No. 208.
Honderd en negende jaargang.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
1907.
bImFInIa n d.
Herhalingsonderwijs.
WOENSDAG
4 SEPTEMBER,
Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,86franco doo? bet geheele Kift f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Gents.
Teletoonauamtir 3,
Prijs der gewsite adverteatlBa
Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte»
Brieven franco aan de N.|Y. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h, HEKMs, ÜOBTESK ZOON Yoordam 8.
Wijziging der verordening,
regelende den rang, het ge
tal en de bezoldiging van de
ambtenaren bij den dienst
der gemeente-werken
Rechtzaken.
ALXMAARSGHE COURANT
BURGEMEESTER es WETHOUDERS ns Alkmaar
brengen ter k-nnis vi-» belanghnhbinden, dat bet boven
bede' e onderwijs zj! voor d" jongens
op F2»«nd*g O September *.s., des namiddags 6
nnr, n de 5i Gm<»eBtr?ohool aan de Nienwesloot e*
▼oor de me5s|»;s op Woens.lag 11 September
d. h v., d?s namiddags 2 uur, ia de Barg-rschool aan
de B' llesteeg.
Burgemeester en W-thondsrs voornoemd,
A'kmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
30 Aig. 1907. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS Tan Alkmaar
bre'fon ter algemeene kennis, dat in het Gemeenteblad
Tan Alkmaar No. 235 is opgenomen het beeluit Tan den
raad dier gemeente Tan 28 Augustus 1.1.waarbjj is vast
gesteld eens
Welke verordening, beien afgekondigd, gedurende duo
maarden Toor een ieder ter leting is aedergelegd ter
gemeente-secretarie en aldaar tegen betaling Tan f 0,05
in afdruk is verkrijgbaar gesteld:
Bargemsester en Watkondeis voornoem!,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter,
4 S'pt. 1907. DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 4 September.
Wanneer men als schrijver van dagelijksche
overzichten na een lange vacautie waarin h t
lezen van couranten even sporadisch voorkwam als
het genieten van zonnige zomerdagen zich op de
hoogte stelt van de buitenlandscho politieke ge
beurtenissen in dien tijd, dan komt men tot de
slotsom, dat, om eens een versleten beeld van den
Duitschen Keizer te gebruiken, de politiek gestaan
heeft in het teeken van Marokko. En dat zal nog
wel eenigen tijd het geval bljjven. Het is altijd
wel te voorzien geweest, dat de Marokkaansche
kwestie terecht het onaangenaamste deel van de
nalatenschap der vorige eeuw genoemd niet
finaal zou eindigen in Alg'ciras. In het kleine
Spaansche stadje moge de spanning, welke er
destijds in Europa heerschte, zijn weggenomen
het laatste woord was er over de oorzaak daarvan
niet gesproken. De bedreigde vrede was versterkt,
zeker, maar zoolang de Sultan er niet in slaagde
de oproermakers in zijn rijk ten onder te brengen,
zoolang de onlusten niet een einde namen, zóólang
zou de Marokkaansche kwestie een gevaar blijven.
Was Abdel-Azis inderdaad heer en meester in
zijn rijk geworden, dan zou de zaak er vreemd
uitzien.
Frankrijk heeft steeds de bedoeling gehad dit
sultanaat te annexeeren en minister Delcassé schroom
de daarvoor zells niet den oorlogMarokko heeft
een toekomstwaarde, het is ten deele een rijk laad,
het is een uitgestrekt gebied, dien tengevolge een
mooie afzetmarkt, en vooral het is zoo gunstig
gelegen aan de Middellandsche zeë. Toen het
annexatieplan voorloopig vun de baan moest worden
geschoven, begon men met het „vredelievend door
dringen." En tenslotte heeft Frankrijk zich te
vreden moeten stellen met de gedeeltelijke waar
neming van de voogdijschap over Marokko. Valt
er echter niets te bevoogden, dan is de invloed van
Frankrijk daar nihil. Zoodra Marokko zich evenwel
een onwillige of een onhandelbare pup 1 toont, dan
staat de Fransche stok bij de deur en dan is er
gelegenheid den Franschen invloed te doen stijgen.
