BINNENLAND. Verschrikkelij k ongeluk. STADS NTeIJw S. Tweede Kamer. Hondentrouw. Het',ongeluk te|Hilversum. Gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee. Het afgezegde Keizerlijk bezoek. 13e Oushoorn-Concert. Ontmaskerd. Spr. herinnert er echter aan, dat een dergelijke dis cussie als hier gevoerd is in den raad van Amsterdam, en daar waren de sociaal-democraten zelf huiverig den hoofdelijken omslag te verhoogen om de gemeentébe- drijven te ontlasten. Bij monde van den heer Wibout heeft men dan ook genoegen genomen met den tegen- woordigen toestand der Amsterdamsche gemeentebe drijven. Maar het kan ook niet anders. Men kan niet alle gelden vinden uit de directe bèlastingen. Yan alle belastingen wordt 50 indirect geheven. De lagere standen betalen toch al heelemaal geen directe belas ting, en nu de hoogere klassen nog zwaarder te belas ten, dan zal men er voor bedanken hier te wonen. De heer Melchers voert den vorigen spreker daarop tegen, dat deze dat niet mag laten gelden als een verwijt. Die lagere standen zouden graag meer be talen en spreker zou willen, dat de toestand zoo was, dat allen konden betalen. Zoover moeten we die lagere klassen opvoeren zegt hij. Er komt anders van de zijden der lagere klassen steun genoeg, hoe zou men anders de brandkasten ge vuld krijgen, dan door hun arbeid? Spr. begrijpt niet dat de heer Glinderman, die toch antirevolutionnair is, het organisch verband der sa menleving uit het oog verliest. De heer Glinderman zegt, dat er tegenover staat, dat het kapitaal de menschen in de gelegenheid stelt te werken. De heer Melchers gevoelt van eene huivering om den Hoofdelijken Omslag hier wat op te voeren niets, althans voor de hoogere klassen. Daarom zou hij thans den raad wel een uitspraak willen laten doen over het vinden van die 33.000 en stelt bij deze motie voor „De raad, van oordeel, dat het bedrag van f 33.000 voorkomende op de exploitatie-rekening der gemeente gasfabriek als retributie aan de gemeente, billijker langs den weg van den hoofdelijken omslag kan wor den gevonden, gaat over tot de orde van den dag." Deze motie wordt gesteund door de heeren TJiten- bosch, Fortuin en Dorbeck, de laatste steunt ze niet, omdat hij er voor is, maar omdat hij een uitspraak van den raad wensohelijk acht. De heer Van B u ij s e n zegt, dat er in de motie gesproken wordt over de retributie, die f 1 per M2 bedraagt. Dat wordt onbillijk geacht en in een enkel opzicht is spr. het daarmede eèns. Het spreekt van zelf, dat men met verhooging dier retributie niet kan doorgaan, 't Komt hem echter voor, dat deze uit- keering niet te hoog is en ook de gasprijs is niet hoog. Ging men het bedrag van f 33.000 leggen op den hoofdelijken omslag en zou men zoodoende den gasprijs kunnen verlagen, dan zou de grootste gasverbruiker in deze gemeente, het rijk, daarvan profiteeren en ging dus het voordeel van de gemeente op het rijk over. Dat is een van de redenen waarom spr. niet met de motie instemt. De motie wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 13 tegen 3 stemmen. Voor stemden de heeren Fortuin, Melchers en Uiten- bosch. De begrooting der gasfabriek wordt daarna in stemming gebracht en goedgekeurd met 14 tegen 2 st. Tegen stemden de heeren Melchers en Uitenbosch. Wordt vervolgd. Bij het voortgezet algemeen debat waardeerde de heer IJzerman (U. L. Amsterdam IV) het beleid van den Minister, die met vasten tred den weg ver- volgt, die leiden moet tot meerdere ontwikkeling en welvaart van Indië. Spreker waardeerde het tevens, dat de Gouverneur-Generaal den Minister daarin krachtig steunt, en bracht hulde aan den landvoogd, die con sequent en rustig voort arbeidt aan het totstandkomen van eenheid in Indië, eene