No. 220.
Honderd en negende jaargang.
1907.
DAGBLAD VOOB. ALKMAAR EN OMSTREKEN.
l)e Kleine Kameraad.
WOENSDAG
Prijs der gewsne adverteatifin
18 SEPTEMBER
SCHEI DSGERECHT.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avendbehalve op Zon en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheeïe Rijk f b~~
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Telefoonnummer
Per regel f 0,10e Bij groote contracten rabat. Groote
Letters naar plaatsruimte»
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs, COSTEK ZOONYoordam O 9.
Gemeente-werklieden.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Alkmaar brengen ter kennis tb* belanghebbenden, dat
het scheidsgereoht, bedoeld in de art. 24—26 -:an de
▼erordening, regelende de recbtspsitie Tan de werklieden
in dienst der gemeente Alkmaar (Gemeenteblad No. 200)
als volgt is samengesteld
Voorzitter: de heer O. BOSMAN plaatsvervangend
voorzitterde heer Mr. W. STAP.
Leden: de haorea A. A. J. BOSCH, J. VAN DER
VEEN, J. A. B. FENIJN en H. BRUIN,
plaatsvervangende leden: de beeren W. H.
J. HELLING, N. J. VAN VUURE, O.L.
BEIJNEVELD en J. M. JANSEN.
Burgemeester en Wethouders Toornoemd.
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
lr Sept. 1907. DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 18 September.
Ia Essen daagt het congres der Duitsche sociaal
democraten. Men zou zoo zeggen, dat de „roode
heeren", zooals zij ginder nog al eens worden ge
noemd, den vijand in zijn hol hebben opgezocht.
E*mn toch is de zetel van het groot-kapitaal en de
g t-industrie en dit zijn de vijanden van de sociaal-
d ocratische partij en tegelijkertijd tevens hare
hi pers! Het is de stad van Krupp, welke firma
al in een kleine vijftig duizend werklieden in dienst
h rt. Het stemt niet sociaal-democratisch in
d i Rijksdag wordt bet door een centrum-afgevaar-
di ie vertegenwoordigd. "Wanneer de Nederlandsche
si ial-demooratische partij haar congres in Maas-
ti ';t ging houden, zou dat dus vrijwel gelijk staan
m wat haar Duitsche moeder thans doet. Er is
dan ook beweerd, dat de „sozi's" deze woning van
da industrie in brand wilden steken, maar deze
bewering is eergisteren tegen gesproken door den
voorzitter, den bekenden heer Singer, die verklaarde
dat men daaraan in het geheel niet dacht: men
wilde die woning immers zelf betrekken, haar dus
veroveren en bewoonbaar maken
Het jaarverslag, dat werd uitgebracht, bevatte
enkele wetenswaardige gegevens. Het aantal aan
geslotenen bij deze partij bedraagt 533.760, dat is
16,4 procent van de bij de Rijksdag verkiezingen
op 25 Januari uitgebrachte stemmen. Oppervlakkig
lijkt dit heel weinig. Maar wanneer men deze ver
houding eens vergelijkt met de cijfers in ons land,
dan kan men niet anders zeggen, dan dat deze organi
satie ginder niet slecht is. Vooral niet, als men in aan
merking neemt, dat voor de sociaal-democratie in
Duitschland de levensvoorwaarden niet gunstig zijn.
Van de wijze, waarop bijv. de overheid haar groei gaat
stuiten, deelt het verslag enkele bjjzonderheden mede.
De ledenlijsten moeten bjj de politie worden inge
diend, en nu heeft in Brunswijk de politie die lijst
ter inzage gegeven aan het bestuur van de land-
weeryereeniging,j in Stade heeft zij de namen der
leden aan de „Kriegerverein" bekend gemaakt en
in Greiz inlichtingen aan een courant verschaft. Het
is geen wonder, dat onder zulke omstandigheden
personen, die zich in hun bestaan bedreig i gevoelen,
indien hun sociaal-democratische overtuiging bekend
wordt, zich niet gauw aansluiten. Men kan de
Ds roMMtlsche av«*tarea op
ee* watonobleltocht.
Vervolg vaa DE KRANIGE CHAUFFEUR.
