DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De geldcrlsis van 1907, In verband met
werkeloosheid.
Honderd en negende jaargang.
I) r a 11 k w e t.
No. 286.
1907.
DINSDAG
4 DECEMBER.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Oroote
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat,
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Tweede Kamer.
Provinciale Staten van Noordholland.
De kiesrecht-quaestie.
miAVÜ
Telefoonnummer 3.
BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat bij H. H. Gedepu
teerde Staten dezer provincie is ingekomen een ver
zoekschrift van T. WITTEVEEN te Bergen, om
vergunning tot den verkoop van sterken drank in het
klein alleen aan logeergasten in het perceel Stationsweg
E. No. 32.
Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een
ieder tegen het verleenen der vergunning schriftelijk
bezwaren bij hun college indienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, den 2 Dec. 1907.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk
maar, brengen ter algemeene kennis, dat heden op
de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan
hen ingediende verzoek met bijlagen van H. G.
SCHOEN, aldaar, om vergunning tot het oprichten
van eene vleeschrookerij in het perceel Ritsevoort,
Wijk'A No. 8.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden
ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling
op Dinsdag 17 December e.k., 's voormiddags te elf
uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende
drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en
hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie
dezer gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen
kennis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
3 Dec. 1907. DONATH, Secretaris.
(Ingezonden.)
I.
Hoewel de tijd nog niet gekomen is, om de geldcri
sis van 1907 noch in hare gevolgen, noch in hare oor
zaak geheel te overzien, mag, dunkt ons wel de aan
dacht gevraagd worden, voor liet bijzondere, afwijken
de, dat dit op zich zelf niet ongewone oeconomisch ver
schijnsel kenmerkt.
En wanneer de volgende beschouwing wordt gedeeld,
dan schijnt het ons toe, dat de gevolgtrekkingen door
onze lezers en lezeressen tevens moeten worden aan
vaard. Tegenwoordig stellen lezeressen voorzeker ook
belang in financiëele beschouwingen, en zij worden
mitsdien niet slechts uit beleefdheid en niet slechts
voor den vorm hierbij genoemd. Neen, de uitbrei
ding van de dagbladpers, brengt teweeg, dat het nieuws
uit de courant in alle kringen bij uitstek snel wordt
verspreid. Misschien is de tijd niet meer ver af, dat
zelfs schoolkinderen in den toestand van de Ameri-
kaansche geldmarkt of in die van andere verafgelegen
gewesten belangstelling zullen koesteren.
Dat deze lectuur, die dagelijks genoten wordt,
men zoude ook kunnen zeggen: verslonden wordt, in
vloed uitoefent, dit spreekt bijkans van zelf. Dat even
wel die invloed zoo ontzettend groot kan wezen, daar
van geeft men zich geen rekenschap.
Het eigenaardige van de; geldcrisis van dit jaar is,
dat zij het gevolg is van onze nieuwsgierigheid om-
tont hetgeen op het wereld t óóit cel voorvalt. Doch wat
ernstiger is, zonder dat men het merkt geraakt een ge
heelo bevolking onder den-indruk, onder de suggestie
San de gebeurtenissen, die zich in de Nieuwe wereld
afspelen. Geen courant neemt men op, of na enkele
oogenblikken ziet men de namen van Roosevelt, Rocke
feller, Morgan, Gould e. a. Hun namen zweven op aller
lippen en voor de glazen .<jer boekwinkels kan men
boekjes koopen waar de bèfegging der gelden van
deze millionnairs en hun vermogen precies in staat, net
als bij het boekje onlangs anomiem uitgegeven van de
cijfers der inkomstenbelasting hier ter stede.
En als we dan weten of meenen te weten, dat deze
of gene bij de Amerikaansche fondsen geintresseerd
is of daarbij verloren heeft, dan is het of deze ver
meerdering van onzen voorraad nieuws, ons de groot
ste zelfvoldoening kan schenken.
