BINNENLAND.
Verschrikkelij k ongeluk.
STADS NTeIJw S.
Tweede Kamer.
Hondentrouw.
Het',ongeluk te|Hilversum.
Gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee.
Het afgezegde Keizerlijk bezoek.
13e Oushoorn-Concert.
Ontmaskerd.
Spr. herinnert er echter aan, dat een dergelijke dis
cussie als hier gevoerd is in den raad van Amsterdam,
en daar waren de sociaal-democraten zelf huiverig den
hoofdelijken omslag te verhoogen om de gemeentébe-
drijven te ontlasten. Bij monde van den heer Wibout
heeft men dan ook genoegen genomen met den tegen-
woordigen toestand der Amsterdamsche gemeentebe
drijven. Maar het kan ook niet anders. Men kan niet
alle gelden vinden uit de directe bèlastingen. Yan alle
belastingen wordt 50 indirect geheven. De lagere
standen betalen toch al heelemaal geen directe belas
ting, en nu de hoogere klassen nog zwaarder te belas
ten, dan zal men er voor bedanken hier te wonen.
De heer Melchers voert den vorigen spreker
daarop tegen, dat deze dat niet mag laten gelden als
een verwijt. Die lagere standen zouden graag meer be
talen en spreker zou willen, dat de toestand zoo was,
dat allen konden betalen. Zoover moeten we die lagere
klassen opvoeren zegt hij.
Er komt anders van de zijden der lagere klassen
steun genoeg, hoe zou men anders de brandkasten ge
vuld krijgen, dan door hun arbeid?
Spr. begrijpt niet dat de heer Glinderman, die toch
antirevolutionnair is, het organisch verband der sa
menleving uit het oog verliest.
De heer Glinderman zegt, dat er tegenover
staat, dat het kapitaal de menschen in de gelegenheid
stelt te werken.
De heer Melchers gevoelt van eene
huivering om den Hoofdelijken Omslag hier wat op te
voeren niets, althans voor de hoogere klassen.
Daarom zou hij thans den raad wel een uitspraak
willen laten doen over het vinden van die 33.000 en
stelt bij deze motie voor
„De raad, van oordeel, dat het bedrag van f 33.000
voorkomende op de exploitatie-rekening der gemeente
gasfabriek als retributie aan de gemeente, billijker
langs den weg van den hoofdelijken omslag kan wor
den gevonden, gaat over tot de orde van den dag."
Deze motie wordt gesteund door de heeren TJiten-
bosch, Fortuin en Dorbeck, de laatste steunt ze niet,
omdat hij er voor is, maar omdat hij een uitspraak
van den raad wensohelijk acht.
De heer Van B u ij s e n zegt, dat er in de motie
gesproken wordt over de retributie, die f 1 per M2
bedraagt. Dat wordt onbillijk geacht en in een enkel
opzicht is spr. het daarmede eèns. Het spreekt van
zelf, dat men met verhooging dier retributie niet kan
doorgaan, 't Komt hem echter voor, dat deze uit-
keering niet te hoog is en ook de gasprijs is niet hoog.
Ging men het bedrag van f 33.000 leggen op den
hoofdelijken omslag en zou men zoodoende den gasprijs
kunnen verlagen, dan zou de grootste gasverbruiker
in deze gemeente, het rijk, daarvan profiteeren en
ging dus het voordeel van de gemeente op het rijk over.
Dat is een van de redenen waarom spr. niet met de
motie instemt.
De motie wordt daarop in stemming gebracht en
verworpen met 13 tegen 3 stemmen.
Voor stemden de heeren Fortuin, Melchers en Uiten-
bosch.
De begrooting der gasfabriek wordt daarna in
stemming gebracht en goedgekeurd met 14 tegen 2 st.
Tegen stemden de heeren Melchers en Uitenbosch.
Wordt vervolgd.
Bij het voortgezet algemeen debat waardeerde de
heer IJzerman (U. L. Amsterdam IV) het beleid
van den Minister, die met vasten tred den weg ver-
volgt, die leiden moet tot meerdere ontwikkeling en
welvaart van Indië. Spreker waardeerde het tevens, dat
de Gouverneur-Generaal den Minister daarin krachtig
steunt, en bracht hulde aan den landvoogd, die con
sequent en rustig voort arbeidt aan het totstandkomen
van eenheid in Indië, eene centralisatie, welke noodig
is voor organisatie en decentralisatie.
