DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 287. Honderd en negende jaargang. 1907. DONDERDAG 5 DECEMBER. Hoofdelijke Omslag. Gemeenteraad van Alkmaar Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Algemeen reglement op het gemeente slachthuis Verordening op de keuring van vee en vleesch en den invoer, het vervoer, den doorvoer en den verkoop van vleesch in de gemeente Alkmaar. VERGADERING van den op Woensdag 4 December 1907, 's-nam. 2 uur 3. Drankbestrijding. 4. Stemdistrlcten voor de verkiezing van leden voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten en kies (stem) districten voor den gemeenteraad. 5. Wedstrijd voor handwerkslieden. B. en W. stellen voor aan de commissie, gevormd door het departement Alkmaar van de Maatschappi) tot Nut van 't Algemeen, als beschikking op haar adres dd. 27 Augustus 11., voor den door haar te organiseeren wedstrijd voor handwerkslieden te Alk maar en omgeving, rmet daaraan te verhinden ten toonstelling van de vervaardigde voorwerpen, tot dekking van een eventueel tekort, een subsidie van ten hoogste f 400 toe te zeggen, onder voorwaarde dat te zijner tijd aan den raad eene rekening en verant woording ter goedkeuring worde overgelegd, waaruit kan blijken of- en in hoever van de toegezegde ge meentelijke subsidie gebruik zal moeten worden gemaakt. Overeenkomstig de conclusie der voordracht besloten. 6. Slachthuisleening. Rondvraag. ALKMAARSCHE COURANT. l&IAVii Telefoonnummer 3. BURGEMEESTER .on WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat in het Gemeenteblad No. 246 is opgenomen hun besluit, ge nomen in de vergadering van 14 November 11. No. 26, waarbij is vastgesteld een welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.50 in afdruk is verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 2 December 1907. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat in het Gemeente blad van Alkmaar, no. 247, is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 6 November 1.1. waarbij is vastgesteld eene Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.40 in afdruk is verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 4 Dec. 1907. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat het tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1907 den 20en November 1907 voor den Gemeenteraad vastgesteld en bij besluit van den 27en November d.a.v. door de Gedeputeerde Staten van Noordholland goedgekeurd, op heden aan den gemeen te-ontvanger ter invordering is uitgereiktterwijl een afschrift daarvan gedurende 5 maanden ter gemeente secretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Bezwaren tegen de aanslagen kunnen op ongezegeld papier bij den gemeenteraad worden ingediend binnen drie maanden na den dag der uitreiking van de aan slagbiljetten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 4 Dec. 1907. DONATH, Secretaris. Vei-voly. 2. Inrichting van een bouwterrein. In verband met de heerschende werkeloosheid en de wenschelijkheid om van gemeentewege zooveel mogelijk dadelijk uitvoering te geven aan voorgenomen publieke werken, vragen B. en Wmachtiging om het aan de gemeente toebehoorende weiland tusschen de oude- en de nieuwe Hoornsche vaart tot bouw terrein in te richten. De Voorzitter doet namens B. en Whet voorstel om een blanco-crediet te verleenen tot ■verrich ting van deze werkzaamheden, daar het college niet in staat is thans in bijzonderheden deze zaak toe te licli ten. De heer Uitenbosch brengt hulde aan deze houding van B. en W. Hij wijst er op, dat het terrein, dat B. en W. thans op het oog hebben is opgenomen in het uitbreidingsplan der gemeente. Men weet, dat een ander plan gelicht is uit het uit breidingsplan om het spoediger in exploitatie te bren gen- Nu zou spreker willen vragen of ook dit plan dat nu geheel zal behandeld worden als particuliere bouwgrond, niet gelicht moet worden uit het uit breidingsplan, en of het niet gewenscht is, dat als in