DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en negende jaargang.
1907
WOENSDAG
6 NOVEMBER.
GROOTE
PAARDENMARKT
te ALKMAAR
Woensdag 13 November a.s.
GROOTE
te AIKMA A IS
Woensdag 20 November a.s.
DE ZIEKTE DER EEUW.
BINNENLAND.
No
262.
IJK en HERIJK.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond» behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs pei 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
De Koningin-Moeder in Zwitserland.
Het bezoek van het Duitsche Keizerpaar.
Tweede Kamer.
COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat de Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel, bij beschikking
van 18 October j.l., No. 4695, afd. Nijverheid, heeft
goedgevonden
lo. te bepalen, dat het goedkeuringsmerk, gedurende
het jaar 1908 te bezigen, zal zijn
bij den ijk en herijk van maten en gewichten,
de letter r in den gewonen schrijfvorm
bij den ijk en herijk van gasmeters, de konink
lijke kroon
2o. dat als merk bij eerste stempeling aan het ijk-
kantoor te Alkmaar gebezigd wordt het cijfer 10.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
5 Nov. 1907. DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 6 Nov.
Wanneer het mogelijk was een kinematografisch
beeld te geven van de gebeurtenissen der laatste jaren
in Europa, dan zou het ongetwijfeld verbazing wekken,
dat men zoo dikwijls schandaaltooneeltjes te zien
kreeg. Onze tijd dreigt de schandaalperiode te wor
den. Nationale schandalen, internationale schandalen,
parlements-schandalen men kan geen courant open
vouwen of men leest iets, dat in verband staat met een
schandaal. En „men" vindt dat over het geheel zeer
aangenaam. Wat is het geval? Er komen bij die
schandalen aan het licht de zonden, ondeugden en mis
drijven van de hooggeplaatsten en zij, die om een of
ander reden onder dezulken staan, lezen met genoegen,
dat de toestanden en gewoonten in de z. g. n. betere
kringen volstrekt niet beter zijn dan in de hunne. Er
is herhaaldelijk gezegd, dat de onthulling van dergelij
ke schandalen de reiniging is van het nationale en so
ciale gebouw. En inderdaad komt er bij zoo'n onthul
ling heel wat slijk en heel wat stof te voorschijn -
waarmede nog niet gezegd is, dat men dat voorgoed
kwijt is en dat het zich niet weer opnieuw of op een
andere plaats zal ophoopen.
Op het oogenblik is Italië aan de beurt van het po
litieke schandaalproces, waarvan voorheen Frankrijk
het monopolie scheen te hebben: het proces-Nasi is ein
delijk, en wel gisteren, begonnen. Wij hebben of en
toe wel eens iets van dat „geval" medegedeeld, maar
het is misschien niet kwaad, het heden nog wat uit-
door
LOUISE STRATENUS.
23)
„Ja, gij hebt gelijk, zulke vrouwen hebben voorwaar
nog rechten!" bromde de Meerbeke: „Maar zij zijn
er gewoonlijk weinig op gesteld. Zij zal het heel pret
tig vinden als de kleine mooi is, ten minste haar
al de veeren van een pauw om te hangen en haar al
dus op de wandeling aan het publiek te vertoonen;
vertel mij echter niet, dat hare moederliefde zich uit
strekken zal tot het verleenen van de duizenderlei klei
ne zorgen, welke een kind vrij wat meer behoeft dan
pluimen en kanten. Help Annie eene bonne-gouver-
nante voor haar zoeken eii zie gij, van heden af, naar
een daartoe geschikte persoon uit. Zij moet eenc
vrouw zijn van hart en verstand, eene buitengewone
vrouw, zou ik haast zeggen. Indien de bezoldiging,
die men haar zal aanbieden, te gering is, kunt gij er
vijfhonderd gulden per jaar voor mij bijvoegen. Wij
hebben tot plicht iets voor de dochter van dien man tc
doen. Ik zal het mij zelf nooit vergeven, dat ik hem
niet gewaarschuwd heb. Hij zou misschien naar een
grijsaard hebben geluisterd."