Met leedwezen had spreker echter kennis genomen
van het schrijven van den Gouverneur-Generaal in
zake de mishandelingen in Djambi. Spreker behan
delde voorts de Atjeh-zaak. Hij was voor vasthouden
aan het stelsel-Van Hentzt, met behoud van kolonel
Van Daalen als Gouverneur van Atjeh. Het militair
gezag moet in Atjeh niet ontijdig of onnoodig ver
vangen worden door civiel gezag. Noodig is betere
bescherming van goedgezinden en krachtige vervolging
van kwaadgezinden. Daarvoor helpt echter niet uit
breiding van de geregelde troepenmacht in Atjeh.
Noodig is daarvoor een inniger verband te leggen
tusschen de verschillende groepen der bevolking. Door
middel van hunne eigene hoofden moeten die bevol
kingsgroepen in bedwang gehouden wordenaan die
hoofden zou men gewapende politiedienaren kunnen
toevoegen en zoo zou men een gewenschten schakel
verkrijgen tusschen het Nederlandsch gezag en de
bevolking. Dit stelsel zou men eerst moeten toepassen
in streken waar het verzet het sterkst is, en voorts
geleidelijk verder moeten toepassen. Het geld, dat dit
systeem zou vorderen, zou, volgens spreker, goed be
steed ziju want rust, orde en welvaart zouden er
door verkregen worden. Over een paar jaar zouden de
hoofden dan betere pacificateurs blijken te zijn dan
de soldaten. Vasthoudende aan het stelsel-Van Heutsz
dient echter een einde gemaakt te worden aan den
toestand van anarchie, welke thans op Atjeh heerscht.
De heer De Waal M a 1 e f ij t (a. r. Breukelen)
trachtte aan te toonendatwaar de toestand der
financiën op dit oogenblik oneindig beter is dan in
vorige jaren tengevolge van de verhoogde tinprijzen,
het financiëele beleid van dezen minister ons in on
gunstiger positie dreigt te brengendoor lichtvaardige
uitgaven, en door ten onrechte verschillende uitgaven
onder buitengewone te rangschikken.
Met een beroep op China gaf spreker verschillende
middelen aan tot bestrijding van het opium-kwaad.
Spreker drong aan op plaatselijke afschaffing van
heerendiensten.
Wat Atjeh betreft, meende spr. dat men onder den
voortdurenden aandrang naar troepenvermindering wat
te ver is gegaan.
De heer Verhey (U. L. Rotterdam III) betoogde
dat hij uit verschillende omstandigheden den indruk
heeft gekregen dat het oorlogshandwerk op Atjeh niet
steeds de ernstige beteekenis heeftdie het moet hebben.
Spr. oordeelde dat van troepenversterking van Atjeh
meer kalmte en bezadigdheid te verwachten is.
Spr. was van meening dat meer dan tot dusver het
bestuur van de onderafdeelingen moet opgedragen
worden aan ambtenaren van het Binnenlandsch
Bestuur. AVelvaart en handel moeten krachtiger
gesteund.
De Ministervan Kol oniën betoogde allereerst,
dat zijn financieel beleid niets te wenschen overlaat.
Er is en blijft een gezonde financieele vooruitgang.
De begrooting van dit jaar geeft een vooruitgang van
2 millioen, en zulks niettegenstaande de gewone uit
gaven met 7 millioen zijn gestegen en de rijtuigbe
lasting is afgeschaft.
De uittrekking van uitgaven geschiedt op volkomen
gezonde wijze en niet op grond van een buitenkansje
door de hoogere tinopbrengst.
De Minister bestreed de beweging dat onder Neder-
landsche vlag propaganda voor den Islam gemaakt
wordthij zal de klacht omtrent pornografie aan
de Indische regeering overbrengen, Alle practische
middelen zullen ter hand genomen worden ter be-
strijdingjvan het opium-misbruik. Bij het landbouw-
crediet is geen woekkerrente gemaakt. De mishan
deling van getuigen achtte de minister onverdedigbaar
en hij zal de Indische regeering daarvan doen blijken.
Wat Atjeh betreft -bestreed spr. de juistheid der aan
gehaalde artikelen in de „Avondpost" over gruwelen
op Atjeh in 1905. Troepenversterking op Atjeh achtte
de minister onnoodig waar de gouverneur-generaal en
de gouverneur van Atjeh zelve dit niet noodig achtten.
