DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Dit ummer bestaat uit twee bladen.
DE ZIEKTE DER EEUW.
No. 264.
Honderd en negende jaargang.
1907.
V R IJ D A G
8 NOVEMBER.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Tweede Kamer.
Gedeeltelijke drooglegging der Zuiderzee.
RECHTZAKEN.
Een dreigend conflict.
Onmiddellijk dood.
Uit „de Egmonden".
ALKMAARSCHE COURANT.
^RlAVji
Bij de verdere besprekingen over de Indische Be
grooting drong bij de afdeeling Justitie gisteren de
heer Van Deventer (V. D., Amsterdam IX) aan
op wijziging van art. III van het Begeeringsreglement
in het belang van de erkenning van het recht van
vereeniging en vergadering. Voorts op wijziging van
het Indische strafwetboek op het stuk van bewijs
levering. Want, niettegenstaande de meer vrijzinnige
bepalingen van drukpersreglement, blijven de ver
volgingen talrijk wegens de verouderde bepaling dat
de beklaagde bewijslevering slechts mag ontleenen aan
een rechterlijk vonnis of eene authentieke akte. Spr.
wenschte daarom gelijke berechting van persdelicten
als in Nederland het geval is.
De heer Van Kol (S. D., Enschedé) besprak ver
schillende Koelie-misstanden wees op z. i. barbaarsche
toestanden op de Chineesche houtkapondernemingen
in den Biouw-Archipel, op misstanden in Deli. In
verband met dit laatste vrragt spreker of het waar is
dat, niettegenstaande de Chineesche wet, het sluiten
van Koelie-contracten verbiedt, wij zulks toelaten.
Ook de heer Troelstra (S.D., Amsterdam III)
besprak de veelvuldige rechterlijke vervolgingen wegens
persdelicten en was van oordeel dat het O. M., door
die talrijke gedingen eerder tegen dan in het publiek
belang handelt. Spreker critiseerde in 't algemeen
de rechtspraak in Indië. In de dessa's maakt dikwijls
de politie gemeene zaak met de dieven.
Spreker vroeg of we nog wel een Koelie-ordonnantie
hebben, en zoo ja, of die nog wel wordt toegepast.
De heer Boogaardt (K. Breda) bestreed wijziging
van art. III Begeeringsreglement, daar hij de Indische
bevolking nog niet voldoende ontwikkeld acht voor
vrijheid van het recht van vereeniging en vergadering.
De Minister van Koloniën vond geen
aanleiding tot wijziging of afschaffing van art. III.
Intusschen zal hij bij de Indische Kegeerng de vraag
aanhangig maken of deze wijziging noodzakelijk wordt
geacht. De minister is overtuigd dat de Indische
regeering waakt tegen noodelooze vervolgingen in
zake persdelicten.
Yoor plaatselijke herzieningen in de rechtspraak is
het thans nog niet den tijd, doch dient de arbeid te
worden afgewacht van de commissie die zich bezig
houdt met het ontwerpen van een nieuw strafwetboek.
Spr. verwacht te veel van een instelling van eep
Indische rechtschool en opleidingsschool voor Indische
ambtenaren.
Bij het verdere debat over de Indische begrooting
critiseerde de heer Hugenholtz (S.-D. Weststel
lingwerf) het Indische gevangeniswezen, waartegenover
de Minister aanvoerde, dat daarin reeds in vele
opzichten verbetering is gebracht.
De heer Troelstra besprak breedvoerig de
arbeidsinspectie, die te ondergeschikt is gemaakt aan
het Binnenlandsch Bestuur.
De Minister deed uitkomen, dat het in de be
doeling ligt de arbeidsinspectie over te brengen naar
het depart, van justitie.
De heer Y a n Kol besprak bij de 4e afdeeling
(Binnl. bestuur) het gehalte der dessahoofden, die zeer
slecht bezoldigd worden en dientengevolge knoeierijen
plegen, waarvan de inlanders de slachtoffers worden.
