DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De geldcrlsis van 1907, In verband met werkeloosheid. Honderd en negende jaargang. I) r a 11 k w e t. No. 286. 1907. DINSDAG 4 DECEMBER. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Oroote Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat, letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Tweede Kamer. Provinciale Staten van Noordholland. De kiesrecht-quaestie. miAVÜ Telefoonnummer 3. BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat bij H. H. Gedepu teerde Staten dezer provincie is ingekomen een ver zoekschrift van T. WITTEVEEN te Bergen, om vergunning tot den verkoop van sterken drank in het klein alleen aan logeergasten in het perceel Stationsweg E. No. 32. Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen der vergunning schriftelijk bezwaren bij hun college indienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, den 2 Dec. 1907. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar, brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van H. G. SCHOEN, aldaar, om vergunning tot het oprichten van eene vleeschrookerij in het perceel Ritsevoort, Wijk'A No. 8. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Dinsdag 17 December e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 3 Dec. 1907. DONATH, Secretaris. (Ingezonden.) I. Hoewel de tijd nog niet gekomen is, om de geldcri sis van 1907 noch in hare gevolgen, noch in hare oor zaak geheel te overzien, mag, dunkt ons wel de aan dacht gevraagd worden, voor liet bijzondere, afwijken de, dat dit op zich zelf niet ongewone oeconomisch ver schijnsel kenmerkt. En wanneer de volgende beschouwing wordt gedeeld, dan schijnt het ons toe, dat de gevolgtrekkingen door onze lezers en lezeressen tevens moeten worden aan vaard. Tegenwoordig stellen lezeressen voorzeker ook belang in financiëele beschouwingen, en zij worden mitsdien niet slechts uit beleefdheid en niet slechts voor den vorm hierbij genoemd. Neen, de uitbrei ding van de dagbladpers, brengt teweeg, dat het nieuws uit de courant in alle kringen bij uitstek snel wordt verspreid. Misschien is de tijd niet meer ver af, dat zelfs schoolkinderen in den toestand van de Ameri- kaansche geldmarkt of in die van andere verafgelegen gewesten belangstelling zullen koesteren. Dat deze lectuur, die dagelijks genoten wordt, men zoude ook kunnen zeggen: verslonden wordt, in vloed uitoefent, dit spreekt bijkans van zelf. Dat even wel die invloed zoo ontzettend groot kan wezen, daar van geeft men zich geen rekenschap. Het eigenaardige van de; geldcrisis van dit jaar is, dat zij het gevolg is van onze nieuwsgierigheid om- tont hetgeen op het wereld t óóit cel voorvalt. Doch wat ernstiger is, zonder dat men het merkt geraakt een ge heelo bevolking onder den-indruk, onder de suggestie San de gebeurtenissen, die zich in de Nieuwe wereld afspelen. Geen courant neemt men op, of na enkele oogenblikken ziet men de namen van Roosevelt, Rocke feller, Morgan, Gould e. a. Hun namen zweven op aller lippen en voor de glazen .<jer boekwinkels kan men boekjes koopen waar de bèfegging der gelden van deze millionnairs en hun vermogen precies in staat, net als bij het boekje onlangs anomiem uitgegeven van de cijfers der inkomstenbelasting hier ter stede. En als we dan weten of meenen te weten, dat deze of gene bij de Amerikaansche fondsen geintresseerd is of daarbij verloren heeft, dan is het of deze ver meerdering van onzen voorraad nieuws, ons de groot ste zelfvoldoening kan schenken. Het groote gevaar van deze suggestie, die van verre over de zee draadloos, ons wordt opgelegd, kan inder daad niet worden onderschat. Het conflict tusschen de multimillionnairs in Amerika en de regeering der Ver- eenigde Staten, zal hoogstwaarschijnlijk ten gevolge hebben, dat het ons land arm maakt en de Amerikanen rijk. De suggestie, die hier te lande de lezers en leze ressen, ja iedereen overmeestert, heeft thans reeds op tal van zaken en bedrijven een hoogst nadeelige uit werking. Gaat men de geschiedenis na van verschillende cri sissen, dan merkt men op, dat zij veel meer reden van bestaan hebben, dan die van 1907. Bij de tulpenhan del van 1634 werden zulke liooge prijzen voor bollen besteed, dat, naar