De Minister verdedigde den gouverneur van Atjeh,
Van Daalen, tegen de aanvallen oji hem gericht en
roemde de flinkheid en energie en tact van dezen
bewindsman. De Minister verzekerde dat èn Van
Daalen, èn Van Heutz èn de Indische Regeering slechts
duurzame pacificatie op het oog hebben, die zoo min
mogelijk slachtoffers maakt.
Ten slotte deelde de Minister mede dat de gouv.-
gen. Van Heutsz met machtiging der Koningin binnen
14 dagen naar Atjeh zal vertrekken tot het instellen
van een persoonlijk onderzoek, wat echter niet mag
uitgelegd worden als een wantrouwen van Van Heutsz
in Van Daalen, daar dat allerminst bestaat.
Hierna vingen de replieken aan.
Hierbij stelde de heer Van K o 1 (S. D., Enschedé)
de volgende motie voor
„De Kamer van oordeel dat naar het optreden
onzer troepen in Atjeh en onderhoorigheden een
onpartijdig onderzoek dient te worden ingesteld en
de schuldigen eventueel behooren te worden gestraft,
met overlegging van de rapporten over een en ander,
gaat over tot de orde van den dag."
De heer IJ z e r m a n (lib.) stelde eene motie voor,
luidende
„De Kamer, vertrouwende, dat de gouverneur-gene
raal omtrent het optreden der troepen een onpartijdig
onderzoek zal doen instellen en de resultaten van zijn
onderzoek zoo spoedig mogelijk aan de Kamer zal
overleggen, gaat over tot de orde van den dag."
Na scherp debat werd de motie-van Kol verworpen
met 47 tegen 6 stemmen en de motie-IJzerman aan
genomen.
Het algemeen debat werd daarna gesloten.
RECHTZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 5 Novembev.
(Vervol g.)
Beleediging.
Daarna moest terechtstaan Jacob B., vrachtrijder te
Wervershoof. Hij was met den strafrechter in aan
raking gekomen, omdat hij op 23 September Pieter
Goedhart, koopman van beroep, te Medemblik tegen
komende, beleedigd had door hem uit te schelden voor
smeerlap en ploert. Tevens dreigde hij„Ik zal je in
je strot bijten."
Goedhart als getuige gehoord, deelde de rechtbank
n ede, dat hij beklaagde dien dag in de Nieuwstraat te
genkwam. B. kwam als een leeuw op mij af, zegt hij,
en wilde mij aangrijpen. Nog nooit heb ik iets met B.
gehad.
Hiertegenover zeide beklaagde, dat er 's morgens
wel iets tusschen hen was voorgevallen, toen zij elkan
der op den weg passeerden. Beklaagde beweert verder,
dat hij niet zooals Goedhart zei als een leeuw op hem
1-' afgekomen.
Dat ik die woorden gebezigd heb, kan wel zijn, ver
volgt beklaagde, ik was buiten mij zelve van drift. De
schoenmaker Peter Moeskoop had de woorden ook hoo-
ren bezigen; dit kwam hij dan ook getuigen.
De O. v. J. achtte het wettig bewijs geleverd, en
eischte ter zake van eenvoudige beleediging 6 boete,
bij niet voldoening te vervangen door een hechtenis
van 4 dagen.
Mishandeling en vernielin g.
Op de bank der beschuldigden namen daarna plaats
Jacobus Adrianus Z., timmermansknecht en Petrus
W., eveneens timmerman, beiden te Heer-IIugowaard
■woonachtig. Deze beide personen waren in den avond
van 1 October in de herberg van Klaas Wester te
Hensbroek. Bij het weggaan ontstond er ruzie, en
Z. greep den kastelein bij de keel.
Beklaagde W. stompte de vrouw van den kastelein,
en sloeg daarna een glasruit in. Hiervoor heden te
rechtstaande, bekende Z. volledig zijn daad, W. ont
kende daarentegen alle schuld. Hij had de vrouw van
den kastelein niet gestompt, nog veel minder had hij
het glas stuk geslagen.
Wester als getuige gehoord, deelde de Rechtbank
omstandig mede, hetgeen dien avond in zijn herberg
was voorgevallen. Zij waren dien avond, zegt getuige,
bij hem gekomen, en wilden heengaan zonder te beta
len. Zelfs dreigde Z., zegt getuige, mij te willen wur
gen.
