STADSNIEUWS.
BUITENLAND.
mm-,
Uit Graft.
De aangespoelde lijken.
De moord te Leiden.
Werkeloosheid.
Ernstige mishandeling.
Klopgeesten.
Nieuws uit Hoorn.
In „Waakt en Bidt."
Nederlandsche Protestantenbond.
Predikbeurten.
Een ongelukje.
Uit Wieringerwaard.
Laatste Berichten.
Tot tijdelijk onderwijzeres aan de openbare lagere
school te Graft is, met irrgang van 1 December, be
noemd mej. Bakker te Alkmaar.
Omtrent de bij Hoek van Holland aan het strand
aangespoelde lijken verneemt het Hbl. nog
Een der lijken was van een manspersoon van 1.80
lengte, met een blauwe broek, waarvan de knoopen
gemerkt zijn C. G. Weigand, Neurenberg; overhemd
gemerkt H. B. Een portemonnaie werd op het lijk
gevonden, inhoudende eenige Duitsche bankbiljetten
en eenige Marktstukken. Op een ander lijk, dat van
een vrouw, werd een taschje gevonden, vermoedelijk
gemerkt F. Sinemus, Leidschestraat 22, Amsterdam.
De 7 overige lijken zijn onherkenbaar.
De schilder, die te Leiden eenige weken geledeu
een dienstmeisje vermoordde en daarna poging tot
zelfmoord deed, door zich een kogel in het hoofd te
schieten, welke nog niet is verwijderd kunnen worden,
is na reeds geruimen tijd in voorarrest te 's Graven-
hage te hebben vertoefd, thans weer naar het Aka-
demisch ziekenhuis aldaar vervoerd, omdat hij lijdende
is aan toevallen.
De firma Ktirz en Co. te Tiel heeft hare groote
metaalwarenfabriek te Kleef wegens slapte in het
bedrijf Zaterdag moeten stopzetten. Tal van Neder-
landsche werklieden, waaronder huisvaders, zijn daar
door werkloos.
Naar de Tel. meldt, is door de Vereeniging
„Amsterdamsche Belangen" het initiatief genomen
tot het constitueeren van een comité uit de Amster
damsche burgerij, ten einde in den komenden winter
hulp te verschaffen aan werkloozen.
Een ander voorloopig comité te Amsterdam be
raamt plannen om in den aanstaanden winter aan
de groote werkloosheid tegemoet te komen. In dit
comité zijn verschillende instellingen vertegenwoor
digd, die op filantropisch gebied, armenzorg, huisvesting
van dakloozen enz. werkzaam zijn.
Een koloniaal, zekere H., te Nijmegen in garnizoen,
eergisteren in de gemeente Mill vertoevende, heeft
men eergisteravond aldaar op het gehucht „de Meren"
gevonden, zoodanig met snijwonden overdekt, dat men
voor het behoudt van zijn ieven vreest. Per rijtuig is
hij naar zijn garnizoenplaats getransporteerd. De politie
heeft een onderzoek naar deze ernstige mishandeling
ingesteld.
In een huis in de Lange Burchtstraat te Nijmegen
en perceèlen daarachter hoort men tegenwoordig
's avonds en 's morgens kloppen op verschillende
plaatsen. De reden kan men niet vinden. Zouden
het klopgeesten zijn'?
Een aanranding.
Te Dordrecht is gistermiddag volgens de D. Ct. in
de woning van ds. A. v. d. Sluis het volgende voor
gevallen. De twee dienstboden waren alleen thuis.
De eene, Maria v. D., hoorde boven iets en ging daar
kijken. Het andere meisje hoorde even later hulp
geroep, haalde politie en deze vond Marie op den zol
der met een touw om den hals en een prop in den
mond. Uit de mededeeling van het meisje bleek zij
door een manspersoon te zijn aangerand, die haar
oorbelletjes had weggenomen met haar portemonnaie en
daarna gevlucht was. Beeds geruimen tijd ontving
M. dreigbrieven. Van den dader nog geen spoor.
KORT NIEUWS.