Hoe meer moorden op blanken, hoe meer sultans,
hoe meer buitensporigheden, hoe aangenamer dit
voor de Franschen moet zijn, die er prijs op stellen
dat Marokko onder den Franschen voet komt.
Er lijkt ons inderdaad veel te zeggen voor de
opvatting, dat Frankrijk tot het bombardement van
Casablanca is overgegaan, om een bloedigen tegen
stand in het leven te roepen. En voor de juistheid
van de veronderstelling, dat er kozakken-politiek
„gemaakt" wordt, pleit het bericht, dat Frankrijk
zal overgaan tot het bezetten van andere haven
plaatsen, zooals Rabat, Araïscb, Saffi, Masagan. Die
haven i zijn voor het binnenland even onontbeerlijk
als de kieuwen voor een visch. Maar met de be
zetting is, zooals het in de beschavingstaal heet,
Marokko nog niet gepacificeerd. Het sultanaat is
te uitgestrekt voor scheepskanonnen, en de artillerie,
aldus verzekeren ons deskundigen, zal in een deel
van het gebied goed werk kunnen doen, maar veel zal
zij niet kuunen tot stand brengen, daar hef terrein
groot andeels voor haar ontoegankelijk is. Boven
dien zijn de najaarsstormen in aantocht, die de oorlogs
schepen zullen noodzaken, hun ankerplaatsen te
verlaten.
Mag men een Parijsch blad gelooven, dan moet
de Fransche regeering aan den bevelvoerenden
generaal Drude lastgegeven hebben, thans aanval
lend op te treden. Uit het bovenstaande blijkt,
dat zijn taak niet gemakkelijk is. De regeering
gaat wel is waar door met het zenden van verster
kingen naar M irokko zoowel uit Algiers al* uit
het moederland zei; maar daar tegenover staat,
dat de vijand steeds eendrachtiger, steeds sterker,
steeds fanatieker wordt. De stammen zinnen op
wraak. Eu hot staat vast, dat de Fransche regeering
met hen heel wat moer last zal hebben dan indertijd
met de mannen van Abdel Kader in Algiers.
Frankrijk heeft vrijwillig den last op zich genomen
of het de gevolgen daarvan kan dragen, en ot
de voordeelen zullen opwegen tegen de kosten en
de gevaren, is nog een open vraag.
Kevue voor de Hoaisgfn en den Prins.
Do Krningig en Pans H-tdrik vertrokken gistermorgen
Tas hat paleis het Loo in ees la danm «nfc bespannen
la-.dauer mat jockeys ea voorrjjd« naar da revue, welk
door Z'jtphmroha en Deventer eivalsrie onder Beekbergen
gehoodtn werd. Da Pms was gekleed i» gennraalsuni-
form. Het gevolg bestond uit 2 hofdames, de adjudant ven
da Koningin en generaal Damo&ceau, ohef vaa hst M li-
taire Huis.
Ni aankomst op het terrein onder Beekbergen w.ar
de manoeuvres gebonden warden steeg Prins Hondrik te
paard, terwjjl H. M. uit haar rjjiuig de troepen van het
le, 8o es 4e regiment huzaren inspecteerden, dia daartoe
driemaal voorbjj de Koninkljjke famili - defieerden.
De officier-in en hoofdofficieren vormden een carré en
warde» na hun défilé door H. M. mat aeaige woorden
toegesproken.
Da militaire muziek speelde intustchen ket »Wilbelmns«,
hetgeen door H M. staande word aangehoord. Met een
»hoog op de Koningin, door de officieren aangeheven,
eindigde dit militaire sohouwspïl. Ta 12.45 keerde de
hofstoet op het paleis Hst Loo terug.
De mtenfgde zltflag.
Men verneemt, dat H. M, de Koningin welwillend
heeft goedgevonden de vereenigda zitting der Siaten-
Generaal op 17 September te openen in de vergaderzaal
van de Tweede K unsr, tas einde aan de Vredesconferentie
nog de beschikking te kunnen laten over de Grafelijke
Zsal, zooals die thaae voor hare vergaderingen is inge
richt en waarit te veel veranderd es verplaatst zou
moeten worlen om voor de openingsplechtigheid te kunnen
dienen.
De Bond nn Vr|Je Liberalen.