67)
Zoodra Fiaois weer was opgeladen gingen wij verder,
dicht bjj elkaar blijvend om elkander niet kwjjt te
raken in den mist, die veel had van een wolk van
sxeeuw. De Jongen en ik liepen eerst vooraan, ik
zwijgend uit vrees anders te zulten lachen en hij
eveneens zwijgend waarschijnlijk ons niet in huilen
uit te barsten. De koude damp werd al dichter ea
d chter, zoodat we op twaalf pas afstands niets maer
csa ons heen konden zien. De zilveren rijm bedekte
steenklompen en rotsblokken, zoodat het onmogelijk
was langer de roode plekken op te merken die den
weg aanwezen. Spoedig waren we hopeloos verdwaald,
nu eens neerdalend in met gras begroeide kommen,
waar onze voeten uitgleden tusschen ruwe steeaen, in
modderige spleten verborgen onder een bedriegeljjk
wit vliesje, dan weer voortzwoagend naar heuveltjes
die, als we eindelijk met veel moeite den top hadden
bereikt, slechts geisoleerde kleine hoogten bleken die
oss niets verder brachten.
Langzamerhand leerde ik begrijpen wat eeu man
moet gevoelen die in een tredmolen loopt, en een
zekeren angst bekroop mjj terwille van den Jongen,
diers ik ondanks den dapperen geest, welke hem bezielde,
in zijn eigenaardig costuu» meer en meer voorover
zag loepen. Mjjn vertrouwen in mjjn veel geroemde
bekwaamheid als padvinder verliezend, riep ik Joseph
te hulp en verzocht hem de leiding op zich te semen
Mq in den mist eensklaps naar hem omkeerend zag
ik hoe hjj als ee» barmhartige Samaritaan onge
twijfeld slechts gedreven door zuiver menschlievende
houding van de Duitsche overheid slechts afkeuren.
De bestrijding van de sociaal-democratie vinde slechts
plaats op principiëele gronden, niet met dergelijke
oneerlijke middelen.
Weinig wordt er in het verslag gezegd van den
afloop der Rijksdagverkiezingen. In dit opzicht
vormt Essen wel een heel groote tegenstelling met
Dresden, waar het congres werd gehouden na de
verkiezingen van 1903. In Dresden jubelde men
het aantal sociaal-democraten in den Rijksdag was
immers gestegen van 56 tot 81. In Essen zal men
niet over den uitslag jubelen het aantal sociaal
democraten in den Rijksdag is dit jaar tot 44 terugge
bracht. En terwijl vóór Dresden de partij plotseling een
„drie millioenen-partij was geworden, is vóór Essen de
partij wel in stemmenaantal toegenomen, maar
wanneer men rekening houdt met de uitbreiding
van het kiezerskorps en de opkomst aan de stem
bus, feitelijk achteruit gegaan. Er zal dan ook
thans in Essen wel besloten worden een andere
tactiek te volgen. En wie weet wat we dan nog
zien gebeuren
Het is eenvoudig weg bijna ondenkbaar, dat in
Duitschland de sociaal democratische partij zooals
in Frankrijk zal behooren tot de regeeringspartijen.
Maar toch achten we de mogelijkheid geenszins
buitengeslotendat de sociaal-democraten en de
liberalen die tegenwoordig verbazend veel mop
peren over den gang van zaken, en meer en meer
tot de overtuiging komen, dat de heer von Bülow
hen met een kluitje in het riet gestuurd heeft
samen zullen gaan. Zoo bijv. inzake de groote
vraagpuntenvrijheid van vereeniging en vergadering,
en algemeen, direct en geheim kiesrecht in Pruisen.
Er is nog een ander punt op de agenda, dat
belangrijk mag worden genoemd, nl. het alcohol
vraagstuk. Al zijn er onder de sociaal-democraten
vele ijverige alcoholbestrijders, de partij als zoodanig
heeft zichvoor zoover ons bekend ismet dit
vraagstuk nog niet veel bemoeid. In ons land is
er bijv. na het Congres van Arnhemwaarop in
1897 een motie van sympathie met de drankbe
strijding werd aangenomen, nog niet over dit punt
gesproken. Een absolute bestrijding, door van ieder
„partijgenoot" te eischen dat hij geheel-onthouder
is, is met name in Duitschland, geheel uitgesloten.