men zegt, een knaap, die een tulpen bol voor een ui aanzag, een fortuin opat. De uitgifte van assignaties in den blinde, maakte deze papiertjes die nog bij bundels ook in het Alk- maarsche museum te vinden zijn, natuurlijk waarde loos. In 18Q0 heerschte hier te lande veepest en was het vee onverkoopbaar. Toen na 1870 de landprijzen een hooge vlucht namen, moest de daarop volgende da ling der landbouwproducten, het gevolg hebben, dat voor een 15-tal jaren de grond veel waarde verloor. Maar op het oogenblik, doorleven we, wel beschouwd niets, hoegenaamd niets. De prijzen van granen zijn hoog, het afgeloopen jaar was voor de cultuur van tal van gewassen buitengewoon gunstig, de scheepvaart nam toe, men beraamde plannen om badplaatsen te stichten tot ontspanning aan het rustige strand der Noordzee, het beheer van de grootste financiëele in stelling hier te lande, de Nederlandsche Bank, ken merkte zich door prijzenswaardige voorzichtigheid, ter wijl de agentschappen het op korten termijn verval lend papier niet in den blinde hebben uitgebreid, het geen het verstrekken van crediet in den opgaanden tijd beperkt heeft. We leven in een tijdperk van vollen vrede. Zelfs de traditioneels zwarte wolk, die ten ontijde aan den po- litieken horizont verrijst en oorlog voorspelt, schijnt zich thans in de nevelen te voortvluchtigen. Hiermede wordt echter niet betoogd, dat thans aan den toestand hier te lande niets zoude ontbreken. Verre van dien. Maar wat beweerd wordt is dit: de oorzaak an de geldcrisis ligt niet hier, ligt uitsluitend in de overgewaaide ongunstige berichten, die ons zoodanig hebben bevangen, dat we als 't ware van schrik zijn verlamd. Hoogstwaarschijnlijk veel erger dan in Ame rika zelf. Daar waren mannen, die zich niet lieten suggeree- ren, die de geldelijke verwarring, niet door woorden maar door daden trachtten te bezwoeren. De secre taris van de schatkist Mr. Cortelyou kwam in October van dit jaar de geldmarkt te hulp met vijf en twintig millioen dollars. Pierpont Morgan bracht met andere financiers tien millioen dollars bijeen met hetzelfde -doel. Het gevolg van deze handelingen zal wel zijn, dat de Yankys zich wel redden zullen en goedkoop 'weder inltoopen dezelfde effecten die ze een jaar ge leden zeer duur aan de Amsterdamsche Beurs en aan andere beurzen hebben verkocht. Maar evenmin als bij een hevig geschrikt mensch, de normale toestand aanstonds weder intreedt evenmin zal dit spoedig geschieden bij een aantal individuen. Zoo doet zich het verschijnsel voor, dat de gevolgen der crisis in Amerika na korten tijd niet merkbaar zullen zijn, terwijl b. v. hier te lande, waar we wel be schouwd met het conflict tusschen president Roosevelt en de spoorwegkoningen niets te maken hadden, bittere naweeën zullen gevoelen. Nu is ons wel bekend, dat menigeen dit niet zal toe geven: men zal wijzen op de te groote speculaties in Amerikaansche fondsen aan den Amstel. Men zal wij zen op de faillissementen van sommige bankiers. Maar dat de zwakkere bankinstellingen, gorden opgeruimd is in het algemeen niet anders dan eemherstelbaar ver lies. Voor de betrokken personen ongetwijfeld ramp spoedig doch maatschappelijk heeft het zijn goede zij de, dat banken of bankiers die met eens andermans gel den speculaties wagen, van het tponecl verdwijnen. Hetzelfde geldt van de speculaties ter beurze. Dat deze beperkt werden is vóór dè verliezende partij, is voor hen die tot eiken prijs hunne effecten moesten verkoopen, zeer zeker op zijn zachts genomen zeer on aangenaam geweest. Uit een oogpunt van algemeen belang is het veel beter, dat met regelmatigen arbeid geld verdiend wordt, dan door het aankoopen van een groot aantal fondsen waarvan de ongelukkige, bezit ters de namen nauwelijks kunnen uitspreken én die zés. dan ook dikwijls gemakshalve een bijnaam geven alleen voor ingewijden verstaanbaarb. v. Père la Chaise, waarmede dan niet bedoeld wordt het beroemde kerk hof te Parijs maar de Pere Marquette Railroad Com- pany. De schadelijke uitwerking voor ons land is in de eer ste plaats dat de rentstan%krd van het geld gerezen is. In handel en industrie lieeft men geld noodig. Om dit te leenen moet thans 71/2 a 8 worden betaald. Wel geeft men aan een deel dezer hooge percentage een zacliteren naam en spreekt men b. v. vani provisie, maar voor de beurs van hem die het geld moet leenen, komt dit op 't zelfde neer, te weten dat 't betaald moet worden. De suggestie van Amerika maakt bovendien dat het kapitaal wordt vastgehouden. De hypotheek banken kunnen geen pandbrieven plaatsen en derhalve geen leeningen sluiten. Dientengevolge^.