DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE ZIEKTE DER EEUW. No. 258. Honderd en negende jaargang. 1907. V R IJ D A O 1 NOVEMBER. De Gedaanteverwisseling. FEUILLETON. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10/ Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Het bezoek van het Duitsche Keizerlijke paar. Spoorwegpersoneel. Noordhollandsch Kanaal. AL1MAARSCHE COURANT. Wanneer het nummer van de Alkmaarsche Courant, dat we thans, Vrijdagochtend half elf bezig zijn te ma ken, strakjes door onze „loopers" in de stad en door de post in de provincie zal zijn bezorgd, dan zal onge twijfeld in menige huiskamer onmiddellijk door haar of hem, die de courant het eerst in handen krijgt zoo iets uitgeroepen worden als„De krant van Coster ziet nu heelemaal andersuit dan anders." En wanneer men hoort van de krant van Coster, dan zal ieder lezer dadelijk begrijpen dat hiermede de Alkmaarsche Courant wordt bedoeld en dat deze een gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Men zal aller eerst opmerken, dat het „hoofd" der courant is gewij zigd, dat de wel wat slappe en wel wat versleten groote letters, waarmede de naam van dit blad was gedrukt, zijn vervangen door steviger en smakelijker letters. Dan zal men waarnemen dat in de plaats van het gro ve onduidelijke wapen der stad een „burg" is geko men, welke uitmunt door sierlijkheid, fijnheid en, dank zij de medewerking van onzen altijd weiwillenden ge meente-archivaris, door historische juistheid. Zoodra men het blad heeft opengevouwen, dan zal men niet meer op de nieuws-pagina's lezen zwarte vage letters, maar nette duidelijk te lezen regels. Dezelfde verbe tering zal men ontdekken op de advertentie-pagina, ook daar vindt men nieuwe, mooier letters en nieuwer mooier randversieringen, ofschoon de verandering op deze pagina nog niet geheel en al doorgevoerd is. De geheele courant, vanaf het nummer in den lin kerbovenhoek van de eerste pagina, tot de streep on der aan de laatste advertentie op de laatste kolom van de laatste pagina, zal voortaan gemaakt worden met behulp van nieuw materiaal wat er thans nog voor oud gebruikt is, zal dezer dagen geheel verdwijnen. „Ad het oude lood komt in de hel" zou een vakman zeggen, hetgeen beteekent dat al het materiaal, waar mede tot heden de courant is gezet, als oud lood ver kocht en omgesmolten wordt. Voortaan zal de Alkmaarsche Courant naar vorm smakelijk wezen en aangenaam te lezen wij zullen er naar blijven streven haar dit niet alleen naar den vorm maar ook naar den inhoud te doen zijn. Een van de belangrijkste maatregelen welke in verband met deze ingrijpende verandering noodzakelijk waren, is wel de aanschaffing van een nieuwe zetmachine welke gedreven wordt door een nieuwe gasmotor. Waar een dergelijke machine in Alkmaar nog niet wordt gevonden en waar we gaarne ieder belangstel lend lezer en lezeres in de gelegenheid zullen stellen, eens kennis te maken met dit wonder van vernuft, daar zij het ons vergund, een korte beschrijving te ge ven van de wijze waarop een Linotype werkt. Iedereen kent wel een schrijfmachine en weet dat men, om met behulp van zoo'n toestel te schrijven, slechts op knopjes heeft te drukken waarop de letters zijn aangegeven. Welnu om met een zetmachine te zetten, heeft men slechts hetzelfde te doen. Tikt de machinezetter op de toets, waarop een a staat, dan valt er uit een groote schuin staande gele doos, langs een gootje een lettertje a in een bakje. Worden er andere toetsen aangeraakt, dan komen er ook andere letters indat bakje; zijn er zoovele letters, dan de re gel gevuld is, dan weerklinkt een belletje, de regel wordt opgenomen en naar een andere plaats gebracht. Eigenlijk is het geen regel letters, maar een regel let- ter-vormpjes, matrijzen genaamd. Deze regel nu komt voor een spleet te staan van een pot, waarin altijd ko kend lood aanwezig is, er wordt een loodstraal op de matrijzen gegoten en dan ontstaat er een regel, welke door LOUISE STRATENUS. 