DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE ZIEKTE DER EEUW. No. 266. Honderd en negende jaargang. 1907. MAANDAG 11 NOVEMBER. GROOTE PAARDENMARKT te ALKMAAR Woensdag 13 November a.s. GROOTE te ALKMAAR Woensdag 20 November a.s. BINNENLAND. FEUILLETON. Uit Hof- en Hoofdstad. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. De moeilijkheid met het blijvend gedeelte. W. A. Baud. f ALKMAARSCHE COURANT. «IA. VI ALKMAAR, 11 Nov Wanneer alles zoo gegaan is als het te voren vast gesteld is, dan bevindt Keizer Wilhelm zich thans op Engelschen bodem zij het dan op dit oogenblik, tien uur, op een Engelschen oorlogsbodem. De En- gelsche Kanaalvloot heeft den Keizer, die haar eenige buitenlandsche admiraal is, begroet en de prins van Wales heeft hem verwelkomd. Omstreeks drie uur zal de extra-trein in Windsor aankomen. Windsor Castle, een der prachtigste koningsverblijven der wereld, zal den Duitschen Keizer ten tweedemale herbergen. En Koning Eduard en zijn gemalin zullen in dat kasteel, behalve het Duitsche Keizerlijk echt paar, daar ontvangen het Koninklijk echtpaar van Spanje en dat van Noorwegen, zoodat rekent men de Spaansche en Noorweegsche troonopvolgertjes voor „vol," en telt men er bovendien den prins en de prinses van Wales bij, er op dat slot vereenigd zijn een Keizerlijk echtpaar, drie Koningen, drie Koninginnen, drie Kroonprinsen en een Kroonprinses sedert de begrafenis van Koningin Victoria heeft Windsor niet een zoo groot aantal vorstelijke personen tegelijk geherbergd. Hieruit blijkt alweer dat Koning Eduard, hij moge op en top een man van zaken zijn, een tooneeleffectje niet versmaadt. Want het spreekt vanzelf, dat hij de persoon is, die dit schitterende tooneel inelkaar gezet heeft. Sommige Duitsche bladen denken daarover natuur lijk anders en de Post noemt het bezoek van den Duitschen keizer aan Engeland een succes voor de Duitsche politiek. „Laten wij den Duitschen keizer dankbaar zijn, zoo heet het in een hoofdartikel, dat hij vastberaden en met zekere hand het Duitsche staatsschip naar deze zoo gewenschte haven heeft gestuurd". Wie zoo spreekt, vergeet de geschiedenis, houdt geen rekening met de feiten. „Wanneer Engeland monarchen tot zich lokt, dan kan men er bijna stellig op aan, dat eigenbelang de drijfveer is en dat er zaken zullen worden ge daan, waarbij het voordeel aan Engeland's kant is," schreven we in het begin van Juli, toen het bekend was geworden, dat koning Eduard den Keizer een uitnoodiging had doen toekomen. In elk geval heeft men ongelijk, wanneer men hooge verwach tingen bouwt op dit bezoek. Engeland heeft Duitsch- land geïsoleerd door de vele verdragen, welke het gesloten heeft. En toen koning Eduard en Keizer Wilhelm in Wilhelmshöhe elkaar ontmoet hadden, juichte een deel der pers op dezelfde wijze als thans de Post. Maar koning Eduard stoorde zich daaraan niet en enkele maanden na dat bezoek sloot Enge land met Rusland een nieuw verdrag Thahs doen allerlei geruchten over politieke onder werpen, welke op Windsor zullen worden behandeld, de ronde. Men noemt de Marokko-zaak, den Bagdad- spoorweg. Het is mogelijk, dat die onderwerpen wor den besproken maar wie kan dit nu reeds zeggen Dat er politieke onderwerpen zullen worden behan deld, mag men veilig aannemen. Voor een gewoon familie-bezoek behoefde de minister van buitenland sche zaken niet mede te gaan. Niet onaardig zegt een Duitsch blad, dat deze maar moet luisteren als de Engelsche gast spreekt en maar niet te veel moet zeggen. Wel een bewijs, dat dit blad koning Eduard ook niet te goed vertrouwt. Intusschen staat het vast, dat de Duitsche Keizer hartelijk zal worden ontvangen door het Engelsche volk. De Engelsche pers is in den laatsten tijd plot seling zeer vriendelijk geworden voor alles wat Duitsch is. Zelfs het groote scheidblad