dezen tijd van particulieren dergelijke aanvragen ko men, ook dan vergunning wordt verleend. De Voorzitter antwoordt, dat de straten nu gelegd worden, als die in het uitbreidingsplan zullen komen. Mocht dat eventueel veranderd worden, dan zullen de straten desgewenscht moeten worden verlegd. Of een particulier dezelfde vergunning zou kunnen worden verleend, betwijfelt spr., daaraan zijn wel be zwaren verbonden. De heer de Groot kan er zich mee vereenigen dat het bouwterrein wordt in orde gemaakt, maar vindt, dat de raad er nog te weinig van weet. Spr. vraagt voorts hoe groot dat blanco-crediet moet zijn, hoe het staat met de rechten van derden op dit ter rein. In verband hiermede zou spr. willen voorstellen, dit voorstel uit te stellen tot een volgende vergadering, op dat d eraad beter kan oordeelen over de zaak. De heer Glinderman zou het bedrag van het crediet willen beperken, ook met het oog op de ver antwoordelijkheid van B. en W. Overigens juicht spr. het plan toe. De Voorzitter heeft daartegen geen be zwaar. De heer Oorbeek zou willen handelen in over leg met het comité voor werkeloozen. Hij meende, dat daartoe in de vorige vergadering opdracht was gege ven. De V oorzitter zegt hierop, dat daartoe geen aanleiding bestaat. De voorzitter en de heer Boel- mans ter Spill zijn in de vergadering van het comité geweest, men houdt daarmede steeds voeling. In die vergadering is ook medegedeeld wat B. en V den raad zouden voorstellen, en wat de meening is van B. en W- in deze. De lieer D o r b e c k zegt dan gedwaald te hebben; hij dacht, dat het gemeentebestuur zitting zou nemen in het comité. De Voorzitter zegt daarop nog, dat het coini té buiten de zaak moet blijven, het werk gaat buiten het comité om. Voorts toont hij aan dat het werk hoofdzakelijk uit grondwerk bestaat, De heer GJ in der man acht dit de juiste weg. De heer Boelmans ter Spill betoogt ook, dat het werk geheel in handen van B. en W. blijft en blijven moet; het comité dat een lijst der werkeloozen heeft, kan dan voor personen zorgen, die voor het werk geschikt zijn. De heer de Groot wijst er op, dat bij de werk verschaffing in de eerste plaats gelet moet worden pp den tijd dat de menschen in Alkmaar woonachtig zijn. De Voorzitter antwoordt den heer de Groot, op diens vorige opmerking, dat met de rechten van der den rekening zal worden gehouden; daarom kan ook de Hoornsche vaart nog niet worden gedempt. Verder zegt hij dat er over 14 dagen weer raadszit ting- zal zijn, men zou dan in afwachting daarvan thans een blanco crediet kunnen verleenen. De heer Melchers zijn woorden van waardeering voegende bij die van de heer Uitenbosch, wijst de voor zitter er op, dat het wenschelijk is dat bij het werk voor werkverschaffing behoorlijke loonen moeten worden uitgekeerd en vraagt voorts of er mogelijkheid is op steun in de vorm van philantropië, opdat ook andere dan de valide werklieden kunnen worden gesteund. De heer Glinderman vraagt of het bekeijd is hoeveel werkloozen er zijn. De Voorzitter antwoordt, dat hij daarop niet in kan gaan. De lijst door het comité aangelegd, moet nog aan een herziening worden onderworpenhet getal schijnt echter niet zoo groot te zijn, als men dacht. De heer van B u ij s e n vraagt of het geen be wear heeft, dat gedaan wordt, wat er wordt voorge steld of Gedeputeerden daarop geen aanmerking zullen maken. Spreker gevoelt wel iets voor het bezwaar dat het terrein nu behandeld wordt als een bouwplan, dat buiten het uitbreidingsplan staat. Voorts juicht spr. het toe, dat B. en W. nog niet met plannen zijn geko men tot een fonds tot steun van werkeloozen. De Voorzitter antwoordt op de eerste vraag van den heer van Buijsen, dat er geen bezwaar is, deze werken uit te voeren. Dat had men indertijd in het land van Holtz ook kunnen doen. De heer Boelmans ter Spill is het daarme de geheel eens en zet dit nog nader uiteen, men brengt door dit werk geen bouwplan in exploitatie. De heer van Buijsen kan zich dan daarbij neer leggen. De heer Uitenbosch had gedacht, dat met alleen ophooging, maar ook rioleering van het terrein in de bedoeling lag. De Voorzitter zegt dat alleen ophooging m de bedoeling ligt. Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming het hl an eo-crediet verleend. B. en W. stellen voor aan het bestuur van de afd. Alkmaar van de Nederlandsche Vereeniging tot af schaffing van alcoholhoudende dranken, als beschikking op zijn adres d.d. 2 October 11. te berichten, dat zijn verzoek om eene subsidie uit de gemeentekas, ten einde in de gelegenheid te zijn in den aanstaanden winter een krachtige propaganda te voeren tegen de in deze gemeente en hare naaste omgeving heerschende gewoonte van het drinken van alcoholhoudende dran ken, niet wordt ingewilligd. De heer Melchers is teleurgesteld, omdat hij zoo graag had gezien dat de gemeente een stap had ge- df.an in deze richting. Spr. treedt in beschouwing omtrent het standpunt, dat de gemeente als publiekrechterlijk lichaam ten op zichte der drankbestrijding dient in te nemen en zet uiteen van hoe groot maatschappelijk belang de drankbestrijding is. Hij wijst voorts op de verschil lende vereenigingen, die erop dit gebied bestaan, zon der in een beoordeeling daarvan te treden. Daarna gaat spr. na wat er gebeuren zou, als aan drankbestrijding niets werd gedaan. Het werk in de ziekenhuizen, het werk der politie zou er door vermeer deren. Ook zoo plastisch voorgesteld, heeft de ge moente er belang bij. De gemeente heeft ook al gevoeld dat ze er belang bi.j had door een onderzoek te doen instellen naar de vatbaarheid der kinderen op Maandagmorgen tengevol ge van alcoholgebruik, rooken enz. Nu zeggen B. en W. in hun afwijzend praeadvies eigenlijk dit: wij willen wel profiteeren van uw werken, maar overigens stelt men zich in dit standpunt „Ben ik mijn broeders hoeder"? In deze zitting komt in behandeling een voorstel om subsidie te verleenen aan een andere vereeniging, waar spr. voor is, maar hij zou willen vragen, of de drankbe strijding- van minder belang is, dan de wedstrijd van handwerkslieden. In dit verband acht. spr. dan ook het motief, dat dan alle andere vereenigingen zouden ko men, van geen waarde. Verder wordt gezegd, dat de gemeente geen partij moet kiezen, doch daar is geen gevaar voor, de drankbestrijders kibbelen niet onder elkaar, dus de be denkelijke zijde voor het verleenen van subsidie ziet sj. roker niet in. Verschillende vereenigingen zou men kunnen tegemoetkomen. De gemeente had zich hier op ruimer standpunt moeten plaatsen. Ook het rijk geeft subsidie voor drankbestrijders in het algemeen, dat had de gemeen te ook kunnen doen. De gemeente trekt uit het drankgebruik (het ver gunningsrecht) een retributie en waar de gemeente van dat recht gebruik maakt voor haar huishouding, daar kan zij ook wel wat afstaan voor de drankbestrij ding. En juist ook omdat de gegoede klasse zoo weinig doet voor de zaak der drankbestrijding, daarom meent spr. dat het op den weg lag der gemeente om de zaak te steunen. Indien het Dagelijksch Bestuur daartoe geen voor stel wenscht te doen, dan zal spr. gaarne den raad uit spraak laten doen. De heer Zaadnoord ijk die lid is van den Volks bond zegt, dat hij in de dagen van de loting met de vereeniging van den heer Melchers heeft samengc werkt. Hij vraagt thans, waarom ook nu niet samen gewerkt. Als de vereeniging van den heer Melchers subsidie krijgt, dan zal ook do Volksbond zi,ch tot den raad wenden. De heer Glinderman ondersteunt het denk beeld van den heer Melchers. Hij betoogt dat het drankgebruik in Alkmaar nog groot is en is van gevoe len dat steun voor de drankbestrijding wel op den weg der gemeente ligt. De heer Uitenbosch is het met de heer Mei diers en Glinderman geheel eens en zou willen voor stellen een bedrag uit te trekken tot steun aan ver schillende vereenigingen tot drankbestrijding. De heer van B u ij s e n is het eens met den