Men moet (in tegenstelling met de gewone uitdruk
king) wijn in het water doen. Men moet het, bij
wijze van sprekeneen roode tint geven. Maar
wanneer men een massale beweging tegen alcohol
misbruik op touw zetwanneer men het alcohol
gevaar weet te temperen, dan zal het aanzien der
partij er op winnen. Vandaar dat vele sociaal
democraten, ook huiten Duitschland met belangstelling
de beslissing afwachten, welke er ten dezen aanzien
in Essen zal worden genomen.
Rechtzaken,
ArronillgseMenti-Reohtbuk te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 17 September.
Diefstal.
Dirk K., ee* visscher te Wervershoof. was heden de
eerste bsklaagde. Hij stood terecht, omdat hjj op ee*
Zondagavond i* de maand Jnli, kousen, handdoeken, een
borstrok en handschoenen had ontTreamd ten nadeele van
gevoelens eea vaa Innocentina's handen ia de zjjae
warmde. Ik wist zoo goed den schjjn aan te nemen of
ik niets gezien had dat de brave Joseph er door bedrogen
werd, maar Iunocentina was te slim. Zjj schudde het
hoofd en haar armen in haar cape vouwend als ware
het ding een toga en zjj een Romeinsch senator onrecht
vaardig beschuldigd van verraad, verzekerde ze mjj
dat ze juist had willen vragen of haar jonge monsieur
Fanny wilde bestjjgen, daar hjj zeker wel doodeljjk
vermoeid zou zjjn. Da Jongen echter op dit oogaabUk
bjj ons komend, ontkende bizonder moe te wezen en
bewaarde te zullen bevriezen als hjj reed. Daarenboven,
voogde hjj er bjj, zou hei wreed zjj» Fanny's last nog
te verzwaren in den treurigea staat waarin zjj zich
nu bevond. Het zag er hard naar uit dat hjj haar zou
moeten dragen en wanneer ze voortging te krimpen
zooals ze nu deed, zouden wjj haar gauw in een van
onze zakken kunnen steken.
Joseph op de eereplaats geroepen ging langzaam
vooraan en ót Fanny en Souris verkozen Finois te
volgen, óf Innocentina kon zelfs onder deze ongelukkige
omstandigheden niet nalaten haar bekeeriagswark voort
te zetten, ia ieder geval bevonden de Jongen en ik
ons bjj na direct in de achterhoede, van ons gezelschap
niets meer ziende dan een grjjs staart-kwastje trillend
bovaa een bewegende schaduw van kleine pooten,
aauweljjks dikker dan een tandenstoker.
De Jongen nog steeds zwjjgond en uit zjjn humeur
naast mjj gaande, verbrak nu plotssling door een
korten, onderdrukten lach de stilte, die al even ver
killend werkte als het weer.
Wat is er?« vroeg ik, dadeljjk vol vreugd mjj ver
warmend aas dezen straal van geestelijken zonneschijn
•Ik dacht er over dat Innocentina als zjj Joseph van
ketter jj wil bekeerea, hem vandaag maar niet bedreigen
rcoet met het eeuwige vuur. Het vooruitzicht is al te
aaalokkeljjk, Ik heb nog nooit iemand zoo benjjd als
mjjn naamgenoot den heiligen L&urentius op zjjn rooster.
Hat zou bapaald heerljjk zjj» om te braden.*
Misschien was de rooster voor ham wat mjjn sjam-
berloek is voor jou,* zei ik.
alk begin er mee verzoend te geraken* Daarom
juffrouw Sohouten, cveaeons te Wervershoof woonachtig.
Ds eerste getuige in xjjn zaak, Jacobus Dekker, een
arbeider te Wervershoof, getuigde als volgt: Op dien
Zondagavond was hjj met beklaagde in de herberg van
Oostemejjar geweest. Huiswaarts keerende, verwijderde
beklaagde zich even, voorgevende, dat hjj even een bood
schap moest doen. Toen beklaagde, die intusschen het erf
van Koopman was opgegaan, terugkwam, had bjj ver
schillende kleedingBtukken over den arm. Dekker vroeg
hem, hoe hjj daaraan kwam, en beklaagde antwoordde:
die heb ik gevonden.
Tnans ter tereohtzitting dieohte beklaagde een geljjk
verhaal op. Die kleeren lagen voor het hek, vertelde bjj,
en hjj had ze medegenomen, omdat hjj bang was, dat
een ander ze te water zou werpen.
