STADSNIEUWS. BUITENLAND. mm-, Uit Graft. De aangespoelde lijken. De moord te Leiden. Werkeloosheid. Ernstige mishandeling. Klopgeesten. Nieuws uit Hoorn. In „Waakt en Bidt." Nederlandsche Protestantenbond. Predikbeurten. Een ongelukje. Uit Wieringerwaard. Laatste Berichten. Tot tijdelijk onderwijzeres aan de openbare lagere school te Graft is, met irrgang van 1 December, be noemd mej. Bakker te Alkmaar. Omtrent de bij Hoek van Holland aan het strand aangespoelde lijken verneemt het Hbl. nog Een der lijken was van een manspersoon van 1.80 lengte, met een blauwe broek, waarvan de knoopen gemerkt zijn C. G. Weigand, Neurenberg; overhemd gemerkt H. B. Een portemonnaie werd op het lijk gevonden, inhoudende eenige Duitsche bankbiljetten en eenige Marktstukken. Op een ander lijk, dat van een vrouw, werd een taschje gevonden, vermoedelijk gemerkt F. Sinemus, Leidschestraat 22, Amsterdam. De 7 overige lijken zijn onherkenbaar. De schilder, die te Leiden eenige weken geledeu een dienstmeisje vermoordde en daarna poging tot zelfmoord deed, door zich een kogel in het hoofd te schieten, welke nog niet is verwijderd kunnen worden, is na reeds geruimen tijd in voorarrest te 's Graven- hage te hebben vertoefd, thans weer naar het Aka- demisch ziekenhuis aldaar vervoerd, omdat hij lijdende is aan toevallen. De firma Ktirz en Co. te Tiel heeft hare groote metaalwarenfabriek te Kleef wegens slapte in het bedrijf Zaterdag moeten stopzetten. Tal van Neder- landsche werklieden, waaronder huisvaders, zijn daar door werkloos. Naar de Tel. meldt, is door de Vereeniging „Amsterdamsche Belangen" het initiatief genomen tot het constitueeren van een comité uit de Amster damsche burgerij, ten einde in den komenden winter hulp te verschaffen aan werkloozen. Een ander voorloopig comité te Amsterdam be raamt plannen om in den aanstaanden winter aan de groote werkloosheid tegemoet te komen. In dit comité zijn verschillende instellingen vertegenwoor digd, die op filantropisch gebied, armenzorg, huisvesting van dakloozen enz. werkzaam zijn. Een koloniaal, zekere H., te Nijmegen in garnizoen, eergisteren in de gemeente Mill vertoevende, heeft men eergisteravond aldaar op het gehucht „de Meren" gevonden, zoodanig met snijwonden overdekt, dat men voor het behoudt van zijn ieven vreest. Per rijtuig is hij naar zijn garnizoenplaats getransporteerd. De politie heeft een onderzoek naar deze ernstige mishandeling ingesteld. In een huis in de Lange Burchtstraat te Nijmegen en perceèlen daarachter hoort men tegenwoordig 's avonds en 's morgens kloppen op verschillende plaatsen. De reden kan men niet vinden. Zouden het klopgeesten zijn'? Een aanranding. Te Dordrecht is gistermiddag volgens de D. Ct. in de woning van ds. A. v. d. Sluis het volgende voor gevallen. De twee dienstboden waren alleen thuis. De eene, Maria v. D., hoorde boven iets en ging daar kijken. Het andere meisje hoorde even later hulp geroep, haalde politie en deze vond Marie op den zol der met een touw om den hals en een prop in den mond. Uit de mededeeling van het meisje bleek zij door een manspersoon te zijn aangerand, die haar oorbelletjes had weggenomen met haar portemonnaie en daarna gevlucht was. Beeds geruimen tijd ontving M. dreigbrieven. Van den dader nog geen spoor. KORT NIEUWS. Te Velseroord is de bliksem geslagen in de nieuwe burgeravondschool. Een 100-tal dakpannen werden weg geslingerd. Te Elten is de wasch- en strijkinrichting van den heer Van der Meer benevens het Koetshuis er naast afgebrand. Te Gouda hebben sigarenwinkeliers een vereeni ging opgericht, die o.a. zal streven naar winkelsluiting om 9 uur 's avonds. Te Hilversum is thans ook de derde schuldige aan de laatst plaats gehad hebbende inbraken gevat. Het is een opgeschoten jongen. Te Haarlem is een jeugdige