heer Melcherê, dat drankbestrijding van zeer veel belang is. Spr. zou er zich mee kunnen vereenigen, indien er bijv. 100 werd uitgetrokken. De heer Glinderman noem de 200, doch 100 acht spr. op dit oogenblik voldoen de. De Voorzitter zegt dat de heer Glinderman geen bepaald bedrag heeft genoemd, doch gesproken heeft over een kleinigheid. B. en W. zouden, indien ze met de heeren medegin gen daarvoor nu juist kleinigheid willen beschikbaar stellen, doch liet geldt hier een zaak van beginsel. Voorts spijt het spr., dat de medewerking van particu lieren is tekort g-eschoteii en vraagt liij of men wel giède personen met lijsten heeït laten loopen. De heer Boelmans ter Spill acht het wel wat gewaagd subsidie te geven voor propaganda. Waar een spreker optreedt, daar vindt men vaak gelegenheid politieke beginselen op den voorgrond te plaatsen en daartoe mag de gemeente z. i. niet meewerken. Daarom is spr. tegen het beginsel. De heer Melchers zegt dat hij geen bezwaar heeft, met verschillende vereenigingen samen te wer ken. Het spreekt vanzelf, dat elke vereeniging een eigen standpunt inneemt. Op de opmerking van den heer Boelmans ter Spill ingaande, zegt spr., dat indien andere propaganda dan die voor drankbestrijding gemaakt zou worden, hij als voorzitter der vereeniging daartegen opkomen zou. Maar het spreekt vanzelf, dat bij de behandeling van het drankvraagstuk allerlei dingen ter sprake komen, en dan kan het niet anders, of op sommige punten zal de overtuiging van een spreker aan den dag komen. Dat kan ook gebeuren op elk ander gebied, bijv. de opvoeding, indien de gemeente op dat gebied iets zou willen dqen. Het bezwaar van den heer Boelmans ter Spill be hoeft dus niet te gelden en als de gemeente aan de sub sidie die voorwaarden verbond, dan zou spr. het sub sidie voor zijn vereeniging weigeren. De gemeente zon echter controle hebben door de pers. De heer Z a a d n o o r d ij k betoogt, dat men niet bij de gemeente moet komen, eer men alles geprobeerd heeft bij het publiek. De heer Uitenbosch is het met den heer Zaadnoordijk niet eens, waar men door den particulie ren steun niet alles kan doen, en dat is bij den Volks bond ook het geval, daar is steun uit de gemeentekas noodig. De heer Boelmans ter Spill wijst er op, dat er tal van vereenigingen zijn, die een goed doel be oogen. Maar die kan men toch niet alle uit de gemeen tekas gaan subsidiëeren. Men moet rekening houden met de gemeentekas en het belastingbiljet. De V oorzitter antwoordt de heer Uitenbosch dat men ook bij den Volksbond misschien de kas op an dere wijze kan vullen of de uitgaven daarvan anders re gelen. De heer Melchers betoogt, dat juist waar het rijk of de gemeente subsidiëert, het particulier initi atief daarvoor toeneemt. De vrees voor de ontevreden [heid der belastingbetalers geldt voor spr. niet, niemand die belasting betalen moet is daar erg tevreden over, waar het rijk en andere gemeenten als Amster dam b. v. voorgaan, daar kan Alkmaar meent hij, ge rust volgen. De heer G 1 i n d e r m a n zegt, dat de gemeente evengoed een vereeniging tot drankbestrijding kan steunen als bijv. een vereeniging voor kinderkleeding. ■Spr. zal een voorstel' van den heer Uitenbosch gaarne steunen. De heer Zaadnoord ijk zegt met het voorstel mode te gaan, als de strekking van het voorstel is, dat do gemeente subsidie verleent aan elke vereeniging op dit of ander gebied. De heer M e 1 c -h e r s stelt thans voor op de be grooting van 1908 100 uit te trekken om dit naar het oordeel van B. en W. te besteden voor de te Alkmaar bestaande vereenigingen tot drankbestrijding, voor zoo ver ze dat vragen. Het praeadvies van B. en W. in stemming gebracht, werd verworpen met 7 tegen 5 stemmen. Vóór: de heeren Boelmans ter Spill, Luiting, De Lange, Van der Feen de Lille, Zaadnoordijk. De voorzitter wil thans in stemming brengen het voorstel van den heer Melchers. De heer W a n n a zegt, dat er verschillende ver eenigen