Maar waarom, vroeg de President, heeft u dan die
kleeren niet bjj de politie gedeponeerd Denkt u nu dat
de Rechtbank uw verhaal aannemeljjk achtf
Bsklaagde bleef het antwoord hierop schuldig.
Juffrouw Sohouten getuigde daarna, dat zjj die kleeding-
stukken vermiste. Haar erf grenst aan het erf van Koopman.
Beklaagde is dus volgens haar over het erf van Koop
man gaande op haar erf gekomen, en heeft al die kle
dingstukken medegenomen;
Zjj vertelde tevens nog, dat zjj al die kleedingstukken
Zaterdagavond, nadat zjj ze eerst had uitgewassohsn, aan
een ljjn had opgehangen. Zondagavond waren zjj toen
verdwenen.
Bsklaagde hield vol dat hjj ze niet van die ljjn had
afgenomen.
Was er veel wind, vroeg de Officier van Justitie aai
getuige Sohouten, zoodat de mogeljjkheid bestoid dat die
kleeren van de ljjn zjjn afgewaaid
Gstuige antwoordde hierop, dat het stil wsder was.
In zjja requisitoir achtte de O. v. J. het ten laste
gelegde wettig en overtuigend bawezen. Z. E. A. hechtte
niet ds minsts waarde aan de opgave van beklaagde.
Vast staat dat hjj den diefstal gepleegd heeft. Beklaagde
is al meer veroordeeld en resumesrende eischte Z. E. A.
6 weken gevangenisstraf.
Kinderwettenzaak.
Da deuren dar Rechtszaal werden daarna gesloten,
omdat de zaak van Johannes D,, ee* 17-jarige* koopman
te Alkmaar, in behandeling genomen werd, daar met
hst oog op zjjn leeftjjd, zjjn zaak onder de Kinderwetten
viel. Mr, W. Stap was bekl. als verdediger toegevoegd.
H o o g e r b e r o e p z a a k Kantongerecht
te Alkmaar.
Op 12 Jnli had voor 't kantongerecht terecht gestaan
Abraham van B., commissionair en tevens vice-voorzitter
vau den Nederlandsehen Heag'laarsbond, te Amsterdam
woonachtig, omdat hjj in de maand Juli in den machine-
tooht te Akersloot had gevischt, waarvoor de veldwachter
Jan Püstumss hem verbaliseerde. Bij vonnis van 19 Juli
was beklaagds veroordeeld, overeenkomstig den eiach van
het O. M. bjj het kantongerecht, tot f 1 boete, subsidiair
1 dag hechtenis en van dit vonnis was beklaagde in
hooger beroep gekomen bjj de Rechtbank. Mr. Offers
stond beklaagde bjj de behandeling van zjjn zaak ter
zjjde. Waarom is u van dit vonnis in hooger beroep
gekomen, vroeg de president aan beklaagde. Beklaagde
antwoordde het volgende hieropIk erken dien dag daar
gevischt te hebban, maar ik had hier het recht toe, daar
de machiuetocht een openbaar vaarwater is en bjj arrest
van den Hoogen Raad is uitgemaakt, dat men in een
algemeen openbaar vaarwater vissohen mag. Waar het
den hengelaars in Nederland vaak lastig wordt gemaakt,
daar is het in het belang van den Bond dat in deze
volledig uitgemaakt wordt waartoe men recht heeft.
Postumes en de pachter van den machinetocht, IJsbrand
van de Kamer, vissoher te Limmen, waren als getuigen
gedagvaard, terwjjl van de zjjde van den verdediger nog
praat ik weer tegen je. Vijf minuten lang heb ik je
gehaat«aar je «oogt do «enschea aooit zoo goed
ljjden als op het oogeablik dat je ophoudt ze te haten.*
•Dus, je hebt me verge van
•Ja, meer daa dat.*
•Goede dwerg De thermometer rijst. Ik gevoel me
bepaald bezwaard je ia dezen akelige» toestand ge
bracht te hebben. Als ik er niet geweest was, had je
nooit geweten dat er eea muilezeipad op dea Mont
Revard bestond.*
•Het spjjt mij aiet hier gekomen te zjja. Ik zal
dezen tocht aooit vergeten. Het is eea echt avontuur.