Naar wjj vernomen, zal op Vrjjdag 14 Ssptembsr a.s.
te Utrecht een algemeese vergadering van den Bond van
Vrjje L'beralen plaats hebben, ter verdere vaststelling
van het program van beginselen. NCt.)
De katholieke sociale week.
Gistermorgen sprak de heer Th. van der Marck, pr.,
over het onderwerp het landbouwvraagstuk in verband
met de sociale kwestie.
Allereerst behandelde spreker de oorzaken der agra
rische kwestie, die volgens hem vooral te zoeken zjjn
in de omwentelingen op economisch en staatkundig
gebied. Door een reeks van gunstige jaren is de toestand
der ^landbouwers wel verbeterd, maar verschillende ver
schijnselen, waaronder de afname van het aantal eigen-
geërfde boeren het voornaamste is, wijzen op een voort
duren van de landbouwcrisis. De oorzaken van deze
kunnen slechts weggenomen worden of althans zooveel
mogeljjk onschadelijk gemaakt worden door de Christe
lijke hervorming der maatschappij en door de hulp van
den Staat, waar het particulier initiatief te kort schiet.
Door de vaststelling van de begrippen van rechtvaar
digheid en der bescherming biedt de Kerk de hechtste
waarborgen voor het verkrijgen van een welvarenden
andbouwtoestandi
Da toepassing van de socialistische beginselen zou
voor den landbouwenden toestand nog noodlottiger zjjn
dan voor de andere standen.
De Staat heeft de bronnen van de nationale welvaart,
landbouw, industrie en handel, gel|jkel|jk te beschermen.
Wanneer landbouw en veeteelt geen voldoende bestaan
opleveren voor den oppassenden en kundigen landbouwer,
heeft de Staat den plicht maatregelen te nemen om
hierin verandering te brengen, en dient door wetgeving,
voor zoover dit noodig en mogelijk is, te verplichten
tot hetgeen de rechtvaardigheid vordert in de verhouding
tusschen pachtheer en pachter, tusschen landbouwer en
boerenarbeider.
Om twee uur begon prof. J. D. J. Aengenent, pr.,
zjjn rede overde Staat als factor bjj de oplossing der
sociale kwestie. Spreker zeide achtereenvolgens deze
punten te zuilen ontwikkelen: Wezen en doel van den
Staathet gezag in den Staathet Staatsgezag en de
sociale kwestie. Do Staat behoort niet tot de zooge
naamde vrjje maatschappijen, maar is een door God
gewil.e en dus noodzakelijke maatschappij. Hieruit volgt,
dat ook het doei van den Staat door God is gewild en
vastgesteld. Dit doel kan met één woord worden ge
noemd het algemeen welzjjndoch het omvat een
dubbele taak, het beschermen van rechten en het steunen
van particulier initiatief.
anonaBRHHi
Schade, veroorzaakt b|| manoeuvres.
1* de Tel lezen wij
Dat onze militaire manoeuvres niet een beeld ople
veren van het eigenlijke gevecht, maar enn caricatuur
ervan, ligt voor een groet deel aan de omstandigheid,
dat de aan oerdern, tengevolge van den vredestoestand,
gedwongen werden om te doen, precies zooals men
in 't werkeljjke gevecht niet zou doen. Bij den aanval
op een vijandelijke stelling bijv. zal iedereen in w e r
kelijkheid trachten die stelling zoo dicht mogelijk
te naderen door de bossehen nn het bedekte terrein.
In vredestijd echter doet men dien aanval, geheel
averechts, juist over het open terrein, met volkomes
vermijding van de bossehen en buitenplaatsen,
waardoor men in werkelijkheid zou trachten veeruit
te kernen. Laatstbedealde terreinen zijn steeds privaat
eigendom, ja, dikwijls is zelfs 't duinterrnis veer mili
taire oefeningen verbeden, emdat de eigenaar (het rijk
zelf neg well) ep die terreinen da jacht heeft verpacht.
Men tracht telkens vóór da manoeuvre?, mot de
eigenaars of pachters van terrainen tot ovoroonstemming
te komon voor 't betreden van privaat terrun, maar
slechts zolden slaagt men in voldoende mate daarbij
op zoodanige wijze, dat een aenigszini uitgestrekt veld,
met inbegrip van alle daarop voerkemende bosochea,
tuinen, buitenplaatsen an velden betreden mag werden.
