de „PRINS," Schimmel-Ponny „Union Castle Lijn" naar Zuid-Afrika. Stoombootdimst Alkmaar Packet BLOCKER'S DAALDERS CACAO; C. HULST, N.V. Herms. Coster Zoon. Scheurkalenders. MaandkaSenders. Eroote stein Agenda's. Almanakken. KOOP, BUSSEN gij betaalt minder en krijgt betere kwaliteit. N. V. Herms, Coster Zoon, DE ZIEKTE DER EEUW. Verplaatsing. SIPONHIS DE JONG. Men abonneert zich op bij N. V. HermSo Coster Zoon, WARENDORF's Prijs 4© ©ent. De Kalender met inbegrip der twee Premin, kost te zamen slechts 40 cents KEUKENMEID. OPRUIMING JAPONSTOFFEN. Burgerdienst bode Wekelijksche dienst van LONDEN en SOUTHAMPTON. langs de Zaan. - Gewijzigde dienstregeling aangevangen I November 1907. Denkt om de goedkoope 3-daagsche retours. Rijwielen. Motorrijwielen. Jacht- en Sportartikelen. Benzine. HARMONIE ALKMAAR. op Donderdag 19 December 1907, Entree f 1.—. Programma met tekst 0.15. WÖÖBD^Ii O 9. TELa INTERC. No. 3, Monsterboek ier inlage. KANTOOR: VOORWEER, ALKRSAAR. FEUILLETON. i GfOOte Uitverkoop vanaf Maandag 9 Dec. tegen 6 ct. per week. 75 kwartaal. 95 (franco per post.) Voordam C 9. Telef. interc. no. 3. voor 1 908. INHOUD; 1. Volledige Kalender inet plaats voor Notitiën en Kasboekl'ostgids, Telegraafgids, Feest dagen, Mnnttafel enz. II. De volgende Novellen en Schetsen: BERNARD CANTER, De Goede Verwachting. FELIX HAGEMAN, De Kunstreis. F. DE SINCLAIR, Hoe meneer Knop voor Baby zorgde. F. M VISSER, De Kiek. B. STICHTER, E u aangenaam vak. De B. V. Een Heerenpartijlje in de Achttiende Eenw. Geïllustreerd. III. II prachtige platen, naar bekende meesters. Ieder kooper ontvangt tevens gratis a. Ben prachtig in kleuren gedrukt GEZ EL- SCHAPSSPEL getiteld „Het Spel der 36 Beesten". p. Een keurige PORTEFEUILLE-ALMA NAK. in geïllU8traerden omslag Voordam C 9. Tel. Interc. 3. TE KOOP mooie 5-jarige kleine met of ronder Ponny-Sportkarretje. P. Cz. BOEKEL, Schagen. Stalen met verminderde prijzen, ook door alle Depothouders. BRUNING MUHREN, Van Alkmaar 8.--, 10.--, *12.--, 2.-- uur. Van Amsterdam *5.45,9.30,2.30,4.-- uur. Niet op Zondag, Kerstdagen en Nieuwjaar. 1ste kajuit f 0.60, 2de kajuit f 0.40. ■HGH in plaats van losse cacao of poederchocolade, vierkante bussen van 1 ons. 18 ets. V2 pond. 42'/2 tt 1 pond. B0 2 pond. ISO Laden van Accumulatoren. Grootste Reparatie-inrichting. LAKKEN en EMAILLEEREN. te geven door JOAN LULOFS, Bariton BERLIJN. ARTHUR F. MONNIER HARPER, Violist PARIJS. JOSEPHINE LULOFS Pianiste APELDOORN. Wegens -verplaatsing der zaak naar de MI ENT begint de met 20% korting a contant. Zie étalage. Het huis is inmiddels uit de hand te koop. en is verkrijgbaar bij ALGEMEENE BOEKHANDEL. Mevrouw N. DE LANGE—Oort, Langestraat 27, verlangt tegen 1 Februari eene AMSTERDAM. GEVRAAGD met Kerstmis een loon f 2.50 per week. Brieven franco letter M, Hulppostkantoor Stompetoren. Mej. C. M. EGMOND, Leerares Piano en Theorie. Mient C 15, ALKMAAR, Spreekuren Woensdag, Donderdag enVrijdag v. 1-2 uur. Nadere inlichtingen bij de agentenDE VRIES Co., Ruyterkade 100, Amsterdam, en voor passage ook HOYMAN SCHUURMAN's Scheepsagentuur, Reguliersbreestraat 1, Amsterdam. Onder voortdurende aanbeveling. des avonds 8 uur. KANTONGERECHT TE ALKMAAR. Zitting 6 December 