19) Ik haalde mijn zwarten prins dus over een tijgerge vecht en andere feesten te geven; zoodoende ben ik in aanraking gekomen met eenige Engelschen en. welnu ja, ik heb een weinig geflirt. Ligt daar nu zooveel kwaad in? Op het oogenblik heb ik zelfs een allerliefsten vriend gevonden, een luitenant, te Calcut ta in garniz., maar die hier tot herstel van gezondheid [lees tor wille van uwe ootmoedige dienares,] vertoeft Horace Willingford is, wat de wereld een „slecht su jet" noemt. Men zegt, dat hij al een dozijn vrouwen harten gebroken heeft, maar daardoor weet hij ook zoo goed met de vrouwen om te gaan. Elk zijner woorden bezorgt u eene aangename emotie. Hij ver staat bij uitnemendheid de kunst u de warmste de claraties te doen, terwijl hij bij voorbeeld met den Ra jah zit te praten over paarden of staatkunde. Ik heb mij belast met de zeer intéressante taak hem te bekee ren van zijne onstandyastigheid. Is dat niet heel lof felijk? Waarom ik u dit alles vertel? Ik weet het zelf ook niet. Hij zijt zulk een onschuldig uiltje, dat gij toch niet kunt verstaan welk een genot er in ligt zich bewust te zijn, dat de vogel, dien men op de hand houdt, u ieder oogenblik kan ontsnappen en hem zoo te betoo veren, dat hij vrijwillig bij u blijft. Ja, dat moet de groote, de eenige bekoring van dit spelletje wezen. Die arme Nikor heeft dat nooit bc grepen, anders zou hij er wel zorg voor hebben gedra gen mij eens jaloersch te maken; maar hij is zoo wan hopig trouw en o! de verveling altijd twee groote oogen op zich gevestigd te zien, die u aanblikken met gedrukt kan worden. Hij wordt wat beschaafd en ge vijld en komt dan, blank als zilver en nog kokend heet, te voorschijn. Als de lettertikker doorgaat, komen er natuurlijk nieuwe regels naast. Het eerste gemakkelijk te begrijpen verschil tus- schen het lettertikken en het gewone letterzetten (dat zeker een ieder wel eens heeft gezien) is, dat men in het eerste geval vaste gegoten regels krijgt, in het an dere regels, bestaande uit afzonderlijke letters. Van daar dat het schrift van de zetmachine er veel regel matiger uitziet dan het handzetsel. Men zal ook weten dat de letterzetter zijn lettertjes stuk voor stuk uit een in vakken verdeelde kast moet grijpen en dat hij, wanneer zijn zetsel gebruikt is, het weer lettertje voor lettertje uit elkaar moet halen en over de vakjes verdeelen. Dit laatste werk heeft de lettertikker niet te doen, dat verricht de machine voor hem. Door een wonder-vernuftig samenstel van aller lei machine-deelen worden, terwijl de machine-zetter doortikt, de matrijzen, zoodra zij voor den loodpot zijn geweest, gegrepen door een langen arm, welke hen brengt op een spiraal, waarlangs zij heel netjes wande len en zonder mankeeren hun eigen gootje in de groo te gele doos opzoeken. Het klinkt bijna ongelooflijk, maar toch gaat het precies zoo en niet anders. De vormpjes worden dus gedistrubueerd onder het zetten door, de „kasten" raken nooit „leeg," er is altijd mate riaal. Mits., er altijd lood is. Doch daaraan is in den regel geen gebrek: zoodra de courant