Yer wringing van den taotischen toestand, en hat „ver
onderstellen" van allerlei onwaarschijnlijkheden is dan
telkens het gevolg, en al menig aanvoerder heeft we
gens „slechte maatregelen" zijn toekomst zien ver
woesten, terwijl tengevolge van den bovengesohetsten
verwrongen sckjjnteestamd, rationeele maatregelen een
voudig verbeden waren.
Men is natuurlijk bereid, em de schade, aan particulier
eigendom toegebracht, volledig te vergoeden, maar
zelfs met dit voorbehoud, sijs vele eigenaars en pach
ters eenvoudig onwillig em hun terrein te laten be
treden
Voor de gewilligen is eek dit jaar weer een com
missie benoemd, em do schade, die bij de manoeuvres
c. q. wordt aangericht, op te nemen, en om de wegens
die schade uit te keeren vergeedingen te bepalen
Een instruotie voer die commissie, natuurlijk
van 10 breedsprakige artikelen en een bijlage, is ver
sobenen in het „Reeueil MRitaire", en geeft ens den
indruk van geheel het tegenovergestelde te zullen be
reiken van wat met den maatregal werdt beoogd.
Tenminste als het deel is, dat de troepen zooveel
mogelijk het werkelijke gevecht znllen navolgen, dus
met betreding eek van privaat eigendom, werdt dio
bedeeling al dadelijk ten zeerste tegengewerkt doer
den nadruk, die in art. 4 er op wordt gelegd, em te
zorgen, dit zee min mogelijk schade werdt aan
gericht. Overal zal zij hare waarschuwende, verbie
dende tegenwoordigheid doen gevoelen, zoodra maar
een der leden in zijn ijver om zich nuttig te maken,
subjectief van gevoelen is. dat de schade zonder den
goeden gang der oefening te benadeelen, vermeden kan
worden.
Men mees? dit laatste aan 't gezond verstand van
onze hoofdofficieren kunnen overlaten.
Wil men van onze kostbare najaarsmanoeuvres inder
daad het nut trekken dat men in andere landen er van
heeft, dnn moet allereerst een wet tot stand komen,
die het betreden van particulier terrein (tegen schade
vergoeding natuurlijk) voor militaire oefeningen regelt.
Zeoals nu blijft hot, zeoals we al in den aanhef
opmerkten, steeds een caricatuur op de werkelijkheid,
en stichten zij onnoemelijk veel kwaad.
Arrondlnsewsents-Bechtbank te Alkaaar.
Zitting van Dintdag 3 September.
Mishandeling.
Cornelia K., arbeider en wissel wachter, te Blokker
woonachtig, die heden het eerst terecht moest staan, was
niet tir terechtzitting aanwezig, loodat zjja zaak bjj
verstek in behandeliog werd genomen. Deze beklaagde
had in den nacht van 28 op 29 Jali tijdens de kermis
te Wsstwoud des arbeiders Reindert Davidzon, wonende
aldaar, mat een biij rrtqieue geslagen, zoodat Davidzon
hierdoor bloedend werd verwond. Ds aanleiding tot deze
mishandeling was een oneenigheid over het biljarten,
tusschen beklaagde en D.vidzon.
Davidzon vrO'g alvorens zjjn getuigenis af te leggen,
vergoeding van onkosten, die hg gehad heeft, om den
dokter te voldoen. Da President liet getuige domicilie
kiezen ter griffii.
De President vroeg getuige hoeveel schadevergoeding
hg verlangde.
Getuige antwoordde f 9.50, ijjnde de betaalde rekening
van den dokter, die getuige de rechtbank overlegde en
voor verzuim.
Da O. v. J. achtte rechtens bewezen hetgern beklaagde
was ten laste gelegd, en eisohte tegen hem voor deze
arishandeling zjjn veroordeeling tot f 12 boete, subsidiair
7 dagen hechtenis.
Mishandeling.