„Gij vergeet één ding, admiraal," antwoordde het
jonge meisje, dat aandachtig had toegehoord: „het
denkbeeld is goed en zou ook uitvoerbaar zijn, indien
de grootouders alleen over de opvoeding der kleine
Djala te beslissen hadden. Over de moeder kan ik
geen invloed uitoefenen, om de eenvoudige reden, dat
ik haar niet wêer zal zien."
„Wat vertelt gij mij daar? Gaat gij voor langen tijd
op reis?"
„Neen, gij verstaat mij verkeerd. Ik zal Annie geen
bezoek brengen, als zij hier komt, en ook mijne deur
voeriger to bespreken. Nunzio Nasi is thans zeven en
vijftig jaar oud. Hij is te Trapani (Sicilië) geboren,
was in zijn geboortestad achtereenvolgens hoogleeraar
en burgemeester en werd in 1886 tot afgevaardigde ge
kozen. In Juni 1898 werd h ijminister van posterijen en
telegrafie, doch zijn ministerschap duurde slechts tot
Mei 1899. In het ministerie Zanardelli kreeg hij in
Februari 1901 de portefeuille van onderwijs. Zanardel
li zag in hem een groot man en moet hem zelfs voor
zijn opvolger, dus voor minister-president, bestemd
hebben. Doch het is anders geloopen. Zijn minister
schap duurde tot Nov. 1903. Toen is de beschuldiging
geuit, dat hij misbruik van zijn ambt had gemaakt en
gelden uit de staatskas had verduisterd. Het waren
de socialisten die het eerst alarm sloegen, er werd een
commissie van onderzoek door de Kamer benoemd en
de afgevaardigde Saporito diende namens haar bij de
Kamer een lange lijst van beschuldigingen tegen Na
si en diens kabinetchef Lombardo in. Ilij maakte in
spectie-reizen, welke schatten geld kostten (voor een
spoorreisje van Rome naar Erascati berekende hij 750
gulden, ofschoon de afstand slechts 25 kilometer is.)
Het fonds voor behoeftige onderwijzers werd tijdens
zijn bestuur op een verschrikkelijke wijze geplunderd
en er werden dikwijls valsche kwitanties overgelegd.
Ook ondersteunde Nasi de kunst, door hij de Si-
ciliaansche kunstenaars werken te bestellen deze naar
zijn villa te Trapani te brengen en ze uit de staatskas
te betalen. Zelfs heette het, dat hij, bij het heengaan
uit znij ambt, van het ministerie boeken, klokken, fiet
sen, telefoons ja een kachel en een tafel meenam.
Nasi verklaarde onmiddellijk het slachtoffer van "de
politiek te zijn geworden. De bewoners van Trapani
hebben hem geloofd. Zij hebben hem eenige malen als
afgevaardigde herkozen, ofschoon de verkiezing tel
kens ongeldig verklaard werd. Er is een lofdicht op
hem verschenen en op muziek gezet. En natuurlijk is
er een „beweging" ontstaan.
Toen Nasi van zijn buitenlandsche reis terugkwam
is hij al dadelijk met onderscheiding behandeld. De
Senaat, optreden als Hoog-Gerechtshof heeft toege
staan, dat hij huisarrest kreeg inplaats van voorloopi-
ge hechtenis. En ook thans is hem verlof verleend, el-
ken dag na afloop der terechtzitting, naar zijn woning
te mogen terugkeeren.
