DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Nieuwjaarswenschen. OPROEPING ONDERZOEK VERLOFGANGERS. 293 Honderd en negende jaargang. 1907. Nieuwjaarswenschen Drankwet. Nationale Militie. Vrijdag, den 27en December BINNENLAND. Het bezoek van den Duitschen Keizer aan de Hoofdstad. DONDERDAG 12 DECEMBER. Zij, die zich met 1 Januari a.s. op de Alkmaarsche Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. In het nummer van den Oudejaars avond, hetwelk DINSDAG 31 DECEM BER verschijnt, zullen wederom worden opgenomen 25 cents contant. DE UITGEVERS. Verordeningen op het heffen en invor deren van rechten voor het gebruik van het gemeente-slachthuis te Alkmaar. Tweede Kamer. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALKMAARSCHE COURANT. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennis, dat heden .op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van J. BIJTJES, aldaar, om vergunning tot het oprichten van eene koper- en blikslagerij, waarin een veldsmidse zal wor den geplaatst, in het perceel Fnidsen, wijk C no. 92. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Dinsdag 24 December e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Burgemeester Alkmaar, 10 Dec. 1907. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college is ingekomen een verzoekschrift van W. C. J. CHRIS- PIJN te Bussum, om vergunning tot den verkoop van sterken drank in het klein voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop in het perceel Wester laantje E nr. 29. Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen der vergunning schriftelijk bezwaren indienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, den 11 Dec. 1907. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar, no. 248, is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 28 Augustus 1.1., waarbij zijn vastgesteld Welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.20 in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter, 12 Dec. 1907. DONATH, Secretaris. lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken, bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden be vonden 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. Art. 129. Is de verlofganger, wien, krachtens het voorgaand"artikel, arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schrif telijke aanvrage van den militie-commissaris, te richten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlof ganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring overgebracht. Art. 130. Onverminderd de straf, in art. 128 ver meld, isfde'verlofganger verplicht, op den daartoe dooi den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in~art. 129 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 131. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig^maakt aan het feit, sub 4o. van art. 128 be doeld, of niet overeenkomstig art. 130 voor den militie, commissaris verschijnt, of aldaar verschenen zijnde, in het geval verkeert sub 2o. en 3o. van art. 128 vermeld, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin ge. durende ten hoogste drie maanden gehouden. De duur van dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald. Art. 133. De verlofganger der militie, die niet vol doet aan eene oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter 11 Dec. 1907. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen bij deze op, den verlofganger van de militie te land, GERARDUS JOHANNESHEL- LEMAN, van het 2e Regiment veld-artillerie, lich ting 1901, om zich op dezes jaars, des voormiddags te halftlen ure, te laten vinden ten raadhuize der gemeente Alkmaarom aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden onderzocht, gekleed in uniform en voorzien van al de door hem van het korps medegebrachte kleeding en uitrustingstukken, benevens zakboekje en verlofpas. Den verlofganger wordt daarbij herinnerd aan de navolgende bepalingen der Militiewet 1901. Art. 117. Het Crimineel Wetboek en het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassing, en met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie, op al de bij de militie te land ingelijfden. De manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn lo. zoo lang zjj zich bij hun korps bevinden 2o. gedurende den tijd, dien het in art. 125 bedoeld onderzoek duurt 3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed. Art. 127. De verlofganger verschijnt bij het onder zoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 128. Behoudens het bepaalde in art. 117 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring door den militie-commissaris worden opgelegd aan den voorganger AMSTERDAM, 11 Dec. Eerlijk gezegd men merkt er bedroevend weinig van, dat de Duitsche Kei zer Vrijdag de Keizerstad aan den Amstel zal bezoe ken. Bij andere feestelijkheden wordt Amsterdam al heel gauw in een feestgewaad gestoken, richt men hoo- ge masten met bloemfestoenen en eerebogen op, terwijl reeds weken te voren speciale uitstallingen van den ko menden feestdag hebben gesproken tot de menigte, die al meer en meer in de stemming geraakt, en dientenge volge goedjuichs is op den dag zelf, al stortregent het, toch is dan onze hoofdstad vol feestelijk gerucht. Zóó was het ook toen de Keizer en de Keizerin een paar heerlijke zomerdagen hier hebben vertoefd. Vraagt men den hoofdstedelingen in welk jaar dit bezoek plaats had, dan blijven ze het antwoord schuldig. Drie dingen herinneren ze zich nog heel goed: dat het in den zomer is geweest, dat er een „taptoeschandaai' heeft plaats gehad en dat er op het IJ een groot vuur werk is afgestoken, waarvan het slotstuk mislukte. Maar overigens zijn alle indrukken van die dagen ver vaagd, volstrekt niet alleen bij menschen met een slecht geheugen of met weinig ontwikkeling. Een col lega-journalist, den datum ook niet wetende, belde zijn vrouw telefonisch op met de woorden: zeg jij kunt altijd van die aangrijpende verhalen van het taptoe schandaal doen, wanneer was dat ook al weer? 1890? Je weet het toch absoluut zeker? Mooi. Bedoelde dame was van zeer nabij bij bovenbedoelde gebeurtenis betrokken geweest, maar wist het jaartal absoluut zeker" verkeerd. Grappig is het dan ook, dat het N. v. d. D. Dinsdagavond schreef dat het be zoek in het voorjaar 1891 te versch in de herinnering ligt om daarover thans nog bijzonderheden te moeten geven, grappig te meer, wijl bezoek plaats had in Juli maand, dus al heel laat in het voorjaar! Ondanks de de Ruijterfeesten van verleden jaar, we ten ook maar weinigen dat de Duitsche Keizer destijds in den vroegen morgen slechts door zijn officieren ver gezeld van het Paleis naar de Nieuwe Kerk is gegaan en daar een grooten krans heeft neergelegd aan de voeten van het marmeren beeld des admiraals, een daad die indertijd met veel sympathie werd begroet en druk werd besproken. Herinnert men zich weinig van het eerste bezoek, om het tweede schijnt men zich op dit oogenblik niet veel méér te bekommeren. Van stemming maken door uit stallingen is thans geen sprake, alleen ziet men hisr en daar prentbriefkaarten met den Duitschen Keizer, het Keizerlijk echtpaar, het Keizerlijk gezin. Een uitzon dering vormen echter de gebroeders Koch in do Kal verstraat, die in hun kunsthandel verscheidene portret ten van den Keizer tentoonstellen, waarvan in het bij zonder een schilderij, Wilhelm II te paard en omringd door zijn staf, de aandacht trekt. Het is afkomstig van Werner Schuch, een bekend schilder van Reiter- bildnisse, die zijn onderwerpen overigens bij voorkeur uit den dertigjarigen oorlog haalt. Versierd schijnt er niet te zullen worden. Slechts enkele plichtmatige versieringen worden er aange bracht, zooals in den hal van het gebouw voor den al gemeenen dienst aan de Handelskade, waar de Keizer door