Te Velseroord is de bliksem geslagen in de nieuwe
burgeravondschool. Een 100-tal dakpannen werden weg
geslingerd.
Te Elten is de wasch- en strijkinrichting van
den heer Van der Meer benevens het Koetshuis er
naast afgebrand.
Te Gouda hebben sigarenwinkeliers een vereeni
ging opgericht, die o.a. zal streven naar winkelsluiting
om 9 uur 's avonds.
Te Hilversum is thans ook de derde schuldige
aan de laatst plaats gehad hebbende inbraken gevat.
Het is een opgeschoten jongen.
Te Haarlem is een jeugdige slagersknecht op
zijn fiets onder een wagen, waarin een bruidspaar zat,
gekomen. Zijn toestand is zeer zorgelijk.
- Te Werkendam dacht men, dat er geen gas meer
was in een oud ketelhuis. Men ging er met licht bin
nen, een ontploffing volgde en brand. Geen ongelukken.
Door Heldersche visschers zijn op de Haaks-
gronden gevonden vele balken, gemerkt W. C.,
vele flesschen, en waskaarsen.
H. d. B. te Capelle is een der laatste nachten
uitgegaan naar Botterdam om daar vee heimelijk in
te voeren, in 't kanaal geraakt en verdronken.
Op De Noord bij Dordrecht is de ongehuwde
schippersknecht J. Veldman van Uil uit Meppel gis
teren over boord geslagen en verdronken.
De dader van den aanslag op den baanwachter
Ickenrath te Beuver (L.) is gearresteerd. Hij heeft
bekend. Hij is in tuchthuis en gevangenis geweest.
De voerman v. d. V., die bij het station Leeu
warden van een wagen vielis gisteren aan zijn
kwetsuren overleden.
Te Nijmegen wordt een internationale tentoon
stelling gehouden in December van zang-, sier- en
volièrevogels en vogelbeschermingsartikelen.
In Friesland zijn drie Japanners aangekomen om
eerste kwaliteit vee op te koopen voor hun Begeering.
Zij bezoeken de boerderijen.
Te Nes op Ameland sloeg het zoontje van den
heer J. v. d. B. dat van den heer H. O. met een steen
boven het oog. Het oog is gevaarlijk gewond.
- Te Dinxperlo wordt een nieuwe nachtwacht ge
vraagd. 't Salaris is f 100waarvoor eiken nacht van
11 tot 8 uur gewaakt moet worden
Domheidsmacht.
Op üitnoodiging van de Garanten-Vereeniging"
voerde „Het Nederlandsch Tooneel" gisteravond in
het Park op bovengenoemd tooneelspel van Marcellus
Emants.
Over het spel hebben we, bijna zonder uitzondering,
zeer veel lof. Herman ter Voorts, (de man, die ten
slotte van kinderen en vrienden, van allen is ver
laten, en zich zelfs gedrongen gevoelde zijn ambt als
minister neer te leggen en dat alles door de domheden
van zijne vrouw), werd op^meesterlijke wijze uitge
beeld door den heer Jan C. de Vos. Marie, zijn
vrouw, de personificatie van „de domheid" werd niet
minder mooi weergegeven door mevr. Chr. Poolman.
Verder roemen we het spel van mej. Eika Hopper,
hun dochter, en van den heer de Jong, den vriend
van Ter Voorst.- De vertolking der verschillende
rollen was ten zeerste te prijzen, alleen betreuren we
het, dat de heer Marcel Mijin (baron Echten) zoo
moeilijk verstaanbaar en zoo lastig te yolgen was.
Mooie, interessant mooie tooneelen waren er genoeg
te genieten, juist door het bijzonder mooie samenspel.
Het stuk, als stuk, heeft evenwel onze volle sym
pathie niet mogen wegdragen. Als zoodanig achten
we de keuze niet de gelukkigste. Moeilijk kunnen we
ons indenkon, in zoo'n intense domheid, als „Marie"
toonde te bezitten. En dat door die domheid totaal
alles wordt ten gronde gericht we achten hierin
te veel overdrijving. Daarbij komt, dat men te lang
in twijfel'» blijft over den aard en de gevolgen dei-
domheid, die aan het stuk zijn naam hebben gegeven.
