No. 220. Honderd en negende jaargang. 1907. DAGBLAD VOOB. ALKMAAR EN OMSTREKEN. l)e Kleine Kameraad. WOENSDAG Prijs der gewsne adverteatifin 18 SEPTEMBER SCHEI DSGERECHT. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheeïe Rijk f b~~ Afzonderlijke nummers 3 Cents Telefoonnummer Per regel f 0,10e Bij groote contracten rabat. Groote Letters naar plaatsruimte» Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs, COSTEK ZOONYoordam O 9. Gemeente-werklieden. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Alkmaar brengen ter kennis tb* belanghebbenden, dat het scheidsgereoht, bedoeld in de art. 24—26 -:an de ▼erordening, regelende de recbtspsitie Tan de werklieden in dienst der gemeente Alkmaar (Gemeenteblad No. 200) als volgt is samengesteld Voorzitter: de heer O. BOSMAN plaatsvervangend voorzitterde heer Mr. W. STAP. Leden: de haorea A. A. J. BOSCH, J. VAN DER VEEN, J. A. B. FENIJN en H. BRUIN, plaatsvervangende leden: de beeren W. H. J. HELLING, N. J. VAN VUURE, O.L. BEIJNEVELD en J. M. JANSEN. Burgemeester en Wethouders Toornoemd. Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. lr Sept. 1907. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 18 September. Ia Essen daagt het congres der Duitsche sociaal democraten. Men zou zoo zeggen, dat de „roode heeren", zooals zij ginder nog al eens worden ge noemd, den vijand in zijn hol hebben opgezocht. E*mn toch is de zetel van het groot-kapitaal en de g t-industrie en dit zijn de vijanden van de sociaal- d ocratische partij en tegelijkertijd tevens hare hi pers! Het is de stad van Krupp, welke firma al in een kleine vijftig duizend werklieden in dienst h rt. Het stemt niet sociaal-democratisch in d i Rijksdag wordt bet door een centrum-afgevaar- di ie vertegenwoordigd. "Wanneer de Nederlandsche si ial-demooratische partij haar congres in Maas- ti ';t ging houden, zou dat dus vrijwel gelijk staan m wat haar Duitsche moeder thans doet. Er is dan ook beweerd, dat de „sozi's" deze woning van da industrie in brand wilden steken, maar deze bewering is eergisteren tegen gesproken door den voorzitter, den bekenden heer Singer, die verklaarde dat men daaraan in het geheel niet dacht: men wilde die woning immers zelf betrekken, haar dus veroveren en bewoonbaar maken Het jaarverslag, dat werd uitgebracht, bevatte enkele wetenswaardige gegevens. Het aantal aan geslotenen bij deze partij bedraagt 533.760, dat is 16,4 procent van de bij de Rijksdag verkiezingen op 25 Januari uitgebrachte stemmen. Oppervlakkig lijkt dit heel weinig. Maar wanneer men deze ver houding eens vergelijkt met de cijfers in ons land, dan kan men niet anders zeggen, dan dat deze organi satie ginder niet slecht is. Vooral niet, als men in aan merking neemt, dat voor de sociaal-democratie in Duitschland de levensvoorwaarden niet gunstig zijn. Van de wijze, waarop bijv. de overheid haar groei gaat stuiten, deelt het verslag enkele bjjzonderheden mede. De ledenlijsten moeten bjj de politie worden inge diend, en nu heeft in Brunswijk de politie die lijst ter inzage gegeven aan het bestuur van de land- weeryereeniging,j in Stade heeft zij de namen der leden aan de „Kriegerverein" bekend gemaakt en in Greiz inlichtingen aan een courant verschaft. Het is geen wonder, dat onder zulke omstandigheden personen, die zich in hun bestaan bedreig i gevoelen, indien hun sociaal-democratische overtuiging bekend wordt, zich niet gauw aansluiten. Men kan de Ds roMMtlsche av«*tarea op ee* watonobleltocht. Vervolg vaa DE KRANIGE CHAUFFEUR. 