No. 226. Honderd en negende jaargang. 1907. DAGBLAD VOOR ALMAAR EN OMSTREKEN. Plan van uitbreidiog der Gemeente. De Kleine Kameraad. WOENSDAG 25 SEPTEMBER. ATI FEUILLETON. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken iViRdbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven» Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80franco door het geheele Rijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents, Prijs der yewene alvertentiëü Per regel f 0,10. By groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N |Y. Boek- en Handelsdrukkery v|h, HERMs. COSTER ZOON, Voor dam 9. Wie zich met 1 October op ons blad abonneert, ontvaDgt de tot dien datnm verschijnende nnmmers DE UITGEVERS. Het HOOFD tam het BESTUUR der gsmeeuis lkmai b G ltt op artikel 28 alinea 6 der Woaiegwet, Bceegt ter algemeeae keanis, dtt bet door den Racd d zer gemeesta in tjjne vergadering van 3 Sfptembar 1.1. vastgestelde plan van uitbreiding, voor zooveel betreft de grondengelegen tusschen de landen- laan, het Var nel» roek, den lienaesaerslngel de Hoe vervaart en den Westerweg, door de Gedputoerd» Staten deter provincie is go?dgek»u d bp besluit ran 18 September d.a.v. No. 125, en dat gemeld plan van uitbreiding, met uitvoerige kaarten en grond- teekeningen, op te gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Het Hoofd van het Gemeentebestuur voornoemd G. RIPPING. Alkmaar, 23 September 190r. Alkmaar, 25 September. Onze rubriek „Buitenland" is in de laatste dagen weer danig in de knel gekomen. Gisteren heeft zij haar plaats moeten afstaan am de landbouw tentoonstelling en aan den brand te Amsterdam. Graag zouden we meer nieuws opnemen, dan de ruimte gedoogt, doch we moeten zwichten voor de filosofische opmerking van den meesterknecht, dat „lood geen koekdeeg is". Daar valt inderdaad weinig tegen in te brengen. Wanneer wij dan moeten aai.wijzen wat „er uit gegooid" moet worden, dan komt in den regel „buitenland" het eerst aan de beurt en behouden we hetgeen dichterbij is voorge vallen, omdat de lezer, naar wij vertrouwen, daarin het meeste belang stelt. Bovendien zijn gebeurte nissen uit het eigen land gemakkelijker te begrijpen dan die uit den vreemde. Men kent in het eerste ge val beter de toestanden en omstandigheden en krijgt daardoor meer begrip van de feiten. Zoo lijkt het ons buitengewoon moeielijk, om zich een denkbeeld te vormen van de overwinningen der Franschen in Marokko. Dezer dagen heeft generaal Drude weer een succes behaald en een uitvoerig relaas van een Fransch oorlogscorrespondent eindigt met een geest driftige zinsnede, dat de overwinning een wapenfeit is, hetwelk mag worden gerekend tot de meest schitterende bij de bezetting van het gebied rondom Casablanca. Wat er dan wel gebeurd is Een overmacht van Fransche troepen is naar een Marokkaansch kamp opgerukt. Op een afstand van 5 K.M. heeft men wij ontleenen dit aan het verslag meliniet- granaten in het kamp gezonden, men is wat dichterbij gekomen en heeft de artillerie [laten werken. En nu volgen deze merkwaarcige zinnen: „Ein delijk drongen de onzen het kamp binnen, dat He roMKlsthe tvo>torcD op eei ftutonobleltocht. Vervolg vaa DE KRANIGE CHAUFFEUR. 73) Wellicht aooit meer den Jongea zien i Dat moest eea droom zjjn waaruit ik spoedig zou ontwaken en alles vinden zooals het geweest was. Een gewaarwording kwam over mjj alsot ik iets ingeslikt had, dat keel groot en heel koud was en niet wilde smelten. Het herlezen van den brief maakte de zaak niet beter, eer slechter. De Jongen had een plaats in mjjn leven in genomen al even gewichtig als mjjn longen en lede maten, en voorloopig had ik geen flauw begrip hoe het mogeljjk zou zjjn verder te gaan zonder het een als zonder het ander. Mjjn eigen vertrouwde vriend kad dit leed mg aan gedaan en toch vlamde mjjn toorn niet tegen hem op; ik voelde enkel dien kouden brok teleurstelling, lang zamerhand