DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nieuwjaarswensclien.
De Nieuwe Tooneelcampagne.
DE ZIEKTE DER EEUW.
Honderd en negende jaargang.
1907.
V R IJ D A G
20 DECEMBER.
Drankwet.
BINNENLAND.
No. 300.
Nieuwjaarswenschen
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Hande» drukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Zij, die zich met 1 Januari a.s. op
de Alkmaarsche Courant abonneeren,
ontvangen de tot dien datum verschijnende
nummers GRATIS.
In het nummer van den Oudejaars
avond, hetwelk DINSDAG 31 DECEM
BER verschijnt, zullen wederom
worden opgenomen 25 cents contant.
DE UITGEVERS.
Tweede Kamer.
H. M. de Koningin.
ALKMAARSCHE COURANT.
y
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge-
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger
der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering zijn overgegeven
de kohieren der personeele belasting Nos. 19 en
20, voor het dienstjaar 1907,
executoir verklaard door den Directeur der directe
belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 17
December 1907dat ieder verplicht is zijn aanslag,
op den hij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat
heden ingaat de termijn van zes weken, binnen welken
daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het plaatselijk bestuur voorn.,
G. RIPPING.
Alkmaai', den 19 December 1907.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college zijn
ingekomen verzoekschriften van
a. L. W. PLATO, aldaar, om verlof tot den ver
koop van alcoholhoudenden anderen dan sterken drank
in het perceel Keetgracht, D 4
b. P. F. ROLIE, aldaar, om verlof tot den verkoop
van alcoholvrijen drank in het perceel Nieuwpoorts-
laan, E 7.
Binnen twee weken na deze bekendmaking kan een
ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk be
zwaren indienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, den 19 Dec. 1907.
Een paar brieven, die wij naar aanleiding van het
artikel over tooneel-dilettanten ontvangen hebben, no
pen ons daarop nog even terug te komen.
Den eenen brief hadden wij verwacht. Natuurlijk
vreest men, dat de beroepstooneelspelers zullen te lijden
hebben onder uitbreiding van het dilettantisme. Zeer
ten onrechte, naar wij meenen. Neemt men zelfs aan,
dat in eén gegeven kleine stad het bezoek van de be
roepsvoorstellingen, wanneer de omstandigheden ove-
door
LOUISE STRATENUS.
60)
Meent gij mij verwaand genoeg te denken dat, waar
gij een man als mijn vorst hebt bedrogen, gij barmhar
tiger zoudt zijn voor mij Nikor van Himlapoor wi3t
dat slechts te beantwoorden door zichzelf het schoone
leven te benemen; ik zou u dooden als een slang. En
dat wil ik nietmisschien is het waar dat ik u lief
heb, want ik wil aan uw leven niet raken en dooden zou
ik u moeten, vroeg of laat, zoo ik bleef."
Toen, ziende dat zij de armen naar hem uitstrekte,
verzamelde hij al zijne geestkracht bij een en ontvlucht
te de betoovering, snelde weg, tot in het diepst zijns
harten verwond.
TIENDE HOOFDSTUK.
Hélène ontving den volgenden dag een briefje. Zij
herkende nauwelijks Annie's schrift. Het zeide:
„Verschoon mij voortaan van uwe bezoeken. Gij
hebt mij het liefste ontnomen wat ik bezat: den eeni-
gen man, dien ik waarlijk had kunnen liefhebben. Mijn
leven is, dank zij u, weer even vreugdeloos gewordeu
als voorheen. Ik klappertand van angst voor* de ver
veling, die zich opnieuw van mij meester zal maken,
zoodra de eerste hevigheid mijner smart een weinig
zal zijn bedaard.
Het zijn de plagen der menschheid, zij die steeds
reddert je willen spelen voor hunne naasten.
Ook Djala moet vooreerst niet komen. Ik zou niet
in staat zijn het arme kind te woord te staan. Zoodra
ik haar wensch te zien, zal ik het u laten weten en kunt
gij haar met uwe kamenier sturen."