67) Zoodra Fiaois weer was opgeladen gingen wij verder, dicht bjj elkaar blijvend om elkander niet kwjjt te raken in den mist, die veel had van een wolk van sxeeuw. De Jongen en ik liepen eerst vooraan, ik zwijgend uit vrees anders te zulten lachen en hij eveneens zwijgend waarschijnlijk ons niet in huilen uit te barsten. De koude damp werd al dichter ea d chter, zoodat we op twaalf pas afstands niets maer csa ons heen konden zien. De zilveren rijm bedekte steenklompen en rotsblokken, zoodat het onmogelijk was langer de roode plekken op te merken die den weg aanwezen. Spoedig waren we hopeloos verdwaald, nu eens neerdalend in met gras begroeide kommen, waar onze voeten uitgleden tusschen ruwe steeaen, in modderige spleten verborgen onder een bedriegeljjk wit vliesje, dan weer voortzwoagend naar heuveltjes die, als we eindelijk met veel moeite den top hadden bereikt, slechts geisoleerde kleine hoogten bleken die oss niets verder brachten. Langzamerhand leerde ik begrijpen wat eeu man moet gevoelen die in een tredmolen loopt, en een zekeren angst bekroop mjj terwille van den Jongen, diers ik ondanks den dapperen geest, welke hem bezielde, in zijn eigenaardig costuu» meer en meer voorover zag loepen. Mjjn vertrouwen in mjjn veel geroemde bekwaamheid als padvinder verliezend, riep ik Joseph te hulp en verzocht hem de leiding op zich te semen Mq in den mist eensklaps naar hem omkeerend zag ik hoe hjj als ee» barmhartige Samaritaan onge twijfeld slechts gedreven door zuiver menschlievende houding van de Duitsche overheid slechts afkeuren. De bestrijding van de sociaal-democratie vinde slechts plaats op principiëele gronden, niet met dergelijke oneerlijke middelen. Weinig wordt er in het verslag gezegd van den afloop der Rijksdagverkiezingen. In dit opzicht vormt Essen wel een heel groote tegenstelling met Dresden, waar het congres werd gehouden na de verkiezingen van 1903. In Dresden jubelde men het aantal sociaal-democraten in den Rijksdag was immers gestegen van 56 tot 81. In Essen zal men niet over den uitslag jubelen het aantal sociaal democraten in den Rijksdag is dit jaar tot 44 terugge bracht. En terwijl vóór Dresden de partij plotseling een „drie millioenen-partij was geworden, is vóór Essen de partij wel in stemmenaantal toegenomen, maar wanneer men rekening houdt met de uitbreiding van het kiezerskorps en de opkomst aan de stem bus, feitelijk achteruit gegaan. Er zal dan ook thans in Essen wel besloten worden een andere tactiek te volgen. En wie weet wat we dan nog zien gebeuren Het is eenvoudig weg bijna ondenkbaar, dat in Duitschland de sociaal democratische partij zooals in Frankrijk zal behooren tot de regeeringspartijen. Maar toch achten we de mogelijkheid geenszins buitengeslotendat de sociaal-democraten en de liberalen die tegenwoordig verbazend veel mop peren over den gang van zaken, en meer en meer tot de overtuiging komen, dat de heer von Bülow hen met een kluitje in het riet gestuurd heeft samen zullen gaan. Zoo bijv. inzake de groote vraagpuntenvrijheid van vereeniging en vergadering, en algemeen, direct en geheim kiesrecht in Pruisen. Er is nog een ander punt op de agenda, dat belangrijk mag worden genoemd, nl. het alcohol vraagstuk. Al zijn er onder de sociaal-democraten vele ijverige alcoholbestrijders, de partij als zoodanig heeft zichvoor zoover ons bekend ismet dit vraagstuk nog niet veel bemoeid. In ons land is er bijv. na het Congres van Arnhemwaarop in 1897 een motie van sympathie met de drankbe strijding werd aangenomen, nog niet over dit punt gesproken. Een absolute