aangroeiend tot een kleinen ijsberg. Zonder eenige verklaring van zjjn zijde, zelfs zonder eenige poging daartoe, wist ik dat hjj de waarheid zeide zonder vleierjj. Liever was hjj gebleven en toch ging hjj heen. En hjj zeide dat ik hem wellicht nooit zou weerzien. Was mjj den vorigen avond de keus gelaten tusschen het verdwijnen van den Jongen en het varliezen van mijn hand, dan zou ik naar alle waarschijnlijkheid de hand hebben opgeofferd. Maar geen keus was mi gegeven. Ik herdacht ons scheiden aan zijn kamerdeur en besefte nu de beteekenis der door hem gesproken woorden. Er viel niet aan te twijfelen, toen reeds was net besluit genomen om mij te verlat* n. Zoodra dit mjj duidelijk voor oogen stond, kwam ik geheel verlaten was. De meeste tenten waren zelfs meegenomen. Het vuur werd gericht op alles wat de Marokkanen in hun overhaaste vlucht hadden achtergelaten. De troepen bleven een uur op deze plek, zonder zelfs ook maar een schaduw van een Marokkaan ie zien. Maar nauwelijks trokken we terug of de Marokkanen bezetten de stellingen, welke wij zoo juist verlaten hadden en wij waren genood zaakt hen door infanterie- en artillerie-vuur op een afstand te houden. Wij hielden zelfs herhaaldelijk halt, om onze stukken geschut op te stellen. Terwijl de colonne weer in Casablanca terugkeerde, werden de laatste kanonschoten gelost en de marsch liep zonder nieuwe incidenten ten einde. Om half vier was de colonne weer terug, na de overwinning van Titmellil gevoegd te hebben aan die van Tahaddert." Met „slechts twee dooden en tien gewonden werd een der meest schitterende wapenfeiten" gekocht. Maar nu vragen wij, waarin dan toeh die overwinning bestaat. De Fransche troepen hebben te doen met rondzwervende Marokkanen, voor wie het natuurljjk weinig beteekent, dat zij hun kamp aan den vijand over laten, vooral niet, als zij, zoodra die vijand nauwelijks zijn hielen gelicht heeft, zich alweer in het kamp bevinden. Op zoo'n wijze kunnen de Franschen nog verscheidene van die schitterende overwinningen behalen. En hoe lang kan it spel letje nog worden voortgezetEn hoe veel kan dat wel niet kosten Want er wordt heel wat van den „zenuw van den oorlog" gevergd. Men berekent zelfs min stens 400,000 gulden per dag. En nu weten wij al weer niet, wat het einde van dezen oorlog moet zijn. We zouden wel eens willen weten of men het in Frankrijk zelf wel weet. Mijnheer Ciémenceau bijv. die in den beginne altijd zeide, het gaat best," maar die nu al verklaart, dat het een zaak van langen duur kan worden, zou die het wel weten? Ook dat weet men niet. Maar er zal toch wel ééns een einde aan den oorlog moeten komen oorlogen zijn tegenwoordig evenmin eeuwig als vroeger de edicten. Dan zal de oorlogs-zenuwziekte moeten worden genezen, zal het gat, dat geslagen is in de Fransche schatkist, moeten worden hersteld. Met dit laatste geval houdt zich de geestige Harduin in zijn laatste Propos d'un Parisien bezig. Hij ontsteekt het vol gende licht over deze duistere kwestie „Men zal een kostenberekening opmaken, men zal er bij optellen het bedrag van de schadeloos stelling aan de onderdanen van andere mogendheden en aan onze eigen landslieden daar ginder, en dan zal die rekening den Sultan worden aangeboden, omdat hij verantwoordelijk voor het beheer is. Maar de Marokkanen hebben al sedert onheug lijke tijden geen rooien duit meer. Men zal hun geld moeten leeneu. Doch wie zal dat doen P Frankrijk natuurlijk. Derhalve betalen wij onszelf met ons eigen geld, hetgeen echter het voordeel oplevert, dat eenige belanghebbende bankiers er een kleine provisie aan verdienen. Iedereen zal dus tevreden zijn, de Sultan incluis, want de bankiers zullen er wel voorzorgen, dat hij een klein beetje meer krijgt dan de som, welke hij moet storten. Met dit overschot zal hij kunnen in heftig verzat er tegen en besloot zjjn beslissing niet te aanvaarden. De twee Amerikanen hadden hem