Dat was alles. Dit schrijven deed Hélène in meer
rigens dezelfde bleven, zou achteruitgaan ten bate van
het bezoek van een of twee dilettantenvoorstellingen,
dan zouden wij er nog op willen wijzen dat de omstan
digheden niet dezelfde blijven. Er komt tengevolge
vaii die dilettantenvoorstellingen grooter belangstelling
in het tooneel. Alle geregelde meespelers worden
„tooneeldeskundigen," centra van tooneelbelangstel-
ling. Zij zullen self geregelde bezoekers worden, om
dat zij beter inzicht in de kunst zullen krijgen, zullen
willen vergelijken en zichzelf in deze richting zullen
willen ontwikkelen. Maar bovendien zal hun enthou
siasme voor het tooneel allicht ook invloed hebben op
hun familie en hun kennissen en zullen zij dezen eer
der aansporen tot het bezoeken van goede tooneelvoor-
s tellingen.
Dit wat het beroepstooneel aangaat. Nu de uitwer
king van onze plannen. Het blijkt ons, dat er nog
eenig misverstand bestaat, dat wij niet beter kunnen
opheffen, dan door nog eens precies aan te geven hoe
wij ons voorstellen dat een vereeniging als het Nèder-
landsch Tooneelverbond zou kunnen werken.
Wel te verstaan geven wij ons plan voor beter en
wenschen wij ons allerminst op te werpen als hervor
mers van dit verbond. Wij willen slechts een heel in
het algemeen gedacht plan nader uitwerken om de uit
voerbaarheid daarvan aan te toonen en noemen het
Tooneelverbond, omdat wij een naam moeten hebben
en ons dit verbond aangewezen schijnt voor het beoog
de doel.
Ziehier nu het plan.
Het Tooneelverbond zorgt in alle steden van eemge
beteekenis een afdeeling of een correspondeerend lid te
hebben. In de keuze van laatstbedoeld lid zij men zéér
voorzichtig. Men benoeme iemand van gezag, van
smaak en van goede manieren, die overal toegang
heeft.
Hebben deze benoemingen plaats gehad, dan ga van
die correspondeerende leden en afdeelingsbesturen in
iedere stad een gelijkluidende uitnoodigingskaart, op
gesteld in overleg met of door het hoofdbestuur, uit,
waarin men eenige, liefst vrij wat, personen uit die
stad uitnoodigt om samen te komen ten einde te spre
ken over de vorming van een model-dilettanten tooneel-
vereeniging in die stad.
De uit te noodigen personen moeten met zorg geko
zen worden, bij voorkeur uit het meer welgestelde deel
der burgerij, omdat alleen met haar steun de zaak kau
slagen.
Met die personen worde nu een vergadering gehou
den om te komen tot de oprichting van een dergelijke
dilettanten-vereeniging.
Of de leden van die vereeniging leden van het ver
bond zullen moeten zijn, is een kwestie van nader zorg.
Schrijft men dit voor, dan zal men zorg moeten dragen
dat althans een gedeelte van de aldus verkregen con
tributievermeerdering gebruikt wordt voor salarieering
van den reizenden tooneelkundige, waarvan wij in ons
vorig artikel spraken. Legt men bedoelde verplichting
niet op, dan zullen de plaatselijke kosten van bezoldi
ging' van dien tooneelleider geheel komen voor rekening
van de op te richten dilettantenvereeniging.
Wij zijn nu zóó ver, dat de verschillende correspon
deerende leden ên afdeelingen aan het hoofdbestuur
kunnen mededeelen of er in iedere stad voldoende be
langstelling is en hoe ver die belangstelling' gaat ten
aanzien van de salarieering van den deskundige. Het
hoofdbestuur kan nu uitrekenen of het een of meer
van zulke deskundigen een voldoend salaris kan aan
bieden en stelt hen, voor het geval het tot gunstige re
sultaten komt, aan.
En nu komt het tweede gedeelte van het plan. Nu
richt men in de plaatsen, waar de deskundigen om do
dan één opzicht pijn, doch daartegen woog ruimschoots
de zekerheid op van Melankor's vertrek. Zij had ge
vreesd, dat Annie's tooverkracht den Oosterling op het
laatste oogenblik nog van zijn besluit zou hebben afge
bracht. Iloevelen waren er niet reeds te voren voor
hare verleiding bezwekenEn indien hij toegegeven
had, zou Annie's doodvonnis geteekend zijn geweest,
want voor haar beteékende liefde slechts een spel van
enkele maanden, en deze man zou geen ontrouw hebben
geduld.