Het groote gevaar van deze suggestie, die van verre
over de zee draadloos, ons wordt opgelegd, kan inder
daad niet worden onderschat. Het conflict tusschen de
multimillionnairs in Amerika en de regeering der Ver-
eenigde Staten, zal hoogstwaarschijnlijk ten gevolge
hebben, dat het ons land arm maakt en de Amerikanen
rijk. De suggestie, die hier te lande de lezers en leze
ressen, ja iedereen overmeestert, heeft thans reeds op
tal van zaken en bedrijven een hoogst nadeelige uit
werking.
Gaat men de geschiedenis na van verschillende cri
sissen, dan merkt men op, dat zij veel meer reden van
bestaan hebben, dan die van 1907. Bij de tulpenhan
del van 1634 werden zulke liooge prijzen voor bollen
besteed, dat, naar men zegt, een knaap, die een tulpen
bol voor een ui aanzag, een fortuin opat.
De uitgifte van assignaties in den blinde, maakte
deze papiertjes die nog bij bundels ook in het Alk-
maarsche museum te vinden zijn, natuurlijk waarde
loos. In 18Q0 heerschte hier te lande veepest en was
het vee onverkoopbaar. Toen na 1870 de landprijzen
een hooge vlucht namen, moest de daarop volgende da
ling der landbouwproducten, het gevolg hebben, dat
voor een 15-tal jaren de grond veel waarde verloor.
Maar op het oogenblik, doorleven we, wel beschouwd
niets, hoegenaamd niets. De prijzen van granen zijn
hoog, het afgeloopen jaar was voor de cultuur van tal
van gewassen buitengewoon gunstig, de scheepvaart
nam toe, men beraamde plannen om badplaatsen te
stichten tot ontspanning aan het rustige strand der
Noordzee, het beheer van de grootste financiëele in
stelling hier te lande, de Nederlandsche Bank, ken
merkte zich door prijzenswaardige voorzichtigheid, ter
wijl de agentschappen het op korten termijn verval
lend papier niet in den blinde hebben uitgebreid, het
geen het verstrekken van crediet in den opgaanden
tijd beperkt heeft.
We leven in een tijdperk van vollen vrede. Zelfs de
traditioneels zwarte wolk, die ten ontijde aan den po-
litieken horizont verrijst en oorlog voorspelt, schijnt
zich thans in de nevelen te voortvluchtigen.
Hiermede wordt echter niet betoogd, dat thans aan
den toestand hier te lande niets zoude ontbreken. Verre
van dien. Maar wat beweerd wordt is dit: de oorzaak
an de geldcrisis ligt niet hier, ligt uitsluitend in de
overgewaaide ongunstige berichten, die ons zoodanig
hebben bevangen, dat we als 't ware van schrik zijn
verlamd. Hoogstwaarschijnlijk veel erger dan in Ame
rika zelf.
Daar waren mannen, die zich niet lieten suggeree-
ren, die de geldelijke verwarring, niet door woorden
maar door daden trachtten te bezwoeren. De secre
taris van de schatkist Mr. Cortelyou kwam in October
van dit jaar de geldmarkt te hulp met vijf en twintig
millioen dollars. Pierpont Morgan bracht met andere
financiers tien millioen dollars bijeen met hetzelfde
-doel. Het gevolg van deze handelingen zal wel zijn,
dat de Yankys zich wel redden zullen en goedkoop
'weder inltoopen dezelfde effecten die ze een jaar ge
leden zeer duur aan de Amsterdamsche Beurs en aan
andere beurzen hebben verkocht.
Maar evenmin als bij een hevig geschrikt mensch, de
normale toestand aanstonds weder intreedt evenmin
zal dit spoedig geschieden bij een aantal individuen.
Zoo doet zich het verschijnsel voor, dat de gevolgen
der crisis in Amerika na korten tijd niet merkbaar
zullen zijn, terwijl b. v. hier te lande, waar we wel be
schouwd met het conflict tusschen president Roosevelt
en de spoorwegkoningen niets te maken hadden, bittere
naweeën zullen gevoelen.