bestrijding, door van ieder „partijgenoot" te eischen dat hij geheel-onthouder is, is met name in Duitschland, geheel uitgesloten. Men moet (in tegenstelling met de gewone uitdruk king) wijn in het water doen. Men moet het, bij wijze van sprekeneen roode tint geven. Maar wanneer men een massale beweging tegen alcohol misbruik op touw zetwanneer men het alcohol gevaar weet te temperen, dan zal het aanzien der partij er op winnen. Vandaar dat vele sociaal democraten, ook huiten Duitschland met belangstelling de beslissing afwachten, welke er ten dezen aanzien in Essen zal worden genomen. Rechtzaken, ArronillgseMenti-Reohtbuk te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 17 September. Diefstal. Dirk K., ee* visscher te Wervershoof. was heden de eerste bsklaagde. Hij stood terecht, omdat hjj op ee* Zondagavond i* de maand Jnli, kousen, handdoeken, een borstrok en handschoenen had ontTreamd ten nadeele van gevoelens eea vaa Innocentina's handen ia de zjjae warmde. Ik wist zoo goed den schjjn aan te nemen of ik niets gezien had dat de brave Joseph er door bedrogen werd, maar Iunocentina was te slim. Zjj schudde het hoofd en haar armen in haar cape vouwend als ware het ding een toga en zjj een Romeinsch senator onrecht vaardig beschuldigd van verraad, verzekerde ze mjj dat ze juist had willen vragen of haar jonge monsieur Fanny wilde bestjjgen, daar hjj zeker wel doodeljjk vermoeid zou zjjn. Da Jongen echter op dit oogaabUk bjj ons komend, ontkende bizonder moe te wezen en bewaarde te zullen bevriezen als hjj reed. Daarenboven, voogde hjj er bjj, zou hei wreed zjj» Fanny's last nog te verzwaren in den treurigea staat waarin zjj zich nu bevond. Het zag er hard naar uit dat hjj haar zou moeten dragen en wanneer ze voortging te krimpen zooals ze nu deed, zouden wjj haar gauw in een van onze zakken kunnen steken. Joseph op de eereplaats geroepen ging langzaam vooraan en ót Fanny en Souris verkozen Finois te volgen, óf Innocentina kon zelfs onder deze ongelukkige omstandigheden niet nalaten haar bekeeriagswark voort te zetten, ia ieder geval bevonden de Jongen en ik ons bjj na direct in de achterhoede, van ons gezelschap niets meer ziende dan een grjjs staart-kwastje trillend bovaa een bewegende schaduw van kleine pooten, aauweljjks dikker dan een tandenstoker. De Jongen nog steeds zwjjgond en uit zjjn humeur naast mjj gaande, verbrak nu plotssling door een korten, onderdrukten lach de stilte, die al even ver killend werkte als het weer. Wat is er?« vroeg ik, dadeljjk vol vreugd mjj ver warmend aas dezen straal van geestelijken zonneschijn •Ik dacht er over dat Innocentina als zjj Joseph van ketter jj wil bekeerea, hem vandaag maar niet bedreigen rcoet met het eeuwige vuur. Het vooruitzicht is al te aaalokkeljjk, Ik heb nog nooit iemand zoo benjjd als mjjn naamgenoot den heiligen L&urentius op zjjn rooster. Hat zou bapaald heerljjk zjj» om te braden.* Misschien was de rooster voor ham wat mjjn sjam- berloek is voor jou,* zei ik. alk begin er mee verzoend te geraken* Daarom juffrouw Sohouten, cveaeons te Wervershoof woonachtig. Ds eerste getuige in xjjn zaak, Jacobus Dekker, een arbeider te Wervershoof, getuigde als volgt: Op dien Zondagavond was hjj met beklaagde in de herberg van Oostemejjar geweest. Huiswaarts keerende, verwijderde beklaagde zich even, voorgevende, dat hjj even een bood schap moest doen. Toen beklaagde, die intusschen het erf van Koopman was opgegaan, terugkwam, had bjj ver schillende kleedingBtukken over den arm. Dekker vroeg hem, hoe hjj daaraan