De heer De Waal Malefijt (a.r. Breukelen)
door
LOUISE STEATENUS.
25)
„De storm?" herhaalde het jonge blozende vrouwtje
onschuldig: „Welke storm? O! gij bedoelt misschien
de berichten, die nu in de dagbladen zullen verschij
nen? Ja, dat heb ik voorzien onder die lange, verve
lende zeereis, men zal allerlei uit Himlapoor aan de
P®rs_ schrijven en de menschen zijn altijd zoo nieuws
gierig, maar dat laat mij onverschillig; ik reis veel
liever morgen of overmorgen in een rit naar Holland
door. Het is mijn schuld niet, dat Nikor de zaak zoo
vreeselijk tragisch wilde opnemen. Ieder ander zou
een hevig tooneel aan zijne vrouw hebben gemaakt en
daarmede uit. Hij voegde mij geen woord toe van ver
wijt, maar duelleerde met dien armen Wilkinford en
schoot daarna zichzelf dood. Dat kan ik toch niet
helpen I"
Deze luchtig daarheen geworpen woorden deden
Cal mp tri out op eens de belofte, aan zijne vrouw afge
legd, vergeten.
„De zaak?" herhaalde hij op gesmoorden toon: „Dus
er was eene zaak?"
Wêer opende Annie heel wijd de oogen.
„Zeker, vader," zeide zij met vriendelijke stem:
„hadt gij dat niet begrepen? „Nikor handelde wel heel
leelijk; maar hij deed lïfet toch niet voor zijn plezier.
Ik had wat geflirt, ziet u, men moet den tijd wel doo-
den in zulk eene negerij en Horace Wilkinford was een
allerliefst mensch. Had Nikor slechts geduld gehad,
dan was alles gegaan zooals George Sand zegt: „Je
mennuyais, voila comment cela a commence; il m'en-
nuait, voila comment cela a finimaar hij handelde
zoo vreeselijk haastig, dat er niets meer aan te doen
sprak zijn twijfel uit of de Javanen voor kolonisatie
zijn geschikt. De proef kan niet worden voortgezet,
tenzij op ander terrein dan Guinea, waar de Papoea's
op de kust liggen.
Bij de 5e afdeeling (Onderwijs, Eeredienst en Nijver
heid) sprak de heer De Visser (chr. h. Leiden) over
de overname van de gouvernementsscholen in de
Minahassa. Spr. ziet in die overname een zedelijk
belang voor de zending en een financieel belang voor
de regeering.
De heer Bogaardt bepleitte regeling van het
onderwijs bij de wet, hetgeen de rentabiliteit van het
onderwijs verhoogt.
De Minister zei, dat hij het rapport nog niet
heeft ontvangen, maar hij zal na ontvangst de zaak
nader overwegen.
Bij art. 62 klaagt de heer De Visser over het
toezicht op het Indische onderwijs. Sedert '87 zijn de
inspecteurs niet bij elkaar geweest. Spr. drong er met
klem op aan, dat de Salembaschool een subsidie
erlange. Nog een anderen wensch ten aanzien van het
bijzonder onderwijs sprak de heer De Visser uit. Nu
het bijzonder onderwijs in Nederland er op is voor
uitgegaan, is het te moeilijker om onderwijskrachten
naar Indië te krijgen voor het bijzonder onderwijs.
Over het bij de Tweede Kamer ingediende wets
ontwerp tot aanleg van een gedeelte van de afsluiting
der Zuiderzee en indijking en droogmaking van de
Wieringermeer, ontleenen wij aan de Memorie ven
Toelichting nog de volgende bijzonderheden, die daarin
worden medegedeeld onder voorbehoud.