Arie K., reiziger, W ilbolm Friedrich F.schoenmaker,
Paulas Antenius de M scheeemaker, en Dirk F., kleer
maker, allen te Alkmaar woonachtig, meest daarna
plaats nemen op de bank der beschuldigden. Deze
beklaagden hadden zich te verantwoorden, omdat zij
te zamen in vereeniging in den naeht van 16 op 17
Juli Wijnam Relie, koffiehuisbadiende eveneens te Alk
maar, op het Ritsevoort slagen hadden toegebracht en
1 ter ia bet Konnemerpark nogmaals hadden mishandeld.
Zooals Rolie als allen bsklaagdon, verkeordon dion
nacht eenigszins onder den invloed van sterkon drank,
en er was reeds een kleinn woordenwisseling in de
herberg vooraf gegaan.
Behalve beklaagde de M., dio ontkende Relie mis
handeld te hebben, bekenden alle drie beklaagden dat
zij Rolie mishandeld hebben.
5 Gatuigea waren in hun zaak gedagvaard, waaronder
ook Jia Hoogland, te Alkmaar woonachtig. Daar deze
getuige niet ter terechtzitting was verschenen, vroeg de
O. v. J. de Rvohtbank aanteekeumg hiervan te do-E op
het audiëatieblad.
gevolgen zullen |voor dezen getuige derhalve niet
nitblgven.
Rolie als eerste getuige gehoord, deelde gedetailleerd
mede, wat er dien nacht was voorgevallen. Getuide is
van alle zjjde aangevallen en de slagen die hem zjja toe
gebracht, kwamen allen nog al hardhandig aan. Ik
bloedde verschrikkelijk, getu gde Rolie, Daarna verklaar
den bekhagdes, dat Rrlie ken had uitgedaagd. Dit ont
kende Rolie.
I «tusschen is getuige Hoogland het gerechtsgebouw
binnengekomen.
Willem Johannes S oop, barbier te Alkmaar, als ge
tuige daarna gehoord, die de mishandeling gezien had,
verklaarde dat beklaagde de M. wel degelijk Rolie heeft
geslagen. De M. bleef echter pertinent volhouden, dat hg
Rolie niets heeft gedaan.
Daarna werd getuige Hoogland gehoord. Tot dezen
getnïge zei de president, dat hg volgens de waarheid
moest verklaren, op grond dat hg eerst als medebeklaagde
was verdacht. Gstulge vertelde volledig hoe de zaak zich
heeft toegedragen. Dat de M. geslagen heeft, kon getuige
niet verklaren.
Willem Frederik Kuit, sohilder, ook te Alkmaar
woonachtig, moest daarna zjjne getuigenis afleggen. Due
getuige is doofstom. Sohrifteljjk behandelde de President
met dezen getuige het gebeurde. Hortend en stootend
klinkt uit den mond van dezen getuige de eed, en dit
is asndoenljjk te hooren. Ook hg getuigde dat beklaagde
de M. Rolie heeft geslagen.
Ook de laatste getuige, Johannes de Mank, een neef
van beklaagde de M., kwam verklaren dat hjj de mis
handeling gezien had.
Hierna verkreeg de officier van J aatitie het woord tot
het nemsn van zjjn requisitoir. S,jr. roemde de beslissing
van de schuld van beklaagde moeieljjk en niet bewezen,
zoodat deze zal moeten worde» vrggesprokei. Wat de
drie andere beklaagden betreft, zjj bekennen en hun
schuld staat vast. Allen waren dronken en hun daad is
laakbaar. Z E A. eiachte voor de andere drie beklaagden
ieder f 25 boete, subs. 14 dagen hechtenis, en vrjjspraak
voor beklaagde de M.
Overtreding van art. 184 W. v. S.
en
Overtreding van art. 19 der Gemeente
verordening te Graft:
Luit Sarbeider, Klaas S„ v leech er en Klaas D.,
arbeider, allen te Graft woonachtig, stonden daarna terecht.
Zg hadden Mr. A. Prins als advocaat bjj de behandeling
van hunne zaak. Art. 19 der Gemeenteverordening te
Graft zegt, d-t het verboden is, om in het hoogheem
raadschap, den Polder, in de sloot, eenden te laten zwem
men. Hat was op 3 Juni, dat beklaagde Klaas S. zjjn
eenden in die sloot liet zwemmen. Zjjn zoon Luit S
de politie ziende komen, jaagde de eenden op naar de
boerderjj van zjj a vader, deze tevens belemmerende in
het opvangen van de eenden.
