DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE ZIEKTE DER EEUW. No. 270. Honderd en negende jaargang 1907 V R IJ D A G 15 NOVEMBER. Drankwet. FEUILLETON. BINNENLAN D. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ■H Verordening, regelende den werkkring van de Commissie van bijstand in het beheer van het gemeentelijk pensioenfonds. Tweede Kamer. Kamerverkiezing voor Sneek. Uit'de Rotterdamsche haven. Uit Schagen. ALKMAARSCHE COURANT ÖRIA.V1 BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college is ingekomen een .verzoekschrift van P. KREIJGER, aldaar, om verlof tot den verkoop van alcoholhouden den anderen dan sterken drank in het perceel Nieu- wesloot, B 42. Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwaren indienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, den 14 Nov. 1907. Burgemeester en Wethouders der gemeente Alkmaar, brengen ter algemeene kennis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar, no. 245, is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 6 November 1.1., waarbij is vastgesteld eene Welke verordening, heden afgekondigd, gedurend6 drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van 71/2 cent in afdruk is verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 14 November 1907. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 15 November. Londen is in feestdos en Londen juicht den Duit- schen Keizer hartelijk toe. De lange Via triumphalis, van het Paddington-station tot de Gildenhal was Woensdag rijkelijk versierd met bloemen, vlaggen, enz. liet had den vorigen nacht wel geonweerd en gehageld, maar de versieringen hadden zich uitstekend gehou den. In Oxfordstreet was het meubelmagazijn van Waring getooid met een bloemenschat, welke alleen 12.000 gulden kostte. Opschriften in het Duitsch tiokken de aandacht, zooals bijv. op de vanen van Ox ford circus waar te lezen was„Herzlich willkommen in unseren Mitte" en „Londen grüsst den deutschen Kaiser". Elders las men: „Heil dem Kaiser und Heil der Kaiserin Augusta", terwijl er zelfs zinnen van Shakespeare in het Duitsch waren vertaald en opge hangen. Toen de keizerlijke trein te Paddington aankwam, speelde de muziek het Duitsche volkslied. En op het station wachtte de gemeenteraad dezer plaats, gesto ken in de schilderachtige middeleeuwsche officiëele kleedij. Hier was de ontvangst reeds dadelijk warm en de Keizer verheugde zich daarover. „Het eerste contact van Wilhelm II met de menigte maakt een uitstekenden indruk" zegt een verslag in een Fransch blad. De Londenaars waren in grooten getale opgekomen en het schijnt beslist niet waar te zijn wat een ander Fransch berichtgever beweert: het gejuich kwam van de 300.000 Duitschers, die in Londen wonen. Trou wens het spreekt wel haast vanzelf dat een schitte rende stoet van rijtuigen en ruiters, waarin zich de door LOUISE STRATENUS. 31) „Uwe manieren hebben in den laatsten tijd geleden," zeide zij zacht. „Ik vrees dat gij gelijk hebt. Er zijn dingen, die. mijn geduld te boven gaan." „Bij voorbeeld?" „Dat gij altijd en onder alle omstandigheden het eerst aan uzelve denkt," klonk het oprecht, ofschoon van Brenken zich reeds in het volgende oogenblik af vroeg of hij niet te ver was gegaan. Maar Annie scheen dat niet te denken. Het was haar liever dat de menschen hare handelingen afkeur den, dan dat zij zich niet met haar doen en laten bezig hielden. „Ik ben een voortreffelijk leerling van de school, wel ke men mij te doorloopen heeft gegeven," zeide zij half schertsend, half in ernst: „Ik werd tot zelfzucht opge voed. Annietje was altijd No. 1; zij is dat gebleven en zal dat tot haar dood toe zijn. Gij zult mij toch ook niet willen wijsmaken, dat ik mijn kind op den achter grond dring, door haar mede op reis te nemen?" „Neen maar Parijs is geen geschikt oord voor kin deren. Het zou vrij wat beter voor hare