Dit laatste ontkende beklaagde Z. De vrouw van
den kastelein Wester, daarna als getuige gehoord,
verklaarde overeenkomstig de verklaring van haar
man: De heeren waren dien avond tegen sluitingsuur
binnengekomen. Toen mijn man tegen hen zeide: je
lui moeten weg, wilden zij ook hieraan geen gevolg ge
ven en vloog Z. mijn man naar de keel.
Getuige verklaarde verder, dat zij gezien had, dat W.
het glasruit insloeg. Hij riep nog wel: Is het nu goed?
De bakkersknecht Petrus Hof, ook dien avond in de
herberg aanwezig, had gezien, dat Z. den kastelein
raar de keel had gegrepen, en dat W. het ruit had in
geslagen.
Na deze getuigenverklaringen achtte de O. v.J.
wettig het bewijs in deze zaak geleverd. Deze beide
beklaagden hebben zich dien avond baldadig gedragen.
Z. was de hoofdaanlegger. Deze staat anders gunstig
bekend, W. daarentegen staat zeer ongunstig bekend.
Voor Z .eischte Z. E. A. 10 boete subsidiair 14 da
gen hechtenis.
Voor beklaagde W. 21 dagen gevangenisstraf.
Wederspannigheid.
Jan Bartholomeus van der M., werkman te den Fiel
der, had zich in staat van dronkenschap op 6 October
tegen den agent van politie Jan Pieter Hoving verzet,
toen deze hem naar 't politiebureau over wilde bren
gen.
Thans moest hij» hiervoor terecht staan. Hij was
maar thuis gebleven, en de O. v. J. eischte bij verstek
voor dezen beklaagde ter zake van wederspannigheid
ƒ12 boete, subsidiair 12 dagen hechtenis.
Mishandeling.
Gerrit M., arbeider en Adrianus D., timmerman, bei
den te den Helder woonachtig, moesten hierna terecht
staan.
Niet ter terechtzitting aanwezig zijnde, werd hun
zaak bij verstek behandeld. Beschuldigd op 6 October
Adrianus Johannes Melker een Zadelmaker te Scha-
gen, te hebben mishandeld, waren zij hiervoor gedag
vaard. Melker, als getuige geohord, vertelde dat hij
beiden in de Laan te Schagen ontmoette, en (jeklaagde
M. met hem wilde vechten. Melker had hier echter
g'een zin in. Daarna zei Melker hebben ze mij gesla
gen. Beklaagde M. had een voorwerp in zijn hand,
waarmede hij Mei leer sloeg, zeker een boxijzer, waar
door getuige bloedde.
De heeren waren in den vooravond op baldadige wij
ze bezig geweest.
O. a. hadden zij een ruit in de Zusterschool stukge
slagen. Beiden verkeerden toen onder den invloed van
sterken drank.
De O. v. J. achtte beider schuld bewezen. Zij zijn
dien avond uit den Helder gekomen met het doel te
Behagen baldadigheden te plegen. De mishandeling
was van ernstigen aard. Tegen M. eischte de O. v. J.
14 dagen gevangenisstraf en tegen D. 10 boete, sub
sidiair 10 dagen hechtenis.
V ernieling.
Eveneens schitterde door afwezigheid Pieter 8., ar
beider te Bovenkarspel, die daarna voor bovengenoemd
feit terecht moest staan. Op 6 October had deze be
klaagde, het hek los gerukt van den slager Antonius
Hoedjes eveneens aldaar woonachtig, een handeling
die hij volgens de stukken volledig bekend had.
Hoedjes, als getuige gehoord, vertelde dat hij dien
avond in de kamer zittende, hoorde hoe het hek van
zijn winkeldeur kraakte. Op dit gekraak afgaande,
zag hij dat er een stuk uit het hek gebroken was.
Ter zake van deze mishandeling eischte de O. v. J.
8 boete, subsidiair 8 dagen hechtenis.
Beleediging van een politie - agent.
De laatste beklaagde was ook niet aanwezig, zoodat
ook zijn zaak bij verstek in behandeling werd genomen.
Pieter S., koopman te Hoorn (want hij moest het laatst
terechtstaan) had op 8 October den agent van politie
Hendrik Timmer uitgescholden voor ploert en nog
meer fraais. Proces-verbaal volgde voor deze uit
drukkingen en heden eischte de O. v. J. voor dezen be
klaagde wegens beleediging, aangedaan aan een amb
tenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening 14 dagen gevangenisstraf.