centralisatie, welke noodig is voor organisatie en decentralisatie. Met leedwezen had spreker echter kennis genomen van het schrijven van den Gouverneur-Generaal in zake de mishandelingen in Djambi. Spreker behan delde voorts de Atjeh-zaak. Hij was voor vasthouden aan het stelsel-Van Hentzt, met behoud van kolonel Van Daalen als Gouverneur van Atjeh. Het militair gezag moet in Atjeh niet ontijdig of onnoodig ver vangen worden door civiel gezag. Noodig is betere bescherming van goedgezinden en krachtige vervolging van kwaadgezinden. Daarvoor helpt echter niet uit breiding van de geregelde troepenmacht in Atjeh. Noodig is daarvoor een inniger verband te leggen tusschen de verschillende groepen der bevolking. Door middel van hunne eigene hoofden moeten die bevol kingsgroepen in bedwang gehouden wordenaan die hoofden zou men gewapende politiedienaren kunnen toevoegen en zoo zou men een gewenschten schakel verkrijgen tusschen het Nederlandsch gezag en de bevolking. Dit stelsel zou men eerst moeten toepassen in streken waar het verzet het sterkst is, en voorts geleidelijk verder moeten toepassen. Het geld, dat dit systeem zou vorderen, zou, volgens spreker, goed be steed ziju want rust, orde en welvaart zouden er door verkregen worden. Over een paar jaar zouden de hoofden dan betere pacificateurs blijken te zijn dan de soldaten. Vasthoudende aan het stelsel-Van Heutsz dient echter een einde gemaakt te worden aan den toestand van anarchie, welke thans op Atjeh heerscht. De heer De Waal M a 1 e f ij t (a. r. Breukelen) trachtte aan te toonendatwaar de toestand der financiën op dit oogenblik oneindig beter is dan in vorige jaren tengevolge van de verhoogde tinprijzen, het financiëele beleid van dezen minister ons in on gunstiger positie dreigt te brengendoor lichtvaardige uitgaven, en door ten onrechte verschillende uitgaven onder buitengewone te rangschikken. Met een beroep op China gaf spreker verschillende middelen aan tot bestrijding van het opium-kwaad. Spreker drong aan op plaatselijke afschaffing van heerendiensten. Wat Atjeh betreft, meende spr. dat men onder den voortdurenden aandrang naar troepenvermindering wat te ver is gegaan. De heer Verhey (U. L. Rotterdam III) betoogde dat hij uit verschillende omstandigheden den indruk heeft gekregen dat het oorlogshandwerk op Atjeh niet steeds de ernstige beteekenis heeftdie het moet hebben. Spr. oordeelde dat van troepenversterking van Atjeh meer kalmte en bezadigdheid te verwachten is. Spr. was van meening dat meer dan tot dusver het bestuur van de onderafdeelingen moet opgedragen worden aan ambtenaren van het Binnenlandsch Bestuur. AVelvaart en handel moeten krachtiger gesteund. De Ministervan Kol oniën betoogde allereerst, dat zijn financieel beleid niets te wenschen overlaat. Er is en blijft een gezonde financieele vooruitgang. De begrooting van dit jaar geeft een vooruitgang van 2 millioen, en zulks niettegenstaande de gewone uit gaven met 7 millioen zijn gestegen en de rijtuigbe lasting is afgeschaft. De uittrekking van uitgaven geschiedt op volkomen gezonde wijze en niet op grond van een buitenkansje door de hoogere tinopbrengst. De Minister bestreed de beweging dat onder Neder- landsche vlag propaganda voor den Islam gemaakt wordthij zal de klacht omtrent pornografie aan de Indische regeering overbrengen, Alle practische middelen zullen ter hand genomen worden ter be- strijdingjvan het opium-misbruik. Bij het landbouw- crediet is geen woekkerrente gemaakt. De mishan deling van getuigen achtte de minister onverdedigbaar en hij zal de Indische regeering daarvan doen blijken. Wat Atjeh betreft -bestreed spr. de juistheid der aan gehaalde artikelen in de „Avondpost" over gruwelen op Atjeh in 1905. Troepenversterking op Atjeh achtte de minister onnoodig waar de gouverneur-generaal en de gouverneur van Atjeh zelve dit niet noodig achtten. De Minister verdedigde den gouverneur van Atjeh, Van Daalen, tegen de aanvallen oji hem gericht en roemde de flinkheid en energie en tact van dezen bewindsman. De Minister verzekerde dat èn Van Daalen, èn Van Heutz èn de Indische Regeering slechts duurzame pacificatie op het oog hebben, die zoo min mogelijk slachtoffers maakt. Ten slotte deelde de Minister mede dat de gouv.