DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE ZIEKTE DER EEUW.
No 284 Honderd en negende jaargang. 1907-
MAANDAG
2 DECEMBER.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Algemeen reglement op het gemeente
slachthuis,
De Zuiderzeevisscherij.
^RlyVVlj
ALKMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat in het
Gemeenteblad No. 246 is opgenomen hun besluit, ge
nomen in de vergadering van 14 November 11. No.
26, waarbij is vastgesteld een
welke verordening, heden afgekondigd, gedurende
drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing is
nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.50 in
afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
2 December 1907. DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 2 December.
Men herinnert zich wellicht dat er een nieuw woord
is ontstaan in Engeland voor een nieuwe parlementaire
daad: doodgepraat. ITet nieuwe woord dankt zijn oor
sprong aan het feit, dat in het Lagerhuis bij de behan
deling van het wetsontwerp over het vrouwen-kiesrecht
net zoo lang is beraadslaagd, dat er niet meer tot
stemming kon worden overgegaan,hetgeen volgens En
gelsch parlementair gebruik wil zeggen, dat het in de
ze zittingsperiode voorgoed van de baan is.
De suffragettes hebben evenwel wraak genomen, in
de eerste plaats op de ministers, hetgeen niet billijl
lijktkan bijv. de minister van marine het helpen, dat
het parlement aldus heeft gehandeld?
Doch wanneer er ministers optreden, tracht men ze
„dood te schreeuwen." Ze -dat zijn de dames, die zoo
hard krijschen om kiesrecht, dat de spreker zich niet
verstaanbaar kan maken. Ook trachten ze het „schreeu
wend onrecht" weg te schreeuwen door bij terechtzit
tingen zoo luid en zoo scherp mogelijk te roepen, dat
mannen de wetten hebben gemaakt, volgens welke man
nen vrouwen mogen veroordeelen.
Er is op dit optreden een Engelsche karikatuur ge
maakt: de interrumpeerende Venus, voorstellende een
vrouw, armen en beenen van woede uitslaand, de vuis
ten gebald, den mond zoo wijd mogelijk geopend, die
weggedragen wordt door een man. Intusschen wat
helpt het optreden der dames?
Zij worden min of meer fatsoenlijk uit de vergader-
of rechtzaal verwijderd. In den regel vervolgen de
sprekers hun redevoeringen en blijven de rechters
rechtspreken. De „furia francese" (men meent in de
ze uitingen der Engelsche vrouwen den invloed van de
Fransch-Engelsche overeenkomst te herkennen) is niet
altijd een reclame. Er moest Vrijdag te Huil een lid
van het Lagerhuis worden gekozen. Drie candidaten
waren er gesteld: een van de werkliedenpartij, een van
de conservatieven en een van de liberalen. De candi
daten zagen hunne vergaderingen bezocht door ver
scheiden vrouwen, die hun wikten en wogen, zonder
daarvoor de bekende „loonen" te eischen. De liberale
candidaat werd door de meeste vergaderingbezoekende
vrouwen veel te licht bevonden. Vooral de echte, on
vervalschte suffragettes trokken tegen hem te velde,
onder de strijdleus: „op tegen Guy Wilson, den candi
daat der liberalen." Mevrouw Cooper hield van uit een
rijtuig in de straten redevoeringen, juffrouw Gawthor-
pc leerde aan honderden jongens toekomstige man
nen „den krijgsgang van de Vrouwen," zoodat op den
verkiezingsdag dit lied uit tal van kelen klonk. Maar
„klewang wettende krijgszangen" zijn hot niet ge
weest: de liberale candidaat is gekozen. En misschien
is de overwinning mede hieraan toe te schrijven, dat de
heer Wilson, die anti-suffragetist was, krachtig is ge
steund door anti-feminitische vrouwen.
De dwaze vertooningen bij het onvrouwelijk optreden
der vrouwen is dus lang niet altijd reclame. Niet op__
ieder hoofd past de gloriekrans van martelares, niet el
ke getuiging wordt bewonderd
Op grooten schaal zal thans kunnen worden „ge
tuigd." De „Womans social and Political Union
tracht een som van 250.000 gulden bijeen te brengen
met het doel de propaganda voor actief en passief vrou
wenkiesrecht te versterken.
Men vraagt aan alle „ernstige" vrouwen mede te
vechten in dezen „bevrijdingsoorlog," door elke oimoo-
dige uitgave te vermijden en het daardoor bespaarde
bedrag' naar een aangegeven Bank-instelling te bren
gen, betzelfde te doen ten aanzien van sommen welke
zij van vriendinnen kunnen krijgen of welke zij door
werken kunnen verdienen. Dringend worden de vrou
wen verzocht zich in de week van 16 tot 22 Februari
elke weelde te. ontzeggen.