Nu is ons wel bekend, dat menigeen dit niet zal toe
geven: men zal wijzen op de te groote speculaties in
Amerikaansche fondsen aan den Amstel. Men zal wij
zen op de faillissementen van sommige bankiers. Maar
dat de zwakkere bankinstellingen, gorden opgeruimd
is in het algemeen niet anders dan eemherstelbaar ver
lies. Voor de betrokken personen ongetwijfeld ramp
spoedig doch maatschappelijk heeft het zijn goede zij
de, dat banken of bankiers die met eens andermans gel
den speculaties wagen, van het tponecl verdwijnen.
Hetzelfde geldt van de speculaties ter beurze. Dat
deze beperkt werden is vóór dè verliezende partij, is
voor hen die tot eiken prijs hunne effecten moesten
verkoopen, zeer zeker op zijn zachts genomen zeer on
aangenaam geweest. Uit een oogpunt van algemeen
belang is het veel beter, dat met regelmatigen arbeid
geld verdiend wordt, dan door het aankoopen van een
groot aantal fondsen waarvan de ongelukkige, bezit
ters de namen nauwelijks kunnen uitspreken én die zés.
dan ook dikwijls gemakshalve een bijnaam geven alleen
voor ingewijden verstaanbaarb. v. Père la Chaise,
waarmede dan niet bedoeld wordt het beroemde kerk
hof te Parijs maar de Pere Marquette Railroad Com-
pany.
De schadelijke uitwerking voor ons land is in de eer
ste plaats dat de rentstan%krd van het geld gerezen
is. In handel en industrie lieeft men geld noodig. Om
dit te leenen moet thans 71/2 a 8 worden betaald.
Wel geeft men aan een deel dezer hooge percentage
een zacliteren naam en spreekt men b. v. vani provisie,
maar voor de beurs van hem die het geld moet leenen,
komt dit op 't zelfde neer, te weten dat 't betaald moet
worden. De suggestie van Amerika maakt bovendien
dat het kapitaal wordt vastgehouden. De hypotheek
banken kunnen geen pandbrieven plaatsen en derhalve
geen leeningen sluiten. Dientengevolge^.#^ Hj eerder
geneigd tot opzegging der loopende leeningén mb volgt
dan een verkoop, dan kunnen de koopefs moeielijkéf
geld krijgen. De koopprijs" 'varr. de vaste goederen
daalt. Vooral bij huizen is dit zeer merkbaar, bij land
minder. De landbouwende bevolking is veel minder
onder den indruk geraakt dan de inwoners der steden.
Do staathuishoudkundige die bij de warme kachel
zit en oeconomische beschouwingen schrijft of leest, zal
opmerken, dat ook dit nadeelige verschijnsel wel weder
„terecht" zal komen. Doch intusschen worden in han
del en industrie tal van werklieden naar huis ge
stuurd, die dan maar zelf moeten zien hoe ze aan den
kost komen.
Vooral de bouwvakken zijn weinig loonend. Hoe
meer er gebouwd wordt hoe meer ruimte voor woning
beschikbaar komt. Het bouwen van nieuwe huizen is
mitsdien een groot maatschappelijk belang. Maar
wanneer ge tegenwoordig aan een bank bouwcredieten
vraagteen bouwcrediet dan antwoordt de
bankier als hij antwoordt, dat ze nergens te krij
gen zijn.
De wetgever heeft zich met de woningbouw bemoeid,
opdat de arbeiders betere woningen zouden Verkrijgen.
De stedelijke regeeringen hebben tal van bouwverorde
ningen in het leven geroepen en de stedelijke architec
ten ten aanzien van dien bouw bijna onbeperkte macht
verléend, alles eveneens in het belang van den werk
man.
Doch ieder kan begrijpen, dat op deze wijze, met de
beste bedoeling, wanneer geen werk voorhanden is, de
zelfde werkman voor wien zoo veel zorg werd gedragen,
bij gebrek aan werk, dat is bij gebrek aan verdiensten,
deze woningen niet betrekken kan omdat hij de huur
daarvoor niet heeft. Thans nu werkeloosheid ont
staat, en de geldcrisis het zwaarst drukt, op hen die
met geldelijke aangelegenheden van de Vereenigde Sta
ten hoegenaamd niets hebben uit te staan, verdienen
voorzeker alle pogingen om dezen ongunstigen toe
stand te verhelpen aller steun.