kwam, en beklaagde antwoordde: die heb ik gevonden. Tnans ter tereohtzitting dieohte beklaagde een geljjk verhaal op. Die kleeren lagen voor het hek, vertelde bjj, en hjj had ze medegenomen, omdat hjj bang was, dat een ander ze te water zou werpen. Maar waarom, vroeg de President, heeft u dan die kleeren niet bjj de politie gedeponeerd Denkt u nu dat de Rechtbank uw verhaal aannemeljjk achtf Bsklaagde bleef het antwoord hierop schuldig. Juffrouw Sohouten getuigde daarna, dat zjj die kleeding- stukken vermiste. Haar erf grenst aan het erf van Koopman. Beklaagde is dus volgens haar over het erf van Koop man gaande op haar erf gekomen, en heeft al die kle dingstukken medegenomen; Zjj vertelde tevens nog, dat zjj al die kleedingstukken Zaterdagavond, nadat zjj ze eerst had uitgewassohsn, aan een ljjn had opgehangen. Zondagavond waren zjj toen verdwenen. Bsklaagde hield vol dat hjj ze niet van die ljjn had afgenomen. Was er veel wind, vroeg de Officier van Justitie aai getuige Sohouten, zoodat de mogeljjkheid bestoid dat die kleeren van de ljjn zjjn afgewaaid Gstuige antwoordde hierop, dat het stil wsder was. In zjja requisitoir achtte de O. v. J. het ten laste gelegde wettig en overtuigend bawezen. Z. E. A. hechtte niet ds minsts waarde aan de opgave van beklaagde. Vast staat dat hjj den diefstal gepleegd heeft. Beklaagde is al meer veroordeeld en resumesrende eischte Z. E. A. 6 weken gevangenisstraf. Kinderwettenzaak. Da deuren dar Rechtszaal werden daarna gesloten, omdat de zaak van Johannes D,, ee* 17-jarige* koopman te Alkmaar, in behandeling genomen werd, daar met hst oog op zjjn leeftjjd, zjjn zaak onder de Kinderwetten viel. Mr, W. Stap was bekl. als verdediger toegevoegd. H o o g e r b e r o e p z a a k Kantongerecht te Alkmaar. Op 12 Jnli had voor 't kantongerecht terecht gestaan Abraham van B., commissionair en tevens vice-voorzitter vau den Nederlandsehen Heag'laarsbond, te Amsterdam woonachtig, omdat hjj in de maand Juli in den machine- tooht te Akersloot had gevischt, waarvoor de veldwachter Jan Püstumss hem verbaliseerde. Bij vonnis van 19 Juli was beklaagds veroordeeld, overeenkomstig den eiach van het O. M. bjj het kantongerecht, tot f 1 boete, subsidiair 1 dag hechtenis en van dit vonnis was beklaagde in hooger beroep gekomen bjj de Rechtbank. Mr. Offers stond beklaagde bjj de behandeling van zjjn zaak ter zjjde. Waarom is u van dit vonnis in hooger beroep gekomen, vroeg de president aan beklaagde. Beklaagde antwoordde het volgende hieropIk erken dien dag daar gevischt te hebban, maar ik had hier het recht toe, daar de machiuetocht een openbaar vaarwater is en bjj arrest van den Hoogen Raad is uitgemaakt, dat men in een algemeen openbaar vaarwater vissohen mag. Waar het den hengelaars in Nederland vaak lastig wordt gemaakt, daar is het in het belang van den Bond dat in deze volledig uitgemaakt wordt waartoe men recht heeft. Postumes en de pachter van den machinetocht, IJsbrand van de Kamer, vissoher te Limmen, waren als getuigen gedagvaard, terwjjl van de zjjde van den verdediger nog praat ik weer tegen je. Vijf minuten lang heb ik je gehaat«aar je «oogt do «enschea aooit zoo goed ljjden als op het oogeablik dat je ophoudt ze te haten.* •Dus, je hebt me verge van •Ja, meer daa dat.* •Goede dwerg De thermometer rijst. Ik gevoel me bepaald bezwaard je ia dezen akelige» toestand ge bracht te hebben. Als ik er niet geweest was, had je nooit geweten dat er eea muilezeipad op dea Mont Revard bestond.