De inrichting en samenstelling der werken die
buiten den polder zullen moeten worden gemaakt ter
voorziening in de belangen van afwatering en scheep
vaart, zal een onderwerp van overleg met de betrokken
besturen moeten uitmaken. De belangen der defensie
zijn bij het werk slechts in zooverre betrokken, dat
daarbij ook op de behoefte aan inlating van water
ten behoeve der inundatie van de stelling Amsterdam
zal moeten worden gelet. Van schadeloosstelling aan
de Zuiderzeevisschers zal geen sprake behoeven te
zijn, daar de visscherij van deze indijking geen be
lemmering zal ondervinden. De visschers aan de
Haukes, op Wieringen, zullen na de voltooiing van
het door dat eiland te maken kanaal, dat gereed
moet zijn voordat de omringdijk wordt gesloten, hun
weg naar zee kunnen nemen.
De kosten worden geraamd op f 22.600.000, waarin
15 procent begrepen is voor winst en onvoorzien.
Voor de uitvoering van het werk kan evenals de
staatscommissie deed, een tijdvak van 7 jaar worden
gesteld.
In het 4de jaar kan de indijking gereed komen en
met de droogmaking worden begonnen, terwijl aan
het einde van het 7de jaar alle gronden drooggelegd
en verkaveld zijn. Aangenomen wordt, dat eerst in
het 10de jaar na den aanvang der werken alles gereed
zal zijn. Gedurende het 8e en 9e jaar is dan nog
voor rekening van het werk te voorzien in de droog-
houding van den polder en het onderhoud der werken,
waarvoor kan worden gesteld f 200,000 per jaar, zoo
dat de totale begrooting der aanlegkosten op 23 mil-
lioen dient gebracht.
Met bijberekening van enkelvoudige rente ad 3l/2
pet. zal zoodoende het werk bij het begin van het
10e jaar komen te staan op f 27,609,500 en met be
rekening van rente op f 28,061,600.
De kostende prijs van den grond zal dan in het
was. Ik zal hem dat nooit vergeven."
De .vader had het gelaat .met1 de handen bedekt en
kermde luid. Zijn kind was .niet alleen schuldig, maar
zelfs voor geen berouw meer vatbaar.
Wat zijne vrouw betreft, zij staarde hare dochter op
zonderling strakke wijze aan en vroeg met bijna toon-
looze stem:
„Vergeef mij, kind, ik heb u niet goed verstaan
het is toch niet waar, is het wel?"
„Wat bedoelt u, moeder."
„Dat gij.dat gij u iets te verwijten hebt?"
Zij verfoeide zichzelve om die verdenking, de arme
vrouw; maar alles dwarrelde haar dan ook door het
hoofd.
„Mij te verwijten? Neen, zeker niet, moeder. Het
was daar ontzettend, doodend vervelend en Nikor zoo
stil, zoo vreeselijk ernstig. Ik moest mij wel een beetje
amuseeren, wilde ik niet sterven van heimwee, en die
goede Wilkinford was heel aardig1; o! het was geen
ernstige liefdeshistorie, stel u gerust; niets dan een
tijdverdrijf. Moeder, wat hebt gij*"
Mevrouw Calmpthout lag bewusteloos aan hare zijde
op de sofa.
HOOFDSTUK IX.
Alfred van Brenken had, evenals iedereen, het tele-
graphisch bericht over den dood van den Bftjah gele
zen. Zijn hart treurde om den vriend, die een zooveel
beter lot verdiend had. Indien hij hem had kunnen
redden, zou hij niet geaarzeld hebbeni naar Briteeh-In-
dië af te reizen; maar Nikor zelf had. alle hulp onmo
gelijk gemaakt.
Weken daarna ontving hij op een avond een brief,
waarop hij het handschrift van den doode herkende.
Eene diepe ontroering maakte zich van hem meester.
De prins had zich zijner dus nog herinnerd in de ure
der wanhoop; want hij had in het laatst© jaar slechts
een of tweemaal geschreven en de datum op het post
merk kwam met dien van zijn dood overejen.