De vrouwen denken zekerwat in bet leger des Heils
in de zelfverloocheningsweek kan geschieden, kan in
het Engelsche kamp ook plaats hebben.
Een uitvoerig manifest is op ruime schaal verspreid.
Daarin wordt gezegd, dat de bijeengebrachte som niet
alleen zal getuigen van de toewijding der vrouwen voor
haar beginselen, maar ook van hare dankbaarheid je
gens de dapperen, die in den strijd hebben geleden, die
aan daden van geweld zijn blootgesteld geweest en die
gevangenisstraf hebben ondergaan voor het kiesrecht.
„De vrouwen aldus heet het in het manifest
hebben een kruistocht, een oorlog aangegaan voor de
vrijheid der vrouwen, zij zijn bereid zich in de slagorde
op te stellen en alle offers te brengen voor de heilige
zaak."
Wanneer overdrijving schaadt, dan is er voor de
gematigde voorstanders en voorstandsters maar één
troostoverdrijving drijft ook wel weer over.
Het blijvend gedeelte.
Thans wordt medegedeeld, dat de manschappen die
begin November hoven het oorspronkelijk getal voor
het blijvend gedeelte waren aangewezen, huiswaarts
zijn gezonden, zoodat tot de verminderde sterkte van
het blijvend gedeelte op de basis van de aanschrijving
van 12 Juli is beslist.
Lager Onderwijs.
Aan de afdeelingen van het Nederlandsch Onder-
I wijzers Genootschap is door het hoofdbestuur de
volgende vragenlijst gezonden
1. Acht de af deeling het wenschelijk, dat bij het
onderwijs in de lagere school rekening wordt gehouden
met de vermoedelijke maatschappelijke betrekking der
leerlingen na de schooljaren
Op welke gronden berust haar meening
2. Indien zij het wel wenschelijk acht, kan dit dan
naar haar meening geschieden, zonder dat er veran
dering gebracht wordt in art. 2 der IVet op het
Lager Onderwijs, of moeten wellicht enkele der in
art. 2 alinea i genoemde vakken geschrapt of facul
tatief gesteld en andere daaraan of aan alinea 2
toegevoegd worden
a. Welke vakken schrappen?
b. Welke vakken facultatief?
c. Welke vakken toevoegen
3. Indien zij meent dat dit kan geschieden, zonder
dat nieuwe vakken aan de verplichte vakken van
art. 2 worden toegevoegd, bij welke der voorgeschreven
vakken zou dit dan kunnen gebeuren en hoe stelt zij
zich dan een keuze en behandeling der leerstof voor
deze vakken voor
Het hoofdbestuur stelt er prijs op zoowel de meening
der minderheid als die der meerderheid te vernemen,
mits zooveel mogelijk in getallen wordt uitgedrukt
hoeveel leden voor en hoeveel leden er tegen genoemde
regeling "zijn.
In de Zaterdag te Amsterdam in „Eensgezindheid"
gehouden jaarvergadering der vereeniging tot bevor
dering'" van de belangen der Zuiderzeevisscherij werd
goedgekeurd het voorstel der afdeeling Ewijcksluis,
luidende '„De Vereeniging verleene haren steun aan
de commissie tot productiefmaking van krabben, door
mede aan' te dringen bij de bevoegde autoriteiten op
verlaging der vervoerloonen van door voornoemde com
missie te verzenden goederen."
a Daarna was aan de orde het voorstel van de af
deeling (Huizen „De Vereeniging verzette zich tegen
gedeeltelijke drooglegging der Zuiderzee", dat ook werd
goedgekeurd. Voorts werd goedgekeurd een voorstel
van de afdeeling Spakenburg om versterking te ver
zoeken van politiemacht op Urk in den haring- en
ansjovistijd.
Het voorstel derzelfde afdeeling, om zich tot den
Minister te wenden met het verzoek in den te nemen
maatregel van bestuur een zekere grens van uit de
kust te bepalen, waarbuiten geen staand want mag
geplaatst worden, werd verschillend beoordeeld.
Het bestuur, van meening dat er nooit een beperking
mag worden ingevoerd wanneer de kuil niet is ver
boden, stelde voor het voorstel van de agenda af te
voeren. Hiermede vereenigde zich de vergadering.
Goedgekeurd werd het voorstel van „Spakenburg
om aan de Regeering te verzoeken strenge controle
t houden op den ansjovisliandel.