Het briefje onbeantwoord latend, poogde Hélène den
inhoud te vergeten. Zij had het trouwens drukker dan
ooit in die dagen. De leden der diplomatie kwamen
haar zien. Zij moest die bezoeken beantwoorden, ds
laatste hand leggen aan de inrichting van haar huis
en een gouvernante externe zoeken, die Djala voortaan
gedurende de ochtenduren les zou geven.
Maar temidden van al die bezigheden, bleef zij al
tijd dezelfde voor haar gezin, kalm en vriendelijk voor
een ieder, steeds tijd vindende met allen bezig te zijn.
Op een morgen kwam zij in Djala's slaapkamer met
een leelijk grijs pakje voor haar. Zij legde het op het
bed van het kind en zeide lachend
„Dat is een nieuw toiletje voor je, liefste. Van mid
dag trek je het aan en ga je met mij uit. Ik heb van
dezelfde stof kleeren voor mijzelve laten maken."
„Otante,' antwoordde het kind, haar ongeloovig'
aankijkende: „maar het is zoo heel anders als mijn an
dere jurkjes."
„Ja, mooi is het niet; maar daarom heb ik het ook
juist zoo laten maken. Het is voor de bezoeken, die
wij voortaan samen aan armen zullen brengen. Het is
zoo hard voor lien, als zij zooveel moois zien, dat zij
en hunne kinderen nooit zullen bezitten. Van middag
maken wij onzen eersten grooten tocht door hunne
buurten. Oom heeft een groot plan. Hij kan niet ver
van Parijs voor weinig geldleen flink buitenhuis huren
en wil dat laten inrichten voor twintig zwakke klein
tjes, die niet aan kunnen sterken in de bedompte ka
mertjes van hun ouderlijk huis. Wij gaan eene goede
vrouw zoeken, om aan het hoofd dier woning te staan
en alvast eens zien welke kinderen dat wel het meest
bovenbedoelde vereenigingen te leiden zullen moeten
zijn, cursussen op, waar tegen een matig cursusgeld di
lettant-regisseurs eu dilettantspelers uit de bedoelde
steden en haar omgeving lessen zullen kunnen krijgen
in alles wat met dictie, actie, regie, tooneelletterkunde,
costuumkunde grimeerpraktijk enz. samenhangt. Vat
de cursus'gever zijn taak ernstig op, voldoet hij aan de
hooge eischen, die wij in een vorig artikel hebben aan
gegeven, dan zal hij een benijdenswaardigen invloed
kunnen hebben op de verhooging van het peil van hot
dilettantentooneel en dus van de algemeene bescha
ving. Want die cursussen zullen populair zijn en voor
ieder toegankelijk. Van de minder welvarende tooneel-
vereenigingen zullen de regisseurs en de eerste rollen
daar verschijnen om betere noties op te doen van de
door hen beoefende kunst. Van de meer gefortuneer
de dilettanten zal niemand op het appèl ontbreken. Ook
die cursussen zullen dus vrij wat kunnen opbrengen,
terwijl geleidelijkweg ook andere dilettantenvereenigin-
gen zullen gaan inzien, dat zij het beste alleen zullen
kunnen bereiken onder leiding van bekwame deskundi
gen als den cursusgever. Het Tooneelverbond zal lang
zamerhand in de aangename noodzakelijkheid komen
meerdere leiders aan te stellen. En zoodoende zullen
wij het tooneel tot veel hooger bloei gebracht, tot beter
krachtiger en algemener beschavingsmiddel gemaakt
hebbenals de ballon opgaat.
Moge de ernstige bevorderaars van de tooneelspeel-
kunst deze zaak eens overwegen en blijkt zij bun te
goed te zijn haar krachtig en eendrachtig aanpak
ken, Onze algemeene volksontwikkeling zal er ten
zeerste bij profiteeren.
Bij de behandeling van de Oorlogsbegrooting werd
het algemeen ebat geopend door den heer Thomson
(lib.) die in des ministers beleid te veel brokwerk zag.
Spreker was op verschillende punten teleurgesteld.
Voor verbetering der hoedanigheid van het leger, voor
betere keu ingseischen wordt nog steeds niets gedaan.
Ook des ministers plannen ten aanzien van de uit
breiding van het beroepskader gaan lijnrecht in tegen
het beginsel van h®n, die willen gaan in de richting
van een volksleger.
Ook des ministers houding in zake de derde ploeg
keurde spreker af. Geheel in strijd met den geest der
Militiewet is voor die ploeg het met-groot-verlof-gaan
twee maanden verschoven. Voorts betoogde spreker
dat de geest, die in het leger heerscht, er niet beter
op wordt. Gaande in de richting van een volksleger
zal de geest verbeteren.