Gisteren is het proces begonnen. In een open rij
tuig is de beschuldigde naar het gerechtsgebouw gere
den, door een talrijk publiek, dat door soldaten en po
litieagenten in bedwang werd gehouden. Nadat de ac
te van beschuldiging was voorgelezen, begon het ver
hoor van de beschuldigden. Nasi Lombardo mogen wij
thans er buiten laten), begon met te zeggen dat alles
wat hem te laste gelegd werd, laster was. Het proces
noemde hij een schande. De misdaden, waarvan hij
beschuldigd wordt, bestaan niet. De rechters zijn
onwillens en onwetens onrechtvaardig geweest, de Ka
mercommissie werd op een dwaalspoor geleid. Hij
trachtte de tegen hem ingebrachte beschuldigingen te
weerleggen. Wat hij gezegd heeft, is door de telegraaf
nog niet overgebracht. Doch hij zal wel betoogd heb-
voor haar sluiten," sprak Ilèlène op beslisten toon:
„Indien de wereld niets berispelijks vindt in haar ge
drag, dan zal ik tenminste haar niet verbergen hoe ik
er over denk."
„En haar den rug toekeeren?" riep de grijsaard uit:
„Dat zult gij niet doen; want dan laat gij Djala aan
haar lot over. Ik begrijp dat het u tegen de borst zal
stuiten te blijven omgaan met eene vrouw, die hare
geloften onder de voeten trad en feitelijk de moorde
nares is van haar man; maar wat komen uwe gevoe
lens er op aan?" vroeg de grijsaard verder, met eene
ruwheid/ die zonderling genoeg, zijne toehoordster
goed deed: „Wat drommel! wilt gij mij nog wijs ma
ken, dat eene vrouw als gij zich nog afvraagt wat
haar lief zou zijn of niet? Onzin! Zij ziet wat de noo-
den van anderen, wat de stemmen van haar geweten
van haar vorderen, en zij gaat er recht op af. Al lag
haar levensgeluk haar in den weg, zij zou er overheen
treden. Dat is wat lieden zooals gij doen, en ik tart u
anders te handelen. De moeder telt hier niet meer
mee voor ons, geen aardsche macht zou haar doen af
wijken van het zelfgekozen pad, waarop zij voort zal
gaan wanhoop te zaaien; maar het kind blijtf te
redden en dat zult gij doen, zooals de Newfoundlander
een drenkeling' na springt; want Djala zal u dubbel
heilig zijn, als kind en als de levende nalatenschap van
den man, wiens eenige fout het was het blanke ras te
vertrouwen. Laten de blanken bewijzen dat zij niet
allen harteloos zijn."
„O! gij oude brombeer!" antwoordde Hèlène geheel
verteederd: „Wat zou ik gaarne toonen, dat gij onge
lijk hebt mij van zooveel dwaasheid te verdenken;
maar gij hebt u niet vergist: ik kan niet. En nu jaag
ik u weg; ik moet waarlijk naar Rozenvilla. Zoodra
ik iets moer verneem, zal ik het u laten weten. Ik re
ken op u, om hetzelfde te doen."
Toen de schilderes bij Annie's ouders aankwam,
hoorde zij tot hare verbazing, nog voordat zij aan had
kunnen schellen, op de ruiten tikken. Zij keek op en
zag de heer des huizes een der vensterdeuren zijner
studeerkamer openen. Zijn braaf, echt mannelijk ge
laat was donkerrood.
ben, dat hij zooveel geld heeft moeten uitgeven om
indruk te maken, om populair te blijven. Hij heeft
een paar honderd invloedrijke politieke mannen als ge
tuigen gedagvaard, die waarschijnlijk zullen moeten
verklaren, dat andere ministers evenzoo deden als Na
si. Er zullen misschien nog verrassingen volgen.
Hoe lang zal het proces duren? Men verwacht twee,
drie maanden. Misschien wordt het verdaagd, daar de
instructie onvolledig moet zijn. Een andere veronder
stelling luidt, dat het nooit een einde zal nemen, plot
seling afgebroken zal worden.
De straf, welke staat op de ten laste gelegde feiten
bedraagt van zes tot tien jaar. Maar het is zeer wel
mogelijk, dat Nasi vrijgesproken wordt: reuzenproces-
sen gaan dikwijls als nachtkaarsen uit.