* •Het spjjt mij aiet hier gekomen te zjja. Ik zal dezen tocht aooit vergeten. Het is eea echt avontuur. Later zullen we het uitzicht wel eens zien.* •Ik wou dat we er au eea hadden maar het ljjkt er aiet naar. Molly Winston's voorspelling zal nog bewaarheid worden. Zjj was er zeker vaa dat ik dea e8n of anderen dag op een berg dea weg zou kwijt raken ea haar voorstelling hoe ik ia mjjn stente de tourist* diep ia een slaapzak gedoken, mjjn teenen warmde voor ee» houtvuur en onderwjjl dampende blikken-soep at, deed mjj ai naar verlangen direct te verdwalen* Maar helaas l Eea boerenkind bjj Piedimu- lera warmt zich op het oogenblik in mjjn wollen zak en geniet van mjjn •Onmiddellijke Oatbjjtea. •Denk er maar niet aan antwoordde de Jongen. •Dat zjjn gevaarljjke gedachten* Een hoofdstuk in mjjn boek zal heeten»Hoe men zelfs bevriezend ge lukkig kan zjjn.* •Welke korte definitie zou je van dien toestand geven 7* •In gezelschap te zjjn van iemand van wienmen houdt.* Mjjn temperatuur steeg eenige graden, dank zjj onze betere stemming, maar die was ook het eaaige wat een beetje troost bracht, want ook Joseph kon ons geen hoop geven. Op dit oogenblik kwam hjj juist naar ons tos met de ontmoedigende mededeeling geen enkel spoor van weg of pad te kunnen vinden. Uren verliepen ea nog steeds dwaalden we doelloos rond, zooals je dikwjjls ia oen droom doet. Wij waren koud tot in «erg en been en het begon al iaat in den middag te worden, zoodat de vrees mjj bekroop onder den blootea hemel te moeten overnachten* Revard wreekte zich op ons over onze verachting; we twee psrsoeen waren gedagvaard, die getuigden, dat bet water erg ondiep is, zoodat het zeer slecht bevaarbaar is. Ds O. v. J. ving aan met te zeggen, dat deze zaak is opgezet om een prinoipen-kwestie uit te maken. Dat het den vice-voorzitter van dezen Bond wat zal helpen, denkt Z.E.A. niet. Da hoofdkwestie waarom het gaat, is de vraag of da Maohinesloot een openbaar vaarwater is, en volgens Z.E.A. is die sloot geen bevaarbaar water, zooals hier getuigd is. Het doet spreker genoegen, dat d« Bond een jurist in zjja zaak heeft genomen daar er vele leden zjjtr, die afgaan op een boekje van den Bond, waarin vele arrest* n van den Hoogen Raad vermeld worden, die niet juist zjjn. Da schrijver van dit boekje, een gepensionneerd onder-officier (als wjj goed verstaan hebben) is niet erg op de hoogte, o.a. staat er een artikel in, art* 44, waarbjj msa er op attent gemaakt wordt dat men strafbaar is volgens het burgerlijk wetboek. Dit artikel handelt over het loopen over gras, iets wat voor een hengelaar van groot gewicht is bjj het vissohen. Resumeerende eisohte Z.E.A. met vernietiging van het vonnis van den kantonrechters, het wettig bewjjs ge leverd achtend, bevestiging van het vonnis, n.l. f 1 boete sub. 1 dag hechtenis. Mr. Offers daarna het woord verkrjjgende, bestreed in vele opzichten het requisitoir van den O. v. J. Pleiter haalde vele arresten aan van den Hoogen Raad, en toonde duideljjk aan, dat dit water wel bevaarbaar is, hoe kan er anders een schuit met hooi in gelost worden, zooals ie geschied. Pleiter legde een teekening van de sloot en omgeving aan de reohtbank over, waardoor de recht bank zich kan overtuigen, dat de bewuste sloot wel degeljjk in verbinding Btaat met bet Alkmaarder meer. Pleiter zag dan ook met vertrouwen te gemoet dat zjjn client van alle rechtsvervolging zal worden ontslagen, op de door hem aangevoerde gronden. Deze zaak werd door den ambtenaar van het O. M. mr. Steenlaok bjjgewoond. Hierna werd pauze gehouden. Wederspannigheid. Na de pauze moest het eerst