Feitelijk is het de allerlaatste zin, die heel veel dui
delijk maakt. Het einde van het laatste bedrijf bedoelen
we waar Herman ter Voorts, achterblijft door allen ver
laten en hij antwoordt op de vraag van zijn vrouw,
„of het haar schuld is, dat het groote ongeluk over
hen is gekomen", met „neen, dat is mijn schuld, omdat
ik zoo dom was te geloovendie domheid te kunnen
leiden."
De entre-actes, die soms wel wat lang waren, wer
den op uitstekende wijze aangevuld door een orkest,
onder leiding van den heer Schenk.
Een zeer aandachtig publiek volgde de voorstelling.
Hopen we, dat een volgenden keer nog meerderen
Parkwaarts zullen gaan. Ook nu weer heeft de Ga-
rantenvereeniging het bewijs geleverd, dat ze niets
ontziet, om bij het Hoornsche kunstminnend publiek
de kennismaking met beslist uitstekende gezelschappen
aan te knoopen of te vernieuwen. Dat streven moet
gesteund worden.
De Christelijke Jongelings-Vereeniging „Za-
chens" had voor gisteravond in dit gebouw als spreker
uitgenoodigdDs. de Lind van Wijngaarden van Ren-
kum.
Of 't om den gunstig bekenden spreker of wel om
het onderwerp: „de Heilige geest" of wel om beiden
was, zeker is, dat Waakt en Bidt geheel bezet werd.
Na 't zingen van Ps. 25:2 werd door den spr. voorgele
zen Joël II vers 21 en vervolg; waarvan de inhoud is:
de Profeet voorspelt het weder goedmaken door God
van de gezonden plagen en het zenden van Zijnen geest
aan Zonen en dochteren, zelfs aan dienstknechten en
dienstmaagden.
Na gebed en 't zingen van Ps. 119:3, begon spr. met
de herinnering dat aan Mozes bij den brandenden
braambosch werd geboden: ontbindt uwe voetzolen want
de plaats waar gij staat is heilig en dit gebod kon spr.
voor den aanvang van een zoo gewichtig onderwerp,
als tot hem gericht beschouwen. Hoe zal z. i. de
mensch spreken over God den Almachtige, en hoe na
denken over het Goddelijke? Deze onmogelijkheid er
kende reeds een onzer Kerkvaders en een bekend wijs
geer leerde reeds„iedere bepaling der Godheid is eene
beperking" en zoo blijft van allen één woord over n. 1.
„God is groot en wij begrijpen hem niet."
Voor den Christen heeft God zich zelf een beeld ge
geven in de Schrift, in menschelijken geest en woorden
en meer moeten we niet van Hem willen weten, ook
niet van den Heiligen Geest. De Geest zeggen som
migen is een deel van God waarin Hij zich openbaart.
De Heilige Geest is een met den Almachtigen Schep
per van Hemel en Aarde en woont tegelijk voor een
deel in den mensch. Hoe wonderbaarlijk en voor ons
onbegrijpelijk. Spr. maakt attent op 't woord heilig,
dat bij den Vader en den Zoon somtijds maar bij den
Geest altijd er vóór genoemd wordt, ter waarschuwing,
omdat we met dien geest met God zelf te doen hebben.
Aan den II. Geest worden ook Goddelijke eigenschap
pen toegekend, die aan den mensch niet kunnen wor
den medegedeeld als bijv.eeuwigheid, alomtegenwoor
digheid. Dat de Geest ook aangetroffen wordt bij de
Schepping bevestigt de tekst: de geest Gods zweefde
over de wateren. De vraag, wel eens gedaan, of 't in
dat alles niet zijn kan een kracht Gods wordt in de
Schrift zelf anders bewezen. Deze toch kent er aan
toe een wil, die alle dingen onderzoekt, zelfs de diep
ten Gods. De geest treedt ook op als een persoon in
't gebed en in de openbaring van Johannes. Dit alles
wijst er op, dat we te doen hebben met een Wezen, een
zelfstandig God. Aan Hem wordt in 't bijzonder toe
gekend: de werkzaamheid der levendmaking bij plant,
dier en mensch, maar die zich ook verder tot den geest
uitstrekt. Spr. herinnert aan Ezechiël en de dorre
doodsbeenderen.