1907. J. E., H. O. B., A. P., D. H. v. D., J. W.. D. M., J. J. S., C. K, G. T., T. G., J. v. G., D. J. W., O. J. F. F. L., E. M. B., I. M., C. G., J. de W., A. P., W. P., A. P. G., V. H. S. 0., G. B, J. K, B. A. v. G., K. R., A. P., J. P. J., D. de B., J. B. te Alkmaar, overtreding IJkwetde le vrijgesproken, de 2e, 9e, 11e, 12e, 15e, 16e, 18e, 21e, 23e, 24e, 25e, 28e ieder 0.50 boete of 1 dag hechtenis, de 3e, 5e, 7e, 26e, 27e, ieder 2 maal 0.50 boete of 2 maal 1 dag hechtenis, de 4e, 10e, 13e, 14e, 19e 10 maal 0.50 boete of 10 maal 1 dag hechte nis, de 6e 3 maal 0.50 boete of 3 maal 1 dag hechte nis, de 8e, 29e, ieder 5 maal 0.50 boete of 5 maal 1 dag hechtenis, de 17e, 6 maal 1.boete of 6 maal 1 dag hechtenis, de 20e, 22e, ieder 1.boete of 1 dag hechtenis. G. S. G. te Alkmaar, overtreding Drankwet 3. boete of 1 dag hechtenis. R. S. te Limmen, overtreding Arbeidswet 2 maal 2 boete of 2 maal 1 dag hechtenis. 0. K. te Egmond Binnen, overtreding Spoorweg-Re glement 10 boete of 3 dagen hechtenis. C. K. Jz. te Egmond aan Zee, Konijnendelven 3 en' 2 boete of 2 maal 2 dagen hechtenis. S. S. te Castricum, Politie-overtreding 1.boete of 1 dag hechtenis. J. K. Jz., G. B. Cz. te Castricum, Jachtwetovertre ding, tot voorwaardelijke plaatsing in een tuchtschool voor den tijd van 3 maanden onder proeftijd van 1 jaar, de2e 2 maal f 5 boete of 2 maal 2 dagen hechtenis. G. V., O. Z. te Egmond aan Zee, overtreding Provin ciale verordening, ieder 0.50 boete of 1 dag hechtenis. A. V., J. H., N. P. te Alkmaar, C. H. zonder beken de woonplaats, A. V. Mz. te Limmen, P. R. te Uit geest, M. J. te Bergen, Dronkenschap de le, 2e, 5e ieder 1 boete of 1 dag hechtenis, de 3e 5 boete of 3 dagen hechtenis, de 4e 10 boete en 3 boete of 3 en 1 dag hechtenis de 6e 3 dagen hechtenis, de 7e 2 boete of 2 dagen hechtenis. W. K., J. N. S. te Alkmaar, J. G. te Uitgeest, J. B., H. H. Hz. te Heiloo, D. R. te Schermerhorn, T. N. te Rijp, overtreding Rijwielreglement de le, 5e, ieder 3 boete of 2 dagen hechtenis de 2e. 2 boete of 2 dagen hechtenis, de 3e, 4e, 7e, ieder 1 boete of 1 dag hech tenis, de 6e 1 boete of 1 week tuchtschool. E. W., W. de R., P. O. te Castricum, overtreding Leerplichtwet, de le 5 boete of 3 dagen hechtenis, de 2e 3 boete of 1 dag hechtenis, de 3e 1 boete of 1 dag hechtenis. Firma joh. F. MORRA door LOUISE STRATENUS. 51) „Juist, lieve mevrouw. Ik wist wel dat ik u pleizier zou doen met deze kleine indiscretie. Gij hebt alle recht trotsch op uwe schoondochter te zijn.'' Zij wierp hem een verpletterenden blik toe, zeer goed radende, dat hij de ziel was geweest van al deze hulde- betooningen. Zwijgend reed intusschen het bruidspaar voort. Hun ne handen waren ineengestrengeld en de een wist hoe het geluk, dat hem vervulde, ook gedeeld werd dooi den ander. Zij hadden elkaar zoolang tevergeefs lief gehad, dat het hun een droom toescheen eindelijk voor het ganscheTeven te zijn verbonden. Hélène's gedach ten gleden onwillekeurig terug tot dat andere huwe lijk, dat hier eens jaren te voren was voltrokken, met zooveel meer pracht dan het hare. Toen ook had het gelaat van den bruidegom ge straald van onmetelijk geluk en wat was er van dat geluk overgebleven? Niets dan een graf in het verre Indië, een mager, bleek kind, dat over een uur, als