President tot baklaagde: U wist toch wel dat uwe
eenden daar niet mochten zwemmen.
Wjj hebben nooit een aanzegging te dien aangaande
gehad, zeiden beklaagden S.
Beklaagde D. was eveneens ten laste gelegd dat hg
de eenden had opgejaagd. Dit ontkende beklaagde, even
als beklaagde K'ass 8. Deze laatste zei: mjjn zoon Luit
heeft de eenden opgejaagd. Tegenover deze opgave ver
klaarden de brigadier der rgksveJdwaoht Wiebe Djjkstra,
Klaas S mders en Liendert Houtman, gemeenteveldwach
ters, dat beklaagden alle drie de eenden hadden opge
jaagd, daarom hebben zg hen geverbaliseerd.
Bjj de behandeling van deze zaak bleek nadar, welke
strekking art. 19 heelt. De te veld staande tuinvruchten
worden door de eenden, die niet voldoende door de res
pectievelijke eigenaars gevoed worden, vernield en vaak
opgevreten.
De Dijkgraaf Ebbo Dekema, als laatste getuige gehoord,
gaf nadere inlichtingen omtrent den Eierlandsohen polder.
De O. J. noemde deze zaak een juridische kwestie,
maar vast staat, dat beklaagden de eenden hebben opge
jaagd, en de politie hebben belemmerd. Zg wisten dat
die verordenisg bestond, al ontkennen zjj dit. Het Bestuur
van den Eierlandsohen Polder had de bevoegdheid, dit
artikel vast te stellen, en met de uitvoering van deze
verordeniag is de politie belast. Derhalve hadden de
veldwachters h-t recht proc sverbaal op te maken. Een
eind moet aan dergeljjke handelingen gemaakt. Waar zg
zich aan art. 184 van ket Wetboek van Strafrecht hebben
schuldig gemaakt, daar eisch'e Z E. A. tegen ieder een
geldboete van f 8.bjj niet voldoening te vervangen
door 8 dagen hechtenis.
Mr. A. Prins, daarnn zjjne verdediging voerende, ving
aan met te zeggen, dat het bewjji volledig is geleverO,
echter bestreed pleiter dat op beklaagden art. 184 n'et
toepasseljjk is. B eedvoerig hield pleiter zjjn betoog, en
hg zette gedetailleerd uiteen de beteekenis van art. 184.
Pleiter bestreed tevens, dat de politie niets te maken heelt
met de verordeningen gemaakt door een polderbestuur.
Hiervoor hebben zg de bevoegdheid niet. Op grond hier
van zag pleiter met vertrouwen tegemoet, dat zjjne
cliëatsn van alle rechtsvervolging zullen worden ontslasen.
Dit pleidooi werd met aandacht door de Rechtbank gevolgd.
Na re- en dupliek van don O. v. J. en den verdediger
was deze zaak afgeloope» en werd pauze gehouden.
Valiehe aangifte.
Na de pauze werd door den deurwaarder het eerït
uitgeroepen de zaak contra O. W., wonende te Alkmaar,
Hjj was niet ter terechtzitting aanwezig. Een tjjd geleden
maakten wjj melding van een diefsUl, gepleegd in da
Stuartstraat 57, alhier. Dit was geschied in den nacht
van 5 op 6 Juli, vermist was er circa f 60. Deze dief
stal werd dien nacht gepleegd ten huize van beklaagde
en deze stelde de politie den 6 Jali 's morgens met dezen
diefstal in kenniB. D -or de politie werd terstond een
onderzoek ingesteld. De inspecteur de Wilde ging naar
de woning van beklaagde en zag hoe de linnenkast ver
broken was. De agent Fellinga was met een nader onder
zoek belast en op II Juli bekende beklaagde aan Fellinga,
dat hjj zelf dien diefstal gepleegd had, omdat hjj schulden
had te voldoen, waarvan zjjn vrouw niets bekend was,
Z?lf had beklaagde nader volledig alles bekend. De
O. v. J. achtte het wettig brwjjs geleverd.
ReBumeerende eisohte Z.E A. 1 maand gevangenisstraf