Van den beginne af aan, hebben wij den indruk ge
kregen, dat men in Italië Nasi den pels moet was-
schen, omdat een groot deel der publieke opinie dit
eischt, doch dat men wel zal zorgen dien pels zoo wei
nig mogelijk nat te maken.
Zooals men weet vertoeft H. M. de Koningin-Moeder
in Zwitserland. Gisteren heeft zij te Territet een
bezoek ontvangen van den Koning van Wurtemberg.
Een telegram in ons vorig nummer meldde het
reedshet Keizerlijk bezoek, waarvan men zich vooral
in Amsterdam zooveel voorstelde, gaat niet door.
De reden van dat uitstel is de volgende
Sedert gisteren is Hertogin Adelheid von Gliicks-
burg, de bruid van Prins August Wilhelm, die bij de
Keizerlijke familie logeert, door de waterpokken aan
getast. Daar de Keizerlijke ouders vreesden, dat Prin
ses Victoria Louise, die dagelijks met de jonge Herto
gin omging, ook de waterpokken zal krijgen, zal de Kei
zerin Haar gemaal niet naar Engeland vergezellen.
Hoofdzakelijk wordt het bezoek aan Amsterdam uit
gesteld, meldt de N. Ct. omdat Hunne Majesteiten ge
zamenlijk H. M. Koningin Wilhelmina wilden bezoe
ken en dit thans niet mogelijk zal kunnen zijn gedu
rende de weken, dat de Prinses door de waterpokken
kan worden aangetast.
In de zitting van gisteren deelde de voorzitter mede
dat hij voornemens is nog deze week te doen afhande
len het ontwerp betreffende de opsporing van delfstof
fen.
Het algemeen debat over de Indische begrooting
werd geopend door den heer Brummelkamp
(a.r. Loosduinen), die in het belang van den economi-
sehen toestand van den inlander nogmaals betoogde, dat
opium-invoer en -gebruik dienen verboden te worden.
De regie brengt geen verlossing, maar veeleer besten
diging van het kwaad. Voor de door de Regeering ge
nomen maatregelen is spreker dankbaar, maar niet vol
daan; want beperking is geen uitroeiing. Spreker gaf
verschillende maatregelen in overweging om het
kwaad uit te roeien.
De heer Van Kol, (S. D. Enschedé) nagaande
's Ministers driejarig beleid, oordeelde, dat tegenover
iets goeds, veel staat, dat bestrijding verdient. Te
veel wordt door den Minister aan den kapstok gehan
gen. In verband hiermede wees spreker o. a. op zaken
„Vergeef mij," zeide hij, op haar toetredende en hare
uitgestoken hand krampachtig drukkende: „het was al
heel lomp u op die wijze te roepen; maar ik zag u
pas, toen gij al vlakbij waart en ik moet u volstrekt
alleen spreken. Gij komt nooit op dit uur," ging hij
voort, haar het vertrek binnenlatende en een stoel
aanwijzende: „gij moet dus reeds vernomen hebben
wat er voorgevallen is, of althans wat de couranten er
van vertellen en ik bid u, Hèlène, spreek gulweg met
mijne vrouw, verzwijg haar uwe meening niet."
„Maar, mijnheer, onder deze onmstandigheden
Bernard Oalmpthout, die driftig op en nêer was
blijven loopen, stond thans tegenover zijne bezoekster
stil.