Ditzelfde geschiedde met algemeene stemmen op
die van Lemmer'na, met het voorstel „De Vereeniging
wende zich tot den Gemeenteraad van Amsteidam,
met verzoek, de visch, die levend aan den vischlial
wordt aangevoerd eerst te doen afslaan.'
Vervolgens kwam in bespreking het voorstel „Hoorn":
De Vereeniging verzoeke aan de Regeering om aan
Hoorn een goede haven te verschaffen. Het werd na
discussie aangenomen.
Na de pauze werd de rekening' en verantwoording
van den penningmeester uitgebracht. De .ontvangsten
hebben bedragen f 224.50. Het tekort is groot f 296.04.
V er volgens was aan de ordede critiek op het
rapport van dr. H. C. Redeke.
Verschillende sprekers voerden het woord die bijna
allen aandrongen op spoedige afschaffing van het
visschen met den kuil, waar dr. Redeke dit lang
zamerhand wil. Algemeen werd geconstateerd groote
achteruitgang der Zuiderzeevisscherij als een gevolg
van het visschen met den kuil. De kuil is bovendien
voor de haringvangst niet noodig en doodt veel
jong goed.
Dr. Redeke antwoordde, dat het hem bekend is dat
de toestand der visscliers allesbehalve rooskleurig is.
Maar de Zuiderzeevisscherij lijdt aan oen sleepende
kwaal, de patiënt kan slechts genezen als zij in zorg
vuldige observatie wordt gehouden, om te trachten
met voorzichtige middelen genezing' te brengen. Spr.
is geen voorstander van den kuil. Het lijkt naar niets.
Hij weet bij /ervaring hoeveel met den kuil wordt
vernield. Maar de Zuiderzeevisschers verwachten te
veel van een kuilverbod. Voor spr. is het niet de
quaestie afschaffing van den kuil of niet. Hoofdzaak
is het mogelijk te maken het kuilverbod te hand
haven. Daarom wil hij de Zuiderzeevisscherij eerst
regelen en daarna langzamerhand ook den kuil af
schaffen.
Door den heer L. A. Sanders, ingenieur der Am-
sterdamsche fabriek van Cement-ijzerwerken, is, zooals
wij reeds eerder met een enkel woordfmededeelden,
een nieuw ontwerp gemaakt voor de afsluiting der
Zuiderzee, waarbij hij gebruik wil maken van het
cement-ijzer. Hij heeft zijn denkbeelden uiteengezet in
een in verschillende talen verschenen brochure.
In het jongste nummer van het weekblad „De
Ijzer- en Staalkroniek" is aan het ontwerp van den
heer Sanders een vrij uitvoerige, geïllustreerde be
spreking" gewijd, waaruit blijkt, dat volgens de be
rekeningen van den ontwerpei' de uitvoering van zijn
denkbeeld belangrijk goedkooper zou zijn dan de uit
voering^ van den aanleg van den afsluitdijk volgens
het plan der Staatscommissie. De'heer ISanders be
cijfert de kosten van een afsluitdijk volgens zijn
piannen, met inbegrip van de spui- en schutsluizen,
benevens 'het kanaal (door Wieringen, dubbel spoor
over den dijk, kanaal van Harlingen naar Piaam enz.,
op 28! miliioen gulden, terwijl de afsluitdijk volgens
het plan' der Staatscommissie nu zeker wel op 43
miliioen kan worden geraamd. De besparing' zou dus
15 miliioen bedragen en deze besparing nog 5 miliioen
grooter worden, meent de heer Sanders, indien men
met oorzaak tot afzonderlijke drooglegging van het
Wieringermeer dus tot drooglegging, zonder be
scherming van den afsluitdijk.
Op het geheele 1 plan 1 der staatscommissie zou dus
z.i. zeker twintig miliioen kunnen worden bezuinigd.
Ook is de heer Sanders van oordeel, dat de aanleg
van den afsluitdijk, volgens zijn denkbeelden, een
„winstgevende onderneming"jzou zijn, zoowel door de
besparing op de jaarlijks terugkeerende onderhouds
werken langs den Zuiderzeekant, als door de voordeelen
van een directe spoorwegverbinding Enkhuizen-
Stavoren, die door den aanleg van den door hem ont
worpen dijk zou kunnen worden verkregen.
Saccharine.
Door de Nederlandsche Chemische fabriek J. P. Nord
Thomson te Amsterdam en een aantal chocolade-,
cacao- en suikerfabrikanten, likeurstokers en distilla
teurs, biscuit- en koekfabrikanten, scheikundigen en
particulieren, is een adres gericht tot den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel, waarin zij als
hun meening te kennen geven, dat het belang van
handel en nijverheid eischt dat afdoende maatregelen
tegen de oneerlijke concurrentie genomen worden,
waartoe h. i. ook behoort de bestrijding van het
gebruik van „saccharine" in verbruiksartikelen voor
zooverre deze bij de consumenten doorgaan als te zijn
bereid met suiker.
door
LOUISE STRATENUS.
