No. 246. Honderd en negende {aargang. f907. DAGBLAD ?OOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Groote Veemarkten Groote Paardenmarkt De Ziekte der Eeuw. VEIJB AG IS OCTOBEE. te lkmaar op Maandag 4 en Woensdag 20 November 1907. Woensdag 13 November 1907. FEUILLETON. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken tvindbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 9,89franco door het geheele Rijk f Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs Ier gewen® aivertentlS» Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat, Groote Letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HEBMs. OOSTEB ZOONVoordam O 9. Buitenlandsche voorbeelden. LOUISE STRATENUS. TeleloonaisameF 8, Hoe dikwijls merkt men, 's zomers op ïeis zijnde, op dat verscheiden sted-n in het buitenland zooveel beter ingericht zijn, zooveel meer comfort geven, zooveel meer monumentale gebouwen en fraaie parken hebben dan ongeveer gelijksoortige steden in ons land. Aan deze opmerkingen moet men zeer zeker niet te hooge waarde hechten. Men is, in het buiten land reizende, nu eenmaal veelal in een Zondagsche stemming. Men heeft, qua mensch doch vooral qua Nederlander, de neiging om de voordeelen van het buitenland te overdrijven en de eigen nadoelen zeer groot te zien. Men merkt bovendien bij voorkeur elders op wat beter is dan in het eigen land en ziet het slechtere gaarne over het hoofd. Maar toch blijft er wel iets hangen, toch is er, met name in de Duitsche steden, veel wat beter geregeld en ingericht is, toch heeft zij wel reden van bestaan, de vraagHoe komt het toch, dat men daar zoo gemakkelijk allerlei nieuwe practische inrichtingen kan invooren, die hier niet dan met de grootste moeite en na lang tobben in het leven worden geroepen. Op die vraag moet men het antwoord schuldig blijven. Is de vergelijkende sludie der nationale gemeente-financiën nog in haar windsels, aan een internationale vergelijking is, met name in ons land, nog maar heel weinig gedacht. En dat is in hooge mate bevreemdend, omdat men eenerzijds hier toch al, in het algemeen, het oog steeds op het buiten land als voorbeeld gericht houdt en anderzijds speciaal deze studie groote, practische resultaten zou kunnen hebben, omdat zij ons wellicht zou kucnen leeren, hoe wij fouten kunnen vermijden en practische inrichtingen kunnen overnemen. Er is maar een gedeeltelijke verontschuldiging voor onze laksheid dat zulk een vergelijking bui tengemeen moeielijk zou zijn, omdat de gemeenten in verschillende landen een zeer uiteenloopenden vorm en mate van zelihestuur, zeer verschillende financiën en zeer verfchillende takken van bestuur hebben. Toch treft het al dadelijk, bij een oppervlakkige vergelijking, dat men in het buitenland bijna overal dezelfde klachten hoort als bij ons over zwaren druk van de gemeei tebelasfinr en, over de snelle uitbreiding van de gemeentczorg en de met groote vlugheid stijgende gemeenteuitgaven. Dat is in Pruisen zoo, waar b.v. de gemeente belastingen van 1876—1880/81 zijn toegenomen DOOR 8) »A1 netgee* aei mjj omtrent uw talent es penseel seeft verteld,* hernam hjj op des rustige» toos vas een man van zaken: deed mjj aan uMenken voor het portret van den Bajab. Hij heeft mg alle vrijheid ge- ga™* al-as daaromtrent met u te bepalen en ik vraag mg ar of pastel niet misschien beter zou zijn dan olieverf.* *0 zeen,* verklaarde Hé'ène haastig: adat is goed voor iemand van lichte tintenease blonde vrouw of ee* kindmaar uw vriend is zeker heel donker?