de Koningin en den Prins der Nederlanden zal worden ontvangen, aan den ingang van het Burger weeshuis, waar een lichtgetimmerde poort, beschilderd in de Keizerlijke kleuren, verrijst. En dan is er nog de groote tribune van „Wat ook vall, trouw staat pal op het oude beursterrein, kortweg de tribune van van der Horst geheeten. Deze vereeniging met dit oud- Hollandsch devies heeft blijkens de niet onberispe lijk opgestelde statuten ten doel „eerbied voor 'tregee- rend Vorstenhuis en de Staatsinstellingen en het aan- kweeken van verbroedering onder het volk." De heer van der Horst, een brave vischhandelaar, die zich door zijn oranjeliefde en zijn talent voor het organiseeren van nationale feestdagen den eerenaam „Koning van den Jordaan" heeft verworven, is de ziel van de ver eeniging en vergeef het stoute beeld! ook van do tribune. Het houten gebouw is wel honderd meter lang en verdeeld in verschillende vakken. In het vak, dat uitzicht biedt op den Dam kosten de plaatsen 25, in de anderen minder 5 is de laagste prijs.) Het is handig gezien, dat de Deutsche Verein „Eintracht" een mannenzangvereeniging hier zich zal opstellen, terwijl een orkest onder leiding van den luitenant-kapelmees ter Max van Buren door het spelen van Nederlandsche en Duitsche volksliederen de Nederlanders en de Duit- schers beurtelings zal doen gloeien hetgeen geens zins overbodig mag heeten in een gedeeltelijk open hou ten tribune in dit barre jaargetijde. Of de tribune ge vuld zal zijn, staat nog te bezien. Maar zoo dit ipet het geval mocht wezen, is het toch niet zoo erg. In de eerste plaats heeft de vereeniging machtige en rijke beschermers en in do tweede plaats belooft deze tribune een aardige versiering te worden, waardoor de desola te toestand van het oude beursterrein geheel wordt ge maskeerd. Nog uit een andere omstandigheid blijkt, dat de komst van don Duitschen Keizer aanstaande isuit de reclame in bladen en op borden. Naast de inderdaad onrustbarend talrijke aankondigingen van „tehuur wegens opheffing der zaak" of „tehuur wegens ver plaatsing" leest men„te huur bezoek Duitsche Kei zer." Sommige particulieren hopen op deze wijze een niet te versmaden extraatje te behalen uit de omstan digheid, dat hun huis is gelegen aan den weg, dien de Keizer volgt, zoo'dat men vandaar uit den intocht, het voorbijgaan der vloot of het passeeren der rijtuigen kan aanschouwen. De gevraagde prijzen loopen zeer uit een, doch zijn in het algemeen niet laag. Zij hangen natuurlijk samen met bijzondere gunstige omstandig heden, zooals daar zijn centrale verwarming, een tweeden uitgang van het huis in een straat, welke door de politie niet wordt afgesloten enz. Een aardig denk beeld is hierbij door de directie van het „Nieuwsblad van Nederland" toegepast. In haar gebouw, Concordia, worden plaatsen verhuurd tegen prijzen van 10, 7.50 n 5 en de geheele opbrengst daarvan wordt besteed an winterprovisie voor de courantenrondbrengers van dat blad. Plaatsen op stoombooten worden niet zooveel aange boden als vroeger. Is dat hieraan toe te schrijven, dat men dikwijls uren achtereen op een boot moest vertoe ven, zonder dat men tenslotte iets te zien krijgt? De groote salonbooten der HollandFrieslandlijn met hpre promenadedekken zullen vermoedelijk wel goede zaken maken, daar deze de gelegenheid openen de aankomst der vloot in het IJ en den stoet, komende van de Han delskade, voor billijke prijzen te aanschouwen. Tot heden wordt er echter weinig lust aan den dag gelegd om voor veel geld den Keizer te zien. De talrijke Duitschers in Amsterdam en waarschijn lijk ook wel die in andere steden van ons land zeide Bismarck niet reeds: „Holland annexiert sich selbst"? -^zullen zeker Vrijdag den Keizer wel van de mooiste plaatsen hartelijk toejuichen en ofschoon men thans nog weinig van dit bezoek verneemt, zal het toch in IJmuiden en in Amsterdam wel verbazend