44)
„Natuurlijk," antwoordde Annie, voor het eerst we
der lachend: „ik ben altijd medelijdend van aard ge
weest en zijne vrouw, als alle duitsche dames een halve
meid-huishoudster, liet hem nagenoeg den ganschen
dag alleen, om hunne overgezonden meubels te gaan
uitpakken en schikken. Nu, terwijl zij bezig was haar
potjes en pannetjes een plaats te geven, maakte ik ken
nis met hem en deed het genadigste wat er te doen
wasik lachte hem uit al mijne macht uit. Dat werkte
reeds binnen de twee dagen; eerst trok mijnheer weer
zooals het behoorde, linnengoed aan; toen verdwenen
do Jaeger-pantoffels, toen de kamerjapon, toen werden
do twaalf kussens weggelaten, eindelijk ontsloeg hij
zich van den rieten rustbank. Eiken dag miste ik, tot
mijne vreugde, iets van al die gruwelen. De gravin
stortte tranen van geluk en verklaarde dat het alles
te danken was aan de zoele lucht; ik wist wel beter,
maar was voorzichtig genoeg dat niet te zeggen. Eene
week later maakte die zonderlinge teringlijder lange
wandelingen met mij en nog eene week verder zongen
wij samen duetten uit de mooiste opera's."
„Dat uit Lohengrin ook, misschien?
„Juist geraden!. Hoe komt gij daarop?"
„O! Le duo d'amour. Ik ken u! Zijne vrouw be
wonderde dat zeker?"
„Mis,lieve. Zij is eene duitsche keukenprinses, zon
der eenig' gevoel voor kunst."
„Hoe onbegrijpelijkEn verder V
„Verder? Ja, wat zal ik u zeggen?" Annie's stem
klonk voor het eerst eenigszins bedremmeld. Zij had
hare toehoorster bij toeval aangezien en Ilélène's stren
ge uitdrukking beviel haar maar half„Ik had, zooals
hij trouwens zelf erkende, weer een ander mensch van
hem gemaakt en men krijgt zijn werk lief; ik wilde
het mijne voltooien, door hem ook te ontbolsteren.
Te ontbolsteren!" herhaalde de schilderes ongeloo-
vig: „Een ritmeester!"
„Gij kent die DuitséJjers niet. De mannen van dat
volk zijn bijna even onnoozel als de vrouwen. Leopold
had mij in een half uur tijds zijn gansche levensge
schiedenis verteld. Ik weet niet hoe hij er nog vijf
minuten over deed. Er zat hoegenaamd niets in. Als
kleine jongen had hij reeds gespeeld met zijne tegen
woordige gade. Zij trouwden toen zij beiden twintig
waren. Zij waren geboren op twee aan elkander gren
zende landgoederen en hadden, onder het bramen
plukken, ontdekt niet buiten elkander te kunnen. Hij
was haar trouw gebleven, meenende dat het niet an
ders mogelijk was. Alleen Fransche romans spraken
van echtbreuk en daarom was Sedan gevallen. Thans is
bij een prachtige jonge man van vijf en dertig jaar, zij
eene dildte vrouw van denzelfden leeftijd, wier gelaat
g-een enkel spoor van vroegere schoonheid draagt."
„Eli gij hebt hem de oogen geopend."
„Voor flirt, niets anders. Gij begrijpt toch, ik was
te zeer aan hem gaan hechten, om hem zoo bespottelijk
onschuldig te laten. Nu, liij was in den aanvang ook
een dankbaar leerling.
„In den aanvang alleen?"
„Ja. later nam hij alles veel te ernstig op, ver
beeldde hij zich ditmaal niet zonder mij te kunnen le
ven."
„En gij. naamt het luchtiger op als; een tijdver
drijf, een spelletje, niet waar?"
„Alweer misgeraden," antwoordde Annie zuchtend:
„Zijn ernst werkte aanstekelijk en ik was dwaas ge
noeg zijn voorstel aan te nemen met hem te vertrekken
naar Algiers. Kijk mij toch niet zoo verpletterend
aan. Hij zeide zijne vrouw genoegzaam te kennen, om
zeker te zijn, dat zij echtscheiding aan zou vragen, zoo
dra zij wist dat zijn geluk er mede gemoeid was en dan
zouden wij samen getrouwd zijn."
„Een nobel plan! Het schijnt mislukt te zijn?"