slagersknecht op zijn fiets onder een wagen, waarin een bruidspaar zat, gekomen. Zijn toestand is zeer zorgelijk. - Te Werkendam dacht men, dat er geen gas meer was in een oud ketelhuis. Men ging er met licht bin nen, een ontploffing volgde en brand. Geen ongelukken. Door Heldersche visschers zijn op de Haaks- gronden gevonden vele balken, gemerkt W. C., vele flesschen, en waskaarsen. H. d. B. te Capelle is een der laatste nachten uitgegaan naar Botterdam om daar vee heimelijk in te voeren, in 't kanaal geraakt en verdronken. Op De Noord bij Dordrecht is de ongehuwde schippersknecht J. Veldman van Uil uit Meppel gis teren over boord geslagen en verdronken. De dader van den aanslag op den baanwachter Ickenrath te Beuver (L.) is gearresteerd. Hij heeft bekend. Hij is in tuchthuis en gevangenis geweest. De voerman v. d. V., die bij het station Leeu warden van een wagen vielis gisteren aan zijn kwetsuren overleden. Te Nijmegen wordt een internationale tentoon stelling gehouden in December van zang-, sier- en volièrevogels en vogelbeschermingsartikelen. In Friesland zijn drie Japanners aangekomen om eerste kwaliteit vee op te koopen voor hun Begeering. Zij bezoeken de boerderijen. Te Nes op Ameland sloeg het zoontje van den heer J. v. d. B. dat van den heer H. O. met een steen boven het oog. Het oog is gevaarlijk gewond. - Te Dinxperlo wordt een nieuwe nachtwacht ge vraagd. 't Salaris is f 100waarvoor eiken nacht van 11 tot 8 uur gewaakt moet worden Domheidsmacht. Op üitnoodiging van de Garanten-Vereeniging" voerde „Het Nederlandsch Tooneel" gisteravond in het Park op bovengenoemd tooneelspel van Marcellus Emants. Over het spel hebben we, bijna zonder uitzondering, zeer veel lof. Herman ter Voorts, (de man, die ten slotte van kinderen en vrienden, van allen is ver laten, en zich zelfs gedrongen gevoelde zijn ambt als minister neer te leggen en dat alles door de domheden van zijne vrouw), werd op^meesterlijke wijze uitge beeld door den heer Jan C. de Vos. Marie, zijn vrouw, de personificatie van „de domheid" werd niet minder mooi weergegeven door mevr. Chr. Poolman. Verder roemen we het spel van mej. Eika Hopper, hun dochter, en van den heer de Jong, den vriend van Ter Voorst.- De vertolking der verschillende rollen was ten zeerste te prijzen, alleen betreuren we het, dat de heer Marcel Mijin (baron Echten) zoo moeilijk verstaanbaar en zoo lastig te yolgen was. Mooie, interessant mooie tooneelen waren er genoeg te genieten, juist door het bijzonder mooie samenspel. Het stuk, als stuk, heeft evenwel onze volle sym pathie niet mogen wegdragen. Als zoodanig achten we de keuze niet de gelukkigste. Moeilijk kunnen we ons indenkon, in zoo'n intense domheid, als „Marie" toonde te bezitten. En dat door die domheid totaal alles wordt ten gronde gericht we achten hierin te veel overdrijving. Daarbij komt, dat men te lang in twijfel'» blijft over den aard en de gevolgen dei- domheid, die aan het stuk zijn naam hebben gegeven. Feitelijk is het de allerlaatste zin, die heel veel dui delijk maakt. Het einde van het laatste bedrijf bedoelen we waar Herman ter Voorts, achterblijft door allen ver laten en hij antwoordt op de vraag van zijn vrouw, „of het haar schuld is, dat het groote ongeluk over hen is gekomen", met „neen, dat is mijn schuld, omdat ik zoo dom was te geloovendie domheid te kunnen leiden." De entre-actes, die soms wel wat lang waren, wer den op uitstekende wijze aangevuld door een orkest, onder leiding van den heer Schenk. Een zeer aandachtig publiek volgde de voorstelling. Hopen we, dat een volgenden keer nog meerderen Parkwaarts zullen gaan. Ook nu weer heeft de Ga- rantenvereeniging het bewijs geleverd, dat ze niets ontziet, om bij het Hoornsche kunstminnend publiek de kennismaking met beslist uitstekende gezelschappen