cp de vlucht gejaagd, waarom koa ik zelfs niet gissen, maar ik wist zeker dat hjj zich over de beweeg reden niet hoefde te schamen: Zjj misschien, maar hjj in geen geval. Hoe dan ook, aan hen was mijn verlies te wjjten en zoo de jonge mannen op dit moment verschenen waren, was ik in een gemoedsstemming om hen iets or aangenaams aan te doen, Hoofdtaak was om niet van mjjn kameraad gescheiden te bljjven. Ik weigerde vrede te nenrn met die vage zinspeling op Monte Carlo. Ik zou uitvorschen waar heen hjj gegaan was en hem volgen. Hjj mocht zoo boos wezen als hjj wilde. Zjjn toorn was een laaie vlam zoolang hjj brandde maar gewoonlijk van korten duur. «Is monsieur van hier per spoor vertrokken? vroeg ik aan Ïnnocentina. «Dat weet ik *iat,« zei ze schouderophalend. «Bedoel je dat ja het niet wilt zeggen?* «Ik weet niets, monsieur, behalve dat ik goed be taald ben en mjj gezegd is, dat ik naar huis kon gaan zoo gtuw als ik wilde en langs welken weg mjj het liefste was, zoodra ik den brief monsieur in handen had gegeven. Mjjn jonge monsieur gaf me geld genoeg om met de ezels van Chamber; naar Mentone per spoor te gaan indien ik daar lust in had, maar ik prefereer te wandelen en het (xtra geld te bewaren voor mjjn «dot.* Die zal er wel bjj varen.* Al pratende verjoeg ze een paardenvlieg van Faï ny's kop en ik twjjfel sterk of za bjj die laatste woorden Joseph niet een blik heeft toegeworpen. «Luister een0, ïnnocentina,* begon ik overredend, «vertel mjj eens op welke wjjze en langs weiken weg je jonge monsieur vertrokken is, dan zal ik je »dot« verdubbelen.* «Zelfs niet al wou u ze vervierdubbelen, monsieur. Ik beloofde niets te zeggen. «Kun je geen absolutie krjjgen voor het verbreken van een belofte? «Neen, monsieur, ik hoor niet tot dat soort katholieken: Alleen ketters verbreken hun beloften feestvieren, zich eenige vrouwen, eenige muziek- doozen en eenige kinematograaftoestellen kunnen koop en." De redeneering is aardig gevonden dat heeft zij op de meeste zwaarwichtige artikelen, die wij den laatsten dag over Marokko lazen, voor. Maar zij heeft dit met de anderen gemeen, dat zij ons geen stap nader brengt tot de oplossing van de vraag, hoe het in Marokko zal afloopen. Vandaar dat wij dan ook gelooven, dat de lezer op het oogen- blik meer belang stelt in een verslag van de land bouwtentoonstelling dan in een beschouwing over de Marokkaansche kwestie, ofschoon die dan toch het belangrijkste vraagstuk der buitenlandsche politiek mag worden genoemd. Tweede Ktmer. Fa commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer over de Indische begrooting voor 19G8 kwam reeds g'ster bijeen in verband met het opmaken van het afdeelingsverslag. Indien het seotie-endersosk der Staatsbegroetirg 't toelaat, is het plan de Kamer op 3 Ooteber een 14tal dagen in openbare vergadering eenige werksaamheden te laten afdoen. Naar men uit den Haag verder meldt, zal de v orsitter van de Treads Kamer in de vergadering van Donderdag Teerstellen lo. over te gaan tot de benoeming van de leden der huishoudelijke commissie en van de gemengde commissie uit de beide Kamers veer de stesogrsfie; 2o. te bepalen, dat na afloop van het afdeelingsenderzoek veer de Staatsbegrooting, dcch in geen geval voor D'mdsdag 8 October, voormiddags elf uur, aan da orde zullen worden gesteld de volgta ie wetsontwerpen betreffendewijziging van de begroeting voer Hoofdstuk V (Binn. Z.) 1906wijziging 'van het Reglement op het be'eid der Regeering in de keleniën Suriname en Currgae, toekenning van een voorschot ton behoeve van een stoomvaart ver binding tusrehen Nederland, Brasilië en Argentinië; instelling van oen fonds voor de spoedige afwerking van de stelling van Amsterdam benevens omtrent Staatsexploitatie van mijnen (welke bespreking bij de behandeling van hoofdstuk X der St atsbegrooting 1907 werd uitgesteld); voorts het wetsontwerp betreffende de opsporing van delfstoffen