gezondheid wezen, indien zij hier in de frissche buitenlucht bleef." „En onder uwe persoonlijke hoede, meent gij lach te de moeder. „Misschien wel." „Ja, ja, ik begin u zoo langzamerhand te kennen; maar uw wensch bevredigen gaat nu eenmaal niet. Ik moet van allerlei voor haar koopen: jurkjes, mantel tjes, hoeden en ik weet niet wat al meer. Hier in Holland is niets te krijgen en het kleine prinsesje van toch altijd indrukwekkende verschijning van den Duit- schen Keizer bevindt, wordt bewonderd en toege juicht. In Gildenhal wachtte een talrijk en voor naam gezelschap het Duitsche Keizerlijk echtpaar. Daar waren de lord-mayor met zijn grooten staf van ambtenaren, in hun gcud doorweven rijkgevoerde ge waden, de eerste minister Campbell Bannerman, die er toen al vermoeid uitzag en die, zooals men weet, giste ren ernstig ongesteld is geworden, de minister van oorlog en buitenlandsche zaken, invloedrijke leden van het ILoogerhuis, zooals de markies van Salisbury, lord Lansdowne, kunstenaars als onze oud-landgenoot sir Laurens Alma Tadema, rechters, generaals, allen in meer of minder fraaie ambtscostumes. Met een don derend „Hoch" en met een „Heil dir im Siegerkranz" werden de Duitsche Keizerlijke gasten weer ontvan gen. ILet was een indrukwekkend oogenblik. Een adres van welkom werd voorgelezen, dat in een gou den met allerlei kostbare edelgesteenten bezet kistje den Keizer als herinnering werd aangeboden. Vervolgens had een maaltijd plaats, waaraan 850 personen deelnamen. Het moet een eigenaardig gezicht geweest zijn, die reuzentafel. Vierhonderd bedienden brachten de scho tels rond, waarvan wij noemen: 1200 filets van zee tong, 70 schotels kreeft, 130 schotels patrijzen, 80 scho tels schol, 100 schotels lamsvleesch, 70 schotels ossen- tong, 40 groote wildpasteien, 3 geheele ossenlendenen en 270 schotels meelspijzen, terwijl er voorts gereel stonden 800 flesschen champagne, 200 flesschen rijn wijn en 100 flesschen portwijn. Hier werden de redevoeringen gehouden. De bladen sc-hrijven met ingenomenheid over den hartelijken toon dier toespraken. Zij spreken van een Germaansche verzoening, van wereldvrede enz. Heel verstandig lijkt ons de opmerking van een der Engelsche ministers, die verklaarde: „zulke bezoeken zijn wel geen waarborg voor den vrede, maar de ge schillen, die er tusschen landen rijzen, komen dikwijls uit misverstand voort, en dan is het in het belang van den vrede, elkaar dikwijls te ontmoeten, onverschillig of 't vorsten of andere menschen zijn." Een dergelijk kalm woord heeft meer beteekenis en meer inhoud, dan een hoogdravend artikel! De heer V a 11 de Velde (a. r.) Delft) drong aan op afschaffing van de tolheffing bij den Haagschen Schouw, en op spoedige indiening van een wetsontwerp tot afschaffing van de veer- en bruggelden. De heer', B orgesi us (U. L. Enkhuizen) betoogde, dat van de tracticale waarde van de anti-revolution- naire beginselen niets is gebleken. Wel zegt de heer Heemskerk„Wij willen op Christelijken grondslag vooruitgang bevorderen", maar vooruitgang bevorderen is iets, dat we natuurlijk allen willen, maar hoe wil de Rechterzijde vooruitgang bevorderenDat zeggen de heeren niet, maar tegenover het Kabinet brengen ze alleen afbrekende critiek op elk gebied en klachten Ilimlapoor kan er toch niet uitzien als een dier arm zalige houten poppen, die men in het buitenland met den schimpnaam van Dutch dolls gelieft te bestempe len." „Beter dat, dan een modepop van haar te maken." „Wees maar niet bang. Zij zal een toonbeeld van deugd worden. Ik laat haar ook niet gaarne bij mijne ouders achter: mijne moeder zou haar voortdurend be derven en al hare nukjes en grilletjes opvolgen en wat vader betreft, hij lijdt aan vervroegden ouderdom. Over een jaar zal hij kindsch zijn, zoodat men het hem niet kwalijk kan nemen, dat hij aanhoudend met den een of ander