gedrukt is, wordt de letter weer in den loodpot gedaan en omge smolten. Eiken dag weeraan bestaat de courant uit nieuwe letter, van afslijten is hier geen sprake dat is het tweede voordeel der zetmachine. Het derde is, dat zoo'n lettertikker met zijn machine zoo razend vlug werkt. Hij verslindt letterlijk de copie, en verwerkt in denzelfden tijd evenveel velletjes schrift als zes, zeven gewone zetters. Men begrijpt dat dit van groote betee- kenis is voor den inhoud van het blad. Immers het laatste en verreweg het belangrijkste uurtje kan thans veel beter dan voorheen gebruikt worden, en wij hebben maatregelen genomen, om te zorgen, dat dit inderdaad geschiedt, dat de Alkmaarsche Courant niet alleen geeft het nieuws, maar het laatste nieuws, ge lijk wel zal blijken. Tegenover deze groote voordeelen staan natuurlijk ook nadeelen. Als voornaamste noemen we de correc tie. Immers bij het handzetsel kan men als er in een regel één letter foutief is, volstaan met dat eene let tertje te vervangen, terwijl bij machinezetsel, waar el ke regel een vaste massa is, de geheele regel moet wor den overgezet en daardoor de gelegenheid tot het ma ken van nieuwe fouten wordt geopend. Nemen wij ter opheldering van bovenstaande het volgende voorbeeld: De redacteur schrijft: De gemeenteraad heeft heden besloten de kas enz De zetter maakt hiervan De gemeeno raad heeft heden besloten de kas enz. De corrector verbetert dit op de proef, de zetter zet het over, het is al wat laat geworden, er is geen tijd nogmaals een proef te trekken en 's avonds staat er in de courant: De gemeenteraad heeft heden bestolen de kas enz. Wij hopen, dat de lezer overtuigd zal zijn, dat er gemakkelijk fouten kunnen worden gemaakt. En als hij die overtuiging heeft, dan scheelt dat alvast zoo veel. Zooals wij boven reeds hebben gezegd, zullen we gaarne onze lezers in de gelegenheid stellen, deze prachtige machine in werking te zien. Bij voorkeur zullen we ze echter ontvangen na afloop der courant, dus tusschen 4 en 6 uur. Zij zullen zich ongetwijfeld een gang naar den Voordam niet beklagen. de extase, waarmede men tot een afgodsbeeld opziet in dit heidenland. Stel u echter gerust; noch Horace noch ik loopen gevaar ons hart onder deze idylle te breken. Het ic een spelletje, een amusement voor ons beiden; niet meer. Het is jammer dat gij de kleine Djala niet' eens kunt zien. Zij is zoo mooi. Nikor kan uren bij haar zitten Gisteren avond wilde hij niet gaan rusten, omdat zij in zijne armen ingeslapen was en hij haar niet verkoos te wekken. Hij heeft bepaald zijne roeping gemist Hij had kindermeid moeten worden. Het volgende jaar komen wij waarschijnlijk naar Europa, en dan moet gij aanstonds voor onbepaalden tijd naar Mountcastle komen, waar ik een atelier voor u zal laten inrichten. Schrijf mij in dien tusschentijd zoo dikwijls moge lijk. Ik beloof u, nu gij eenmaal op de hoogte van den toestand zijt, u ook alles te vertellen. Ik ben zoo blij eene vertrouweling te hebben gevonden in u. Het is zoo prettig de zaak met iemand te kunnen bepraten. Wees in uw antwoord niet al te streng voor uw on boetvaardig zondaresje." Toen de schilderes dezen brief tot het eind toe had gelezen, verfrommelde zij hem driftig en wierp hem in het vlammende houtvuur van den haard. Een blos van schaamte steeg haar naar het gelaat bij de gedachte dat de vrouw, die deze regelen geschre ven had, ooit haar vriendin had kunnen zijn, al had zij haar dan ook nooit anders dan eene soort moeder lijke gehechtheid toegedragen, haar beschouwd