Later zullen we het uitzicht wel eens zien.*
•Ik wou dat we er au eea hadden maar het ljjkt
er aiet naar. Molly Winston's voorspelling zal nog
bewaarheid worden. Zjj was er zeker vaa dat ik dea
e8n of anderen dag op een berg dea weg zou kwijt
raken ea haar voorstelling hoe ik ia mjjn stente de
tourist* diep ia een slaapzak gedoken, mjjn teenen
warmde voor ee» houtvuur en onderwjjl dampende
blikken-soep at, deed mjj ai naar verlangen direct te
verdwalen* Maar helaas l Eea boerenkind bjj Piedimu-
lera warmt zich op het oogenblik in mjjn wollen zak
en geniet van mjjn •Onmiddellijke Oatbjjtea.
•Denk er maar niet aan antwoordde de Jongen.
•Dat zjjn gevaarljjke gedachten* Een hoofdstuk in
mjjn boek zal heeten»Hoe men zelfs bevriezend ge
lukkig kan zjjn.*
•Welke korte definitie zou je van dien toestand geven 7*
•In gezelschap te zjjn van iemand van wienmen houdt.*
Mjjn temperatuur steeg eenige graden, dank zjj onze
betere stemming, maar die was ook het eaaige wat
een beetje troost bracht, want ook Joseph kon ons geen
hoop geven. Op dit oogenblik kwam hjj juist naar ons
tos met de ontmoedigende mededeeling geen enkel
spoor van weg of pad te kunnen vinden.
Uren verliepen ea nog steeds dwaalden we doelloos
rond, zooals je dikwjjls ia oen droom doet. Wij waren
koud tot in «erg en been en het begon al iaat in
den middag te worden, zoodat de vrees mjj bekroop
onder den blootea hemel te moeten overnachten*
Revard wreekte zich op ons over onze verachting; we
twee psrsoeen waren gedagvaard, die getuigden, dat bet
water erg ondiep is, zoodat het zeer slecht bevaarbaar is.
Ds O. v. J. ving aan met te zeggen, dat deze zaak
is opgezet om een prinoipen-kwestie uit te maken. Dat
het den vice-voorzitter van dezen Bond wat zal helpen,
denkt Z.E.A. niet.
Da hoofdkwestie waarom het gaat, is de vraag of da
Maohinesloot een openbaar vaarwater is, en volgens Z.E.A.
is die sloot geen bevaarbaar water, zooals hier getuigd is.
Het doet spreker genoegen, dat d« Bond een jurist in
zjja zaak heeft genomen daar er vele leden zjjtr, die
afgaan op een boekje van den Bond, waarin vele arrest* n
van den Hoogen Raad vermeld worden, die niet juist
zjjn. Da schrijver van dit boekje, een gepensionneerd
onder-officier (als wjj goed verstaan hebben) is niet erg
op de hoogte, o.a. staat er een artikel in, art* 44, waarbjj
msa er op attent gemaakt wordt dat men strafbaar is
volgens het burgerlijk wetboek. Dit artikel handelt over
het loopen over gras, iets wat voor een hengelaar van
groot gewicht is bjj het vissohen.
Resumeerende eisohte Z.E.A. met vernietiging van het
vonnis van den kantonrechters, het wettig bewjjs ge
leverd achtend, bevestiging van het vonnis, n.l. f 1 boete
sub. 1 dag hechtenis.
Mr. Offers daarna het woord verkrjjgende, bestreed in
vele opzichten het requisitoir van den O. v. J. Pleiter
haalde vele arresten aan van den Hoogen Raad, en toonde
duideljjk aan, dat dit water wel bevaarbaar is, hoe kan
er anders een schuit met hooi in gelost worden, zooals
ie geschied. Pleiter legde een teekening van de sloot
en omgeving aan de reohtbank over, waardoor de recht
bank zich kan overtuigen, dat de bewuste sloot wel
degeljjk in verbinding Btaat met bet Alkmaarder meer.
Pleiter zag dan ook met vertrouwen te gemoet dat
zjjn client van alle rechtsvervolging zal worden ontslagen,
op de door hem aangevoerde gronden.
Deze zaak werd door den ambtenaar van het O. M.
mr. Steenlaok bjjgewoond.
Hierna werd pauze gehouden.
Wederspannigheid.
Na de pauze moest het eerst terecht staan Andries
Z., visscher te Egmond aan Zee.