the Thimes wringt zich in een bocht om een buiging te maken voor „the Kaiser", het raadt hoe is het mogelijkden Engelschen aan Duitsch te leeren spreken en schrijven. Wellicht zullen er in de Londensche straten Duitsche opschriften te lezen- zijn. Er zullen hartelijke toasten meest schriftelijke met het oog op de stem van den Keizer worden gehouden. Maar toch, een „verbroedering" zal er niet aan de Theems worden gevierd. Tusschen Duitschland en Engeland zal een muur blijven bestaan, die niet weg te beredeneeren en niet weg te bezoeken valt, dat is de muur der zelfde belangen. Onder één voorwaarde zou die muur ten deele kun nen worden afgebroken als koning Eduard kans zag door opoffering van eenige belangen een belangrijke wist te behalen. Maar dan zou het er voor het Duit sche rijk slecht uitzien Van Heutsz naar Atjeh. Men seint uit Batavia aan het HU. De gouverneur-generaal gaat 21 dezer per „Rem brandt naar Atjeh met den legercommandant, den algemeenen secretaris Van Rees en den secretaris Koster. Oorlog, van wien bekend is, dat hij tot de voorstan ders behoort van het kleinst mogelijke cijfer militie- plichtigen voor de eischen van den dienst, heeft ons op kondschap doen uitgaan naar de oorzaak van die tegenstrijdigheid tusschen theorie en praktijk. Trok de geheimzinnigheid, waarmee de uitvaardi ging van den last voor die opvoering van dat terecht gewraakte blijvend gedeelte plaats had, al direct bij zondere aandacht, gezwegen van de ontstemming in vele kringen teweeggebracht, men vorschte tevergeefs naar een plausiebele reden. En die moet er toch zijn, want ter plaatse waar zulke beschikkingen worden genomen, bestaat de ge woonte niet, die te doen zonder degelijken ondergrond. Er is wérkelijk een reden voor den genomen maat regel, die een opschudding verwekte als een onschuldig projectiel in een eendenkooi. De hachelijke toestand in het havenbedrijf te Rot terdam wordt als aanleiding genoemd voor een dispo sitie, terecht allerzuurst becritiseerd door wie al 1907der is en zich reeds gespitst had tot aan de herhalings oefening buiten de kazerne te kunnen blijven. 's Lands belang gaat voor alles. Men kan kwalijk met een huilerig gezicht zitten jammeren over een handvol, met nutteloos nummerverwisselen, verloren guldens, als de rust in de huishouding van den Staat gevaar loopen te worden aangerand. De vraag rijst echter: Bestaat die kans? Ons dunkt van niet. En is dat gevoelen in tegen spraak met het beleid en het doorzicht der regeering, waarvoor wij ons diep hebben te buigen, dan luidt een nieuwe: Waarom wordt de oorzaak niet genoemd Niet alleen, dat daartegen o.i. geen bezwaren kun nen worden aangevoerd, openbaring van wat de regee ring dreef, kan, naar onze meening, slechts bijdragen om gistende gemoederen te kalmeeren, uit overweging, dat het revolutionnair element weet wat het te wach ten heeft van eventueele uitbarstingen. Een derde puzzle is de lang uitgestelde bekend making. Dit onderwerp leent zich tot meningvuldige en houtsnijdende voors en togens. Als evenwel gou- verner c'est prévoir nog niet heeft uitgediend, dan getuigt van wijs beleid het opdragen van lasten zoo in te pikken, dat de belasten er zoo min mogelijk onder lijden, althans er niet door [gefroisseerd worden. Zoo ooit dan is hier le ton qui fait la musique. Teleurstelling in gemaakte plannen, een schadepostje op de particuliere begrooting en ten slotte onkundig gelaten van het motief, 't is alles bij mekaar meer dan een weerbaar Nederlander kan verknoezen. Zou minister Van Rappard niet eens op het Forum komen en de pruttelende menigte een hart onder den riem steken De Rijksverzekeringbank. Men meldt ons Eindelijk is besloten aan de enorme tekorten der Rijksverzekeringsbank het hoofd te bieden. Bij kon. Besluit zijn al de premiën verhoogd, teneinde de risico