als een lieftallig kind, dat met hare komst zonneschijn en le ven in hare stille werkplaats bracht. Wat was er van dat schuldelooze kind overgebleven? Een vrouw zonder geweten, zonder besef van goed of kwaad, een wezen, dat bestemd was overal ellende te verspreiden en levens te verwoesten, waar zij zich ver toonen zou. Zij lachte bitter bij de herinnering haar geschreven te hebben met het doel haar te waarschuwen tegen John Duncan. John Duncan! Was er ook zelfs nog maar sprake van dien armen dwaas? Zou er in een volgend opstel nog sprake van Horace Willingford we ALKMAAR, 1 November. Wellicht heeft men deze week met eenige verbazing gelezen, dat in Mecklenburg een post op de grooting zal worden gebracht; welke de ar beiders, die in het land geboren en getogen zijn, moet helpen tot het krijgen van een eigen huisje met tuin tje. Het klinkt zoo gemoedelijk, het herinnert aan den tijd, waarin Fritz Reuter nog woonde in het land, dat in sociaal en economisch opzicht nu niet precies gunstig bekend staat. Het voorstel zal dan ook wel niet alleen zijn gedaan om de arbeiders-bevolking ten goede te komen, maar ook, en misschien vooral, om te voorkomen, dat de Mecklenburgsche werkkrachten worden verdrongen door de vreemde. Mecklenburg heeft veel overlast van die vreemde elementen, die mis schien wel goede werkers zijn, maar tevens door hun ruwe gewoonten en zeden een slechten invloed uitoefe nen op de bevolking. En in dit opzicht staat Mecklen burg geenszins alleen. Uit verschillende deelen van Duitschland worden tegenwoordig buitensporigheden gemeld, welke worden bedreven door buitenlanders, die daar werken. Wij herinneren slechts aan het gebeur de te Solingen. Daar verrichten Kroaten allerlei bal dadigheden. De politie bleek niet in staat de bende te bedwingen en toen een slager haar behulpzaam zou zijn, werd hij vermoord, terwijl zijn vrouw en twee be dienden ernstig gewond werden en er in de slagerij schrikkelijk werd huisgehouden. Hoe de Kroaten optreden is voorts duidelijk aan het licht gekomen tijdens een proces te Bonn, waar enkele hunner moesten terechtstaan wegens een drievoudigen moord. Een inspecteur van politie, als getuige ge hoord, vertelde over het leven der Kroaten de volgende bijzonderheden :Deze menschen werken slechts om geld te krijgen voor spel en drank. Geven ze zich dan daar aan over, dan ontstaat er al heel gauw twist, welke dikwijls eindigt met doodslag. Met voorbedachten ra de wordt er gedood als men vermoedt, dat het slacht offer geld heeft. Voor twintig gulden begaan zij een moord, zelfs op een bloedverwant. Altijd hebben zij een dolk en een revolver bij zich. Zij vermoordden met een kunstig ineengedraaid koordje en een messteek, welke bij de politie bekend staat als de kroatensnede. Zij erkennen openlijk dat onder hen de bloedwraak be staat. En als er iemand tegen hen optreedt of tegen hen getuigt, dan slaan zij den man eenvoudig dood. Behalve Kroaten en andere Oostenrijkers zijn er nog Italianen, ook helden van mes en revolver. Het spreekt wel vanzelf, dat zij niet alleen de vei ligheid verminderen, maar ook het zedelijk peil der be volking verlagen. Sommige Duitsche bladen sporen dan ook aan, die elementen zooveel mogelijk te doen verdwijnen. Bij slapte ontsla men zeggen zij al lereerst drie menschen. Waar mogelijk, vervange men ze door meer gewenschte werkkrachten, zooals bijv. Hollanders, „die men geen ongewenschte vreemdelin- kan noemen, daar zij in het algemeen een kalrnen aard hebben, zegt de Rheinisch Westfalische Zeitung. In