In het volgend opstel zij het vergund nader toe te
lichten, dat die steun, die voorzeker niet mag
onthouden worden, in den algemeeneg toestand niet
de gewenschte verandering zal brengen, al worden alle
besognekamers daarvoor beschikbaar gesteld.
Bij de voortgezette behandeling der waterstaatsbe-
grooting vroegen de heeren Smeenge, Passtoors, Ter
Daan, Van Dedem, Reijne, Marchant en Van Gijn ver
betering op verschillende punten.
Bij het verder debat antwoordde de Minister
aan den heer De Klerk, dat het in do bedoeling ligt
vóór het aanstaande stormseizoen te doen gereedkomen
de werken aan het Noorderhoofd aan den Hoek van
Holland, tot redding van schipbreukelingen. Zonder
beraadslaging is goedgekeurd de post 150.000 gulden
voor werken aan het Stourgat, ter-tegemoetkoming aan
de bezwaren in de Biesbosch ondervonden door verhoo
ging van den waterstand, tengevolge der Maasmond
opening. De Minister stelde in uitzicht een sub
sidie voor havenverbetering te Workum zoodra bij Wa
terstaat de overtuiging bestaat dat die werken, waar
voor de plannen ingekomen, doelmatig zullen zijn. De
Minister verzekerde den heer Passtoors, dat hij geen
beslissing zal nemen in zake verhooging der retributie
van den vischafslag bij de haven te IJmuiden van 1 tot
2 pet., alvorens belanghebbenden te hebben gesproken
De heer Passtoors betoogde, dat het bedrijf
deze belastingheffing niet kan dragen. De explotatie-
kosten stijgen met den dag. Door de vischverminde-
ring in het Zuiden der Noordzee zijn de reederijen ge
dwongen tot meer stoomdagen en minder vischdagen.
In het belang van het bedrijf moest het verkeer in de
haven geheel vrij zijn.
De Minister beloofde, dat in zake retributie en
havenverbreeding geen beslissing zal worden genomen,
alvorens advies van het college voor visseherijen is in
gekomen.
De heêren Smeenge en Duymaer van
Twist betoogden de urgentie der verbetering van
het Meppelerdiep.
De Minister hoopte deze belangrijke zaak zoo
veel mogelijk te bespoedigen.
De heer Duymaer van Twist bepleitte de
verharding van den weg LanckhorstUlhorst.
De Minister meende, dat het meerdere bedrag
dan het geraamde door het Rijk en de provincie behoort
te worden gedragen.
Aan den heer Roessing beloofde de Mini s-
ter te zullen overwegen de subsidie voor de verhar
ding van den weg van Bijlen naar Smilde op te nemen
in de in te dienen suppletoire begrooting voor weg-ver-
betering.
Naar aanleiding van de opmerkingen van de heeren
.Dolk en ter L a a n deelde de minister mede, dat
in studie zijn de plannen om de terreinen tusschen het
Spui en den Hofsingel te Den Haag te bestemmen voor
het nieuwe departementsgebouw en om huizen aan den
Hofsingel te onteigenen voor den bouw van een nieuw
'gebouw voor den Raad van State en voor de uitbrei
ding van het Kamergebouw.
De minister deelde mede te overwegen de overbren
ging van het Departement van Buitenl. Zaken naar
het voormalig archief in het gebouw op het Plein.
Bij het algemeen debat bij de Spoorwegafdeeling
klaagde de heer" Ruijsch de Beerenbrouck
pver de slechte verbinding tusschen het zuiden en het
'hoorden, over het lang dralen met den spooi'wegaanleg
in Zuid-Limburg en over den allermiserabelsten toe
stand aan het station te Maastricht en op andere plaat
sen.