* ,un Pr"qhtige kop; gjj zoudt gsen dankbaarder model kunnen vinden. Ik waarschuw u alleen, dat en hem niet zeer spraakzaam zult vinden. Men moet hem kennen zooals ik, om al het edele te waardeeren, dat ui hem schuilt: Maar daar is hg. Zie eens welk eene houding, lnd bezit geen ouder vorsteljjk geslacht De deur was door een livreiknecht opengeworpen en de prins trad langzaam op zjjne gastvrouw tce, wie bg de hand kuste, om daarna aan hare zjjde post te vatten en zich de verschillende gasten te laten voorstellen. Hg was even lang als Alfred, die een hoofd oven al de heeren van het gezelschap uitstak. Ofschoon niet in gala-gewaad gekleed, was zjjn costuum toch schil derachtig en schitterde er eene reusachtige smaragd aan zgn tulband. Zgn gelaat was donkerbruin, lang werpig en mager, wat echter en deele door den zwarten puntbaard werd bedekt. Hg boog diep, zoo vaak hem de naam eener vrouw werd geroemd. De heeren groette hg met een licht hoofdknikje en het toesteken züeer vingertoppen! met 0.42 mark per hoofd der bevolking en van laatstgenoemden tijd tot 83/84 met 0.52 mark per hoofd der bevolking, welke cijfers, neemt men alléén de steden, zelfs 0 95 en 0.93 mark werden. Tegenover 1849 waren in de Pruisische gemeen- ten in 1883/1884 de belastingen gesteeen met 2C4 °/0. i In Engeland vinden wij van 1867/68 tot 1892/93 een rijzing van de gemeenteuitgaven van 36.1 mil- lioen pond tot 81.3 millioen j ond. In de laatste vier jaar van dit tijdperk was de rjjzing zelfs zóó sterk, dat de staat te hulp heeft moeten komen. In Frankrijk een zelfde verschijnsel. Da opcen- times voor de gemeenten op de staats directe be lastingen zijn daar van 1803 tot 1898 van 57 'mil lioen francs tot 384 millioen gerezen, wat in per centen 573 °/o geeft. Zoo ht bben de stads-octrooien daar in de laatste 73 jaar ten slotte zeven maal meer dan in den beginne opgeleverd hoewel de bevolking van die steden in dien tijd niet meer dan verdubbeld was. Een dergelijk verschijnsel vinden wij ook in België, Italië en in ons land. Een goed inzicht in de rijzing van de plaatselijke belastingen geeft ook het volgende staatje, waarin wij zien wat men in het Vereenigd Koninkrijk (Gr. Br. en Ierl.) en in Frankrijk in de daarbij aangegeven jaren per hoofd der bevolking aan plaatselijke belastipgen betaalde, uitgedrukt in shillings Een dergelijk lijstje vinden wij voor 1880/81, waarin voor de nevenstaande steden zijn opgc- teekeD, in de eersten kolom de gemeente-uitgaven per hoofd der bevolking en in de tweede kolom de gemeente-schuld per hoofd der bevolking, alles in ponden stcrlirg. uitg. 2.1 2.— 4.— schuld Vereen. Kocinkr. Fraukr. 1830 9 4 1840 8 5 1850 8 7 1860 10 10 1870 16 12 1882 22 17 1887 24 21 Vergelijkingen tusschen de verschillende gemeen ten zijn uit den aard niet te maken, voor dat men dezelfde uitgaven onder dezelfde hoofden heeft ge bracht, wat natuurlijk een reuzenwerk zou zijn, dat zeer zeker uiterst nuttig zou zijn, maar verre buiten het bestek van courantenwerkzaamheid zou gaan. Intubschen enkele zeer algemeene cijfers zijn wel te vinden, al trekt het de aandacht, dat ook deze zoo beperkt en weinig gedetailleerd zijn. Zoo vinden wij b.v. de volgende cijfers voor de daarvoor staande gt meer.ten die in francs'uildrukken de totaal-uitgaven der gemeenten per hoofd der bevolking in 1885. Parjjs 125.54 Berlijn 43.28 Weenen 75.37 München 140.88 Boedapest 66.30 Amsterdam 74.74 Stockholm 115.25 Lyon 48.40 Petersburg 20.22 Moskou 17.22 Kopenhagen 45.25 Milaan 30.50 Turijn 35.76 Dresden 38.95 Warschau 20.15 »Welk een onuitstaanbare poseuri* fluisterde da Ueine Arthur Bellinggreve Annie toevTk weet waarlijk niet hoe van