„Het moetriep hij, met beide handen door het
haar woelende: „Gij weet hoe de wereld is; men zal
Annie achter onzen rug verscheuren; maar ons doen
gelooven, dat alle schuld aan den Rajah lag. Dat zal
mijne vrouw in hare dwaling versterken en och! gij
weet niet wat tusschen ons voorgevallen is van mor
gen. Gretha en ik, wij zijn altijd één hart en één ziel
geweest; wij doorworstelden samen donkere dagen, wij
zijn samen arm geweest, wij werden samen rijk, maar
nooit rees er een enkel verschil tusschen ons. Heden
voor het eerst na een halven menschenleeftijd, is zij
tegen mij opgestaan, heeft zij mij overstelpt met be-
leedigingen en verwijten, verklaard mij niet meer te
willen zien. En waarom? Omdat ik het waagde onze
dochter jle schuld te geven. En ik kan toch niet an
ders doen; ik weet hoezeer die man haar liefhad; ik
zie immers in hoe hij dat tot het einde toe bleef doen,
daar liij liever zichzelf het leven benam, dan een haar
van het hoofd zijner vrouw te laten vallen. Is het nog
niet genoeg, dat ik gedwongen ben mijn eigen kind te
veroordeelen Moet ik ook nog' daarom de gehecht
heid mijner echtgenoote, mijn huiselijk geluk verlie
zen
„Neen, dat zult gij niet," sprak zijne bezoekster
zacht. Het doet mij goed u zoo rechtvaardig te vin
den en ik zal alles doen om alle bitterheid tegen u bij
uwe vrouw weg te nemen; maar spaar dan ook verder
haar moederhart. Het is zoo natuurlijk, dat. zij haar
als: onteigening van particuliere landerijen; misbrui
ken bij het voorschotstelsel voor suikerfabrieken;
doorvoering van de wijziging van artikel 75 van liet
Regeeringsreglement. Ook is in de laatste jaren niets
gedaan voor ontwikkeling van zelfbestuur. Integen
deel, hoewel gevaarlijk voor een kleine Mogendheid als
wij zijn, is er een streven naar uitbreiding van het di
rect gezag te eonstateeren. Zoodoende maken wij van
de inlandsche vorsten niet onze vrienden, maar onze
werklieden. Bij een aanval van een buitenlandschen
vijand zullen wij niet kunnen rekenen op den steun en
de medewerking van den inlander. Spreker critiseerde
het voorts, dat niets gedaan is voor de ontwikkeling
der Buitenbezittingen. Weinig is ook met etische po
litiek in overeenstemming' dat wrevel en wrok in Atjeh
wordt aangewakkerd door belastingheffing, en dat mil-
lioenen voor expeditiën worden uitgegeven en niéts
wordt gedaan voor de bevordering van den landbouw,
de veiligheid, de geneeskundige hulp, de industrie, enz.
onder inlanders. Ook dient te worden gebroken met
de dwaze centralisatie, die nog te Buitenzorg heerscht..
Tusschen Java en de Buitenbezittingen dienen de geld
middelen te worden gesplitst, en de Minister dient een
budget over te leggen voor de Buitenbezittingen. Spre
ker handhaafde zijne klachten over koelie-mishandelin
gen. Spreker laakte het, dat de Minister volslagen te
genspreekt de communis opinio, dat de toestand in At
jeh afschuwelijker is dan ooit te voren, en pacificatie
in een verder verschiet ligt dan ooit het geval was.
Spreker critiseerde de martelingen en barbaarschhe-
den, waaraan de Atjehers van onze zijde worden onder
worpen. Overbekend zijn de feiten; daaraan moet een
einde komen. Schuld ontkennen staat gelijk met de
waarheid in het gezicht slaan. Spreker vroeg wat de
Minister tegen de schuldigen denkt te doen.