en de steeds grooter wordende administratie-kosten te bestrijden. De verhooging bedraagt voor de laagste klasse circa 40/0 en geleidelijk afdalende, voor de hoogste p.m. 30/0. Dit is slechts een voorloopige ver hooging, want om alle risico's te dekken zal de pre mie-ontvangst de R, V. B. ongeveer 200/0 hooger moeten worden. Een algemeene premie-herziening zal daar ook niet meer zoo heel lang op zich laten wachten. Het natuurlijk gevolg van deze premieverhooging zal zijn, dat de particuliere Maatschappijen ook hare premiën gaan verhoogen en bestaat er voor haar nog een kansje met de verzekering volgens de Ongevallen wet door te gaan. Wij lezen in de Tel. Het vreemde verschijnsel, dat onverwacht en zeer laat in den tijd besloten werd tot het onder de wa penen houden of roepen van een maximaal blijvend gedeelte der lichting 1907, door den minister van door LOUISE STRATENUS. 27 _»Ik vraag mij wel eens af, wie eigenlijk in staat zou zijn uw hart te winnen. Ik zou u zoo gaarne getrouwd zien, mijn jongen, voordat ik stierf." „Aan uw dood denkt nog niemand, moeder," riep Alfred met gemaakte vroolijkheid uit: „spreek daar over in de eerste dertig jaren maar niet, en wat een huwelijk voor mij betreft, daarvan is evenmin sprake. Ik geloof niet, dat ik er ooit toe over zal gaan." „Dat is verkeerd, Alfred, heel verkeerd. Geloof mij, een man vindt pas aan eigen haard geluk en tegen dat gij ambassadeur wordt, moet gij toch eene vrouw aan uwe zij de hebben, om te ontvangen met u." „Voor enkele groote gelegenheden zou Mathilde kun nen overkomen. Er zijn trouwens meer gezanten zon der vrouw. En wat een eigen haard betreft, dat is al les goed en wel; maar men zou eerst eene vrouw lief moeten hebben, die er in toestemde ons lot te deelen." „Wie zou u dat weigeren?" „De eenige vrouw die ik lief heb gehad en niet kan vergeten moeder," klonk het ernstig: „Ik kan geen teederheid voor eene andere huichelen en evenmin zeg gen: „Denk niet dat ik ooit beminnen zal; maar neem mq toch tot_ echtgenoot, omdat de eenzaamheid van nujn leven niet met mijne smaken strookt." „Men heeft u rdet willen hebben, u?" riep mevrouw die'zottin?"11 met vlammende 008'en uit: „Wie was „Wat zoudt gij van mij denken, indien ik haar noem de en daardoor aan uw toorn overleverde?" schertste de zoon: ..Neen moedertjelief, zij heeft daarmede niets misdaan. Alleen m uwe oogen ben ik anders dan an dere mannen, wien iets dergelijks even goed overkomt. Iladt gij liever gezien, dat zij mij ter wille van mijn geld of positie had getrouwd? Ik niet; want dat zou mijn gevoel voor haar gedood hebben." „O! dat Engeland!" mompelde de barones: „Ik wist wel dat de mannen er niet veel deugden; maar als de vrouwen er ook nog zoo harteloos zijn.Alfred, ik begin meer en meer te gelooven, dat het tijd wordt, dat deze aardbol verdwijnt." Ditmaal lachte de jonge diplomaat hartelijk. „Omdat men mij een blauwtje liet loopen! O, gij lieve moeder, wat zij gij toch verblind! Welnu, gij per soonlijk hebt thans ten minste de zekerheid, dat ik on kwetsbaar ben voor de giftige pijlen van eene Annie Calrnpthout. Ik hoop dat dit u gerust zal stellen, als ik van avond naar haar vader ga." „Gerust, ja; maar ik verberg het wel van dat kind. die ongelukkige prins had ook iemand, om zich toe te wenden. Waarom worden zulke vrouwen ooit moeder? Dat is een raadsel, waarvan ik de oplossing maar niet vind. Ga dan in vredesnaam, maar draag er zorg voor, dat men in uw bezoek geen toenadering van on ze zijde ziet. Als Annie het waagt hierheen te komen, zet ik haar zonder ontferming aan de deur. Mijne wo ning zou door hare tegenwoordigheid onteerd worden.'' Het was reeds iaat op den middag, toen van Bren- ken zich naar de lachende villa begaf, waar eenmaal zijn vriend het geluk meende te hebben gevonden en zijn eigen doodvonnis geteekend