aan te knoopen of te vernieuwen. Dat streven moet gesteund worden. De Christelijke Jongelings-Vereeniging „Za- chens" had voor gisteravond in dit gebouw als spreker uitgenoodigdDs. de Lind van Wijngaarden van Ren- kum. Of 't om den gunstig bekenden spreker of wel om het onderwerp: „de Heilige geest" of wel om beiden was, zeker is, dat Waakt en Bidt geheel bezet werd. Na 't zingen van Ps. 25:2 werd door den spr. voorgele zen Joël II vers 21 en vervolg; waarvan de inhoud is: de Profeet voorspelt het weder goedmaken door God van de gezonden plagen en het zenden van Zijnen geest aan Zonen en dochteren, zelfs aan dienstknechten en dienstmaagden. Na gebed en 't zingen van Ps. 119:3, begon spr. met de herinnering dat aan Mozes bij den brandenden braambosch werd geboden: ontbindt uwe voetzolen want de plaats waar gij staat is heilig en dit gebod kon spr. voor den aanvang van een zoo gewichtig onderwerp, als tot hem gericht beschouwen. Hoe zal z. i. de mensch spreken over God den Almachtige, en hoe na denken over het Goddelijke? Deze onmogelijkheid er kende reeds een onzer Kerkvaders en een bekend wijs geer leerde reeds„iedere bepaling der Godheid is eene beperking" en zoo blijft van allen één woord over n. 1. „God is groot en wij begrijpen hem niet." Voor den Christen heeft God zich zelf een beeld ge geven in de Schrift, in menschelijken geest en woorden en meer moeten we niet van Hem willen weten, ook niet van den Heiligen Geest. De Geest zeggen som migen is een deel van God waarin Hij zich openbaart. De Heilige Geest is een met den Almachtigen Schep per van Hemel en Aarde en woont tegelijk voor een deel in den mensch. Hoe wonderbaarlijk en voor ons onbegrijpelijk. Spr. maakt attent op 't woord heilig, dat bij den Vader en den Zoon somtijds maar bij den Geest altijd er vóór genoemd wordt, ter waarschuwing, omdat we met dien geest met God zelf te doen hebben. Aan den II. Geest worden ook Goddelijke eigenschap pen toegekend, die aan den mensch niet kunnen wor den medegedeeld als bijv.eeuwigheid, alomtegenwoor digheid. Dat de Geest ook aangetroffen wordt bij de Schepping bevestigt de tekst: de geest Gods zweefde over de wateren. De vraag, wel eens gedaan, of 't in dat alles niet zijn kan een kracht Gods wordt in de Schrift zelf anders bewezen. Deze toch kent er aan toe een wil, die alle dingen onderzoekt, zelfs de diep ten Gods. De geest treedt ook op als een persoon in 't gebed en in de openbaring van Johannes. Dit alles wijst er op, dat we te doen hebben met een Wezen, een zelfstandig God. Aan Hem wordt in 't bijzonder toe gekend: de werkzaamheid der levendmaking bij plant, dier en mensch, maar die zich ook verder tot den geest uitstrekt. Spr. herinnert aan Ezechiël en de dorre doodsbeenderen. Dat de H. G. 't leven nieP alleen geeft, maar ook on derhoudt zegt spr. weten zij, die de geestelijke werking ondervinden. Voor spr. tot dit punt overging, verzocht hij te zingen Ps. 119:88 en 86. Toen herinnerde spr. we hebben gezien welke diepe verborgenheid de H. Geest blijft. Hij is een persoonlijke God met de bijzon dere .eigenschap der levendmaking naar lichaam en geest. Als een tak wordt afgesneden, treedt van dat oogen- blik af de dood in, tenzij hij weder op den boom wordt geënt en omwonden door een band die gelegenheid geeft tot doorvoering der voedingssappen. Zoo werd de mensch reeds in 't paradijs door de zonde afgesne den, maar die band weder gelegd door God den Heili gen Geest. Zoo is dus dat leven een verborgenheid, welke we allen meenen te kennen aan de vruchten. Maar het is ook hier weder alleen God, die ze kent. Daarom zullen we, zegt één der Kerkvaderen, in den Hemel ontmoeten, die we er niet verwachten en omge keerd, en raadt spr. aan zich niet als Bechter bij ge storvenen op te werpen, maar dit oordeel