bestaan ook katholieke, o. a. het kruisver band. De Voorzitter vraagt hoe men zich de ver deeling der subsidie nu voorstelt. De heer Melchers gelooft, dat B. en W. be kend moeten maken dat vereenigingen voor subsidie in aanmerking kunnen komen als ze dat vragen. liet voorstel wordt daarop met 7 tegen 5 stemmen aangenomen. De heeren die vóór het voorstel van B. en W. hadden gestemd, stemmen nu tegen. B. en W. stellen voor over te gaan tot een wijziging der grenzen van de kiesdistricten, met dien verstande, dat voor de verkiezing van leden voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten der gemeente zal worden gesplitst in 4 stemdistrictenwaarvoor de grenzen nader worden omschreven en voor de vei- kiezing van leden voor den gemeenteraad in drie kies districten, waarvan het eerste zal worden gesplitst m twee stemdistricten. Als stemlokalen worden aange wezen voor het le stemdistrict de Besognekatnei in het Stadhuis, voor het tweede een lokaal in de 3e gemeenteschool, voor het derde een lokaal in de we gemeenteschool, voor het vierde een lokaal in de Huishoudschool. Dit voorstel wordt na een enkele opmerking van den heer Uitenbosch waarbij hij aantoonde, dat hij met het voorstel kon-' meegaan, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. B. en W. stellen voor om, daar gebleken is, dat een bedrag van f 230.000 ter betaling der kosten van liet gemeenteslachthuis onvoldoende zal zijn, het be- drag der leeni g, welke aangegaan zal worden met het Pensioenfonds voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren tegen 4l/2 en een koers van 981/2 te stellen op f 245.000. De leening zal worden afgelost in 74 jaren. De Voorzitter zegt dat B. en W. hadden voor gesteld het bedrag te verhoogen tot f 250.000, in ver band met de gehouden besprekingen voor de verga dering. Is dit bedrag noodig, met het oog op nog mogelijke meerdere uitgaven, dan behoeft men geen nieuw besluit te nemen. De heer Vonk zegt, dat het hij menigeen be vreemding gewekt zal hebben, dat de leening gewijzigd is. Er zijn posten bij de toelichting, die nader ver klaard hadden moeten worden. Het bevreemdde spr. dat bij den post 15 genoemd wordt een persoon Brouwer en Pot, terwijl toch de heer Quadekker de adviseur was. Wat heeft de heer Brou wer niet gedaan. De Voorzitter antwoordt dat de heer Brou wer toezicht heeft gehouden bij het stellen der machi nes en de heer Pot bij den aanleg van elctrisch licht. De heer Vonk acht dit niet juist, de heer Brou wer was er al voordat er een machine op het terrein was. De Voorzitter zegt dat hij met volledig is geweest. Brouwer heeft ook van advies gediend bij de tcekeningen. De heer Vonk had dit antwoord venvacht. Hij wijst er op, dat men hiermede een gevaarlijken weg is opgegaan doordat men op diens advies veranderingen heeft gebracht in de machines. De fabrikanten zijn niet verantwoordelijk voor die wijzigingen. -n Door de geheele geschiedenis met den heer Brouwer is de zaak drie maanden opgehouden, zonder eenig voordeel. De Voorzitter antwoordt dat het contract met de fabrikanten is geteekend na de werkzaamheden van den lieer Brouwer. B. en W. hebben dus geen ri sico. De heer Vonk zegt ten slotte, dat hij het met fair vindt een ingenieur van de Alkm, ijzergieterij, een concurreerende fabriek, aan te stellen als controleur over het werk van een anderen fabrikant. De discus sie wordt hierop gesloten. Zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besloten. De heer Uitenbosch bespreekt bij de rond vraag de zeer onvoldoende rioleering van den W ester- weg en vraagt wanneer hierin zal worden voorzien. Voorts vraagt hij in verband met het brandje, dat 's ochtends in de fabriek Kennomerland had gewoed, wanneer met de reorganisatie van do brandweei zal worden begonnen. Nadat de voorzitter de behandeling van deze vragen in een vergadering van B. en W. heeft toegezegd, wordt de vergadering gesloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1