had. Op weg daar heen ontmoette hij' de jonge weduwe. Hij vergenoegde zich met strak gelaat den hoed voor haar af te nemen en vervolgde zijn tocht. Maar dat was niet wat het bedorven kind wilde, zij riep hem terug, met het eeni ge woord, dat in staat kon zijn hem staande te houden. „Hebt gij zulk een haast? Kom toch even mijn kindje zien." Alfred keerde zicli om en trad regelrecht op het wa- fe spelen6' Waann de kleille met ee" prachtige pop zat Zonder op de uitgestoken hand der moeder te letten, nam hij het kind m de armen en drukte een kus op het prachtige, matbleeke gezichtje. Djala herinnerde zich waarschijnlijk op dat oogenblik haar vader; want Op 52-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage overleden jhr. W. A. Baud, directeur der Deli-Batavia-Maat- scliappij, een bekend man op cultuurgebied. De ter aardebestelling zal geschieden Dinsdag op de begraaf plaats „Onder de Linden" te Arnhem. De internationale tentoonstelling in den Haag. Het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft besloten betreffende de samenstelling der commissiën Tiendwet, zich tot den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel te wenden en voorts om op nader te bepalen dag te 's-Gravenhage de behaalde prijzen op de welgeslaagde internationale landbouwtentoonstelling aldaar, aan de winners uit te reiken. zij streelde hem met de beide handjes de kaken en zijn blik werd beneveld onder de liefkoozing. Hij ook dacht aan den sterken man, die haar zoo innig had lief ge had en nu reeds maanden van de aarde was verdwenen. Na het kind weer in het wagentje te hebben gezet, bracht hij de hand reeds aan zijn hoed, toen Annie hem terughield, door op volkomen onschuldigen toon te vragen „Zijt gij ook al boos op mij, mijnheer van Bren- ken?" Hij zag haar aan. Kinderlijk als de vraag was ge weest, was ook haar gelaat. Zij was zóo blond, zoo roze, haar blauwe oogen droegen zulk een naive uit drukking, haar glimlach scheen zoo goedig, dat Hèlè- ne s woord„Misschien is zij ontoerekenbaar," hem een oogenblik voor den geest rees. Maar het beeld van den doode verjoeg dien indruk en hij antwoordde ijskoud. „Ik zal nooit Nikor van Himlapoor vergeten." „Ik ook niet, ondanks al het verdriet dat hij over mij heeft gebracht," verzekerde Annie hoofdschuddend. Den zweepslag scheen zij niet eens te hebben gevoeld: „Het was zoo jammer, dat hij u niet aan zijne zijde had. II vertrouwde hijnaar u zou hij hebben geluis terd en ik ben overtuigd, dat gij hem wijzen raad gege ven hadt." „Als wijze raad in uwe oogen beteekent het aanra den enkele zaken oogluikend toe te laten, dan vergist gij u, mevrouw," klonk het op drogen toon: „maar ver geef mij, ik moet nog een bezoek afleggen en heb be loofd vroegtijdig thuis te zijn. Vaarwel, kleine Djala Ik heb geen beter vriend dan uw vader gehad." Hij boog zich over he kind, kuste haar nogmaals, groette de moeder en liep door. Bernard Calrnpthout trof hij tehuis. De eens zoo opgeruimde man, zat werkeloos in den armstoel voor zijn schrijftafel gedoken, met starenden blik en het gelaat van iemand, die pas eene ziekte doorworstelde en wien het nog moeite kost zich op te houden. Bij Alfred's binnentreden keek hij niet eens op. Blijkbaar meende hij, dat het een zijner huisgenooten was en verlangde hij niet naar hunne komst. Toen hij Post- en Telegraafbeambten. De Nederlandsche Bond van Post- en Telegfaaf- beambten „De Post", hield gisteren (Zondag) te Utrecht een propaganda-vergadering. Als sprekers traden op den heer Dr. A. Bouvée, arts te Utrecht, met het onderwerp „de Gezondheidstoestand van Post- en Tele- graaf-beambten" en de bondsvoorzitter, de heer W. A. H. Kerkhoff, met het onderwerp „de neutraliteit van den bond „de Post", in verband met het oprichten van confessioneele vereenigingen." „Iemand, die 't weten