aan God over te laten. Na enkele herinneringen uit het gesprokene, ver klaart spr. nog waarom de II. Geest wordt genoemd een Geest des oordeels en der uitbranding, hm te ein digen met de ook aan hem toegekende eigenschap Geest der Vertroostingen. Na den tekst: de Geest ge tuigt met onzen geest, dat we kinderen Gods zijn, maar zoo kinderen dan ook erfgenamen van den Geest Gods, eindigde spr. met: Da Costa's gedicht van de Ze ven geesten. Na dankgebed en 't zingen van Ps. 84:6, keerden de vele aanwezigen dankbaar huiswaarts. Voor de afdeeling Alkmaar e. O. trad gisteravond ds. Bakker uit Bolsward op met een lezing over het on derwerp: Waarom gelooven wij De groote zaal van den schouwburg Harmonie was goed bezet. Na een inlei dend woord van den voorzitter, die er op wees dat dit geen propaganda-avond voor den Bond was, maar al leen om tegen rechts en links de vrijzinnig-godsdiensti ge beginselen te verdedigen, die vooral uit onkunde werden bestreden, begon spreker zijn rede. Hij begon met te zeggen, dat de groote vraag bij ve len is: Wat hebben we aan geloof? Maar een andere vraag dient daaraan vooraf te gaan. Want al zijn er velen die in hun geloof blijdschap, vrede en kracht vin den, het kan zijn dat dit geloof ijdel bleek, gelijk met menige blijde verwachting het geval was: getuige de verwachting in het volk Israël en bij de oudste Chris tenen. We hebben dus eerst aan te toonen, dat het ge le of niet berust op verblinding, dat wij er recht toe hebben, dat 't verstandig is. Waarom gelooven wij? Spr. wil eerst beginnen met enkele bezwaren te weer leggen, die algemeen gehoord worden. I. Velen zeggen het geloof is een listig uitvindsel van priesters in verband met héerschzuchtige konin gen, om daarop hun macht te bouwen. Daarom hebben ze geesten en goden uitgedacht die gediend moeten worden, en die hen hadden aangesteld om leidslieden te zijn. Wie dus aan de koningen en priesters onge hoorzaam waren, waren het ook aan de goden. Daarom moest het geld gegeven worden aan priesters en konin gen. Dan zou zegen en loon volgen. Als dit nu maar vaak genoeg herhaald werd, geloofden de minder listi- gen het wel. Zoo heeft de traditie doorgewerkt tot nu toe. Maar wie achter de schermen gezien heeft: die zegt: ik ken mijn eigen heer en god: ik lach wat om het geloof. Hierin nu is wel een deel van waarheid, want het volk is vaak dom gehouden door priesters, om vorsten te doen heerschen. Maar dit is heel iets an ders dan te zeggen, die priesters hebben 't geloof uit gevonden^ Dit ééne is daartegenover afdoende: lang vóór er priesters dienst deden, lang voor er een koning zat op zfin troon hebben de menschen geloofd. Dit ar^ gument tegen het geloof is dus een dwaasheid II. Maar hetzelfde argument komt in anderen vorm weer. Het geloof zegt men, is een machtsmiddel, om de arbeiders te houden onder de macht van het ka pitaal. De kerk kiest altijd de partij van het kapitaal. Daarom is het geloof een middel om de arbeiders te houden in hun tegenwoordige positie. Het gaat in den arbeidersstrijd dan ook tegen beurs en troon, ja maar ook tegen het altaar. Daarom gaat die strijd ook tegen de dominé's, die met de armen hebben gebe den, met de rijken gegeten. Nu is het waar, dat vele geestelijken niets anders dan kapitalistische sympa thieën vertoonen, en dat vele geloovige arbeiders geen fierheid, geen ruggegraat bezitten. Maar wat zegt dit tegen het geloof? Niets. Immers vele geloovigen heb ben partij gekozen voor liet Socialisme. Spr. wijst op de Engelsche arbeiderskerk; hoe er 24 socialisten in het Engelsche parlement zitting hebben, die allen ge- loovig zijn. Ook in ons land zijn er verscheidene soci alistische predikanten, die zelfs een weekblad uitge ven De Blijde Wereld. Dus zijn er vele geloovigen die het geloof niet als machtsmiddel