Mecklenburg heeft men nog een ander middel ge vonden: de arbeiders, die in het land geboren zijn, daar te houden door hun te helpen in den strijd om het bestaan, hun drang naar de steden te verminderen door hun het leven op het platte land minder onaan genaam te maken. zen? Hèlène's oog viel op een boek, dat zij den vorigen avond had uitgelezen, Professor Charcot's „Démonia- ques d'aujourd'hui". Haar gelaat werd heel somber. „Zij zijn niet alleen in Salpetriere opgesloten, meester, onze bezetenen van heden," mompelde zij „wij vinden ze in de vriendelijke huizen onzer broeders, onzer kennissenzij vertoonen zich niet aan onze oogen met verwilderde haren en woesten blik; neen, zij hebben bekoorlijke blonde Reynolds' kopjes; haar lach is even onschuldig en gul als die van Donatello's knaap, maar zij vernielen elke bloem, die zij aanraken; zij buigen zich nieuwsgierig over de zielen heen, om te ontdekken tot hoever haar macht daarover zal gaan en, hebben zij die macht eenmaal uitgeoefend en een hart gebroken, dan gaan zij verder en zoeken een an der tot vertwijfeling te brengen. En als de wereld een spoor van dat kwaad in eene ongehuwde vrouw ge waar wordt, dan roept zij in hare domheid uit„Zij moest trouwen!" Trouwen; dat wil zeggen verderf aanbrengen over een braaf mensch, eigen haard ont- eeren, kinderen een brandmerk óp het voorhoofd druk ken en zelf haar weg vervolgen als eene inconsciente: zooals men het ter harer verdediging noemt. Trou wen! Zij de priesteressen van do ontrouw! Men moest haar het huwelijk verbieden!" Eenige maanden later ontving zij een nieuwen brief met ontboezemingen, aanvangende met de woorden: „Waarom antwoordt gij niet? Is het uit vrees dat uw schrijven in andere handen zou vallen? Dan kent gij mij al heel slecht. Het beven voor ontdekking is juist de helft van het genot. Dat zullen mannen nooit verstaan. Zij zijn altijd bang als wezels en ondertee kenen hunne briefjes slechts met zoo goed als onlees bare voorletters. Ik niet, ik schrijf mijn naam en ti tels voluit. Soms zelfs kan ik wel eens met een zeker genoegen de oogen sluiten, om mij levendiger voor te stellen wat het zou zijn als Nikor ooit achter de waar heid kwam. Hij zou zeker prachtig zijn met zijne vlammende oogen. Zijne kris zou een oogenblik boven mijn hoofd zweven; want hij zou mij natuurlijk aan zijne voeten slingeren en ik geloof, dat ik hem lief zou hebben op dat moment; want hij is eigenlijk wanho Omtrent dit bezoek verneemt de „Deutsche Wochen- zeitung in den Niederlanden" nog, dat de keizer tijdens zijn ééndaagsch verblijf in de hoofdstad, 's middags da ministers en eenige hoogwaardigheidsbekleders ont vangen zal. Daarna zal het Rijksmuseum bezocht worden. Na het gala-diner, dat 's avonds om zes uur begint, zullen de keizer en de keizerin cercle houden, 's Avonds om half elf vertrekt het keizerlijke paar weer naar Potsdam met den uit elf rijtuigen bestaan- den hoftrein, die den volgenden ochtend om acht uur aan het Wildparkstation zal aankomen. De Sleipner, die deel uitmaakt van het Duitsche eskader, dat de Hohenzollern van Engeland naar Amsterdam vergezelt, is niet, als wij aan het „Hbld. ontleenden, een van de nieuwste kruisers, die in dit jaar aan de Duitsche marine werd toegevoegd. Het is een snelle torpedojager, die den keizer op al zijn zeereizen vergezelt. Uit Vlissingen komt thans het volgende bericht Volgens thans officieel bericht zal de Hohenzollern, begeleid door de Scharnhorst, de Königsberg en de Sleijpner, 8 November hier op de reede aankomen. Den