- gen. Van Heutsz met machtiging der Koningin binnen 14 dagen naar Atjeh zal vertrekken tot het instellen van een persoonlijk onderzoek, wat echter niet mag uitgelegd worden als een wantrouwen van Van Heutsz in Van Daalen, daar dat allerminst bestaat. Hierna vingen de replieken aan. Hierbij stelde de heer Van K o 1 (S. D., Enschedé) de volgende motie voor „De Kamer van oordeel dat naar het optreden onzer troepen in Atjeh en onderhoorigheden een onpartijdig onderzoek dient te worden ingesteld en de schuldigen eventueel behooren te worden gestraft, met overlegging van de rapporten over een en ander, gaat over tot de orde van den dag." De heer IJ z e r m a n (lib.) stelde eene motie voor, luidende „De Kamer, vertrouwende, dat de gouverneur-gene raal omtrent het optreden der troepen een onpartijdig onderzoek zal doen instellen en de resultaten van zijn onderzoek zoo spoedig mogelijk aan de Kamer zal overleggen, gaat over tot de orde van den dag." Na scherp debat werd de motie-van Kol verworpen met 47 tegen 6 stemmen en de motie-IJzerman aan genomen. Het algemeen debat werd daarna gesloten. RECHTZAKEN. Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 5 Novembev. (Vervol g.) Beleediging. Daarna moest terechtstaan Jacob B., vrachtrijder te Wervershoof. Hij was met den strafrechter in aan raking gekomen, omdat hij op 23 September Pieter Goedhart, koopman van beroep, te Medemblik tegen komende, beleedigd had door hem uit te schelden voor smeerlap en ploert. Tevens dreigde hij„Ik zal je in je strot bijten." Goedhart als getuige gehoord, deelde de rechtbank n ede, dat hij beklaagde dien dag in de Nieuwstraat te genkwam. B. kwam als een leeuw op mij af, zegt hij, en wilde mij aangrijpen. Nog nooit heb ik iets met B. gehad. Hiertegenover zeide beklaagde, dat er 's morgens wel iets tusschen hen was voorgevallen, toen zij elkan der op den weg passeerden. Beklaagde beweert verder, dat hij niet zooals Goedhart zei als een leeuw op hem 1-' afgekomen. Dat ik die woorden gebezigd heb, kan wel zijn, ver volgt beklaagde, ik was buiten mij zelve van drift. De schoenmaker Peter Moeskoop had de woorden ook hoo- ren bezigen; dit kwam hij dan ook getuigen. De O. v. J. achtte het wettig bewijs geleverd, en eischte ter zake van eenvoudige beleediging 6 boete, bij niet voldoening te vervangen door een hechtenis van 4 dagen. Mishandeling en vernielin g. Op de bank der beschuldigden namen daarna plaats Jacobus Adrianus Z., timmermansknecht en Petrus W., eveneens timmerman, beiden te Heer-IIugowaard ■woonachtig. Deze beide personen waren in den avond van 1 October in de herberg van Klaas Wester te Hensbroek. Bij het weggaan ontstond er ruzie, en Z. greep den kastelein bij de keel. Beklaagde W. stompte de vrouw van den kastelein, en sloeg daarna een glasruit in. Hiervoor heden te rechtstaande, bekende Z. volledig zijn daad, W. ont kende daarentegen alle schuld. Hij had de vrouw van den kastelein niet gestompt, nog veel minder had hij het glas stuk geslagen. Wester als getuige gehoord, deelde de Rechtbank omstandig mede, hetgeen dien avond in zijn herberg was voorgevallen. Zij waren dien avond, zegt getuige, bij hem gekomen, en wilden