Breuken het in zgn hoofd krjjgt zulk een kerel bg zgne moeder te brengen. Het zou mg niet ver wonderen, als bg later bleek in het geheel geen Rajah te zgn. De van Duiven's hadden eenige jaren geleden ook logé's, die zjj op eeaa vreemde adplaats hadden leeren kennen en overal voorstelden, maar het kwam later uit dat zjj met een Franschen kapper en zgne vrouw te doen hadden gehad. Men lacht er hen nog om uit. Deze sinjeur doet meer aan een fakir dan aan eea prins denken. Wie weet of hg zgn rol niet vergeet, als hg eenmaal ia het bove'a is, en ons kuas'jes met slangen voortoovert Annie antwoordde niet. Hare oogen waren niet van het donkere gelaat afgewend. Een oogenblik later naderde zg Hé'èae. »Hoe vindt gg hem vroeg zg kortaf. a Eene prachtige studie. Ik ben b g zgn portret te zullen schilderen,* klonk het rustig. »Ze duisteren, dat hg vermomde f: kir is.« Alfred van Breuken is er de man niet naar zich om den tuin te laten leiden. Zie trouwens zgne houding maar eens aanzco troisch en toch zoo vol gemak. Hg luistert naar Mathilde, alsof zg hem over de ysieriën van lnd sprak en ik hoorde daarjuist, dat zg h: m van hare honden vert lde.« Aanie's antwoord bleef uitwant de rgtuigea waren voor ea mevrouw van Brenken vroeg haar gast verlof aanstonds te vertrekken. Er ontstond nu eene algemeene drukte. Ieder moest zgn eigen plaatsje zoeken, dat hem op een aan de deur ontvangen kaai ijs aangewezen was. Hé'ène moest in het rijtuig van de vrouw des huizes stijgen, waarin ook de prins kwa a te zitten. Haar overbuurman was Admiraal de Meerbeke een vriend der familie, die ook "ntseb lnd was geweest en de eenige persoon van leeftgd onder de geaoodigden. ,..Anl,'a *'erP hare vriendin een blik toe, welke duide- Igk verried, dat zg haar benijdde. Zg had tot tocht- genooten een vrg onbeduidend meisje en Bellinggreve en diens neef van Dalen een jongen, vrooljjken man, Antwerpen Berlijn Birmingham Boston Bradford -.6. Breslau 1.5 Brighton 16 Bristol 2. Brooklijn Boekarest 1.5 Boedapest 2.2 Christiania 3.3 Kopenhagen 1 6 Florence 5.7 Frankfort 3.5 Genua 2.6 Luik 2.7 Liverpool 5.9 Londen 2.9 Milaan München 1.8 Napels New-Yo k Palermo 1.3 Parijs 4.7 Rome 2.7 San Fraucisco 4.1 St. Louis Stuttgart 1.1 Turijn 2.7 Weenen 2.5 Indien men niet uit het oog verliest, dat hier gerekend is per hoofd der bevolking, begrijpt men wat het betoekent, dat d Brad f order met zijn 6 pond per hoofd zesmaal zoo zwaar door de gemeente-uitgaven wordt gedrukt dan bijv. de Stuttgarter met ruim 1 pond. En hoe licht drukt de schuld op de Boekarester met 1.8 pond of op de Palermoër met 2.2 tegenover den Liverpooler, die 39,6 pord torst of den Parijzenaar die onder 34.2 pond gebukt gaat. Waarlijk de getallen loopen genoeg uiteen om de verwachting te wekken, dat nadere vergelijkingen interessante resultaten kunnen opleveren. 5.1 15.— 16 5 19.— 5.3 5.5 2.9 14.9 1.8 4.3 4.1 4.1 33.5 12.1 9.- 13.5 39.6 5 3 9.3 7. 9.9 19.1 2.2 34.2 7.8 3.2 14.- 3.7 2.7 7.8 Tweede Kamer. Dp Minister v a a Oorlog, de Hear Vat Rippard, zgne rede van Woensdag vervolgende, trud gister»* in eene weerlegging vaa de bewering, dat het veldlrger zca Iflden onder de kestea van forteabeuw en Nederland niet tegeljjk levende en doods weermiddelen kan bekostigen. Eea vreemde redeueering, nu de Am sterdam' che Stelling voor drie-kwart is afgewerkt. Trou wens, onda? ki de bestigding bebb.tn de Staten Generaal steeds gelden voor de afwerking toegestaan. De Minister ondersohrjjft het betoog, dat het leger hoofdzaak moet sge maar dat leger moet steun vinden in versterkingeF. Dit geldt vooral voor kleine legeis, die haar heden voor het eerst heel laf voorkwam met zgne onophoudelijke aardigh den. iOf Zgne Zwarte Hoogheid ia Holland ook harten veroveren zou?