Dat de H. G. 't leven nieP alleen geeft, maar ook on
derhoudt zegt spr. weten zij, die de geestelijke werking
ondervinden. Voor spr. tot dit punt overging, verzocht
hij te zingen Ps. 119:88 en 86. Toen herinnerde spr.
we hebben gezien welke diepe verborgenheid de H.
Geest blijft. Hij is een persoonlijke God met de bijzon
dere .eigenschap der levendmaking naar lichaam en
geest.
Als een tak wordt afgesneden, treedt van dat oogen-
blik af de dood in, tenzij hij weder op den boom wordt
geënt en omwonden door een band die gelegenheid
geeft tot doorvoering der voedingssappen. Zoo werd
de mensch reeds in 't paradijs door de zonde afgesne
den, maar die band weder gelegd door God den Heili
gen Geest. Zoo is dus dat leven een verborgenheid,
welke we allen meenen te kennen aan de vruchten.
Maar het is ook hier weder alleen God, die ze kent.
Daarom zullen we, zegt één der Kerkvaderen, in den
Hemel ontmoeten, die we er niet verwachten en omge
keerd, en raadt spr. aan zich niet als Bechter bij ge
storvenen op te werpen, maar dit oordeel aan God over
te laten.
Na enkele herinneringen uit het gesprokene, ver
klaart spr. nog waarom de II. Geest wordt genoemd
een Geest des oordeels en der uitbranding, hm te ein
digen met de ook aan hem toegekende eigenschap
Geest der Vertroostingen. Na den tekst: de Geest ge
tuigt met onzen geest, dat we kinderen Gods zijn,
maar zoo kinderen dan ook erfgenamen van den Geest
Gods, eindigde spr. met: Da Costa's gedicht van de Ze
ven geesten.
Na dankgebed en 't zingen van Ps. 84:6, keerden de
vele aanwezigen dankbaar huiswaarts.
Voor de afdeeling Alkmaar e. O. trad gisteravond
ds. Bakker uit Bolsward op met een lezing over het on
derwerp: Waarom gelooven wij De groote zaal van den
schouwburg Harmonie was goed bezet. Na een inlei
dend woord van den voorzitter, die er op wees dat dit
geen propaganda-avond voor den Bond was, maar al
leen om tegen rechts en links de vrijzinnig-godsdiensti
ge beginselen te verdedigen, die vooral uit onkunde
werden bestreden, begon spreker zijn rede.
Hij begon met te zeggen, dat de groote vraag bij ve
len is: Wat hebben we aan geloof? Maar een andere
vraag dient daaraan vooraf te gaan. Want al zijn er
velen die in hun geloof blijdschap, vrede en kracht vin
den, het kan zijn dat dit geloof ijdel bleek, gelijk met
menige blijde verwachting het geval was: getuige de
verwachting in het volk Israël en bij de oudste Chris
tenen. We hebben dus eerst aan te toonen, dat het ge
le of niet berust op verblinding, dat wij er recht toe
hebben, dat 't verstandig is. Waarom gelooven wij?
Spr. wil eerst beginnen met enkele bezwaren te weer
leggen, die algemeen gehoord worden.