heengaan zonder te beta len. Zelfs dreigde Z., zegt getuige, mij te willen wur gen. Dit laatste ontkende beklaagde Z. De vrouw van den kastelein Wester, daarna als getuige gehoord, verklaarde overeenkomstig de verklaring van haar man: De heeren waren dien avond tegen sluitingsuur binnengekomen. Toen mijn man tegen hen zeide: je lui moeten weg, wilden zij ook hieraan geen gevolg ge ven en vloog Z. mijn man naar de keel. Getuige verklaarde verder, dat zij gezien had, dat W. het glasruit insloeg. Hij riep nog wel: Is het nu goed? De bakkersknecht Petrus Hof, ook dien avond in de herberg aanwezig, had gezien, dat Z. den kastelein raar de keel had gegrepen, en dat W. het ruit had in geslagen. Na deze getuigenverklaringen achtte de O. v.J. wettig het bewijs in deze zaak geleverd. Deze beide beklaagden hebben zich dien avond baldadig gedragen. Z. was de hoofdaanlegger. Deze staat anders gunstig bekend, W. daarentegen staat zeer ongunstig bekend. Voor Z .eischte Z. E. A. 10 boete subsidiair 14 da gen hechtenis. Voor beklaagde W. 21 dagen gevangenisstraf. Wederspannigheid. Jan Bartholomeus van der M., werkman te den Fiel der, had zich in staat van dronkenschap op 6 October tegen den agent van politie Jan Pieter Hoving verzet, toen deze hem naar 't politiebureau over wilde bren gen. Thans moest hij» hiervoor terecht staan. Hij was maar thuis gebleven, en de O. v. J. eischte bij verstek voor dezen beklaagde ter zake van wederspannigheid ƒ12 boete, subsidiair 12 dagen hechtenis. Mishandeling. Gerrit M., arbeider en Adrianus D., timmerman, bei den te den Helder woonachtig, moesten hierna terecht staan. Niet ter terechtzitting aanwezig zijnde, werd hun zaak bij verstek behandeld. Beschuldigd op 6 October Adrianus Johannes Melker een Zadelmaker te Scha- gen, te hebben mishandeld, waren zij hiervoor gedag vaard. Melker, als getuige geohord, vertelde dat hij beiden in de Laan te Schagen ontmoette, en (jeklaagde M. met hem wilde vechten. Melker had hier echter g'een zin in. Daarna zei Melker hebben ze mij gesla gen. Beklaagde M. had een voorwerp in zijn hand, waarmede hij Mei leer sloeg, zeker een boxijzer, waar door getuige bloedde. De heeren waren in den vooravond op baldadige wij ze bezig geweest. O. a. hadden zij een ruit in de Zusterschool stukge slagen. Beiden verkeerden toen onder den invloed van sterken drank. De O. v. J. achtte beider schuld bewezen. Zij zijn dien avond uit den Helder gekomen met het doel te Behagen baldadigheden te plegen. De mishandeling was van ernstigen aard. Tegen M. eischte de O. v. J. 14 dagen gevangenisstraf en tegen D. 10 boete, sub sidiair 10 dagen hechtenis. V ernieling. Eveneens schitterde door afwezigheid Pieter 8., ar beider te Bovenkarspel, die daarna voor bovengenoemd feit terecht moest staan. Op 6 October had deze be klaagde, het hek los gerukt van den slager Antonius Hoedjes eveneens aldaar woonachtig, een handeling die hij volgens de stukken volledig bekend had. Hoedjes, als getuige gehoord, vertelde dat hij dien avond in de kamer zittende, hoorde hoe het hek van zijn winkeldeur kraakte. Op dit gekraak afgaande, zag hij dat er een stuk uit het hek gebroken was. Ter zake van deze mishandeling eischte de O. v. J. 8 boete, subsidiair 8 dagen hechtenis. Beleediging van een politie - agent. De laatste beklaagde was ook niet aanwezig, zoodat ook zijn zaak bij verstek in behandeling werd genomen. Pieter S., koopman te Hoorn (want hij moest het laatst terechtstaan) had op 8 October den agent van politie Hendrik Timmer uitgescholden voor ploert en nog meer fraais. Proces-verbaal volgde voor deze uit drukkingen en heden eischte de O. v. J. voor dezen be klaagde wegens beleediging, aangedaan aan een amb tenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening 14 dagen gevangenisstraf. Over 8 dagen in alle zaken uitspraak. GEMENGD NIEUWS. Uit Heer-Hugowaard. Bij het verzetten van een spoorwagen met steen kool, welke gelost moest worden, werden O. Lodder en de stations-arbeider Obdam alhier bekneld tusschen de uitstekende deelen van den spoorwagen en het metsel werk van de z. g. veelading. Eerstgenoemde brak daarbij twee ribben, terwijl Obdam met zware pijn in den onderbuik werd weggeleid. Door Dr, Post werd aan beiden spoedig geneeskundige hulp verleend. Men meldt ons uit Heerhugowaard Spelend langs den waterkant, geraakte een zoontje van den brandstof handelaar Hopman aan het Niedorper Verlaat in een tamelijk, breed en diep water. Met inspanning van alle krachten wist het ventje zich vast te klampen aan een steiger, waarbij hij echter, hetzij uit vermoeidheid, hetzij om eigen zwaarte, niet ver mocht op te klauteren. Daar werd de hachelijke toe stand opgemerkt door een der hondendeze greep het knaapje stevig bij den arm, en daar hij het ventje niet kon opbeuren, bepaalde het dier er zich toe, zijn speelmakkertje aldus vast te houden en voor verdrinken te behouden. Na een poos werd het ongeval van de overzijde der sloot opgemerkt, waarna spoedig de nood zakelijke hulp van mannenhanden redding bracht. Uit Bergen. Voor het examen vrije- en ordeoefeningen der gym nastiek zijn te Haarlem gisteren geslaagd de dames M. v. d. Meer, E. M. Smeets en A. Suiker, allen van Bergen. Uit Bovenkarspel. Voor het examen wiskunde 1. o. art. 65 is gisteren te Den Haag geslaagd de heer D. C. Kooiman alhier. Uit Warmenhuizen. Voor het examen wiskunde l.o., art. 65 is gisteren - te 's-Gravenhage geslaagd de heer W. H. C. van Heek te Warmenhuizen. De boomwachter R. te Hilversum, die het ongeluk, dat drie menschen het leven kostte, veroorzaakte, is, volgens nadere berichten, wel wederom in dienst ge steld, maar als wegwerker, niet als boomwachter. Gistermiddag zijn de lijken der drie slachtoffers uit Amsterdam teruggezonden. Heden omstreeks 12 uur wordep ze alle op de R.k. begraafplaats te Hilversum ter aarde besteld. Een inbreker gesnapt. De politie te Rhenen heeft gearresteerd Johan Ohristiaan de Lange uit Haarlem. Hij wordt verdacht van diefstal met inbraak gepleegd op 23 October in het Doorgangshuis te ILoenderloo. Men denkt daarmee den dader in handen te hebben van de vele inbraken in de omstreken van Arnhem, Velp, De Steeg en Ooster beek. Uit Egmond aan Zee. In verband met een Dinsdag vermelde diefstal, bij den veekoopman te Egmond aan Zee gepleegd door een bij deze liefderijk opgenomen persoon, Duitscher van geboorte, vernemen wij, dat gisteren door den veldwachter J. de Wit en de Rijksveldwachter B. Strooker bijgestaan door 2 Amsterdamsche recher cheurs een nauwgezet onderzoek ingesteld. Verschil lende inrichtingen, hotels, enz. zijn geinspecteerd, waaruit bleek dat genoemde Duitscher te half elf eergistermorgen te Amsterdam is gezien. Hij houdt dan ook daar ter stede verblijf. Zooals wij gisteren onder de telegrammen reeds meldden is een wetsontwerp ingediend bij de Tweede Kamer tot aanleg van een gedeelte van de afsluiting der Zuiderzee en indijking en droogmaking van de Wieringermeer. In de memorie van toelichting ver klaart de regeering van oordeel te zijn, dat men zich voorhands dient te bepalen tot het maken van een klein deel van den afsluitdijk, bedoeld in het ontwerp van 1901 en het droogleggen van een enkelen polder. Op deze- wijze zal men waardevolle gegevens verkrijgen die twijfel omtrent de juistheid der cijfers, waarop de berekeningen en beschouwingen der staatscommissie van 1892 steunen, zullen kunnen wegnemen. V ieringen zal verbonden worden