* vroeg hg, toen men zich eenmaal op weg had begeven. «Best mogelijk, als hjj met vHocus, pocus, pas!* begint*, lachte Bellinggreve. »Ja, ik vrees ook, dat de dames die zwarte oogen ondoorgrondelijk vinden,* schertste zgn neef: »wjj moesten ons best doen ons niet door hem te laten overschaduwen: De bruiloft van een Rajah zou hier anders nog eens iets heel bijzonders wezen. Wat cunkt u, juffrouw Calmpthout?» »Dat ik hem gaarne zou bg wonen. Ik houd vaa alles wat bijzonder is,« klonk het vrg droogjes. »En wie denkt gg wel, dat het eerst bezwjjken zal voor da betoovering van zooveel i smhragdes?* »Ik heb er tot dusverre nog maar één gezien.* >Dan hebt gg niet goedgekeken. Hjj draagt er eene menigte cp zijn zwaard. Zjj doen aeg denken aaa slangenoogen. Freule von Jostburg zal stevig in hare schoenen moeten staas, wil zjj haar hart niet laten breken. Vandaag zit zjj in het vorstelijke rjjiuig en morgen zal hjj voor haar poseeren, Ik had lust haar eene broederlijke waarschuwing te geven, toch eerst eeus te vernemen of zjj geen Indische» tandentrekker voor zich beeft. »Daar strafs sprak uw neef van eea Lkin Het wordt al ütooier en mooier tO I* antwoordde Bellinggreve, zonder zich uit het veld te laten slaan»De beide baantjes zjjn heel goed te vereenigen. Ik hoor dat de fakirs, alsvorens met hunne gevaarlijke diertjes vertooningen te geven, ze wjjseijjk von tanden en vergif ontdcen. Maar ik geef toe, dat freule van Oosiburg haar hart behoort te pantseren. Een kunstnaarsoog vooral moet veel te bewonderen vinden ia al die regei hoogkleuren en het gezicht van het heerschap is een studie in zepia.* Het vas een lange rit, oien men af had te leggen, alvorens op de door de gastvrouw uitgekozen plek aan te komen. Héiène had op dien tocht gelegenheid gehad die niet kunnen uilwjjken. Ia dit verbaad wees de Minister o. ft. op het gebeurde in 1866 in Hannover. Met ren beroep op bet buitenland als: Zwitser land, BvlgtS, Rn me* 8, Denemarken bestra d de Mi- nister de bewering, dat aan het nut van stellingen ern stig ta twjjf'l«n valt. Alleen Nederlasd heeft 33 j ren noodig gehad om tot het besef te komen, dat verster kingen noodzakelijk zgn. Daarbjj komt, dat Nederland een der weinige Rijken is, die de kosten uit gewone inkomsten bestrjjdt, en niettemin zon Nederland nog aarz-len. Voorts zette de Misi.ter uiteen, dat, raast do kust- verdsd;ginp, sperlin'Bn als de nieuwe Hollandecka Wa terlinie, in eik ge al de Amstfrdamsche Stelling als koofdstflsïl ncodig i«. Wjj zga veiplcht tegelgk met de Stelling te zorgen voor kustverded;ging, dat echter moer in bet mat ine erbsnd dan in bei legerverband ligt. Uit drfaasie-oo punt is het beter, dat de Marine da knstvc: dedigteg op sich neemt. Ds verded'ging van de kustrereterkingen moet k ééze hand zjja. Dat is 's Mi Eistsrs vaste overtuiging. De Minister vaa Marino heeft de zaak nog iu onda zoek. Er is dus oen harmonisch verbaad in ons gsbeele vestingstelsel. Da zaak der kustverdediging is in oa- de zrekvoor spsrforten wo dt zorg gedragsa maar Amsterdam moet de hoofdstelling blijven. Wil men ern andere sohakeling, men doe ze aan de hand. Met kaarten bstoogds ds Minister voorts, dathstpkn van de Amsterdamschs Stf llirg n'et beperkt kan worden, wast de Stelling moet vohloan aan de volgeads sisehes beveiliging van Amsterdam tegen een bombardement ru'mte voor verpleging; weiden voor vee; behoud van het grootste de 1 van het Noordzee kanaal in