I. Velen zeggen het geloof is een listig uitvindsel
van priesters in verband met héerschzuchtige konin
gen, om daarop hun macht te bouwen. Daarom hebben
ze geesten en goden uitgedacht die gediend moeten
worden, en die hen hadden aangesteld om leidslieden
te zijn. Wie dus aan de koningen en priesters onge
hoorzaam waren, waren het ook aan de goden. Daarom
moest het geld gegeven worden aan priesters en konin
gen. Dan zou zegen en loon volgen. Als dit nu maar
vaak genoeg herhaald werd, geloofden de minder listi-
gen het wel. Zoo heeft de traditie doorgewerkt tot nu
toe. Maar wie achter de schermen gezien heeft: die
zegt: ik ken mijn eigen heer en god: ik lach wat om
het geloof. Hierin nu is wel een deel van waarheid,
want het volk is vaak dom gehouden door priesters, om
vorsten te doen heerschen. Maar dit is heel iets an
ders dan te zeggen, die priesters hebben 't geloof uit
gevonden^ Dit ééne is daartegenover afdoende: lang
vóór er priesters dienst deden, lang voor er een koning
zat op zfin troon hebben de menschen geloofd. Dit ar^
gument tegen het geloof is dus een dwaasheid
II. Maar hetzelfde argument komt in anderen vorm
weer. Het geloof zegt men, is een machtsmiddel,
om de arbeiders te houden onder de macht van het ka
pitaal. De kerk kiest altijd de partij van het kapitaal.
Daarom is het geloof een middel om de arbeiders te
houden in hun tegenwoordige positie. Het gaat in
den arbeidersstrijd dan ook tegen beurs en troon, ja
maar ook tegen het altaar. Daarom gaat die strijd
ook tegen de dominé's, die met de armen hebben gebe
den, met de rijken gegeten. Nu is het waar, dat vele
geestelijken niets anders dan kapitalistische sympa
thieën vertoonen, en dat vele geloovige arbeiders geen
fierheid, geen ruggegraat bezitten. Maar wat zegt dit
tegen het geloof? Niets. Immers vele geloovigen heb
ben partij gekozen voor liet Socialisme. Spr. wijst op
de Engelsche arbeiderskerk; hoe er 24 socialisten in
het Engelsche parlement zitting hebben, die allen ge-
loovig zijn. Ook in ons land zijn er verscheidene soci
alistische predikanten, die zelfs een weekblad uitge
ven De Blijde Wereld. Dus zijn er vele geloovigen
die het geloof niet als machtsmiddel gebruiken. Het
is met 't geloof als met dynamiet: goed gebruikt
werkt 't tot zegen, misbruikt schept 't rampen.
IIT. Anderen zeggen: Waaruit is 't geloof ont
staan? Uit kortzichtigheid, onwetendheid, vrees. In
ouden tijd had men weinig inzicht in den aard der na
tuur, men voelde zich afhankelijk, begreep hier zijn
machten die meer zijn dan wij. Zoo gingen die kinder
lijke menschen die machten verpersoonlijken, ze ma
ken tot geesten en goden. Maar wij twintigste eeu-
wers, wij hebben de natuur doorgrond, wij weten hoe
die verschijnselen uit natuurlijke oorzaken zijn ont
staan, hoe ze op dezelfde wijze verdwijnen. Daarom is
het dwaasheid om te gelooven, er zit geen gedachte in.
Hiertegen zegt spreker: als vrees en onwetendheid aan
leiding waren tot geloof, dan is er geen reden om dit
geloof te laten varen. Deze dingen zijn nog evenzoo
voor ons. Wie meent de natuur te doorzien, wie zegt:
wij weten 't: hij maakt zich schuldig aan dwaze prale
rij. Wij zijn nog even afhankelijk van de natuur en
hare schrikwekkende verschijnselen als die oude vol
keren. En niet alleen van de natuur buiten ons, ook
van de natuur in onsafhankelijk zijn we van krach
ten als honger, dood en sexe-liefde. En wij zouden
doorzien? We zijn reusachtig vooruitgegaan in ken
nis. Maar doorzien? Het geheimenis is wat naar
achter verschoven, maar is daardoor des te grooter ge
worden. Er zijn grenzen gesteld aan het menschelijk
kenvermogen, tot de diepte der natuur dringt geen
menschelijke geest.