met den vasten wal. De droog te leggen gronden zullen daardoor be perkt worden tot 19.500 H. A. waarvan 16.500 H. A. vruchtbaar. De regeering wenscht geenszins adhaesie te betui gen aan het algemeene plan van successievelijke droog makingen in de Zuiderzee, hetwelk door de Zuiderzee- vereeniging' en de Staatscommissie is overwogen, doch ten slotte bij het ontwerp met afsluiting is achter ge steld. De regeering wenscht vast te houden aan het groote plan met afsluiting. Nu de indijking der Wieringermeer zal worden uit gevoerd, voordat de afsluiting van de Zuiderzee tus schen Wieringen en Piaam is tot stand gebracht, zal de nieuwe polder ook aan de oostzijde tusschen Wierin gen en Medemblik door een zeedijk moeten worden be schermd. Het voornemen bestaat om zoodra door aanneming van dit wetsontwerp in beginsel tot de uitvoering van het werk zal zijn besloten, de nadere uitwerking der plannen ter hand te doen nemen. Een ontdekking. De justitie heeft te Beverwijk een huis ontdekt, waar gelegenheid werd gegeven van inbraak afkom stige goederen te verkoopen. Tal van te Haarlem, Overveen en Heemstede ontvreemde voorwerpen wer den daar gevonden. De staking te Wageningen. Op de steenfabriek van den heer Gideonse te Wa geningen is men tot heden niet geslaagd in de poging- de stakende kruiers door anderen te vervangen. De 7 arbeiders uit Opheusden, die aangenomen waren, hebben zich, door de stakers daartoe overgehaald, weder teruggetrokken. Een schip dat steenen ver voeren moet, wordt geladen door den schipper en den baas van den oven. Gister konden wij in een deel der oplage het volgen de melden: In aansluiting aan het bericht van Dinsdag om trent het voorgenomen bezoek van den Duitschen Kei zer aan de Koningin, kan worden medegedeeld, dat dit ongeveer drie weken is uitgesteld, aangezien 's Kei zers geneesheeren hem hebben voorgeschreven om na zijn bezoek aan het Engelsche hof eenigen tijd verblijf te houden op het eiland Wight. De Keizerin heeft we gens lichte ongesteldheid in het keizerlijk gezin van de reis moeten afzien. De bladen deelden vanochtend een droevig feit me de: Jhr. Mr. J. A. A. Van Panhuijs, minister van staat, oud-vice-president van den Raad van State, Jhr. H. van Panhuijs, burgemeester van de Leek, waren met hun echtgenooten en een palfrenier verdronken. De N. Gron. Ct. geeft het volgende bericht zonder vermelding van namen, daar onderscheidene buiten de stad wonende familieleden gisteravond niet meer van het droeve feit konden worden ingelicht. Gisteravond omstreeks tien uur verspreidde zich door Groningen het gerucht van een ontzetend onge val, dat onder de gemeente Hoogkerk moest zijn voor gekomen. Spoedig'werd dat gerucht tot droeve werke lijkheid en bleek het dat de ramp van nog grooter om vang was geweest, dan aanvankelijk werd vermoed. Om 9 uur gisteravond ging een rijtuig waarin vier per sonen gezeten waren, twee dames en twee heeren, den weg op naar Hoogkerk. Er hing een zware mist en men kon op den weg langs het Hoendiep bijna geen hand voor de oogen zien. Gekomen juist op de grens van Groningen en Hoogkerk, waar de weg een scherpen bocht maakt, stortte plotseling het met twee paarden bespannen rij tuig van den vrij steilen walkant in het Hoendiep. Op het hulpgeroep kwamen de bewoners van het vlak bijgelegen koffiehuis van J. de Vries toegesneld en stelden terstond alle pogingen in het werk om de in zittenden te redden. De koetsier werd half bewuste loos op het droge gebracht. Maar het rijtuig lag met de raderen naar boven in het water en toen het na ge- ruimen tijd en nadat nog meerdere personen te hulp waren gekomen, gelukte het rijtuig om te keeren ble ken de vier inzittenden reeds verdronken. De lijken werden