kibbelt. Ik heb niet graag dat Djala daar ge tuige van ishet doodt allen eerbied in haar, als zij volwassenen zoo onrechtvaardig en dwaas ziet. Ben ik er, dan kan ik haar naar de kinderkamer zenden; maar in mijne afwezigheid, zou zij altijd binnen zijn. Hare grootouders zijn anders niet gelukkig," „Maar kunt gij dan nog niet wat hier blijven? Ik las nog kort geleden hoe nadeelig dat schokken in spoor treinen voor de hersenen van kleine kinderen is." „Wilt gij haar dan moederloos maken?" luidde het met komischen ernst: „Ik kom hier om van verveling en zal pas in den vreemde weêr eens ademnalen. Sa rah Bernhardt voert juist een prachtig stuk op en Ré- jane ook. Ik wil beiden hooren. Ik moet eens dra ma's zien, die niet in het werkelijke leven gebeurden." Alfred zag haar even rillen. Zij dacht vooi^eker aan het drama, waarin zijzelve eene hoofdrol had vervuld. „Ik heb natuurlijk het recht niet u te verhinderen met Djala op reis te gaan," hernam hij: „maar wat ik u bidden mag: wees voorzichtig met haar en ook voor uzelve. Parijs is eene gevaarlijke stad." „Oik kan zeer goed tegen die lucht „Gij wilt mij niet verstaan," mompelde van Bren ken. „En als ik het eens deed, zou ik dan niet mogen vra gen waarom gij plotseling zulk een belang stelt in mij ne reputatie?" „Omdat die reputatie in nauw verband staat met den goeden naam uwer vrienden." „Onzin! Mijn vrienden zijn zulke modellen van over partijdigheid Hij benoemingen en decoratiën zelfs heeft de heer Heemskerk der Regeering ver weten, dat zij dr. Kuyper niet heeft gedecoreerd, maar dat verwijt is onbillijk. Niemand kan van dit Kabinet verwachten, dat zij kan toestemmen, dat de politiek van Dr. Kuyper een zegen voor het land is geweest, Afgescheiden van de politieke verdiensten, beschouwt ook spr. Dr. Kuyper als een man van buitengewone beteekenis. Maar Heemskerk's verwijt had op spreker dan ook meer indruk gemaakt indien 't gewoonte was om ver dienstelijke mannen op hun zeventigsten verjaardag te decoreeren. doch deze gewoonte bestaat niet. Doe lende op Jhr. Lohman herinnerde spreker er aan, dat een andere staatsman van beteekenis in de Kamer ook op zijn zeventigsten verjaardag geen ridderorde ontving, maar bovendien, wat heeft nu het decoreeren van Dr. Kuyper te'maken met Christelijke grondslagen en geloofsvrijheid Spreker critiseerde scherp de houding van den heer Heemskerk, die trouwens eigenlijk zelf de anti-these- politiek heeft veroordeeld, maar als de leuze aan kiezersdat zij slechts Rechtermannen moeten kiezen om zoodoende"God te dienen en voor hun zieleheil te waken, waarheid bevatte, zou daaruit vanzelf moeten volgendat een gemengd Kabinet voor den heer Heemskerk* iets uit den booze is. Maar hoe dit zei,"ondanks tegenstand van mannen als Heemskerkzal er een andere partij-formatie moeten komen ;fdaarvan is spreker vast overtuigd zij «zal moeten komen Tl oor noodzakelijkheid. De heer T y d e m a n (L. Tiel) achtte de klacht over geringe werkzaamheid van het kabinet ongegrond. Den financieelen toestand achtte spr. ongunstig, vooral Indië en de spoorwegovereenkomst. De voorstellen tot grondwetsherziening achtte spr. te beperkt. Spr. keurde af dat in die voorstellen de regeling van 't kiesrecht wordt weggelaten. Voorts wordt de Eerste Kamer er niet door versterkt. De heer Nolens (K. Venlo) pleitte voor langeren Kamerzittingsduur om vruchtbaarder te kunnen wer ken en vond, dat een andere partijgroepeering niet gemakkelijk zal zijn, omdat historie en omstandigheden de huidige aanwijzen. De heer Van Citters (A. R. Ede) zag den financieelen toestand niet al te gunstig in. De heer T a 1 m a (A. R., Tietjerksteradeel) bestreed scherp 't betoog van den heer Bórgesius. De heer Schokking (F. Chr. H., Harlingen) achtte instelling van groepsvertegenwoordiging ge- wenscht, om vermenging van politiek en godsdienst te voorkomen. De Minister