De heer De Stuers (K. Weert) betoogde ook,
dat wij in Atjeh van pacificatie verder af zijn dan
ooit. Uit de verhouding tusschen het groot getal doo-
den tegenover het gering getal wapenen, welke in on
ze handen vielen, leidde spreker af, dat wij geen gere-
gelden oorlog voeren, maar dat wij bezig zijn een volk
uit te moorden. Het dooden van vrouwen komt wel
in Atjeh, maar niet in andere gewesten voor. Wan
neer de vijand een onzer patrouilles overvalt, dan
heet hij sluipmoordenaar; wanneer echter een onzer
patrouilles en gevluchte vijandelijke familie 's nachts
besluipt en neerschiet, dan wordt dit genoemd „aan
raking zoeken met inlandsche bevolking." Yan pacifi
catie is dan ook geen sprake. Zelfs is het verzet toe'
genomen. Zeker, ons Nederlandsch-Indische leger is
een braaf leger; het telt onder zijne officieren brave
lieden, maar ook zeer slechte sujetten, die ongestraft
wreede daden bedrijven. Het is te begrijpen, dat hier
of daar ruw wordt opgetreden; maar wanneer dergelij
ke feiten bekend worden, moest er van onzentwege te
gen worden opgekomen. De oorlog gedurende de laat
ste 3 jaren is slechts geweest een jacht op opgejaagde
menschen als op wild; een optreden, dat niet voert tot
pacificatie, maar haat en wraakzucht zaait.
De lieer B o g a a r t (kath. Breda) achtte den fi-
nancieelen toestand niet ongunstig, het nadeelig saldo
zal niet zoo groot zijn als geraamd wordt, echter is
zuinig beheer gewenscht met het oog op de toekomst.
Spreker wilde niet meedoen aan de afbrekende critiek
over ons militair optreden, aangezien zulks noch be
vorderlijk aan de belangen van de bevolking noch van
ons prestige is. Voorts gaf spreker verschillende wen
ken ter bevordering der zedelijkheid en welvaart onder
de inlandsche bevolking. Met nadruk betoogde spr. den
veidervelijken invloed van Këf Islamisme.
De heer van Deventer (vrijz.-dem. Amster
dam IX) oordeelde, dat de medegedeelde ergerlijke fei-
kind zoekt te verdedigen, zelfs tegenover u."
Ik beloof u voorzichtig te zijn, er geen woord meer
over te zeggen, als Gretha maar weder de oude wordt,
mij slechts door hare houding toont spijt over hare
opvliegendheid te gevoelen. Ik eisch niet eens dat zij
vergiffenis vraagt; maar ik kan mijn huiselijk geluk
niet missen. Ik hel. er zoolang voor gewerkt, het is
mijn grootste schat op aarde., En als Annie de vol
gende maand hier aankomt.
„Weet gij iets daaromtrent?" vroeg Hèlène haastig,
„Wij hebben een telegram van haar ontvangen.
Waar is het ook weer?"
Hij begon met bevende handen onder de papieren op
zijne schrijftafel te zoeken, maar gaf het plotseling op.
„Het is waar ook; mijne vrouw stak het bij zich;
mijn hoofd duizelt nog van dat ellendige tooneel, maai'
gelukkig ken ik den inhoud van buiten. „Met Djala
aan boord Orestes. Komen volgende maand Genua
aan. Alles wel, Annie." Het was juist dat laatste
woord, dat mij buiten mij zeiven bracht van veront
waardiging. Begrijpt gij dat ongevoelige „alles wel"
als er twee lijken boven aarde liggen, twee mannen, die
natuurlijk om haar gestorven zijn? Het was zoo har
teloos, dat ik haar met mijn rijzweep zou hebben ge
slagen, indien zij plotseling ware binnengetreden. En
toch, wat heb ik dat kind niet lief gehad, en wat is zij
opgegroeid in een braaf, een liefderijk midden
„Zij is een kind der eeuw," sprak de schilderes na
denkend.
Ja, de jonge, ziellooze vrouw, Hèlène gevoelde het,
thans duidelijker dan ooit, was eene dochter van haar
tijd, van dien tijd waarin de ouders te zeer worden
bezig gehouden door andere belangen, hetzij dan klein
of groot, om zich met de opvoeding hunner kinderen
bezig te houden. Annie's vader had haar dikwijls vol
trots verteld, hoe zijne vrouw zoo goed als zijn com
pagnon was geweest. Zij had in het eerst boek voor
hem gehouden, later toen zijne zaken een grooten om
vang verkregen, was zij zijne secretares geworden.
Wordt vervolgd.