Het moest het vaarwel van een stervende wezen.
,?e. j°nge man stond op, ging de deur zijner kamer
afsluiten, schoof de gordijnen dichter voo f de vensters
en zette zich toen neder om de verzegelde' enveloppe
10de jaar, waarin de uitgifte kan plaats hebben, be
dragen zonder rente f 1394, met rente f 1673, met
rente op rente f 1700 per H.A. De totale polderlast
zal bedragen f 12.90 per H.A. en per jaar.
Aan den polderdijk zal het profiel van een volledigen
zeedijk worden gegeven, waardoor menschelijker wijs
gesproken alle gevaar voor doorbraak is buitengesloten.
Er is grond om te verwachten, dat de kostendep
prijs van f 1700 per H. A. in de opbrengst der droog
gemaakte gronden zal worden teruggevonden. Aan te
nemen valt dat twee derde gedeelte zal zijn zware en
lichte kleigrond, een derde zavelgrond. Te verwachten
valt, dat de opbrengst f 60 per H.A, zal bedragen,
wat gekapitaliseerd k 3l/2 pet., een waarde van f 1714
per H.A. vertegenwoordigt. Trouwens, de indirecte
voordeelen, verbonden aan de aanzienlijke aanwinsten
van ons grondgebied zijn zoo groot, dat er alleszins
reden bestaat om tot uitvoering van het werk te be
sluiten, dat ook de welvaart van Wieringen, nu het
met den vasten wal wordt verbonden, zal doen toe
nemen.
De wijziging in het werkplan zal geen verandering
brengen in de financieële gevolgen van het geheele
werk der drooglegging van de Zuiderzee, volgens het
groote plan der staatscommissie. Het ligt in de be
doeling. de uitvoering der werken op te dragen aan
den rijkswaterstaat, terwijl een in te stellen com
missie, bestaande uit deskundigen op verschillend
gebied, de regeering van advies zal hebben te dienen
omtrent de vele vragen van landhuishoudkundigen,
hygiënischen en socialen aard, die zich bij de uitvoe
ring, de verkaveling en verdere inrichting der droog
gelegde gronden zullen voordoen. Deze commissie
zal ook voorstellen hebben te doen omtrent de
exploitatie der drooggemaakte gronden. De instelling
en werkwijze dezer commissie van advies zal later bij
Koninklijk Besluit worden geregeld.
De doodslag in de Van Ostadestraat te
Den Haag.
Het Haagsche Gerechtshof heeft gisteren in zake
den doodslag, gepleegd op Van der Kwast, in de Van
Ostadestraat aldaar, de beide beklaagden, Vleesen
beek en Heijer, daaraan schuldig verklaard en ieder
van hen veroordeeld tot twaalf jaren gevangenisstraf,
met bepaling dat voor Vleesenbeek in mindering
zullen worden gebracht 8 maanden door hem in voor-
loopige hechtenis doorgebracht.
De eisch van het O. M. was voor ieder der be
klaagden 15 jaar.
GEMENGD NIEUWS.
Een samenzwering.
Te Drachten hebben de kroeghouders zich broeder
lijk vereenigd met het doel een bierhandelaar de klan-
disie te ontnemen. De reden van deze samenzwering
is, dat deze bierhandelaar op de kermis een geheelont
houderstent exploiteerde.
Te veel boomen
In Baarn vil men aan 't boomen rooien. Er zijn,
n. 1te veel boomen. De hygiëne wordt er ge
schaad door te dichten boomengroei; op de wegen is
er'niet genoeg licht en lucht door.
In de jongste raadszitting is naar aanleiding van
het rapport der beplantingscommissie, een breedvoeri
ge discussie gevoerd over de wenschelijkheid van het
rooien van een groot aantal boomen, in verschillende
lanen.
Besloten werd, het rapport naar de commissie terug
voorzichtig met een pennemes te openen.