Hjj schitterde door afwezigheid* Deze beklaagde had
zich te verantwoorde», omdat hjj op 1 Augustus i» de
Voorstraat te Egmond aan Zee dronken zjjnde, toen hjj
aangegrepen werd door den brigadier Broekhuizen en
den brigadier Dekker, omdat hjj de orde verstoorde, zich
tegen die ambtenaren had verzet, door te rukken en
op den grond te gaan liggen.
Tegen beklaagde, die al meer veroordeeld is, eischte
de O. v. J. 14 dagen gevangenisstraf.
Beleediging van een veldwachter.
Cornelis R., arbeider te Heiloo, verscheen hierna voor
de heeren Rechters. Deze beklaagde was tjjdens de
De Ruyterfeesten te Egmond aan Zee op 1 Augustus alhier
tegenwoordig. Hjj zaide tegen den veldwachter Johannes
de Wit: jelui Rjjksvsidwachters zjjn allemaal ploerten,
welke uitdrukking de Wit aanleiding gaf tegen ham
proces-verbaal op te maken.
Thans hiervoor ter verantwoording geroepen, bekende
hjj die woorden gebezigd te hebben. Hjj zeide dat hjj
dit gedaan had, omdat de veldwachter, tjjdens den op
tocht, een meisje had getrapt. Iemand die een vrouw
trapt, zei bekl*, noem ik een ploert.
De O. v. J* achtte beklaagdes schuld volledig bewezen
en eischte tegen hem 10 dagen gevangenisstraf.
Diefstal*
Hierna stond terecht Cornelis Si, veehouder te
Schoorl. Deze beklaagde was op 1 Augustus aan het
strand te Schoorl* Hjj vond toen een vischfuik, een
kist en een paal, eigende zich dit toe, en nam het
mede naar zjja woning. Door den Rijksveldwachter van
der Burg werden deze voorwerpen later in beslag
hadden hem den naam berg onwaard gekeurd, en nu
wilde hjj ons toonen dat ware hjj zestien duizend voet
hoog geweest in plaats van vier duizend, hjj ons niet
meer ongemakken had kunnen veroorzaken dan hjj
nu deed.
Ik begon ma juist ernstig ongerust te maken over
den Jongen, hoewel de scherpe koude en de groote
afmatting zjjn moed niet hadden gedoofd, toen de reuk
van vaa en het gedempt geluid van menschenstemmen
door de koude stilte tot ons doordrongen* Een huis
doemde langzaam voor ons op en ik onderstelde dat
we toevallig bij een van de dépendances van het hotel
waren aangeland, maar een oogenblik later zag ik mjj
vergist te hebben* Het was slechts een ruw steenes
chalet en voor de deur stonden twee of drie veadrjj vers
verrast en nieuwsgierig naar ons schimachtig gezelschap
td kijk6s*
•Zjjn we nog ver van het hotel?* vroeg ik in het
Fransch, maar niets ia hua gelaat verried dat ze mjj
verstonden en niet voor Joseph hun in een buiten
gewoon patois aansprak, gaven ze blijk iets to bogrjjpen.
•Hoo-a-long, boo-a-long, walla-hoo zei hjj of iets
dergeljjks.
•Squall-a-doo, soo-a-lone, bolla-baug,* antwoordde
een der mannen, plotseling hevig gesticuleerend.
•Hjj zegt dat we nog een half uur van het hotel
af zjjn,* zei Joseph tegen mjj met eea treurigen blik,
dien ik, oordeelende naar hetgeen ik zelf voelde, uit
stekend begreep.
Den Hemel zjj dank 1* riep ik van harte uit. »Maar
het zou zjjn of we da Voorzienigheid wilden verzoeken
indien we zonder te rusten en ons te wannen dit huis
voorbjjgingen, dat toch een menscheljjke verblijfplaats
is. Misschien kunnen we wel wat eten krjjgen voor
onszelf, en de dieren om vaa drinken niet te
spreken.*
Weer wisselde Joseph eenige woorden met de mannen
in het onverstaanbare dialect en deelde me toen mee
dat we roggebrood, kaas ea cognac konden krjjgen en ze
ons met plezier een plaatsje bjj het vuur wilden inruimen.
Wordt vervolgd.)
ALKMAARSCHE COURANT
-ie*?*? v»ro**a*:*JU U1.UW.1