IV.Velen komen aan .met Büchner, Vogt en Haekel, die
gezegd hebben, dat 'n redelijk mensch niet aan vroom
heid kan doen, dat alle geloof een geestelijken achter
grond onderstelt, maar deze is er nietwant alle ver
schijnselen komen voort uit stof en kracht. Deze zaak
zegt spr. is te ingewikkeld, om als onderdeel van een
lezing behandeld te worden. Hij wijst er slechts op,
dat bijna geen natuurwetenschappelijk geleerde en bij
na geen wijsgeer van naam met deze theorie meegaat,
en hij vertrouwt, dat op verzoek het bestuur dezer af
deeling wel een afzonderlijken avond daaraan zal wil
len wijden.
V. Velen zijn tegen het-geloof, omdat het op den
Bijbel rust en deze geen boek van enkel waarheid is.
Dit is een misverstand. Op den bijbel rust 't geloof
niet, lang voor één letter van den bijbel was neerge
schreven, was er geloof. Wij kunnen dien bijbel eeren
als een getuige van den vroomsten, rechtvaardigsten,
edelsten uit een groot volk, maar daarom buigen wij
niet voor hem, als voor een boek van uitwendig gezag.
Dit zijn, wat men wel eens noemt wetenschappelijke
bezwaren. Er zijn ook bezwaren van het hart.
a. Men zegt: Ge vraagt me te gelooven? Ik ge
loof alleen wat ik zien kan. Ik ben de kinderschoenen
ontwassen, ik wil weten, kennen, ontleden. Wat boven
het grijpbare, tastbare, zichtbare ligt, dat zijn sprook
jes, onwezenlijkheden. Daar vraagt spreker: ge zult
zeggen, dat uw vrouw U lief heeft? dat Uw kind een
onschuldig hart bezit? Ge zult spreken van een ideaal
b. v. van een rechtvaardige wereld? Hoe nu? Zijn deze
dingen te ruiken, te tasten, te zien? Zijn deze dingen
onwezenlijk? Neen immers, naast de zichtbare is een
onzienlijke, maar zéér werkelijke wereld, waarvan we
eigenlijk veel zekerder zijn. Welnu als wij over God
spreken, dan is Hij voor ons een dergelijke onzienlijke,
maar zeer werkelijke macht.
Wordt vervolgd.
17 November.
Groote Kerk, 10 uur, Ds. Vinke.
Avond 6 uur, Ds. Verwaal. Catech. Zond. 27.
Kapel, 10 uur, Ds. Guldenarm, 2 uur, Ds. Vinke.
Bed. van den H. Doop. Woensdagavond, 6 uur, Ds. Vinke.
Evang.-Luth. Kerk, 101/2 uur, Ds. Ternooy Apèl.
Doopsgezinde Kerk, 10l/2 uur, Ds. Glasz.
Rem.-Geref. Kerk, 10l/2 uur, Ds. J. L. La Gro,
Bemonstr. pred. te Nieuwkoop.
Gereform. Kerk, 10 uur, Ds. Wechgelaer, 6 uur
Ds. Wechgelaer, Gathech. Zond. 23.
Chr. Ger. Gem. Gebouw „Kehoboth", Koningsweg.
Voormiddag 10 uur en 's avonds 6 uur godsdienst
oefening. Dinsdag 19 Nov., 's avonds 7l/2 uur, Ds.
Oosterhuis, van Broek op Langendijk.
Gebouw Waakt en Bidt, Laat, Zondagmiddag van
3t/2—5 uur. Vergadering van de Christel. Jongelings-
vereeniging „Zacheus", voor jongelingen boven 16 jaar.
Zondagmiddag 51 /27 uur Vergadering van de
Christel. Knapenvereeniging „Timotheüs", voor knapen
van 1216 jaar.
Hersteld Apostolische Gemeente Augustijnsteeg.
Voorm. 10 uur, avond 5 uur en Donderdagavond 8
uur, Godsdienstoefening.
Hervormde Gemeente te Oudorp.
Voorm. 10 uur, Ds. Pool.
Herv. Gem. te Stompetoren, 91 /2 uur Ds. Werner.