De Meester handhaafde tegen over den heer Troelstra de uitdrukking in de Troon rede. De algemeene toestand is zoodanig, dat er in menig opzicht reden tot dankbaarheid en tevreden heid is, ook na gebeurtenissen die na het uitspreken der Troonrede in de financieele wereld vallen te boekstaven. Bedoelde financieele gebeurtenissen zijn hoofdzakelijk te wijten aan speculatie woede van menschen die zonder arbeid aan kapitaal willen komen. De kwestie van het blijvend gedeelte was een be ginsel. Het votum inzake de Amsterdamsche stelling berustte echter op andere, dan principieele motieven. Inzake het blijvend gedeelte gold een man, een man, een woord, een woord, Het toegezegde wetsontwerp werd ingediend, maar zoolang dit ontwerp geen wet was, mocht jdo sterkte niet worden verminderd. Spreker levert geen critiek op de Kamer, maar hij dacht stellig dat vóór 1 December het ontwerp wet zou zijn. deugd, dat men er niet aan zou denken eenig verband te zoeken tusschen hen en eene dochter Het's, zooals ik." „En Hèlène dan?" vroeg Alfred bitter. „Wat bedoelt gij met Hèlène?" „Heeft zij u dan niets gezegd?" „Waarover?" „Over de grenzenlooze domheid van lieden, zooals mevrouw van der Grave en anderen; de schandelijke insinuatie tegen haar in een blad verschenen, als zou zij de kunst moede zijn geworden en liever leven van eene fraaie jaarwedde haar toegekend, om voor Dueg- na eener zekere prinses te spelen? Weet gij dan waar lijk niet, dat zij sedert maanden voor het eerst geen arbeid had?" „Neen, ik verzeker u, dat dit alles nieuws voor mij is," mompelde Annie: „Wat deden mevrouw van der Grave en „de anderen?" „Zij bestelden de portretten af, waaraan zij zou be ginnen." „Ik wilde, dat ik zoo iets had kunnen voorzien," ver zekerde de jonge vrouw heel ernstig: „dan zou ik mij liever de tong hebben afgebeten dan haar te vragen zich met mij te vertoonen. Hèlène stond zoo hoog, dat ik mij verbeeldde de wereld terug te winnen, als zij met mij werd gezien. Maar ik zal dat goedmaken, ik ben blij, dat gij het mij hebt gezegd." „Goed maken?" herhaalde van Brenken somber: „Op welke wijze?" „Door haar eene som te geven, die verre alle moge lijk bestellingen overtreft." „Beproef dat niet; want zij zou u dat geld weigeren en slechts door uw voedsel gekrenkt zijn. Neen, me vrouw, gij schijnt nog te moeten leeren, dat niet alles te herstellen valt, hier op aarde." „Ja, het is waar; zij is wanhopig trotschj zij wilde verleden zelfs geen ring van mij aannemen, dien zij bewonderd had; maar wacht slechts! Ik zal haar mijn portret laten schilderen, dat van Djala, van mijne ouders, van de kinderjuffrouw, tot zelfs van den tuin man, dié een type is. Zij mag er niets bij verliezen." „Zoo gij dat niet heel omzichtig aanlegt, zal zij zelfs Dat de minister van Binnenlandsche Zaken zoo diep in de schatkist tast, is 'n gevolg van de hooge eischen, welke het onderwijs speciaal stelt bovendien de sub- sidieering der bijzondere middelbare scholen zal niet lang meer op zich laten wachten, maar men bedenke, dat de gewi chtige'" verliezen in de financieele wereld de middelen'der schakist allicht niet ten goede zullen komen. De Minister va n_ L andbouw, N ij verheid en Handel (de heer Yeegens) sprak nu op 'n toon van heftige verontwaardiging tegen de insinuatie van den heer Troelstra, dat hij hier particuliere belangen zou dienen. Noch als Kamerlid, noch als minister heeft hij andere dan staatsbelangen gediend. De ge citeerde voorbeelden waren absoluut onjuist. Nog enkele sprekers repliceerden. Men" schrijft uit Sneek aan Het Volk, dat de heer W. H. Vliegen door de S. D. A. P. candidaat gesteld is voor de Tweede Kamer. Naar het Vad. verneemt, zal het oud-Kamerlid Staalman vermoedelijk de candidaat zijn der Christen- Democraten. GEMENGD NIEUWS. Verschillende cargadoors te Rotterdam hebben gisteren de meters en wegers weer