Opmerkende, dat de bestaande dienstvoorwaarden
voor het spoorwegpersoneel tot Juli 1910 gelden, achtte
spreker het van de Regeering niet goed gezien naar het
Congres van het Spoorwegpersoneel te Utrecht twee
leden van den Raad van Toezicht af te vaardigen.
De Regeering had wel op andere wijze een overzicht
van het verhandelde kunnen krijgen.
De heer van Nispen tot Sevenaer
schetste het groote nadeel van het verhoogd snelver-
voertarief voor den handel.
De heer T r e u b zei ten opzichte van de positie
van het personeel dat volkomen bewaarheid is spre-
kcr's vrees, dat verhooging der loonen geen verbetering
dertoestanden geven zou. Dat er in 1907 geen loonen
gewijzigd werden, verdedigt men door te zeggen, dat
die verhooging al in 1905 heeft plaats gehad, maar
toen al zonder eenig onderzoek. Spreker verwijt dit
den minister niet, want deze zal zeggen: meer expan
sies kan het bedrijf niet dragen, maar men komt hier
op 'n terrein, dat op dit oogenblik beter wordt verme
den. Thans zegt de minister, dat eenheid van regeling
aan Staats- en Hollandsche Maatschappij niet kan
worden afgedwongen, maar hij heeft die eenheid een
jaar geleden beloofd en toegezegd. Er staat nadrukke
lijk in de reglementen, dat overwerk niet vergoed wordt.
En ook bestaat er overplaatsing zonder eenige straf,
met verlaging van tractementen. De Hollandsche
Spoorweg-werklieden mogen om zoo te zeggen geen lil
zijn van eene vakvereeniging, die leden buiten men
sc-hen van de eigen maatschappij omvat. En ook het
fooien-verbod is bedenkelijk. Wij geven ze toch en
men straft niet voor het aannemen, maar bepalingen,
die niet worden opgevolgd en met wier overtredingen
men zelfs rekening houdt bij de bepaling der loonen,
moest men toch liever achterwege laten. Over de kwes
tie der pensioenen heeft de minister een onderzoek be
loofd, maar nu al wil spreker zeggen, dat het billijk
is, dat de menschen controle oefenen op hun eigen pen
sioenfonds.
Wat de kwestie der groepsvertegenwoordiging aan
gaat, die is veel te bezwarend in de reglementen van de
Hollander geregeld. En er moeten vergaderingen zijn
van de vertegenwoordiging met de groep van het be
trokken personeel. De Hollander betaalt goed, maar
behandelt slecht. Bij de Staat is het omgekeerd.
Ten aanzien der boöte heeft de Hollander 'nbepa
ling, lijnrecht in strijd met het Arbeidscontract en zij
komt ten bate van den werkgever. Ook wat het scheids
gerecht aangaat is spr. teleurgesteld. Het is zoo een
omslachtige" wijze van doen, dat men er werkelijk van
schrikt. Ten slotte de regeling van het niet eervol ont
slag. Om dat te vermijden, ten einde het scheidsge
recht te ontgaan, geeft men den menschen eenvoudig
hun congé. Die menschen moesten een wachtgeld heb
ben tot er over hen beslist is. Eindelijk is te hopen,
dat 'n regeling zal worden gevonden, om het ontslagen
personeel van 1903 hun storlingen van eertijds terug te
geven.
De najaarszitting van de Staten van Noord-Holland
werd gisterochtend door mr. G. van Tienhoven, com
missaris van H. M. de Koningin, geopend.
De voorzitter wijdde een woord van hulde aan mr.
W. A. 't Hooft, die om gezondheidsredenen had be
dankt, Daarna herdacht de voorzitter de nagedachtenis
van den heer P. L. Tak. Het leedgevoel dat gewekt
werd door het plotseling overlijden van den heer Tak
deed ons allen nog eens gevoelen, hoe ongewis het
leven is. De heer Tak was een man van kennis en
'fijne beschaving, die sympathie genoot van allen, die
wel niet lang lid was van de Staten, doch lang genoeg
om hem te doen kennen als een werkzaam man,
wiens nagedachtenis niet zal verloren gaan in de
Staten van Noord-Holland.