Herv. Gem. te Bergen, 10 uur, ds. Natzijl. Avond-
maalbediening.
De landbouwer J. Schoen uit do Bergermeer reed
van middag' met vrouw en kind in een Zeeuwsch kar
retje naar de stad.
Op het Scharloo gekomen brak de as van den wagen
juist bij het wiel af. Gelukkig kon hij nog juist met
vrouw en kind uitstappen.
In Frankrijk heeft men nog een nagalm van de
Vredesconferentie gehoord. Er werd door de
parlementaire groep voor internationale arbitrage een
maaltijd aangeboden aan de Fransche afgevaardigden
ter conferentie. De kundige heer Bourgeois hield
daarbij een rede, waarbij hij deed uitkomen, dat de
conferentie van 1907 evenmin een mislukking is ge
weest als die van 1899, want in afwachting van de ont
wapening had zij den oorlog menschelijker gemaakt.
De conferentie heeft zeker niet haar geheele program
verwezenlijkt, maar, zoo vroeg spreker, is zelfs in bin-
nenlandsche zaken een wetgevende periode voldoende
om een geheel plan van hervormingen uit te voeren?
Spreker wees op het zich steeds duidelijker afteekenen
van een internationale statengemeenschap en op het
langzaam maar zeker vorderen van de juridische orga
nisatie dier statenvereeniging. Hij besloot aldus: Laat
de sceptici lachen en de ongeduldigen drijven, wij heb
ben meer dan eens in de groote zalen op het Binnenhof
woorden gehoord, die de uitdrukking waren van het in
ternationale gewetep; wij hebben het nog wel langza
me maar regelmatige en duidelijke kloppen gehoord
van het hart van de menschheid. De minister van bui-
tenlandsche zaken de heer Pichon sloot zich bij die
woorden aan en daarna werd den heer Bourgeois een
bronzen beeld aangeboden.
Er komen verschillende berichten over ongeregeld
heden in het Fransche koloniale leger.
In Tonkin laat de tucht veel te wenschen over.
Zoodra de officieren zijn vertrokken, zegt een bericht,
steken de soldaten uit de kazerne roode vlaggen, om
hun ontevredenheid te betuigen over het niet betalen
van een verhooging der soldij.
In Blatina (Algiers) maakten 100 soldaten zich
schuldig aan buitensporigheden in een negerkwartier,
waar zij niet mochten komen, Een hoofdofficier die
hen tot bedaring wilde brengen, werd uitgescholden
en moest vluchten.
Op den dag der opening van den Pruisischen
Landdag, 26 November, zullen in heel Pruisen
vanwege de sociaaldemocraten gróote vergaderingen
worden gehouden om tegen het bestaande kiesrecht te
betoogen. Waar den 26sten niet kan worden ver
gaderd, zal dit later, maar uiterlijk 1 December ge
schieden.
In Po r t u g a 1 is iets eigenaardigs geschied de
Koning heeft een dagbladschrijver ontvangen en deze
een vraaggesprek toegestaan over den toestand van
het land.
In een groote, lichte zaal, die op de zee uitziet en
waar, in het midden, een met boeken en papieren
beladen tafel stond, ontving de Koning den heer Jos.
Galtier van „le Temps" in jachtkostuum. Hij rookte
een kolossale sigaar en sprak merkwaardig gemakkelijk
en zonder accent Fransch.
Hij begon met te verzekeren dat overal in het land
kalmte heersclit, en alleen politici „zich druk maken."
Men discusseert veel en maakt veel rumoer, ook in de
Kamer, zei de Koning.
Maar er moest een einde komen aan den knoeiboel
en de heer Franco was de meestaangewezen man om
daarin verbetering te brengen. De Koning was over
hem ten zeerste tevreden. En als de verkiezingen de
regeering een krachtige meerderheid bezorgden, was
de „dictatuur" niet meer noodig.