binnengedragen in de gelagkamer van genoemd café, waar reeds een vijftal in allerijl ontboden geneesheeren aanwezig waren, die onmiddel lijk alles beproefden om de levensgeesten der ongelult- kigen weer op te wekken. Maar het was, helaas, reeds te laat. Droevig was de aanblik van het door een pe troleumlamp rossig verlichte vertrek, waar de licha men der omgekomenen op vloer en tafel lagen uitge strekt. In den hoek op een bedstee lag de geredde koetsier wezenloos voor zich uit te staren. Toen hij eindelijk een beetje tot zichzelf was gekomen, vertelde hij eerst, dat nog een ander persoon, die naast hem op den bok zat, vermist werd. En toen plotseling zich het verschrikkelijke van den toestand bewust worden de, begon de oude man te jammeren: „Was ik ook maar verdronken, was ik ook maar dood!" Terstond begon men te dreggen naar den anderen vermiste, die nog getracht had door zich aan den koet sier vast te klampen, zich te redden. Om half één vannacht werd zijn lijk opgevischt. De ramp had dus vijf slachtoffers geëischt. De paarden werden na groote moeite nog levend op het droge gebracht. Een talrijke politiemacht wa3 onder leiding van den inspecteur Greve op de plaats des onheils, die droef geestig verlicht werd door toortsen van de Groningsche brandweer, aanwezig. De vijf lijken zijn hedennacht nog per brancard naar het Ziekenhuis te Groningen vervoerd. Voor een flink bezette zaal gaf gisterenavond de heer Oushoorn zijn dertiende concert. Ten gehoore werden gebracht een reeks nummers van het meest uiteenloopend karakter, zóó uiteenloopend, dat nu en dan van het assimilatie- en verduwingsvermogen van den muzikalen hoorder bijna t e veel gevergd werd. Echter was de uitvoering van 't meerendeel der num mers van dien aarddat men zich over dit bezwaar al spoedig wist heen te zetten. De uitvoerenden behaalden een groot en veelal zeer verdiend succeswaarvan het leeuwenaandeel toekwam aan den bekwamen violist Louis Wolff; deze toonde, naast een warm temperament, een hoog ontwikkelde techniek, vooral van de linkerhand. Met veel entrain en bezieling speelde hij, waardig gesecondeerd door den concertgeverde voor beide partijen technisch zware en muzikaal bizonder interessante „Suite" van Ed. Schütt. Ook zijn solo-nummers genoten een gloed volle vertolking. Wat het vokale deel van den avond betreft voldeed de zangeres, mejBroms, het meestvooral in Haydn's aria kwam haar helder sopraangeluid goed tot zijn recht. In de liederen zou wat grooter duidelijkheid van diktie de werking zeker ten goede gekomen zijn. De heer Jan Trip, tenorzanger, had een viertal wel bekende en sympatieke liederen gekozen zijn zang, hoe wel zeer duidelijk, zoowel qua muziek als qua diktie mist^ echter nog genoeg overtuiging, om een grooter publiek onder de rechte bekoring te brengen. De be geleiding was, als altijd, bij den heer Oushoorn in goede handen. Hoewel wij concertgever en andere uitvoerenden gaarne gelukwenschen met dezen welgeslaagden mu ziekavond, moet ons toch de opmerking van 't hart, dat we gaarne in plaats van nummers als de verou derde Serenata van Rossini en de door Sarasate met totaal gebrek aan piëteit behandelde Chopin-nocturne, iets anders gehoord hadden. Het ware te wenschen, dat het publiek op volgende concerten zich ook geduren de voor- en naspelen der solo-voordrachten rustig hield. Statuten Protestantenbond. De St.-Ct. (No. 261) bevat de statuten van de af- deeling Alkmaar en omstreken van den Nederland- schen Protestantenbond. Expositie. Heden zijn bij den heer W. Nederkoorn in de Schoutenstraat eenige Bloemstukken geëtaleerd door Mej. H. Gorter. De heer H., melkverkooper aan de Zes Wielen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 2