zij uit de kerk terugkeerde, in een leuningstoel aan het hek zou zitten, om haar bloemen toe te strooien, en eene van badplaats tot hoofdstad ronddolende vrouw, rusteloos door haar niet te dooden geweten. Annie had haar een schat van rozen en een kostbaar geschenk gezonden. Ook had zij geschreven, een brief, die de vriendin harer jeugd van nieuwe bezorgheid vervulde. „Ik moet lachen om mijzelve," zeide zij, na haar te hebben gefeliciteerd: „als ik bedenk hoe ik in uw bij zijn jammerde o*er dien armen Leopold. Wat bezielt ons vrouwen toch bij oogenblikken, dat wij sommige lieden in onze verbeelding met de vleugels van aarts engelen tooien? Enkele maanden geleden scheen hij mij een Ridder Roeland, een Renaud de Montauban toe en heden zie ik hem nog slechts zooals hij waarlijk is, als een goedigen, alledaagschen Duitscher, reeds niet jong meer en bestemd heel zijn verder leven met sjaals eu windkussens voor hem en zijne dierbare gade rond te loopen, terwijl zij eitjes voor.hem klopt en hij zich voor stelt aan tering te lijden. En te denken, dat ik op het punt stond eene gekheid voor hem te begaan Ik ben tot de slotsom gekomen, bewonder mij toch, lieve, immers de hoogste wijsheid is zichzelf te kennen, dat ik nog nimmer iemand heb liefgehad; ik bemin alleen de liefde, die men mij geeft. Ik maakte gist -re: pes een man wanhopig, door hem deelgenoot te mak: n ,-<m !ie ontdekking en genoot van de echte tranen, weike zij hem ontlokte. Het is maar jammer, dat het altijd weêr dezelfde geschiedenis is; het wordt eentonig, als men reeds vooruit al weet wat zij zullen gaan zeggen. Waarom is men nooit eens oorspronke lijk bij zulke gelegenheden? Terwijl ik aan u schrijf, rijst gij mij voor oogen, aan Alfred's zijde. Ik kan mij zoo goed voorstellen welk ten kalm leven tegemoet gaat, een leven zonder stormen, zonder twijfel, zonder tooneelen. Ik zou ge storven zijn van verveling, in uwe plaats en toch. toch ontsnap zelfs ik de verveling niet. Bij oogenblik ken welt zij langzaam in mij op, als een vloed, die een lachend strand overweldigt. Zij klimt en wast, steeds hooger en hooger, tot ik vrees er in te vergaan. Men behoedt ons lieden tegen hondsdolheid, tegen kinderpokken, tegen cholera, tegen slangenbeten, tegen diphteritis. Welke geleerde zal ons tegen verveling in enten? Geen enkele. Men moet zichzelf zoeken te verdedi gen tegen die verschrikkelijkste aller kwalen. Ode dagen, toen ik tevreden was met het ouderlijk huis; toen mijn rozenkamertje mij eene toovérwereld toescheen, waarin ik als eene fee troonde; zij komen mij thans onzinnig voor en toch zou ik nogmaals als toen willen voelen. Het was alles kleurloos; maar men werd ook door geen spookbeelden vervolgd. Klem u vast met beide handen aan uw ontluikend geluk, wees met het alledaagsche voldaan. Men kan er nooit weder toe terugkeeren, als men het eenmaal heeft versmaad." Annie's vader poogde Mathilde van Brenken bezig te houden, door haar den lof te verkondigen van hare schoonzuster. De goede man dacht ook vol weemoed aan den hu welijksdag zijner eenige dochter terug; maar hij tracht te zijn hart het stilzwijgen op te leggen, en zich ver heugd te toonen. „Ik ben overtuigd,- dat uw broeder en zijn vrouwtje de gelukkigste mensehen