volgenden ochtend zal het jacht aan de zuidelijke ponton meren, het keizerlijke echtpaar zal 's middags hier per extra-trein aankomen en onmiddellijk aan boord gaan. Zondagochtend 10 November vertrekt het jacht dan naar Engeland. Wij ontvingen een afschrift van een protest door het hoofdbestuur van den Bond van Orde van per soneel in dienst der H. IJ. S. M. verzonden aan den Minister van Waterstaat, de leden van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, de Kamerleden en de directiën van spoor- en tramwegmaatschappen, ge richt tegen het op 17 November te Utrecht te honden spoorwegcongres. Het genoemde hoofdbestuur wijst er op, dat dit congres geen uitspraken kan doen namens het geheole spoorwegpersoneel, omdat eenige organisaties van dit congres zijn uitgesloten, of mede werking hebben geweigerd, groepsvertegenwoordigers als zoodanig niet worden toegelaten, het personeel der H. IJ. 8. M., welke directie het deelnemen aan Ned. Ver. van Spoorwegpersoneel die het congres uitschreef ontried, niet aan dit congres kan deel nemen en het bestuur van deze leidende vereeniging politieke nevenbedoelingen zou hebben. De Minister van Waterstaat brengt ter kennis dat, met ingang van 15 November, des middags te 12 uur, en tot nadere aankondiging, op de Willemsluizen van het Noord-Hollandsch Kanaal tegenover Amsterdam en op de beide bruggen over dat kanaal te Alkmaar, pig supérieur aan den armen Horace, met zijn trage* geest, die pas na een kwartier eene aardigheid vat, en mij ook altijd hindert door zijne afgezakte engelsche schouders. Mijn tijger van Bengalen zou pas in al zij ne schoonheid uitkomen, als hij van woede brulde. On gelukkigerwijze heeft de liefde voor mij hem in een lam herschapen en dat past niet bij hem. Zoudt hij mij dooden, gelooft gij? Of wel mij wer pen op zijn wilden hengst en met mij de bergen in vluchten, ver heel ver van de wereld Odat zou ik willen. Ik weet vooraf, dat ik minstens veertien da gen gelukkig zou wezen, als de vrouw van een ontem- baren hoofdman der wildernis. Ik zeg dat wel eens aan Horace, om hem te plagen en dan wordt hij zoo wit als krijt en zie ik zijne handen beven. Hij heeft witte vrouwenhanden, waarop hij heel trotsch is; die van Nikor kent gij; zij zijn bruin en gespierd, handen die vermorselen. Als ik Willingford daarop wijs, zegt hij aanstonds dat zijn verlof onmogelijk verlengd kan worden en toch blijft hij. Ik begin in mijne toover- macht te gelooven Het was op een warmen avond in Himlapoor. De prinses woonde een feest bij, door de engelsche kolo nie gegeven. Nikor had zich laten verontschuldigen. Zulke partijen waren hem'niet alleen een kwelling; maar hij wist dat zijn volk ongaarne zag, dat hij zich onnoodig bewoog te midden van de verdrukkers des lands. Dat Annie dit deed, wat in zijne oogen iets anders. Zij kon, als Europeesche, hun rassenhaat niet deelen, geen wrok koesteren over het onrecht door En geland tegen Indië gepleegd. Juist nu was die wrok onder de inlanders sterker dan ooit. Er lieerschte hongersnood in andere deelen des lands en, in plaats van te helpen, liet het britsche gouvernement, dat In dië tot armoede had begracht, aan vreemde natiën de zorg over bijstand te zenden. Hijzelf begon bitterheid to gevoelen tegen den overheerscher en, waar hij zon der tellen zijn goud zoud, om deu nood te lenigen, stuitte het hem tegen de borst feest te gaan vieren met de Engelschen, terwijl duizenden van zijne landge- nooten van gebrek omkwamen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1