van staatswege. De burgemeester van Amsterdam. De afwezigheid van burgemeester van Leeuwen, die op 't oogenblik te Venetië vertoeft voor twee maanden, dreigt van ernstige beteekenis te wezen, De heer van Leeuwen heeft zich totaal overwerkt en door zjjn familie wordt er met allen ernst bjj hem op aangedrongen, dat hjj zjjn ambt als burgemeester der hoofdstad zal neerleggen. Rechtzaken. Arrondlssements-Hechtbank te Alkmaar. Zitting van Dintdag 24 September. Draakwcto rertre disgen. Heden stond als eerste beklaagde terecht Andries R, caféhouder te B-oekerhaven. De rechter-rapporteur doet voorlezing, waaruit bljjkt, dat bekl. in itrjjd heeft ge- fear deld met de Drankwaf. Den 2<Ien April maakte de ijjks veld wachter Jan Broer procesverbaal op ter zake vaa 't tappen van sterken drank in zjjn lokaliteit, waar bjj en nemen er geld voor zooals Judas Iscariot.* Joseph vatte geen vuur op dezen rooden lap maar keek zoo diep terneergeslagen, dat Innocentiua's oogen zacht van uitdrukking werden. «Heel best,* zei ik. «Je verdient geprezan te worden voor je kyaiiteit. Ik had niet moeten trachten je tot verraad te beregen. Maar je begrjjpt dat ik wel iets van ham te weten zal komen in de stad of aan het station.* «ïnnocentina glimlachte. «Ik geloot het niet, monsieur.* «We zullen zien, Joseph, waar is het station?* Joseph wees me de richting en duidde den weg ui*1 bood hjj aan mjj tot gids te strekken, maar zjjn diensten afwjjzend, het ik hem bjj ïnnocentina na hem verzocht te hebben op mjjn kamer in het hotel te komen voor nadere orders. De voorspelling van ïnnocentina de profetes werd bewaarheid. Aan het station te Chamber; ken ik niets van den Jongen te weten komen. In de laatste drie uren was een aantal treinen in verschillende richting naar verscheiden plaatsen vertrokken, en niemand had een jong measch aan mjjn beschrjjving beantwoordend, zien vertrekken. Treuriger maar niet wjjzer keerde ik terug naar het Hotel de France, waar ik informeerde of eea jongen van een jaar of zeventien «met groote, blauwe oogen, kastanjebruin krullend haar, verorande teint, eea panama hoed en een marine blauw pak met korte broek er geluncht had. Het antwoord luiddeneen. Zoo'n jonge meneer had het hotel niet bezocht ee was cok niet in de stad gezien, 't zjj met of zonder jonge vrouw met een paar ezels. Nauweljjks was het onderzoek algeloopen en ik naar mjjn kamer gegaan of Joseph verscheen een zenuw achtige Joseph met van opgewondenheid glinsterende oogen. «Heb je nieuws «Neon, monsieur, behalve dat over eem uur ïnno centina vertrekt om met haar fines naar Les Echelles te wandelen.* «Wat een energiek schepseltje!* slechts verlof had tot het tappen van asderen dan ster ken drank. Bg voanis vaa 26 Juni U. werd hg door dsn kaïtom- reohter te Hoorn veroordeeld tot een geldboete van f 25, subsidiair 10 dagen hrchtenis, waartegen bek). hed> n in verzet kwam, voorgevende de ia beslag genomen hoeveel heid voor eigen gebruik slechts in voorraad te hebben gehad. Getuige Jan Broer verklaarde evenwel duidelijk gezien te hebben dat beklaagde drank aan zjjn bezoeken tapte wat »an buiten zichtbaar was. «Hetgeen'u wel iult w«tei«, voegt hg beklaagde toe, «maar ali ja i» huis ging, was alles spoedig genoeg weer opgepakt 1* Biklaagda bljj't ontkennen. De O. v. J. deelde de meening van den kantonrechter ca eischte, opnieuw rechtdoende, ijjne veroordeelieg tot dezelfde straf, f 25, boete subsidiair 10 dagen hechtenis. e Hierna had zich te verantwoorden de 23 jarige Petrus D., landbouwer te Bovenkarepel. Hij had zich schuldig gemaakt aan hetielfde feit els boven omschreven en was eveneens geverbaliseerd deor den veldwachter Jan Broer en door den kantonrechter bij vonnis van den 26 Juni vrijgesproken. De Ambtenaar van hst O.M. nam hier blijkbaar geen genoegen mede en ging in verzet, reden waarom beklaagde thans terecht stond. De getuige dect mededeeling van zijn