gebruiken. Het is met 't geloof als met dynamiet: goed gebruikt werkt 't tot zegen, misbruikt schept 't rampen. IIT. Anderen zeggen: Waaruit is 't geloof ont staan? Uit kortzichtigheid, onwetendheid, vrees. In ouden tijd had men weinig inzicht in den aard der na tuur, men voelde zich afhankelijk, begreep hier zijn machten die meer zijn dan wij. Zoo gingen die kinder lijke menschen die machten verpersoonlijken, ze ma ken tot geesten en goden. Maar wij twintigste eeu- wers, wij hebben de natuur doorgrond, wij weten hoe die verschijnselen uit natuurlijke oorzaken zijn ont staan, hoe ze op dezelfde wijze verdwijnen. Daarom is het dwaasheid om te gelooven, er zit geen gedachte in. Hiertegen zegt spreker: als vrees en onwetendheid aan leiding waren tot geloof, dan is er geen reden om dit geloof te laten varen. Deze dingen zijn nog evenzoo voor ons. Wie meent de natuur te doorzien, wie zegt: wij weten 't: hij maakt zich schuldig aan dwaze prale rij. Wij zijn nog even afhankelijk van de natuur en hare schrikwekkende verschijnselen als die oude vol keren. En niet alleen van de natuur buiten ons, ook van de natuur in onsafhankelijk zijn we van krach ten als honger, dood en sexe-liefde. En wij zouden doorzien? We zijn reusachtig vooruitgegaan in ken nis. Maar doorzien? Het geheimenis is wat naar achter verschoven, maar is daardoor des te grooter ge worden. Er zijn grenzen gesteld aan het menschelijk kenvermogen, tot de diepte der natuur dringt geen menschelijke geest. IV.Velen komen aan .met Büchner, Vogt en Haekel, die gezegd hebben, dat 'n redelijk mensch niet aan vroom heid kan doen, dat alle geloof een geestelijken achter grond onderstelt, maar deze is er nietwant alle ver schijnselen komen voort uit stof en kracht. Deze zaak zegt spr. is te ingewikkeld, om als onderdeel van een lezing behandeld te worden. Hij wijst er slechts op, dat bijna geen natuurwetenschappelijk geleerde en bij na geen wijsgeer van naam met deze theorie meegaat, en hij vertrouwt, dat op verzoek het bestuur dezer af deeling wel een afzonderlijken avond daaraan zal wil len wijden. V. Velen zijn tegen het-geloof, omdat het op den Bijbel rust en deze geen boek van enkel waarheid is. Dit is een misverstand. Op den bijbel rust 't geloof niet, lang voor één letter van den bijbel was neerge schreven, was er geloof. Wij kunnen dien bijbel eeren als een getuige van den vroomsten, rechtvaardigsten, edelsten uit een groot volk, maar daarom buigen wij niet voor hem, als voor een boek van uitwendig gezag. Dit zijn, wat men wel eens noemt wetenschappelijke bezwaren. Er zijn ook bezwaren van het hart. a. Men zegt: Ge vraagt me te gelooven? Ik ge loof alleen wat ik zien kan. Ik ben de kinderschoenen ontwassen, ik wil weten, kennen, ontleden. Wat boven het grijpbare, tastbare, zichtbare ligt, dat zijn sprook jes, onwezenlijkheden. Daar vraagt spreker: ge zult zeggen, dat uw vrouw U lief heeft? dat Uw kind een onschuldig hart bezit? Ge zult spreken van een ideaal b. v. van een rechtvaardige wereld? Hoe nu? Zijn deze dingen te ruiken, te tasten, te zien? Zijn deze dingen onwezenlijk? Neen immers, naast de zichtbare is een onzienlijke, maar zéér werkelijke wereld, waarvan we eigenlijk veel zekerder zijn. Welnu als wij over God spreken, dan is Hij voor ons een dergelijke onzienlijke, maar zeer werkelijke macht. Wordt vervolgd. 17 November. Groote Kerk, 10 uur, Ds. Vinke. Avond 6 uur, Ds. Verwaal. Catech. Zond. 27. Kapel, 10 uur, Ds. Guldenarm, 2 uur, Ds. Vinke. Bed. van den H. Doop. Woensdagavond, 6 uur, Ds. Vinke. Evang.-Luth. Kerk, 101/2 uur, Ds. Ternooy Apèl. Doopsgezinde Kerk, 10l/2 uur, Ds. Glasz. Rem.