onze handen en gemeenschap met de Zuiderzee. Ds verdedigingswerken vertoones thans zulke gepingss, dat alle punten iwak zgn. Parmaaaats forten zgn noodig. De geschiedenis in 1870 an bg Port-Artbur heaft aan getoond, dat open werken geen voldoenden waai borg hadden. Hetgeen wjj ten koste leggen aan onze versterkingen, is gering, vergeleken bg bat buitenland. Herinnerende aan da oneervolle wjjza, waarop wg in 1795 in Fransche handen geraakt ?jj* en aan de aaillioeneu, welke die vriendschap der Franschen ons heeft gekost, doet de minister opmerken, dat hjj de voorkeur geeft aan de betaling van 8 millioen, met de kans om zoodoende te kunnen winnen of eervol onder te gaan, d&n aan een oneervolle» ondergang, Tegenover dos heeren Thom son's bewering betoogde de minister uitvoerig, dat een leger steun moet kunnen vinden ia permanente ver sterkingen, De minister oordeelde voor het instellen eener commissie, als door den heer van Kol geweascht, geen reden. Breedvoerig trad hjj voerts in weerlegging van de argumenten van de heeren van Kol es Mar- chsnt, in het licht stellende dat deze be da laden, die de stelling bezochten, tot geheel uiteealoopende gevolg trekkingen kwasten. Da een zegt: de stalling is te zwak. De ander: ze is te sterk. Da minister me kte voorta op, dat de beer Merchant blijkbaar meer waarde heeft gehrcht aae het oordeel vaa niet-deskundigrn dau aaa dat vaa deskun digen. Voor sohorsing der zaak, zooals de heer D. jaaanr vaa Twist wilde, bestaat geen aanleiding, want de Regeeriagsplannea >jjni °r>k wat da kustverdsdigieg be treft, voldoende bekend. Die kustverdediging ml, tegeigk met de afwakiisg der stelling, worden ter hand geiomee. maar het ontwerp thans uit te stellen, om later een fonds voor beide zaken ia te stellen, is niet praotisoh en zou slechts leiden tot vertragisg. Ia oom: é-genera 1 behandelde de miaütcr voorts de approviasdeerings- en 'nundat' quaesties. met haar toekomstig modal kennis ta maken. Mat roote hoffelgkheid had hjj haar verzekerd haar zeer azkbaar te zjjn voor de moeite, welke zg zich wel voor hem wilde getroosten en haar over hare kunst ge.'proken, op eene wjjze, welke haar bewees, dat hjj er veel verstand van bezat en de werken der groote eesters kende, »Mag ik Uwe Hoogheid vragen, of het portret voor Indië bestemd i vroeg zjj. »Ja; maar niet voordat Londen uw werk zal hebben bewonderde, gaf hjj ten antwoord: sik reken er op. als een middel onder mjjne landgecooten den lust op te wekken ook hunne gaven a an da Europaasche schil derkunst te wijden. Wat zouden zjj niet kunnen scheppe», indien zjj dat verkozen, met hun oog voor licht es kleuru ffocten sMeer dan wjj. Ik ben er van overtuigd*, erkende de jonge kunstenares: »bjj uw volk is alles goed, bjj ons alles bleek, van het menschaljjk gelaat af, tot vogels en bloemen toe. Dat moet Uwe Hoogheid nebben ge- tr. ffen bg uw eerste bezoek aan ons werelddeel.* »Er zjjn over dien dag zoovele jaren verloopea* antwoordde de prins, te brie fd om haar geljjk te geven in iets dat eea gemis aan bewondering voor Europa kon schjjnen: »Ik was toen aog eea kna*3.« »WaarljjkP Kwam Uwe Hoogheid al zoo vroeg uit Azië?* »0 niet voor gosd en gewoonlijk geschiedt dat niet zoo jong bjj ens; maar mjjn vader voelde zjjn einde naderen en wilde mjj vóór zjjn dood nog persoonlijk voorstellen asn de Koningin, in wier bescherming hjj mjj gaarne aanbeval. Dat is nu achttien jaar geleden. Wij vertrokken trouwens ook weer spoedig. Mjjn vader verlangde er naar te sterven te midden vaa zgn volk.* Wordt v rvolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1