Over 8 dagen in alle zaken uitspraak.
GEMENGD NIEUWS.
Uit Heer-Hugowaard.
Bij het verzetten van een spoorwagen met steen
kool, welke gelost moest worden, werden O. Lodder en
de stations-arbeider Obdam alhier bekneld tusschen de
uitstekende deelen van den spoorwagen en het metsel
werk van de z. g. veelading. Eerstgenoemde brak
daarbij twee ribben, terwijl Obdam met zware pijn in
den onderbuik werd weggeleid. Door Dr, Post werd
aan beiden spoedig geneeskundige hulp verleend.
Men meldt ons uit Heerhugowaard
Spelend langs den waterkant, geraakte een zoontje
van den brandstof handelaar Hopman aan het Niedorper
Verlaat in een tamelijk, breed en diep water. Met
inspanning van alle krachten wist het ventje zich vast
te klampen aan een steiger, waarbij hij echter, hetzij
uit vermoeidheid, hetzij om eigen zwaarte, niet ver
mocht op te klauteren. Daar werd de hachelijke toe
stand opgemerkt door een der hondendeze greep het
knaapje stevig bij den arm, en daar hij het ventje
niet kon opbeuren, bepaalde het dier er zich toe, zijn
speelmakkertje aldus vast te houden en voor verdrinken
te behouden. Na een poos werd het ongeval van de
overzijde der sloot opgemerkt, waarna spoedig de nood
zakelijke hulp van mannenhanden redding bracht.
Uit Bergen.
Voor het examen vrije- en ordeoefeningen der gym
nastiek zijn te Haarlem gisteren geslaagd de dames
M. v. d. Meer, E. M. Smeets en A. Suiker, allen van
Bergen.
Uit Bovenkarspel.
Voor het examen wiskunde 1. o. art. 65 is gisteren
te Den Haag geslaagd de heer D. C. Kooiman alhier.
Uit Warmenhuizen.
Voor het examen wiskunde l.o., art. 65 is gisteren
- te 's-Gravenhage geslaagd de heer W. H. C. van Heek
te Warmenhuizen.
De boomwachter R. te Hilversum, die het ongeluk,
dat drie menschen het leven kostte, veroorzaakte, is,
volgens nadere berichten, wel wederom in dienst ge
steld, maar als wegwerker, niet als boomwachter.
Gistermiddag zijn de lijken der drie slachtoffers uit
Amsterdam teruggezonden. Heden omstreeks 12 uur
wordep ze alle op de R.k. begraafplaats te Hilversum
ter aarde besteld.
Een inbreker gesnapt.
De politie te Rhenen heeft gearresteerd Johan
Ohristiaan de Lange uit Haarlem. Hij wordt verdacht
van diefstal met inbraak gepleegd op 23 October in
het Doorgangshuis te ILoenderloo. Men denkt daarmee
den dader in handen te hebben van de vele inbraken in
de omstreken van Arnhem, Velp, De Steeg en Ooster
beek.
Uit Egmond aan Zee.
In verband met een Dinsdag vermelde diefstal,
bij den veekoopman te Egmond aan Zee gepleegd door
een bij deze liefderijk opgenomen persoon, Duitscher
van geboorte, vernemen wij, dat gisteren door den
veldwachter J. de Wit en de Rijksveldwachter B.
Strooker bijgestaan door 2 Amsterdamsche recher
cheurs een nauwgezet onderzoek ingesteld. Verschil
lende inrichtingen, hotels, enz. zijn geinspecteerd,
waaruit bleek dat genoemde Duitscher te half elf
eergistermorgen te Amsterdam is gezien. Hij houdt
dan ook daar ter stede verblijf.
Zooals wij gisteren onder de telegrammen reeds
meldden is een wetsontwerp ingediend bij de Tweede
Kamer tot aanleg van een gedeelte van de afsluiting
der Zuiderzee en indijking en droogmaking van de
Wieringermeer. In de memorie van toelichting ver
klaart de regeering van oordeel te zijn, dat men zich
voorhands dient te bepalen tot het maken van een
klein deel van den afsluitdijk, bedoeld in het ontwerp
van 1901 en het droogleggen van een enkelen polder.