kan vertelde me aldus de Haagsche medewerker der Prov. Geld. en Nijm. Ct. dezer dagen, dat de laatste Vredesconferentie ons land meer geld gebracht heeft dan gekost. Met andere woorden wilde hij zeggen dat deze conferentie ditmaal minder zwaar op de schatkist drukt dan een vorig maal. Bij gelegenheid, dat de heeren op 't Huis ten Bosch bijeen waren, waren in een der zalen ook buffetten ingericht, waar de vredesmannen zich konden laven, terwijl een „warme" keuken ook gelegenheid bood verdere culinaire verlangens te bevredigen. En dat er toen ruimschoots gebruik van is gemaakt bewees de vordering van ruim drie en twintig duizend gulden, waarmede de maatschappij tot Exploitatie van het Restaurant Royal toen voor den dag kwam. Ditmaal is deze post aanmerkelijk minder. Ja, misschien zoudt ge 't in verband met de reeds bekende hooge cijfers maar half willen gelooven, dat we d'er nu met 'n goeie vijfduizend gulden zullen afkomen. Het bekende huis Monchen in de Lange Houtstraat, een door onze „society" in 't wandeluur veelgezocht adres om even neer te strijken, had nu de verzorging der buffetten. Ik hoorde dat 't nu maar op een drie duizend gulden aan champagne neerkomt, wat werkelijk niet bovenmatig hoog mag worden genoemd, vooral wanneer men rekening houdt met het feit, dat er bijzonder druk werd vergaderd en de gedelegeerden h discrétion konden gebruik maken van wat de Ne derlandsche gastvrijheid hun aanbood. Alhoewel alle leveranciers nog niet eens met hunne vorderingen te voorschijn zijn gekomen, kan aangaande deze confe rentie zeker niet gezegd worden, dat de Hollandsche duiten er in belangrijke verhouding aan te pas komen. Misschien zou 't zelfs wel gewenscht zijn geweest dat men wat dieper in den buidel had getast. Zoowat alle categorieën van personen, die diensten of werk zaamheden hebben verricht welke direct of indirect verband hielden met de officiëele entourage, zijn daarvoor gehonoreerd. Voor het bezorgen van stukken en bescheiden was een boden-dienst gerecruteerd uit van Brenken herkende, kwam er eenig leven in zijne oogen en stak hij hem de hand toe. „Ga zitten," zeide hij, op een leuningstoel wijzende: „het is vriendelqk van u, dat gij mij eens opzoekt. Waaraan heb ik dat genoegen te danken?" Alfred's hart werd bij die vraag van medelijden ver vuld. Niet alleen Nikor was Annie's slachtoffer. Ook deze man zag de vrucht van heel zijn levensarbeid, de positie, welke hij zich in de wereld had verworven, door haar verwoest. „Ik zal het u zeggen, mijnheer," antwoordde hij op zachten toon: „en het doet mij innig leed daardoor een voor ons berden pijnlijk onderwerp te moeten aan roeren, maar ik gehoorzaam alleen aan mijn plicht. Uw schoonzoon heeft, een paar uren vóór zijndood, aan de toekomst van zijn kind gedacht en mij over Djala's belangen geschreven." „Die zijn verzekerd," sprakde grootvader haastig: „Nikor liet haar bijna de helft van zijn groot vermogen na." ,Maar aan. aan hare opvoeding. Hij wenschte deze aan ernstige handen te zien toevertrouwd." „O!" Calrnpthout snakte naar adem: „Ja, ik versta wat gij bedoelthet is onnoodig het verder toe te lich ten. Ik zelf ben niet zonder bezorgheid op dat punt, voor den dag waarop ik er niet meer zal zijn. Voor het oogenblik is Djala gelukkig nog- heel klein en wordt zij omringd van liefde." „Een_wijze heeft gezegd: „Geef mij een kind tot zijn vierde jaar en doe er verd&r mede wat gij wilt," zoo sterk schijnen reeds de indrukken te zijn gedurende de allereerste levensjaren ontvangen. Ik begrijp, mijn heer, dat uwe dochter niet geneigd zal zijn afstand van haar dochtercje te doen; maar ik kan evenmin het verlangen van den vader als onuitgesproken blijven beschouwen. IUj heeft op mij gerekend en zal dat niet te vergeefs hebben gedaan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1