Spreker geloofde te hebben gehandeld in den geest
der Staten, door de nabestaanden van den overledene
in hun verlies het rouwbeklag der Staten aan te bieden.
De leden hoorden deze rede staande aan en betuigden
hiermede hunne instemming.
Daarna werden onderzocht' en goedgekeurd, de
geloofsbrieven van de heeren J. A. van Zutphen en
mr. J. W. Losecaat Vermeer, nieuw gekozen leden
in Amsterdam III en Haarlem. Zij legden de geloften
af en namen zitting.
De voorzitter deelde de Koninklijke goedkeuring
mede van tal van besluiten, o.m. van het aangaan
eener geldleening van f 225.000 voor Duin en Bosch
en stelde toen voor alle aangeboden voorstellen
commissoriaal te maken, hetgeen geschiedde.
Het voorstel om af te wijzen het verzoek om steun
voor de tuberculosebestrijding werd gesteld in handen
van de heerenSillem, Westerwoudt, Ilubrecht,
Schippers, van Eeghen, Schut, Hunning, Boreel van
Hogelanden, Timmers, Gevers en Trapman.
Ingekomen waren een aantal adressen, welke werden
in handen gesteld van Ged. Staten om advies.
De volgende zitting zal plaats hebben Dinsdag 17
December a.s., te half elf 's ochtends.
Het hoofdbestuur van de Liberale Unie heeft aan
alle aangesloten kiesvereenigingen per circulaire mede
gedeeld, dat het den tijd gekomen acht tot behandeling
van het kiesrecht-rapport, in 1903 uitgebracht door de
heeren de Kanter, Rink en Patijn, in een algemeene
vergadering der L. U. Omtrent de mate, waarin men
het kiesrecht wenscht te zien uitgebreid, heeft de L. U.
zich n.l. nog niet uitgesproken.
In bovengenoemd kiesrecht-rapport wordt op den
voorgrond gesteld, dat het stelsel van de thans be
staande kieswet het attributief kiesrecht behoort
te worden vervangen door een regeling, waarbij allen
tot de stembus worden toegelaten, die niet door de wet
zijn uitgesloten,
Het hoofdbestuur sluit zich hierbij geheel aan en
het betoogt dat het in dit stelsel er vooral op aan
komt te weten, welke uitsluitingen worden gewenscht.
Aan de beantwoording van die vraag heeft de Unie
commissie dan ook een afzonderlijk hoofdstuk gewijd.
Daaraan laat zij echter nog eene beschouwing vooraf
gaan over de vraag, aan welke algemeene eischen
wel te onderscheiden van de bijzondere kenteekenen
allen zonder onderscheid behooren te voldoen om
het kiesrecht deelachtig te worden en zij komt tot de
conclusie, dat de algemeene vereischten moeten zijn,
dat men zij Nederlander, ingezetene van het Rijk en
dat men den leeftijd van 23 jaar hebbe bereikt.
Over de uitsluitingen van het kiesrecht heeft het
hoofdbestuur aan den kant van het rapport de volgende
conclusies opgesteld
Yan degenen, die Nederlander en ingezeten zijn,
behooren, om redenen van algemeen belang, te worden
uitgesloten.
lo. Zij die tot de blijvend bedeelden behooren
2o. Zij, die den leeftijd van 23 jaar nog niet bereikt
hebben
3o. Zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak de beschikking of het beheer over hun goe
deren hebben verloren
4o. Zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak, ter zake van het plegen van een strafbaar
feit, ontoerekenbaar zijn verklaard
5o. Zij die als krankzinnigen in een gesticht ver
pleegd worden
6o. Zij die bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak tot gevangenisstraf van ten minste één jaar
zijn veroordeeld
7o, zij die bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak veroordeeld zijn wegens landlooperij of
bedelarij
8o. Zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uit
spraak zijn veroordeeld wegens een der overtredingen,
genoemd in artt. 426 en 453 van het Wetboek van