druk zijn, Toch zou de hoofdstad den Keizer zeker een heel an deren aanblik geven, indien zijne Gemalin ook mede was gekomen en indien het bezoek wat langer had ge duurd. Wat dit laatste betreft worden de Keizer's uren ons niet wat al te karig toegemeten? Bleef hij langer hier vertoeven, dan zouden wellicht velen, die nu hieraan niet denken, naar de boorden van Amstel en IJ komen. Overigens is het voor onze nationale waardigheid niet bijzonder vleiend, dat de Keizer slechts zoo terloops onze hoofdstad aandoet en het strookt in geenendeele met onze bekende gastvrijheid, waarvan we zoo gaarne gebruik zien maken. Trouwens het geheele bezoek kan niet strekken tot verhooging van onzen nationalen trots, tenzij er bijzondere rede nen zijn, welke de wel wat vreemde handelwijze ver schoonen. Men stelle zich voor dat de burgemeester van Amsterdam gisteren nog moest verklaren, offici éél niets te weten van het bezoek! De te volgen route stond toen evenmin vast als de volgorde der bezoeken. De bladen, die onder reserve het programma vermeld den, hebben er naar geraden. Zij hebben aldus gerede neerd de Keizer gaat schilderijen zien, tegen twee uur wordt uitgereden, om schilderijen te zien moet men licht hebben èrgo bezichtigt hij het eerst het rijks museum en de collectie Six. Vandaar de toevoeging aan het bericht „de volgorde dezer bezoeken staat nog niet vast." Door de politie zoowel van het Rijk als van de gemeente zijn buitengewoon strenge maatregelen genomen; het is zeker overbodig hieraan toe te voegen, dat deze reeds vaststonden vóór de aanneming van de dwaze motie door werkloozen. Ook op de persmenschen wordt zeer streng toegezien. Alle journalisten, ook de Amsterdamsche, moeten om toegang te kunnen ver krijgen tot door de politie afgezette terreinen en tot de persboot een speciale perskaart vertoonen, welke na vol doende legimitatie wordt afgegeven door het Bestuur der Amsterdamsche pers en welke niet van kracht is voor en aleer de houder zich persoonlijk naar het Hoofdbureau van politie heeft begeven, waar hij ter legitimatie o. a. moet overleggen een bewijs van den hoofdredacteur van het blad, dat hij vertegenwoordigt, benevens een bewijs van den commissaris van politie in de plaats zijner inwoning. Zonder deze documenten wordt do kaart niet geviseerd door den hoofdcommis saris. De persboot de stoomboot „de Koningin Wilhelmina" van de firma Goedkoop, vertrekt Donderdagmiddag van de De Ruijterkade naar IJmuiden, waar zij het binnenloopen der „Hohenzollern" afwacht. Zij blijft dan voor de sluizen liggen tot Vrijdagmorgen, waarna gelijktijdig met de Keizerlijke flottielje naar Amster dam wordt opgestoomd. Daarover en over het bezoek morgen per telegraaf meer. Het nieuwgekozen lid uit Sneek, de heer De Vries, heeft gisteren na eedsaflegging zitting genomen.- Bij het algemeen debat over de afdeeling Binnen- landsch Bestuur antwoordde Minister Rink aan den heer Heemskerk, dat in zake de relletjes te Ameid het onderzoek nog niet is afgeloopen. Aan den heer Zijlma verklaarde de Minister, dat van hem niet is te verwachten een wetsontwerp tot subsidieering van provinciën. Tegenover den heer Ter Laan oordeelde de Minister vermeerdering van het getal stemdistricten in Sloch- teren onnoodig. De Minister verzekerde aan den heer De Stuers, dat het vraagstuk der grensuitbreiding van Maastricht studie is. De Minister stelt zich voor het terrein eens te gaan opnemen. Aan den heer Van der Zwaag deed de Minister op merken, dat hij B. en W. van Slooten (in Friesland) eenvoudig gemachtigd heeft en hen dus niet heeft opgedragen om voor het tentoonstellingsterrein Drank wet-vergunning te verleenen. Hiermede was de Regeeringstaak afgeloopen, maar de Minister heeft in dit bijzondere geval zelfs nog meer gedaan; hij 'heeft namelijk het rapport der Drankwet-inspecteurs, waarin tegen het vergunning verleenen bezwaren voorkwamen, aan