tot de graan schepen toegelaten, na een conferentie met Duitsche graanimporteurs, tegenover wie de meters en wegers zich verbonden" de werkzaamheden aan boord niet te belemmeren. De Duitschers verbonden zich tevens tot 1 Januari, zoo noodig ook per elevator, te ontvangen. Het plan "bestaat Dinsdag de'huzaren uit Den Haag en Roermond, pelotonsgewijze, naar hun garnizoen te doen terugkeeren' en te vervangen door huzaren van het vierde regiment uit Deventer en Zutfen. Waar een kentering in de havenbeweging op handen schijnt, wordt de vervanging wellicht nog onnoodig. Een meevallertje. Een inwpner van Wateringen heeft in straatvuil, dat reeds vóór eenige jaren op een pad gestrooid is, een gouden tientje gevonden. Toen het gereinigd was, bleek het de beeldenaar van H. M. de Koningin te dragen™ met loshangend haar. Deze muntstukken zijn zeldzaam en worden door verzamelaars duur betaald. Voor het gevonden geldstuk moet doen ook reeds f 112.50 geboden zijn. Vad.) Donderdag brandde geheel af de boerderij „Hoop en Vlijt" nabij 't Wad in de gemeente Zijpe, eigendom van mevr. J. J. Laan te Haarlem en bewoond dooi den heer J. Brouwer. De gunstige wind maakte het mogelijk een boet en 2 hooischelven te bewaren. Anders is zoo goed als alles verbrand. Gelukkig wist men de 26 koeien, die Woensdag op stal waren ge haald, alle los te snijden en uit het brandende huis te brengen. Als oorzaak van den brand wordt meege deeld dat een gasfitter op zolder een nieuwe pijp voor de brongasleiding zou aanbrengen. Bij het losschroeven van de oude pijp ontstond er eenë gasontploffing door dat het gas in aanraking kwam met een brandende lantaarn van den fitter. Dadelijk werd ook het hooi aangestoken, zoodat aan blusschen niet meer te denken viel. dat afslaan; maar ik ben blij dat gij toch de onrecht vaardigheid gevoelt. En nu, vaarwel. Tracht uzelve te bedenken en niet naar Parijs te gaan." „Nu vraagt gij wat te veel," lachte zij, weder zorge loos als een kind; „en dat voor een ridder zonder vrees of blaam, zooals gij, die mij nooit de geringste hulde heeft bewezen! Wees op uw beurt voorzichtig. Apeldoorn mocht eens hooren, dat gij mjj niet van hier wilt laten gaan." Alfred haatte haar bijna, wanneer zij in zulk eene stemming verkeerde. Hij haastte zich dus haar te groeten en zijn eigen weg in te slaan. Twee dagen later was zij vertrokken, na met Hèlène te hebben afgesproken, dat Djala over zes weken voor haar zou beginnen te poseeren, in het costuum van een Oostersch prinsesje. Toen zij uit Parijs wederkeerde, zag zij er ontze nuwd en afgemat uit. „Het is daarginds eene hel!" verklaarde zij aan de jonge schilderes: „maar een hel, die onweerstaanbaar aantrekt. Ik weet niet"hoe ik het nog hier zal uithou den, na aan het leven te Parijs gewoon te zijn geweest. Gij moest er met mij heengaan, de volgende maal. Ik ben in de artistenwereld opgenomen. Het zou juist een kring zijn voor u en gij zijt natuurlijk mijn gast." „Neen, dank u," gaf Hèlène met eene bezorgde uit drukking ten antwoord: „Holland en de rust hier zijn mij liever. Ik hoop ook van harte, dat gij vooreerst niet gaan zult. Djala. „O! een ware plaag met een kind op reis te zijn! Het was heel aardig' haar door mijne kennissen te la ten bewonderen; met haar door het Bois de Boulogne te rijden; maar voor de rest van den tijd, staat men slechts angsten uit. Ik moest haar halve dagen in het hotel laten en ik zag een paar Indische gezichten, die mij niets bevielen. Men kan nooit weten. De lieden in Llimlapoor waren op Nikor verzot. Zij mochten het eens in hun hoofd krijgen zijne dochter te stelen. Neen, ik geloof niet, dat ik haar voortaan nog meeneem, ten zij dat ik er toe overgaan mocht mij te Parijs te vesti gen, en dan nog zou ik eerst volkomen zeker moeten zijn van mijne bedienden." Wordt vervogld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1