#^ Hj eerder geneigd tot opzegging der loopende leeningén mb volgt dan een verkoop, dan kunnen de koopefs moeielijkéf geld krijgen. De koopprijs" 'varr. de vaste goederen daalt. Vooral bij huizen is dit zeer merkbaar, bij land minder. De landbouwende bevolking is veel minder onder den indruk geraakt dan de inwoners der steden. Do staathuishoudkundige die bij de warme kachel zit en oeconomische beschouwingen schrijft of leest, zal opmerken, dat ook dit nadeelige verschijnsel wel weder „terecht" zal komen. Doch intusschen worden in han del en industrie tal van werklieden naar huis ge stuurd, die dan maar zelf moeten zien hoe ze aan den kost komen. Vooral de bouwvakken zijn weinig loonend. Hoe meer er gebouwd wordt hoe meer ruimte voor woning beschikbaar komt. Het bouwen van nieuwe huizen is mitsdien een groot maatschappelijk belang. Maar wanneer ge tegenwoordig aan een bank bouwcredieten vraagteen bouwcrediet dan antwoordt de bankier als hij antwoordt, dat ze nergens te krij gen zijn. De wetgever heeft zich met de woningbouw bemoeid, opdat de arbeiders betere woningen zouden Verkrijgen. De stedelijke regeeringen hebben tal van bouwverorde ningen in het leven geroepen en de stedelijke architec ten ten aanzien van dien bouw bijna onbeperkte macht verléend, alles eveneens in het belang van den werk man. Doch ieder kan begrijpen, dat op deze wijze, met de beste bedoeling, wanneer geen werk voorhanden is, de zelfde werkman voor wien zoo veel zorg werd gedragen, bij gebrek aan werk, dat is bij gebrek aan verdiensten, deze woningen niet betrekken kan omdat hij de huur daarvoor niet heeft. Thans nu werkeloosheid ont staat, en de geldcrisis het zwaarst drukt, op hen die met geldelijke aangelegenheden van de Vereenigde Sta ten hoegenaamd niets hebben uit te staan, verdienen voorzeker alle pogingen om dezen ongunstigen toe stand te verhelpen aller steun. In het volgend opstel zij het vergund nader toe te lichten, dat die steun, die voorzeker niet mag onthouden worden, in den algemeeneg toestand niet de gewenschte verandering zal brengen, al worden alle besognekamers daarvoor beschikbaar gesteld. Bij de voortgezette behandeling der waterstaatsbe- grooting vroegen de heeren Smeenge, Passtoors, Ter Daan, Van Dedem, Reijne, Marchant en Van Gijn ver betering op verschillende punten. Bij het verder debat antwoordde de Minister aan den heer De Klerk, dat het in do bedoeling ligt vóór het aanstaande stormseizoen te doen gereedkomen de werken aan het Noorderhoofd aan den Hoek van Holland, tot redding van schipbreukelingen. Zonder beraadslaging is goedgekeurd de post 150.000 gulden voor werken aan het Stourgat, ter-tegemoetkoming aan de bezwaren in de Biesbosch ondervonden door verhoo ging van den waterstand, tengevolge der Maasmond opening. De Minister stelde in uitzicht een sub sidie voor havenverbetering te Workum zoodra bij Wa terstaat de overtuiging bestaat dat die werken, waar voor de plannen ingekomen, doelmatig zullen zijn. De Minister verzekerde den heer Passtoors, dat hij geen beslissing zal nemen in zake verhooging der retributie van den vischafslag bij de haven te IJmuiden van 1 tot 2 pet., alvorens belanghebbenden te hebben gesproken De heer Passtoors betoogde, dat het bedrijf deze belastingheffing niet kan dragen. De explotatie- kosten stijgen met den dag. Door de vischverminde- ring in het Zuiden der Noordzee zijn de reederijen ge dwongen tot meer stoomdagen en minder vischdagen. In het belang van het bedrijf moest het verkeer in de haven geheel vrij zijn. De Minister beloofde, dat in zake retributie en havenverbreeding geen beslissing zal worden genomen, alvorens advies van het college voor visseherijen is in gekomen. De heêren Smeenge en Duymaer van Twist betoogden de urgentie der verbetering van het Meppelerdiep. De Minister hoopte deze belangrijke zaak zoo veel mogelijk te bespoedigen. De heer Duymaer van Twist bepleitte de verharding van den weg LanckhorstUlhorst. De Minister meende, dat het meerdere bedrag dan het geraamde door het Rijk en de provincie behoort te worden gedragen. Aan den heer Roessing beloofde de Mini s- ter te zullen overwegen de subsidie voor de verhar ding van den weg van Bijlen naar Smilde op te nemen in de in te dienen suppletoire begrooting voor weg-ver- betering. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heeren .Dolk en ter L a a n deelde de minister mede, dat in studie zijn de plannen om de terreinen tusschen het Spui en den Hofsingel te Den Haag te bestemmen voor het nieuwe departementsgebouw en om huizen aan den Hofsingel te onteigenen voor den bouw van een nieuw 'gebouw voor den Raad van State en voor de uitbrei ding van het Kamergebouw. De minister deelde mede te overwegen de overbren ging van het Departement van Buitenl. Zaken naar het voormalig archief in het gebouw op het Plein. Bij het algemeen debat bij de Spoorwegafdeeling klaagde de heer" Ruijsch de Beerenbrouck pver de slechte verbinding tusschen het zuiden en het 'hoorden, over het lang dralen met den spooi'wegaanleg in Zuid-Limburg en over den allermiserabelsten toe stand aan het station te Maastricht en op andere plaat sen. Opmerkende, dat de bestaande dienstvoorwaarden voor het spoorwegpersoneel tot Juli 1910 gelden, achtte spreker het van de Regeering niet goed gezien naar het Congres van het Spoorwegpersoneel te Utrecht twee leden van den Raad van Toezicht af te vaardigen. De Regeering had wel op andere wijze een overzicht van het verhandelde kunnen krijgen. De heer van Nispen tot Sevenaer schetste het groote nadeel van het verhoogd snelver- voertarief voor den handel. De heer T r e u b zei ten opzichte van de positie van het personeel dat volkomen bewaarheid is spre- kcr's vrees, dat verhooging der loonen geen verbetering dertoestanden geven zou. Dat er in 1907 geen loonen gewijzigd werden, verdedigt men door te zeggen, dat die verhooging al in 1905 heeft plaats gehad, maar toen al zonder eenig onderzoek. Spreker verwijt dit den minister niet, want deze zal zeggen: meer expan sies kan het bedrijf niet dragen, maar men komt hier op 'n terrein, dat op dit oogenblik beter wordt verme den. Thans zegt de minister, dat eenheid van regeling aan Staats- en Hollandsche Maatschappij niet kan worden afgedwongen, maar hij heeft die eenheid een jaar geleden beloofd en toegezegd. Er staat nadrukke lijk in de reglementen, dat overwerk niet vergoed wordt. En ook bestaat er overplaatsing zonder eenige straf, met verlaging van tractementen. De Hollandsche Spoorweg-werklieden mogen om zoo te zeggen geen lil zijn van eene vakvereeniging, die leden buiten men sc-hen van de eigen maatschappij omvat. En ook het fooien-verbod is bedenkelijk. Wij geven ze toch en men straft niet voor het aannemen, maar bepalingen, die niet worden opgevolgd en met wier overtredingen men zelfs rekening houdt bij de bepaling der loonen, moest men toch liever achterwege laten. Over de kwes tie der pensioenen heeft de minister een onderzoek be loofd, maar nu al wil spreker zeggen, dat het billijk is, dat de menschen controle oefenen op hun eigen pen sioenfonds. Wat de kwestie der groepsvertegenwoordiging aan gaat, die is veel te bezwarend in de reglementen van de Hollander geregeld. En er moeten vergaderingen zijn van de vertegenwoordiging met de groep van het be trokken personeel. De Hollander betaalt goed, maar behandelt slecht. Bij de Staat is het omgekeerd. Ten aanzien der boöte heeft de Hollander 'nbepa ling, lijnrecht in strijd met het Arbeidscontract en zij komt ten bate van den werkgever. Ook wat het scheids gerecht aangaat is spr. teleurgesteld. Het is zoo een omslachtige" wijze van doen, dat men er werkelijk van schrikt. Ten slotte de regeling van het niet eervol ont slag. Om dat te vermijden, ten einde het scheidsge recht te ontgaan, geeft men den menschen eenvoudig hun congé. Die menschen moesten een wachtgeld heb ben tot er over hen beslist is. Eindelijk is te hopen, dat 'n regeling zal worden gevonden, om het ontslagen personeel van 1903 hun storlingen van eertijds terug te geven. De najaarszitting van de Staten van Noord-Holland werd gisterochtend door mr. G. van Tienhoven, com missaris van H. M. de Koningin, geopend. De voorzitter wijdde een woord van hulde aan mr. W. A. 