B. en W. gezonden. De Minister meende, dat hij hiervoor van den heer Van der Zwaag eerder lof dan blaam verdiende. De Minister deelde (ten slotte mede, dat het kies rechtcomité, bij afwezigheid van hem, Minister, bij Minister De Meester was geweest in verband met het burgemeesterlijk verbod, en dat toen Minister De Meester aan den secretaris van het comité had mede gedeeld dat, indien bleek dat de burgemeester gehan deld had uitsluitend met het oog op handhaving van de openbare orde, de Regeering zich in deze kwestie niet kon mengen. Spr. heeft deze toedracht van de zaak vernomen van den secretaris-generaal van het Departement van Financiën, wien Minister De Meester het onderhoud met den secretaris van het kiesrecht comité had medegedeeld. Hiermede stapte de Minister^van deze gisteren aan geroerde zaak af. De heer T a 1 m a, (A.-R. Tietjerksteradeel) op de burgemeesters-kwestie terugkomende, meende dat de kwestie van de „inlichtingen" die de Minister den burgemeester verzocht heeft nog niet voldoende is opgehelderd. Vreemd achtte spreker het verder, dat de Minister van Financiën, zijf't ook bij afwezigheid van den Minister, het kiesrecht-comité een antwoord gaf dat geheel en al tot de compententie van den Minister van Binnenlandsche Zaken behoort. Over het verbod van de vergunning zelf sprekende, zeide de heer Talma, dat de optocht van 1904 niet zoo een rustig en ordelijk karakter had als de heer Schaper 't gister deed voorkomen. De heer Troelstra (S.-D. Amsterdam III) pro testeerde, roepende dat is niet waar, ik heb er met mijn vrouw bijgestaan De heer Talma kwam tot de conclusielo. dat de Minister van Financiën zich inliet met een zaak die buiten zijn bemoeiing lagdat, gesteld dat de Minister een minder krachtigen burgemeester voor zich gezien had, er niet genoeg waarborgen bestaan, dat de verantwoordelijkheid des burgemeesters niet op bedenkelijke wijze zou zijn verschoven3o. dat het prestige des burgemeesters niet j behoorlijk^ gehand haafd is. De heer Schaper (S. D. Appingedam) noemde een aanval van den heer Talma op den Minister slechts als een gelegenheidsoppositie, voortspruitende uit de door de rechterzijde veroordeelde politieke verstand houding tusschen het kabinet en het algemeen kies recht. Intusschen bleef spreker het optreden van den burgemeester afkeuren als despotisch. De Minister herhaalde met nadruk dat de be schuldiging van pressie-uitoefening op den burgemeester absoluut onjuist is. Hij protesteerde tegen 's heeren Talma's aanval. Het debat over deze kwestie werd gesloten. De Minister zegde den heeren Passtoors en Duymaer van Twist een onderzoek toe inzake de door hen gewenschte verhooging van rijkssteun aan de vroegere bewoners van het eiland Schokland. De heer Schaper de woningwet besprekende, meende dat de gemeenten verplicht moesten worden, ten einde in den woningnood te voorzien, om huizen te bouwen als het particulier initiatief te kort schiet. Ook moesten toevluchtwoningen gesteld worden ter beschikking van hen, wier woningen afgekeurd worden. De heer Treub (V. D. Assen) keurde af de hand having der huurprijs-clausule. Hierdoor worden ver- eenigingen, die de volkshuisvestiging willen bevorderen, geplaagd. Gaat men er mede door, dan zal er van uitvoering der Woningwet in dit opzicht niets terecht komen. De Gemeenteraad te Leeuwarden heeft in een keurig adres aan de Regeering duidelijk uiteengezet het onhoudbare, ondeugdelijke en sterk belemmerende van de huurprijs-clausule. Om er voor te waken, dat het rijksgeld niet door eene vereeniging wordt misbruikt, is deze clausule niet noodig. Voordat het voorschot wordt gegeven, kan een onderzoek worden ingesteld. De heer B 1 o o k e r (L. Amsterdam VII) sloot zich bij de bestrijding van de huurprijs-clausule aan. Voorts meende (hjj, [)dat de Regeering d cor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1907 | | pagina 1