op aarde zullen worden," zeide hij„ik hoorde gisteren Hélène spreken over het geen zij als hare toekomstige roeping beschouwde en ik gevoelde, dat beiden het groote levensraadsel hadden opgelost." „Dat deden allen, die voor den hemel leven," ant woordde het jonge meisje, zacht als zij altijd was. „Jaals zij hunne taak op aarde daarbij niet ver geten," sprak de grijsaard„Ik wilde dat zij mij eerder de oogen geopend had. Het bitterste is wel dat men zijn leven niet over kan doen." „Het uwe zal u toch waarlijk geen wroeging schen ken," zeide Mathilde, op eens medelijden voelend met dien man, "die zulk een voorbeeldig1 werkman en echt genoot geweest was, op wiens verleden zelfs zijne vij anden niets vonden aan te merken. Hij schudde het hoofd, er daalde een nevel voor zijne oogen en hij sprak bijna onhoorbaar. „Gij vergist u. Ik verbeeldde mij een goed vader te zijn geweest en ik zie sedert gisteren in, dat ik mijne kinderen niet wist op te voeden, dat het ongeluk mij ner dochter, mijne lieveling, mijn werk is. Wat kan daartegen opwegen? Niets!" ZEVENDE HOOFDSTUK. Reeds na eene week keerden de jonggehuwden naar Apeldoorn terug. Hélène had zich voortdurend onge rust gemaakt over Djala en was dus blij haar weder in de armen te kunnen sluiten. Ook het kind was een en al blijdschap over haar terugkeer en haar eenige te leurstelling was, dat Caro voor het eerst ongehoorzaam bleek en den voor hem gevlochten krans voortdurend afschudde, al zette zij hem dien ook nog zoo dikwijls weêr op. Het leven, dat nu in de kleine villa aanving, was zeer eenvoudig. Des morgens schilderde Hélène een paar uur nan Alfred's portret, terwijl Djala in een hoekje van het atelier met haar speelgoed, den hond, of hare prentenboeken'bezig wasdaarna ging de jonge vrouw met het kind uit. Ook 's middags was zij veel met liaar in den tuin. Van Brenken, die in zijne stu deerkamer bezig was geweest, voegde zich dan dikwijls bij het dierbare tweetal en eerst om vier uur ontvingen beiden hunne bezoeken, terwijl zij er niet toe te be wegen waren ooit eene uitnoodiging voor den avond aan te nemen. „Dat zijn de gewijde uurtjes," zeide Hélène glim lachend, als men zich al te veel moeite gaf haar die te ontnemen„Wie de vriendelijkheid heeft ons bü zich to willen zien, moet zich met onze middaguren verge noegen." „Ik wilde dat gij wat voorzichtiger met het oordeel der wereld waart, lieve," zeide mevrouw van Brenken, die zich slechts zelden bij het jonge paar vertoonde, maar op een middag met bewolkt voorhoofd tot hen kwam: „ik hoor vreemde dingen fluisteren." „Van welk misdrijf beticht men mijn vrouwtje dan wel?" vroeg Alfred, lachend Hélène tot zich trekkende: „Dat zij sedert ons huwelijk niet uit de oogen of ge dachten van haar man is geweest?" De groote teederheid, welke zich in zijn blik afspie gelde, was niet geschikt de schoonmoeder zachter te stemmen." „Men verwijt haar eene heelc revolutie in de ge woonten der wereld te willen aanbrengen; haar allerlei nieuwe en kinderachtige begrippen op te willen drin gen. Het is zoo onzinnig, als men op een diner wordt gevraagd, die invitatie te willen veranderen in eene uitnoodiging voor een déjeuner." Wordt vervolgd!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 4