Op deze- wijze zal men waardevolle gegevens verkrijgen
die twijfel omtrent de juistheid der cijfers, waarop de
berekeningen en beschouwingen der staatscommissie
van 1892 steunen, zullen kunnen wegnemen.
V ieringen zal verbonden worden met den vasten
wal. De droog te leggen gronden zullen daardoor be
perkt worden tot 19.500 H. A. waarvan 16.500 H. A.
vruchtbaar.
De regeering wenscht geenszins adhaesie te betui
gen aan het algemeene plan van successievelijke droog
makingen in de Zuiderzee, hetwelk door de Zuiderzee-
vereeniging' en de Staatscommissie is overwogen, doch
ten slotte bij het ontwerp met afsluiting is achter ge
steld. De regeering wenscht vast te houden aan het
groote plan met afsluiting.
Nu de indijking der Wieringermeer zal worden uit
gevoerd, voordat de afsluiting van de Zuiderzee tus
schen Wieringen en Piaam is tot stand gebracht, zal
de nieuwe polder ook aan de oostzijde tusschen Wierin
gen en Medemblik door een zeedijk moeten worden be
schermd.
Het voornemen bestaat om zoodra door aanneming
van dit wetsontwerp in beginsel tot de uitvoering van
het werk zal zijn besloten, de nadere uitwerking der
plannen ter hand te doen nemen.
Een ontdekking.
De justitie heeft te Beverwijk een huis ontdekt,
waar gelegenheid werd gegeven van inbraak afkom
stige goederen te verkoopen. Tal van te Haarlem,
Overveen en Heemstede ontvreemde voorwerpen wer
den daar gevonden.
De staking te Wageningen.
Op de steenfabriek van den heer Gideonse te Wa
geningen is men tot heden niet geslaagd in de poging-
de stakende kruiers door anderen te vervangen. De
7 arbeiders uit Opheusden, die aangenomen waren,
hebben zich, door de stakers daartoe overgehaald,
weder teruggetrokken. Een schip dat steenen ver
voeren moet, wordt geladen door den schipper en den
baas van den oven.
Gister konden wij in een deel der oplage het volgen
de melden:
In aansluiting aan het bericht van Dinsdag om
trent het voorgenomen bezoek van den Duitschen Kei
zer aan de Koningin, kan worden medegedeeld, dat dit
ongeveer drie weken is uitgesteld, aangezien 's Kei
zers geneesheeren hem hebben voorgeschreven om na
zijn bezoek aan het Engelsche hof eenigen tijd verblijf
te houden op het eiland Wight. De Keizerin heeft we
gens lichte ongesteldheid in het keizerlijk gezin van de
reis moeten afzien.
De bladen deelden vanochtend een droevig feit me
de:
Jhr. Mr. J. A. A. Van Panhuijs, minister van staat,
oud-vice-president van den Raad van State, Jhr. H.
van Panhuijs, burgemeester van de Leek, waren met
hun echtgenooten en een palfrenier verdronken.
De N. Gron. Ct. geeft het volgende bericht zonder
vermelding van namen, daar onderscheidene buiten de
stad wonende familieleden gisteravond niet meer van
het droeve feit konden worden ingelicht.
Gisteravond omstreeks tien uur verspreidde zich
door Groningen het gerucht van een ontzetend onge
val, dat onder de gemeente Hoogkerk moest zijn voor
gekomen. Spoedig'werd dat gerucht tot droeve werke
lijkheid en bleek het dat de ramp van nog grooter om
vang was geweest, dan aanvankelijk werd vermoed.
Om 9 uur gisteravond ging een rijtuig waarin vier per
sonen gezeten waren, twee dames en twee heeren, den
weg op naar Hoogkerk.
Er hing een zware mist en men kon op den weg
langs het Hoendiep bijna geen hand voor de oogen
zien. Gekomen juist op de grens van Groningen en
Hoogkerk, waar de weg een scherpen bocht maakt,
stortte plotseling het met twee paarden bespannen rij
tuig van den vrij steilen walkant in het Hoendiep.
Op het hulpgeroep kwamen de bewoners van het vlak
bijgelegen koffiehuis van J. de Vries toegesneld en
stelden terstond alle pogingen in het werk om de in
zittenden te redden. De koetsier werd half bewuste
loos op het droge gebracht. Maar het rijtuig lag met
de raderen naar boven in het water en toen het na ge-
ruimen tijd en nadat nog meerdere personen te hulp
waren gekomen, gelukte het rijtuig om te keeren ble
ken de vier inzittenden reeds verdronken.