bevindingen, waarbij hij in beslag nam 2 liter brandewijn. Beklaagde ontkende ook pertinent deze hoeveelheid in huis te heb ben gehad om zonder vergunning te tappen en hield tot zijne verdediging een heel omslagiig verhaal. De O. v. J. zeide in zijn requisitoir dat deze bekl. handiger is te werk geraas dan den vorige, doch meende dat eek hier het wettig bowijs geleverd is en eischte cok tegen dezen beklaagde f 25 boete, subsidier 10 dagen hechtenis. Verzet tegen de politie. Niet verschenen was Piete? F., werkman te Anna Paulowne. Hem wtrdt bij dagvaarding en laste gelogd dat hij in den Hel ter op Zondag den 11 Augustus zich bevond in kenne ijken staat van dronkenschap en zijn arrestatie tegen den rijksveldwachter d. Hedde zich heeft verzot deor te rukken en te trappen. Getuige v, d. Hedde ves haalde voor da rechtbank alles zooals het in het procesverbaal is omschreven en de O. v. J. eischte f8,— boete, subsidiair 8 dagen hechtenis. Baggeren zonder vergunning. Eveneens rchitlerda door afwezigheid da Eskhuizer a' beider Jacobus de H. Getuige Oppen huis, gemeentc- vtldwachter te Eukhuizen, deelde de rechtbank mede dat hg gezien heeft dat beklaagde den 7 Augustus 's mor gens vroeg aan het baggeren was in de Ncorderboeke- vaart, terwjjl de g meente-a-chitect verklaarde geen permissie gegeven te hebben. Tegen hem eischte de O. v. J. f 5 boete, bg niet voldoening daarvan te vervangen door een hechtenis van 5 dagee. Beleedigizg. Daa IC Augustus kwam de tgVoveidwrchter Uifenbroek op des Berkhouterdgk, gem. Opmeer, der jager Adrianus Sob. van Wognum tegen en vroeg diens jachtaote. Da jager toonda het tximple.ar, doch toen de veldwachter neg eea ander permissie-bi!jat wilde zien, maakte bekl, beLwaar en begon den veldwachter beleadigende woorden toe te voegen, onder andeien zeide hg: «Ja hebt me al twee maal voor niets voor 't kantongerecht laten komen; nou ik dacht dat jg 'n eorlgka kerel was, maar je bent een lummel 1* De getuige Uitenbroek legde opnieuw hierna vet klaring af, hetgeen door bekl. wordt tegengesproken en de O. v. J. tischte f 12 boete, subs. 12 dagen hethtenis. Mishandeling. «Wjj waren met z'n drieën paren uit*, aldus heden de verklaring van den Volendamnser Hendrik Tuyp, en «Het meisje kent geen vermoeidheid. Buitendien, eiken dag minder op weg is zooveel francs meer voor den «dot,* monsieur.* «Ïnnocentina schjjnt erg begeerig om het bedrag van dien «dot* hoog te maken. Heeft ze al iemand in 't zicht om dien met haar te deeien?* «Dat heeft ze mjj niet verteld, monsieur.* «Hjj zal wel een goed katholiek moeten zjjn «Daar ben ik niet zoo zeker van. Ik denk dat zjj geen bezwaar zou hebben tegen een goed protestant, indien hjj toestemde dat de kinderen in haar geloof werden grootgebracht.* «Zjj is een dappere dame die de dingen der toe komst onder het oog durft zien.* «Wat de verstandigste manier is, monsieur.* «Wie hjj ook zjj, ik ben overtuigd dat jjj den aan staanden echtgenoot niet benjjdt, «dol* of geen «dot.* Je meening over ïnnocentina «Is veranderd, monsieur, geheel veranderd.* «Dan heeft ten slotte ïnnocentina jou bekeerd «Misschien, monsieur, als u het uit dat oogpunt beschouwtzei Joseph, het hoofd afwendend om een blos te verbergen. «Maar ik ben niet gekomen om over mezelf of ïnnocentina te spreken, maar over de plannen van monsieur.* «Plannen? Ik heb geen plannen.* «Wil monsieur ouder gewoodte morgen ochtend verder reizen «Reizen waarheen Neerslachtig beantwoordde ik de eens vraag met een andere: «Zuidwaarts, naar de Riviera, dacht ik. Als wjj vroeg vertrekken zou het mogeljjk zjjn de route langs La Grande Chartreuse te volgen en laat in den namiddag het klooster te bereiken. Wil monsieur daar overnachten, dan kan hjj logies vinden in het zusterhuis dat na de verbanning der Orde in een hotellerie veranderd is.< Wordt vervolgd.) ALKMAARSCHE COURANT. e

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1