De Bussische Doe ma is geopend door den
heer Koloebef, die o. a. zeide: „Het heeft den Keizer
behaagd mij te belasten met de hooge opdracht de af
gevaardigden der derde Doema uit Iloogstdeszelfs
naam welkom te heeten. Hij smeekt Gods zegen af
over den wachtenden arbeid tot herstel van de orde en
de rust in het dierbare vaderland, tot ontwikkeling van
de welvaart en de verlichting van het volk, zoomede
tot bevestiging van de vernieuwde staatsregeling en de
versterking van het groote Bussische rijk."
De toespraak van Koloebef, die door de ministers
en afgevaardigden staande werd aangehoord, werd
met den uitroep: „Leve de Keizer" en met een geest
driftig hoera begroet.
Hierna werden de afgevaardigden beëedigd.
Tot voorzitter werd gekozen Nikolai Alexejewitsj
Sjomjakof (Octobrist) met 371 tegen 9 stemmen.
Graaf Boerinski kreeg 2 stemmen en de vroegere Doe-
mavoorzitter Golowin 1 stem.
Hierop hield de heer Sjomjakof, de nieuwgekozen
voorzitter, een rede, die met levendigen bijval werd be
groet.
Hij staat bekend als een gematigd man, is 54 jaar
oud, adelsmaarschalk en grondbezitter, en zijn kennis
wordt geroemd.
De eerstvolgende vergadering zal plaats hebben na
dat de voorzitter aan den Keizer is voorgesteld. De
nieuwe voorzitter staat bekend als een heel gematigd
man.
Voor de heropening der zitting van den Russi-
schen Bijksraad hield de metropoliet Antonius
een godsdienstoefening.
De heer Akimof, de voorzitter, sprak daarna een re
de uit, waarin hij hulde bracht aan den Keizer, die
met zelfopoffering en met zijn geheele ziel er naar
streeft om de staatsregeling van het Bussische rijk te
verbeteren, zoomede om- de rust in het land te herstel
len.
De woorden van den voorzitter werden met een „le
ve de Keizer" begroet.
LAATSTEPOST.
Donderdagnamiddag brandde even buiten onze ge
meente, in de Zijpe, door het vlam vatten van ontsnapt
brongas, bij het aanleggen der leiding, de flinke boe
renplaats bewoond door J. Brouwer en in eigendom
van mevr. de wed. Laan te Wormerveer, tot den
grond af. Alleen het vee is met moeite gered kunnen
wordenhet overige werd een prooi der vlammen.
TWEEDE KAMER,
's GRAVENHAGE, 15 Nov. Bij het algemeen be-
grootingsdebat adviseerde de heer Heemskerk de Re-
geeririg om op te treden als Kabinet van zaken om
daarna bij de behandeling der grondwetsherziening te
kunnen blijven staan of vallen voor hare beginselen. De
heer Troelstra hield vol dat Minister Veegens is afge
weken van het program zijner partij.
Nog repliceerden de heeren Drucker, Nolens, Borge-
sius en Schokking.
NOG TWEE LIJKEN AANGESPOELD,
's GRAVENZANDE, 15 Nov. Gisteravond zijn nog
2 lijken van mannen aangespoeld aan den oever van
den Scheurpolder, Hoek van Holland onder deze ge
meente. Een behoorde tot de bemanning van „de Ber
lin". Aangezien er op zijn blauwe trui voorkwamen
de letters GER. Het andere lijk is nog niet her
kend. Beiden zijn gisteravond naar de begraafplaats
te 's Gravenzande gebracht.
VERVOER VAN VERDACHTE BUNDEREN.
HEERENVEEN, 15 Nov. De Kantonrechter ver
oordeelde heden 7 personen uit Steenwijk, Baflo en
Oudemarkt, wegens het vervoer van runderen lijdende
aan mond- en klauwzeer tot geldboete of sub. hechte
nis. Wat erger was: de runderen werden verbeurd
verklaard of de waarde er van moet worden betaald
tot een bedrag van 2150.
G. H. VETH f
HILVERSUM15 Nov. Alhier is overleden op
negentigjarigen leeftijd Gerardus Huibert Veth, kunst
kenner en vader van den bekenden schilder Jan Veth.