Ja, dat was wel het bekende schrift, nog altijd dat
van hooghartig man, ofschoon de woorden hier en
daar slechts in een streep eindigden en getuigden van
den orkaan, die er in het hart van den schrijver had
gewoed. De inhoud luidde als volgt:
Waarde van Brenken
Ofschoon op het oogenblik vervuld van wantrouwen
tegen heel uw ras, ben ik rechtvaardig genoeg, om in
u persoonlijk te blijven gelooven als een trouw vriend
en een man van hooge, onwankelbare beginselen. Het
is op beiden, dat ik een beroep doe, het laatste dat ik
tot eenig sterveling zal richten.
IkHieb den moed noch den tijd stil te staan bij het
ongeluk, dat mij trof. Misschien zou een Europeaan
in mijn plaats het doen. Voor mij is dat onmogelijk.
De tempel, door mij voor de vrouw mijner jeugd ge
bouwd, is ineengestort. Ik wil onder zijn puin bedol
ven worden, na eerst mijn eer te hebben gewroken.
Misschien handelde ik wijzer, indien ik de prinses
mijn lot deed deelen; maar ik kan niet. Zij zou mij
om genade smeeken en ik zou mij herinneren, dat ik
haar eenmaal, neen nog gisteren, nog heden beminde.
Doch ik laat een dochter na, Alfred, een kind dat
zich haar vader in latere jaren niet voor den geest zal
kunnen roepen; men zal haar zeggen dat hij een dwaas
was, een woesteling, en men zal haar wegvoeren uit
het land, waar zij geboren werd en dat zij toebehoort.
De wetenschap dat zij mij vergeten zal, mijn lieve
Djala, is slechts eene smart te meer, die ik in het graf
medeneem.
Maar dit is mijne onbeschrijfelijke vreeszij zal op
gevoed worden door hare moeder, die haar geen deugd,
geen eergevoel, geen trouw kan leeren; of door de
grootouders, brave maar zwakke lieden, die hun eigen
kind lieten opgroeien tot een speelbal der hartstochten
en Djala zal zeer schoon worden, nu reeds heeft het
noodlot haar daartoe bestemd; dat zal u opvallen, zoo
dra gij haar ziet. Het zal slechts een gevaar te meer
voor haar worden.
Vriend, ik kan u den weg niet aanwijzen, dien gij
daartoe volgen moet; maar ik vertrouw u de toekomst
te zenden, met verzoek, nog een aanvullingsrapport te
willen geven, voornamelijk met het oog op de vochtig
heid.
Te Krommenie dreigt een ernstig conflict. De heer
C. Kerver, directeur van de N. V. Ververs, vernis- en
metaaldrukkerij heeft zijn ondergeschikten de heeren
,P. W. Binnendijk van Wormerveer en Van der Lin
den te Krommenie ontslagen; de eerste omdat hij zich
de keuze tot gemeenteraadslid te Wormerveer heeft la
ten welgevallen, de laatste, omdat hij het werk een half
uur te vroeg heeft verlaten, waartoe hij echter verlof
had gevraagd, en omdat hij na afloop der fabriek
strooibiljetten heeft uitgereikt onder het personeel.
Door het plaatselijk bestuur der S. D. A. P. en
der metaalbewerkers- en foto-lithografische bonden is
een conferentie met den directeur aangevraagd.
Over de grenzen.
Een arbeider van Weert, die meer dan 20 jaar in
Duitschland gewoond had deed een poging om zijn
zoon voor den dienstplicht te sparen. De politie kreeg
achterdocht en thans zijn man, vrouw en de zeven kin
deren over de grenzen gebracht.
Wijkverpleging.
De gemeenteraad van Zaandam gaf 1200 subsidie
aan de afd. aldaar van het Witte Kruis. Minstens
twee pleegzusters zullen worden aangesteld.
