K'ass 8. Deze laatste zei: mjjn zoon Luit heeft de eenden opgejaagd. Tegenover deze opgave ver klaarden de brigadier der rgksveJdwaoht Wiebe Djjkstra, Klaas S mders en Liendert Houtman, gemeenteveldwach ters, dat beklaagden alle drie de eenden hadden opge jaagd, daarom hebben zg hen geverbaliseerd. Bjj de behandeling van deze zaak bleek nadar, welke strekking art. 19 heelt. De te veld staande tuinvruchten worden door de eenden, die niet voldoende door de res pectievelijke eigenaars gevoed worden, vernield en vaak opgevreten. De Dijkgraaf Ebbo Dekema, als laatste getuige gehoord, gaf nadere inlichtingen omtrent den Eierlandsohen polder. De O. J. noemde deze zaak een juridische kwestie, maar vast staat, dat beklaagden de eenden hebben opge jaagd, en de politie hebben belemmerd. Zg wisten dat die verordenisg bestond, al ontkennen zjj dit. Het Bestuur van den Eierlandsohen Polder had de bevoegdheid, dit artikel vast te stellen, en met de uitvoering van deze verordeniag is de politie belast. Derhalve hadden de veldwachters h-t recht proc sverbaal op te maken. Een eind moet aan dergeljjke handelingen gemaakt. Waar zg zich aan art. 184 van ket Wetboek van Strafrecht hebben schuldig gemaakt, daar eisch'e Z E. A. tegen ieder een geldboete van f 8.bjj niet voldoening te vervangen door 8 dagen hechtenis. Mr. A. Prins, daarnn zjjne verdediging voerende, ving aan met te zeggen, dat het bewjji volledig is geleverO, echter bestreed pleiter dat op beklaagden art. 184 n'et toepasseljjk is. B eedvoerig hield pleiter zjjn betoog, en hg zette gedetailleerd uiteen de beteekenis van art. 184. Pleiter bestreed tevens, dat de politie niets te maken heelt met de verordeningen gemaakt door een polderbestuur. Hiervoor hebben zg de bevoegdheid niet. Op grond hier van zag pleiter met vertrouwen tegemoet, dat zjjne cliëatsn van alle rechtsvervolging zullen worden ontslasen. Dit pleidooi werd met aandacht door de Rechtbank gevolgd. Na re- en dupliek van don O. v. J. en den verdediger was deze zaak afgeloope» en werd pauze gehouden. Valiehe aangifte. Na de pauze werd door den deurwaarder het eerït uitgeroepen de zaak contra O. W., wonende te Alkmaar, Hjj was niet ter terechtzitting aanwezig. Een tjjd geleden maakten wjj melding van een diefsUl, gepleegd in da Stuartstraat 57, alhier. Dit was geschied in den nacht van 5 op 6 Juli, vermist was er circa f 60. Deze dief stal werd dien nacht gepleegd ten huize van beklaagde en deze stelde de politie den 6 Jali 's morgens met dezen diefstal in kenniB. D -or de politie werd terstond een onderzoek ingesteld. De inspecteur de Wilde ging naar de woning van beklaagde en zag hoe de linnenkast ver broken was. De agent Fellinga was met een nader onder zoek belast en op II Juli bekende beklaagde aan Fellinga, dat hjj zelf dien diefstal gepleegd had, omdat hjj schulden had te voldoen, waarvan zjjn vrouw niets bekend was, Z?lf had beklaagde nader volledig alles bekend. De O. v. J. achtte het wettig brwjjs geleverd. ReBumeerende eisohte Z.E A. 1 maand gevangenisstraf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1