't Hooft, die om gezondheidsredenen had be dankt, Daarna herdacht de voorzitter de nagedachtenis van den heer P. L. Tak. Het leedgevoel dat gewekt werd door het plotseling overlijden van den heer Tak deed ons allen nog eens gevoelen, hoe ongewis het leven is. De heer Tak was een man van kennis en 'fijne beschaving, die sympathie genoot van allen, die wel niet lang lid was van de Staten, doch lang genoeg om hem te doen kennen als een werkzaam man, wiens nagedachtenis niet zal verloren gaan in de Staten van Noord-Holland. Spreker geloofde te hebben gehandeld in den geest der Staten, door de nabestaanden van den overledene in hun verlies het rouwbeklag der Staten aan te bieden. De leden hoorden deze rede staande aan en betuigden hiermede hunne instemming. Daarna werden onderzocht' en goedgekeurd, de geloofsbrieven van de heeren J. A. van Zutphen en mr. J. W. Losecaat Vermeer, nieuw gekozen leden in Amsterdam III en Haarlem. Zij legden de geloften af en namen zitting. De voorzitter deelde de Koninklijke goedkeuring mede van tal van besluiten, o.m. van het aangaan eener geldleening van f 225.000 voor Duin en Bosch en stelde toen voor alle aangeboden voorstellen commissoriaal te maken, hetgeen geschiedde. Het voorstel om af te wijzen het verzoek om steun voor de tuberculosebestrijding werd gesteld in handen van de heerenSillem, Westerwoudt, Ilubrecht, Schippers, van Eeghen, Schut, Hunning, Boreel van Hogelanden, Timmers, Gevers en Trapman. Ingekomen waren een aantal adressen, welke werden in handen gesteld van Ged. Staten om advies. De volgende zitting zal plaats hebben Dinsdag 17 December a.s., te half elf 's ochtends. Het hoofdbestuur van de Liberale Unie heeft aan alle aangesloten kiesvereenigingen per circulaire mede gedeeld, dat het den tijd gekomen acht tot behandeling van het kiesrecht-rapport, in 1903 uitgebracht door de heeren de Kanter, Rink en Patijn, in een algemeene vergadering der L. U. Omtrent de mate, waarin men het kiesrecht wenscht te zien uitgebreid, heeft de L. U. zich n.l. nog niet uitgesproken. In bovengenoemd kiesrecht-rapport wordt op den voorgrond gesteld, dat het stelsel van de thans be staande kieswet het attributief kiesrecht behoort te worden vervangen door een regeling, waarbij allen tot de stembus worden toegelaten, die niet door de wet zijn uitgesloten, Het hoofdbestuur sluit zich hierbij geheel aan en het betoogt dat het in dit stelsel er vooral op aan komt te weten, welke uitsluitingen worden gewenscht. Aan de beantwoording van die vraag heeft de Unie commissie dan ook een afzonderlijk hoofdstuk gewijd. Daaraan laat zij echter nog eene beschouwing vooraf gaan over de vraag, aan welke algemeene eischen wel te onderscheiden van de bijzondere kenteekenen allen zonder onderscheid behooren te voldoen om het kiesrecht deelachtig te worden en zij komt tot de conclusie, dat de algemeene vereischten moeten zijn, dat men zij Nederlander, ingezetene van het Rijk en dat men den leeftijd van 23 jaar hebbe bereikt. Over de uitsluitingen van het kiesrecht heeft het hoofdbestuur aan den kant van het rapport de volgende conclusies opgesteld Yan degenen, die Nederlander en ingezeten zijn, behooren, om redenen van algemeen belang, te worden uitgesloten. lo. Zij die tot de blijvend bedeelden behooren 2o. Zij, die den leeftijd van 23 jaar nog niet bereikt hebben 3o. Zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over hun goe deren hebben verloren 4o. Zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak, ter zake van het plegen van een strafbaar feit, ontoerekenbaar zijn verklaard 5o. Zij die als krankzinnigen in een gesticht ver pleegd worden 6o. Zij die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak tot gevangenisstraf van ten minste één jaar zijn veroordeeld 7o, zij die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld zijn wegens landlooperij of bedelarij 8o. Zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uit spraak zijn veroordeeld wegens een der overtredingen, genoemd in artt. 426 en 453 van het Wetboek van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1