Te Winschoten kreeg de kapitein van de Sneeker
boot H. Molenaar door het breken van een lier een
zwaar ijzer op den rug. Hij was onmiddellijk dood.
Door den mist.
Te Groningen is gisteren door een zwaren mist de
Wed. A. Weering in een sloot geraakt en verdronken.
Achtergelaten.
Te Drachten heeft K. V. zijn vrouw en vijf kinderen
in de steek gelaten en is er met een weduwe van door
gegaan.
Donderdagavond hield het Bestuur der Egmondsche
IJsclub eene vergadering in het hotel „De drie
Egmonden". Na opening door den voorzitter, den
heer J. M. Schellekens, en lezing der notulen wordt
behandeld de voorbereidende circulaire voor de a.s.
algemeene vergadering van den Ijsbond „Hollands
Noorderkwartier", waarvan de Egmondsche IJsclub
eene afdeeling vormt. Namens de afdeeling zal voor
deze algemeene vergadering voorgesteld worden het
volgende voorstelde bond richte zijne begrooting
zoodanig in, dat noodlijdende afdeelingen zooveel
mogelijk van uit de bondskas ondersteund kunnen
worden. Tot afgevaardigde werd benoemd de heer
J. M. Schellekens en tot plaatsvervangend afgevaar
digde de heer J. Bult.
Bij de voor- rekening en verantwoording bleek, dat
er eene ontvangst was van f 243,34 en eene uitgave
van f 179,49l/2, zoodat in kas is f 63,84l/2.
Nadat de winter-campagne was besproken en beslo
ten dat de algem. vergadering der afdeeling zal ge
houden worden in de maand December, sloot de
voorzitter de vergadering.
Stbl. no. 272 bevat een Kon. Besl. van 21 October,
houdende beschikking op de beroepen van Burgemees-
mijner dochter toe. Beproef voor haar wat gij kunt;
poog haar te redden, haar geplaatst te krijgen onder de
hoede eener vrouw, die in staat is haar rein te hóu
den van hart, haar verheven van geest te maken.
Indien hare moeder daartoe te bewegen ware, zou
niets mij zoo lief zijn dan dat werd opgevoed door mij
ne tante, de gemalin van den Iiajah van Damak. Dan
zou zij behouden zijn en haar ras liefkrijgen, nooit dat
Europa betreden, dat zoo wreed voor haar vader was.
Maar ik vrees dat dit niet zal zijn te verwezenlijken.
Hoe het ook zij, waak over mijn kind. Ik laat haar
aan uwe vriendschap na. Wees gij voor haar een twee
de vader. In het vast vertrouwen, dat gij deze bede
niet zult weigeren aan een man, die over enkele uren
niet meer zal zijn, dank ik u bij voorbaat jvoor dien
onwaardeerbaren dienst, die mij meer waard is dan al
le aardsche schatten. Leef wel, Alfred, en geloof mij
geen lafaaard; onze wetten van eer zijn verschillend van
die in uw land. Na het gebeurde moest een van ons
beiden van den aardbodem verdwijnen, zij of ik en ik
koos mijzelven daartoe.
Tot mijn laatsten snik zal ik zijn
Uw erkentelijke en oprechte vriend,
Nikor, Bajah van Himlapoor.
„Wees gerust; ik neem uw opdracht aan, broeder 1"
fluisterde van Brenken, terwijl een traan op het pa
pier nederrolde: „Het kostte wat het wil, zulk eene
bede weigert men niet!"
Nog dien avond schreef hij een brief aan Hèlène,
haar het verzoek van den prins mededeelende en haar
vragende hem te melden zoodra zij het vernam waar
Annie zich gevestibd had. Hij wilde haar dan onmid
dellijk in het buitenland opzoeken, om te zien wat er
voor het kind viel te doen.
Het antwoord bleef eene week uit. Toen het kwam,
kon hij zijne oogen nauwelijks vertrouwen.
Wordt vervolgd.