-Geref. Kerk, 10l/2 uur, Ds. J. L. La Gro, Bemonstr. pred. te Nieuwkoop. Gereform. Kerk, 10 uur, Ds. Wechgelaer, 6 uur Ds. Wechgelaer, Gathech. Zond. 23. Chr. Ger. Gem. Gebouw „Kehoboth", Koningsweg. Voormiddag 10 uur en 's avonds 6 uur godsdienst oefening. Dinsdag 19 Nov., 's avonds 7l/2 uur, Ds. Oosterhuis, van Broek op Langendijk. Gebouw Waakt en Bidt, Laat, Zondagmiddag van 3t/2—5 uur. Vergadering van de Christel. Jongelings- vereeniging „Zacheus", voor jongelingen boven 16 jaar. Zondagmiddag 51 /27 uur Vergadering van de Christel. Knapenvereeniging „Timotheüs", voor knapen van 1216 jaar. Hersteld Apostolische Gemeente Augustijnsteeg. Voorm. 10 uur, avond 5 uur en Donderdagavond 8 uur, Godsdienstoefening. Hervormde Gemeente te Oudorp. Voorm. 10 uur, Ds. Pool. Herv. Gem. te Stompetoren, 91 /2 uur Ds. Werner. Herv. Gem. te Bergen, 10 uur, ds. Natzijl. Avond- maalbediening. De landbouwer J. Schoen uit do Bergermeer reed van middag' met vrouw en kind in een Zeeuwsch kar retje naar de stad. Op het Scharloo gekomen brak de as van den wagen juist bij het wiel af. Gelukkig kon hij nog juist met vrouw en kind uitstappen. In Frankrijk heeft men nog een nagalm van de Vredesconferentie gehoord. Er werd door de parlementaire groep voor internationale arbitrage een maaltijd aangeboden aan de Fransche afgevaardigden ter conferentie. De kundige heer Bourgeois hield daarbij een rede, waarbij hij deed uitkomen, dat de conferentie van 1907 evenmin een mislukking is ge weest als die van 1899, want in afwachting van de ont wapening had zij den oorlog menschelijker gemaakt. De conferentie heeft zeker niet haar geheele program verwezenlijkt, maar, zoo vroeg spreker, is zelfs in bin- nenlandsche zaken een wetgevende periode voldoende om een geheel plan van hervormingen uit te voeren? Spreker wees op het zich steeds duidelijker afteekenen van een internationale statengemeenschap en op het langzaam maar zeker vorderen van de juridische orga nisatie dier statenvereeniging. Hij besloot aldus: Laat de sceptici lachen en de ongeduldigen drijven, wij heb ben meer dan eens in de groote zalen op het Binnenhof woorden gehoord, die de uitdrukking waren van het in ternationale gewetep; wij hebben het nog wel langza me maar regelmatige en duidelijke kloppen gehoord van het hart van de menschheid. De minister van bui- tenlandsche zaken de heer Pichon sloot zich bij die woorden aan en daarna werd den heer Bourgeois een bronzen beeld aangeboden. Er komen verschillende berichten over ongeregeld heden in het Fransche koloniale leger. In Tonkin laat de tucht veel te wenschen over. Zoodra de officieren zijn vertrokken, zegt een bericht, steken de soldaten uit de kazerne roode vlaggen, om hun ontevredenheid te betuigen over het niet betalen van een verhooging der soldij. In Blatina (Algiers) maakten 100 soldaten zich schuldig aan buitensporigheden in een negerkwartier, waar zij niet mochten komen, Een hoofdofficier die hen tot bedaring wilde brengen, werd uitgescholden en moest vluchten. Op den dag der opening van den Pruisischen Landdag, 26 November, zullen in heel Pruisen vanwege de sociaaldemocraten gróote vergaderingen worden gehouden om tegen het bestaande kiesrecht te betoogen. Waar den 26sten niet kan worden ver gaderd, zal dit later, maar uiterlijk 1 December ge schieden. In Po r t u g a 1 is iets eigenaardigs geschied de Koning heeft een dagbladschrijver ontvangen en deze een vraaggesprek toegestaan over den toestand van het land. In een groote, lichte zaal, die op de zee uitziet en waar, in het midden, een met boeken en papieren beladen tafel stond, ontving de Koning den heer Jos. Galtier van „le Temps" in jachtkostuum. Hij rookte een kolossale sigaar en sprak merkwaardig gemakkelijk en zonder accent Fransch. Hij begon met te verzekeren dat overal in het land kalmte heersclit, en alleen politici „zich druk maken." Men discusseert veel en maakt veel rumoer, ook in de Kamer, zei de Koning. Maar