terecht staan Andries Z., visscher te Egmond aan Zee. Hjj schitterde door afwezigheid* Deze beklaagde had zich te verantwoorde», omdat hjj op 1 Augustus i» de Voorstraat te Egmond aan Zee dronken zjjnde, toen hjj aangegrepen werd door den brigadier Broekhuizen en den brigadier Dekker, omdat hjj de orde verstoorde, zich tegen die ambtenaren had verzet, door te rukken en op den grond te gaan liggen. Tegen beklaagde, die al meer veroordeeld is, eischte de O. v. J. 14 dagen gevangenisstraf. Beleediging van een veldwachter. Cornelis R., arbeider te Heiloo, verscheen hierna voor de heeren Rechters. Deze beklaagde was tjjdens de De Ruyterfeesten te Egmond aan Zee op 1 Augustus alhier tegenwoordig. Hjj zaide tegen den veldwachter Johannes de Wit: jelui Rjjksvsidwachters zjjn allemaal ploerten, welke uitdrukking de Wit aanleiding gaf tegen ham proces-verbaal op te maken. Thans hiervoor ter verantwoording geroepen, bekende hjj die woorden gebezigd te hebben. Hjj zeide dat hjj dit gedaan had, omdat de veldwachter, tjjdens den op tocht, een meisje had getrapt. Iemand die een vrouw trapt, zei bekl*, noem ik een ploert. De O. v. J* achtte beklaagdes schuld volledig bewezen en eischte tegen hem 10 dagen gevangenisstraf. Diefstal* Hierna stond terecht Cornelis Si, veehouder te Schoorl. Deze beklaagde was op 1 Augustus aan het strand te Schoorl* Hjj vond toen een vischfuik, een kist en een paal, eigende zich dit toe, en nam het mede naar zjja woning. Door den Rijksveldwachter van der Burg werden deze voorwerpen later in beslag hadden hem den naam berg onwaard gekeurd, en nu wilde hjj ons toonen dat ware hjj zestien duizend voet hoog geweest in plaats van vier duizend, hjj ons niet meer ongemakken had kunnen veroorzaken dan hjj nu deed. Ik begon ma juist ernstig ongerust te maken over den Jongen, hoewel de scherpe koude en de groote afmatting zjjn moed niet hadden gedoofd, toen de reuk van vaa en het gedempt geluid van menschenstemmen door de koude stilte tot ons doordrongen* Een huis doemde langzaam voor ons op en ik onderstelde dat we toevallig bij een van de dépendances van het hotel waren aangeland, maar een oogenblik later zag ik mjj vergist te hebben* Het was slechts een ruw steenes chalet en voor de deur stonden twee of drie veadrjj vers verrast en nieuwsgierig naar ons schimachtig gezelschap td kijk6s* •Zjjn we nog ver van het hotel?* vroeg ik in het Fransch, maar niets ia hua gelaat verried dat ze mjj verstonden en niet voor Joseph hun in een buiten gewoon patois aansprak, gaven ze blijk iets to bogrjjpen. •Hoo-a-long, boo-a-long, walla-hoo zei hjj of iets dergeljjks. •Squall-a-doo, soo-a-lone, bolla-baug,* antwoordde een der mannen, plotseling hevig gesticuleerend. •Hjj zegt dat we nog een half uur van het hotel af zjjn,* zei Joseph tegen mjj met eea treurigen blik, dien ik, oordeelende naar hetgeen ik zelf voelde, uit stekend begreep. Den Hemel zjj dank 1* riep ik van harte uit. »Maar het zou zjjn of we da Voorzienigheid wilden verzoeken indien we zonder te rusten en ons te wannen dit huis voorbjjgingen, dat toch een menscheljjke verblijfplaats is. Misschien kunnen we wel wat eten krjjgen voor onszelf, en de dieren om vaa drinken niet te spreken.* Weer wisselde Joseph eenige woorden met de mannen in het onverstaanbare dialect en deelde me toen mee dat we roggebrood, kaas ea cognac konden krjjgen en ze ons met plezier een plaatsje bjj het vuur wilden inruimen. Wordt vervolgd.) ALKMAARSCHE COURANT -ie*?*? v»ro**a*:*JU U1.UW.1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1