„Jammerlijk mislukt en dat door eene groote dom
heid. Leopold, die alleen zijn persoonlijk vermogen rne-
denam, wilde niet vertrekken, zonder zijne vrouw ver
giffenis te hebben gevraagd. Het spreekt van zelf, dat
hij mij daarvan niets vertelde, of ik zou hem dat dwaze
plan wel uit het hoofd hebben gepraat. Hij had haar
eerst moeten schrijven, als wij ons reeds goed en wel
buiten haar bereik bevondenmaar mannen verliezen
huil gezond verstand bij een bagatel. Dus dichtte hij
een harstroerenden brief, waarin liij haar, onder meer
kinderachtigheden, dankte voor vijftien jaren van
trouw en haar ongevraagd verzekerde dat de schuld
niet aan haar, maar uitsluitend aan hem lag. Dat
fraaie epistel legde hij op hare kamer, zoodra hij haar
naar de villa had zien vertrekken, vanwaar zij, regel
matig als een klok, steeds pas drie uur later wederkeer
de. Wij maakten ons reeds klaar voor de reis. Maai'
liet toeval wilde dat, terwijl hij zich in mijne zitkamer
bevon in afwachting dat het tijd werd naar het stati
on to rijden, zij bemerkte haar sleutelbos vergeten te
hebben, terugkeerde enden brief vond. Een oogen-
blik later kwam zij mijn vertrek binnenstormen als eene
furie. Ik zal u maar liever het tooneel verzwijgen,
dat nu volgde. Kooit nog heeft iemand mij zoo belee-
digd of vernederd en Leopold, de man dien ik had lief-
gekregen, voor wien ik zelfs bereid was geweest mijn
kind te Verlaten, zoudt gij het gelooven? bij de eer
ste poging, die ik aanwendde 0111 mij te verdedigen,
toen ik, tot liet uiterste gebracht, haar toeriep: „Be
schuldig- liever den spiegel hier voor ons; zie mij aan
en vergelijk bij mijne jeugd uw receptenboek, uwe door
prikte handen. Klaag uzelve aan, dat gij niets hebt
aangewend om uw man te bekoren! Leopold
keerde zicli op dat oogenblik tegen mij, sloeg op eens de
armen 0111 haai' heen en bulderde mij toe geen woord
meer tegen haar te zeggen. Zij was een engel, ik een
schoone demon, riep hij uit, ik zelf had hem de oogen
geopend, hem nog juist in tijds voor eene eerlooze daad
bewaard, 11 hij ging voort mij een slang, een verleid
ster, een ziekelijk wangedrocht te noemen. Ik weet
niet wat al meer. Zoo hij een rijzweep bij zich had ge
had, zou hij mij hebben geslagen, geloof ik. OHélene,
en ik had hem lief, op dat vreeselijke oogenblik, liever
dan ooit; want ik was bang voor hem. Hij scheen mij
Donar, de god des donders toe, hij was nooit zoo mooi
geweest en zoo verliet hij mij, bleef ik met mijn gebro
ken hart achter! Beklaag mij toch!"
Ilélène's gelaat was somber geworden als een on
weerswolk. 'Met donkeren blik zag zij op Annie neer.
„Gij vraagt meer dan in mijn vermogen ligt," zeide.
zij ijskoud, „zoo ik iemand beklaag dan is het die ar
me vrouw."
„Haar?" klonk het driftig: „Haar, die haar man te-
i'ugheeft?"
„Nooit weder dezelfde als te voren. Nooit meer de
rots van sterkte, op wie zij leunde, voortaan nog- slechts
een wezen, dat zij beklagen, maar niet meer achten
kan. Vijftien jaar van geluk zijn door uwe hand ver
woest geworden. Maar welke booze geest schuilt dan
toch in uw binnenste, dat gij verderf aanbrengt, waar
gij u slechts vertoont Was het u niet voldoende prins
Nikor tot wanhoop te hebben gevoerd? Niet genoeg,
dat er reeds bloed aan uwe vingeren kleefde? En uw
kind, dat hier ziek lag', overgelaten aan do zorgen van
vreemden, was zij dan niets, in het geheel niets voor
u? Kunt gij dan zelfs niet moeder zijn?"
„Ik heb Djala innig lief," stotterde Annie een wei
nig onthutst: „maar eene vrouw, zoo jong als ik, heefl
meer .noodig in haar leven dan een kind. Zij moet
emoties hebben."
„Alsof het treursjiel in Indië er n niet. genoeg had
verschaft, voor een heel menschenlevenZult gij voort
gaan met dat noodlottig werk, overal op uw weg ram
pen zaaiend
Wordt vervolgd.