er moest een einde komen aan den knoeiboel en de heer Franco was de meestaangewezen man om daarin verbetering te brengen. De Koning was over hem ten zeerste tevreden. En als de verkiezingen de regeering een krachtige meerderheid bezorgden, was de „dictatuur" niet meer noodig. De Bussische Doe ma is geopend door den heer Koloebef, die o. a. zeide: „Het heeft den Keizer behaagd mij te belasten met de hooge opdracht de af gevaardigden der derde Doema uit Iloogstdeszelfs naam welkom te heeten. Hij smeekt Gods zegen af over den wachtenden arbeid tot herstel van de orde en de rust in het dierbare vaderland, tot ontwikkeling van de welvaart en de verlichting van het volk, zoomede tot bevestiging van de vernieuwde staatsregeling en de versterking van het groote Bussische rijk." De toespraak van Koloebef, die door de ministers en afgevaardigden staande werd aangehoord, werd met den uitroep: „Leve de Keizer" en met een geest driftig hoera begroet. Hierna werden de afgevaardigden beëedigd. Tot voorzitter werd gekozen Nikolai Alexejewitsj Sjomjakof (Octobrist) met 371 tegen 9 stemmen. Graaf Boerinski kreeg 2 stemmen en de vroegere Doe- mavoorzitter Golowin 1 stem. Hierop hield de heer Sjomjakof, de nieuwgekozen voorzitter, een rede, die met levendigen bijval werd be groet. Hij staat bekend als een gematigd man, is 54 jaar oud, adelsmaarschalk en grondbezitter, en zijn kennis wordt geroemd. De eerstvolgende vergadering zal plaats hebben na dat de voorzitter aan den Keizer is voorgesteld. De nieuwe voorzitter staat bekend als een heel gematigd man. Voor de heropening der zitting van den Russi- schen Bijksraad hield de metropoliet Antonius een godsdienstoefening. De heer Akimof, de voorzitter, sprak daarna een re de uit, waarin hij hulde bracht aan den Keizer, die met zelfopoffering en met zijn geheele ziel er naar streeft om de staatsregeling van het Bussische rijk te verbeteren, zoomede om- de rust in het land te herstel len. De woorden van den voorzitter werden met een „le ve de Keizer" begroet. LAATSTEPOST. Donderdagnamiddag brandde even buiten onze ge meente, in de Zijpe, door het vlam vatten van ontsnapt brongas, bij het aanleggen der leiding, de flinke boe renplaats bewoond door J. Brouwer en in eigendom van mevr. de wed. Laan te Wormerveer, tot den grond af. Alleen het vee is met moeite gered kunnen wordenhet overige werd een prooi der vlammen. TWEEDE KAMER, 's GRAVENHAGE, 15 Nov. Bij het algemeen be- grootingsdebat adviseerde de heer Heemskerk de Re- geeririg om op te treden als Kabinet van zaken om daarna bij de behandeling der grondwetsherziening te kunnen blijven staan of vallen voor hare beginselen. De heer Troelstra hield vol dat Minister Veegens is afge weken van het program zijner partij. Nog repliceerden de heeren Drucker, Nolens, Borge- sius en Schokking. NOG TWEE LIJKEN AANGESPOELD, 's GRAVENZANDE, 15 Nov. Gisteravond zijn nog 2 lijken van mannen aangespoeld aan den oever van den Scheurpolder, Hoek van Holland onder deze ge meente. Een behoorde tot de bemanning van „de Ber lin". Aangezien er op zijn blauwe trui voorkwamen de letters GER. Het andere lijk is nog niet her kend. Beiden zijn gisteravond naar de begraafplaats te 's Gravenzande gebracht. VERVOER VAN VERDACHTE BUNDEREN. HEERENVEEN, 15 Nov. De Kantonrechter ver oordeelde heden 7 personen uit Steenwijk, Baflo en Oudemarkt, wegens het vervoer van runderen lijdende aan mond- en klauwzeer tot geldboete of sub. hechte nis. Wat erger was: de runderen werden verbeurd verklaard of de waarde er van moet worden betaald tot een bedrag van 2150. G. H. VETH f HILVERSUM15 Nov. Alhier is overleden op negentigjarigen leeftijd Gerardus Huibert Veth, kunst kenner en vader van den bekenden schilder Jan Veth.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 2