Waar op alle punten sprekers opinie omtrent het
beleid van den minister ongunstig was, behield hij
zich zijn stem over de begrooting voor.
Ter voorkoming, dat tijdsgebrek een goede behan
deling zal schaden is, in overleg met den Minister
van Oorlog, besloten, vóór het reces niet meer te be
handelen het ontwerp betreffende de hoogere bevel
voering.
Door aanneming met 48 tegen 23 stemmen van een
voorstel van den heer van Nispen tot Sevenaer^(kath.
Nijmegen) werd in tegenstelling van des voorzitter's
voornemen beslotenook niet vóór het reces te be
handelen het handelstractaat met Amerika.
Bij het hierna voortgezet algemeen debat over de
oorlogsbegrooting, oordeelde de heer Duijmaer
van Twist (a.r. Steenwijk), dat wij met ons defen
siewezen in een doolhof zitten. Spreker betreurde het,
dat door verschillende maatregelen, welke in strijd
noodig zouden hebben."
Nu was Djala op eens met de leelijke grijze jurk
verzaend en nooit liad een toclit haar heerlijker toege
schenen, dan die welken zij eenige uren later te voet
aflegde aan Hélène's hand.
„Zou mama ook niet eens meê willen gaan?" vroeg
zij onderweg.
„Mama zou te gauw moê worden, kleine; wij zijn
sterker."
„Arme mamaHet moet vreeselijk zijn te zwak te
wezen om anderen te helpen. Wij moeten nu dubbel
ons best doen, om haar schade in te halen. Toen u
klein was, ging u zeker ook zoo uit met uwe mama?"
„Neen, Djala. Ik moet ook mijne schade inhalen,"
klonk het met een zucht. Maar heel weinig menschel)
hebben het geluk zoo vroeg als gij te beginnen. Daar
zult gij later den goeden God voor danken. Denk eens
aan hoe heerlijk het later zal zijn, zestig of zeventig
jaar voor anderen te hebben geleefd!''
Het kind deed haar niet allen moeilijk te beant
woorden vragen, er waren ook dingen waartegen Hélè
ne baar waarschuwen moest, terwijl zij slechts kon bid
den om de noodige wijsheid bij die wenken. Zoo wilde
Djala alle kinderen, die zij bezoclit, omhelzen, onver
schillig hoe vuil of ziekelijk zij zijn mochten Dat won
wel is waar de harten der moeders; maar toch moest
er een eind aan worden gemaakt.
Ook kon zij niets bezitten, of zij wilde het aanstonds
weggeven: haar mooiste speelgoed beloofde zij, als zij
eene kleine aantrof, die zelf een pop had vervaardigd
van wat saamgebonden lompen. De jonge pleegmoe
der behoefde dus veel wijsheid om het onstuimige kind
te leiden; maar zij deed dat met zooveel zachte vast
heid, dat Djala altijd gehoorzaamde en haar raad als
onfeilbaar leerde beschouwen.v
Een groote vreugde was het voor allen, toen admi
raal de Meerbeke hen zes maanden na hunne aankomst
in Frankrijk verrassen kwam. Hij stelde vooral veel
belang in het kinderhuis en gaf er een ruime gift aan.
„Ik had er al zooveel verwachtingen van, na hetgeen
Hélène mij er van geschreven had," zeide hij tot van
Brenken: „dat ik vóór het eerst in mijn leven mijn
zijn met de Militiewet, de geest van ontevredenheid
zonder noodzaak wordt aangewakkerd en het anti-
militairisme wordt versterkt. Deze slechte geest kan
niet anders dan een nadeeligen invloed oefenen op de
kracht onzer weerbaarheid.
Ook hebben de manoeuvres doen zien, dat het ge
halte der oefeningen veel te wenschen overlaat. Men
moest meer inzien, dat in de kader-quaestie de leger-
quaestie is gelegen.
Vervolgens ging spreker na, hoe de toestand te ver
beteren is. Het volkslegersysteem is z.i. nog niet rijp
voor beslissing. Zelfs kan nog niet in de richting
daarheen gegaan worden. Trouwens het ontwerp-
volksleger der vrijzinnig-democraten legt zware lasten
op en is door het groot aantal herhalingsoefeningen
anti-nationaal.