De lijken werden binnengedragen in de gelagkamer
van genoemd café, waar reeds een vijftal in allerijl
ontboden geneesheeren aanwezig waren, die onmiddel
lijk alles beproefden om de levensgeesten der ongelult-
kigen weer op te wekken. Maar het was, helaas, reeds
te laat. Droevig was de aanblik van het door een pe
troleumlamp rossig verlichte vertrek, waar de licha
men der omgekomenen op vloer en tafel lagen uitge
strekt. In den hoek op een bedstee lag de geredde
koetsier wezenloos voor zich uit te staren. Toen hij
eindelijk een beetje tot zichzelf was gekomen, vertelde
hij eerst, dat nog een ander persoon, die naast hem op
den bok zat, vermist werd. En toen plotseling zich
het verschrikkelijke van den toestand bewust worden
de, begon de oude man te jammeren: „Was ik ook
maar verdronken, was ik ook maar dood!"
Terstond begon men te dreggen naar den anderen
vermiste, die nog getracht had door zich aan den koet
sier vast te klampen, zich te redden. Om half één
vannacht werd zijn lijk opgevischt. De ramp had dus
vijf slachtoffers geëischt.
De paarden werden na groote moeite nog levend op
het droge gebracht.
Een talrijke politiemacht wa3 onder leiding van den
inspecteur Greve op de plaats des onheils, die droef
geestig verlicht werd door toortsen van de Groningsche
brandweer, aanwezig.
De vijf lijken zijn hedennacht nog per brancard naar
het Ziekenhuis te Groningen vervoerd.
Voor een flink bezette zaal gaf gisterenavond de
heer Oushoorn zijn dertiende concert. Ten gehoore
werden gebracht een reeks nummers van het meest
uiteenloopend karakter, zóó uiteenloopend, dat nu en
dan van het assimilatie- en verduwingsvermogen van
den muzikalen hoorder bijna t e veel gevergd werd.
Echter was de uitvoering van 't meerendeel der num
mers van dien aarddat men zich over dit bezwaar
al spoedig wist heen te zetten.
De uitvoerenden behaalden een groot en veelal zeer
verdiend succeswaarvan het leeuwenaandeel toekwam
aan den bekwamen violist Louis Wolff; deze toonde,
naast een warm temperament, een hoog ontwikkelde
techniek, vooral van de linkerhand. Met veel entrain
en bezieling speelde hij, waardig gesecondeerd door
den concertgeverde voor beide partijen technisch
zware en muzikaal bizonder interessante „Suite" van
Ed. Schütt. Ook zijn solo-nummers genoten een gloed
volle vertolking.
Wat het vokale deel van den avond betreft voldeed
de zangeres, mejBroms, het meestvooral in Haydn's
aria kwam haar helder sopraangeluid goed tot zijn
recht. In de liederen zou wat grooter duidelijkheid
van diktie de werking zeker ten goede gekomen zijn.
De heer Jan Trip, tenorzanger, had een viertal wel
bekende en sympatieke liederen gekozen zijn zang, hoe
wel zeer duidelijk, zoowel qua muziek als qua diktie
mist^ echter nog genoeg overtuiging, om een grooter
publiek onder de rechte bekoring te brengen. De be
geleiding was, als altijd, bij den heer Oushoorn in
goede handen.
Hoewel wij concertgever en andere uitvoerenden
gaarne gelukwenschen met dezen welgeslaagden mu
ziekavond, moet ons toch de opmerking van 't hart,
dat we gaarne in plaats van nummers als de verou
derde Serenata van Rossini en de door Sarasate met
totaal gebrek aan piëteit behandelde Chopin-nocturne,
iets anders gehoord hadden. Het ware te wenschen,
dat het publiek op volgende concerten zich ook geduren
de voor- en naspelen der solo-voordrachten rustig hield.
Statuten Protestantenbond.
De St.-Ct. (No. 261) bevat de statuten van de af-
deeling Alkmaar en omstreken van den Nederland-
schen Protestantenbond.
Expositie.
Heden zijn bij den heer W. Nederkoorn in de
Schoutenstraat eenige Bloemstukken geëtaleerd door
Mej. H. Gorter.
De heer H., melkverkooper aan de Zes Wielen,