Noodig is, dat er rust komt in onze defensie-politiek.
De Heer Eland (lib. Arnhem) gaf o.a. in over-
weging afschaffing van het instituut der viermaanders
en samensmelting der viermaanders en achtmaanders
tot zevenmaanders.
De heer Van Vlijmen (kath. Veghel) had ern
stige grieven tegen het tegenwoordige ministerie, spe
ciaal op defensiegebied.
Schadelijk voor onze weerbaarheid is het in zake
technische quaesties als het blijvend gedeelte, den
oefeningstijd, de kaderquaestie enz. op te volgen de
richting, door een of andere politieke partij aangegeven
met ter zijde stelling der adviezen van bekwame, in
dienst vergrijsde vakmannen. Uit verschillende om
standigheden trok spreker dan ook' het gevolg, dat
ons leger in verval is en dat van het tegenwoordig
ministerie geen verbetering is te wachten.
De heer Bos (V. D. Winschoten) nam het tegen
den heer Duymaer op voor het vrijzinnig-democra
tische leger-programma, dat wil brengen den Zwit-
serscben geest in ons Hollandsch volk, en de gedachte
van het volksleger populair wil maken. Spreker be-
sprk daarna het rapport van de commissie die onze
artillerie-inrichtingen heeft onderzocht. Dit rapport
is zacht van woorden, maar hard van cijfers.
Daarna juicht spreker de plannen voor een goede
bedrijfsboekhouding luide toe, maar dan ook 'n flink
accountant, om op die boekhouding toe te zien, om
een winst- en verliesrekening samen te stellen. Spreker
komt dan tot het bestuur dier inrichtingen, dat er
zeer eigenaardig uitziet; dat is een stel ambtenaren,
dat een staaltje is van echt militair bewind. Verge
lijkt men daarbij Zwitserland, dan vindt men daar een
en al eenvoud en bescheidenheid en daarbij veel hooger
loonen en veel hooger productie, terwijl de zelfstandig
heid ginds, ten opzichte van het oorlogs-departement,
veel grooter is. Daar zit 'n aanwijzing in voor ons.
De hee.i L e 1 y (U ,L. Amsterdam II) betreurde het
dat deze minister weigert dien ouden maatregel op te
heffen, dat officieren een bewijs zijner toestemming
moeten overleggen aan den ambtenaar van den Bur
gelijken Stand om hun huwelijk voltrokken te krijgen.
Kan men nu zeggen, dat er zedelijkheidsbelangen zijn,
die deze verbodsbepalingen wettigen en is het noodig,
dat men de overtreding straft met eene berisping!
Spreker concludeerdeschaf het verbod af of ontsla
allen, die het overtreden.
Heden voortzetting.
H. M. de Koningin heeft gisteravond den lieder
avond, door Johan Messchaert en Julius Röntgen in
„Diligentia" gegeven, bezocht.
testament gemaakt heb en alles aan die stichting na
laat. De kinderen, ziedaar het interessante deel der
menschheid. Ge'ef hun gezonde lucht, goed voedsel
en eene wijze leiding en er zal een beter geslacht op
staan. Gij schijnt eene uitstekende vrouw gevonden
te hebben, om aan het hoofd van dat huis te staan."
„Een parel, door mijne Hélène ontdekt," antwoordde
Alfred: „De weduwe van een man, die voor de weten
schap leefde en stierf, en dus geen fortuin naliet, toen
hij op eene ontdekkingsreis in Tibet bezweek. Zij
sloofde zich dood, om in het onderhoud harer beide kin
dertjes te voorzien; nu is het drietal voor altijd ge
borgen. Als ik thans zie hoeveel ellende men met zijn
geld verzachten kan, betreur ik eiken penning, vroeger
nutteloos uitgegeven."
„Gij zoudt nog eindigen met de menschen gierig te
maken. ter wille van anderen," lachte de grijsaard:
„maar," vervolgde hij ernstiger: „ik vrees dat, al sloe
gen wij allen de handen ineen, wij nog slechts een
droppel balsem zouden kunnen doen Vallen in de zee
van menschelijke ellende. Nooit is er zooveel geleden
als in onze dagen. Het beteekende weinig zoolang hel'
menschdom alleen gebukt ging onder armoede en de
gebreken van den ouderdom; de eerste kon door lief
dadigheid geleenigd worden, voor de laatsten vond het
geloof verzachting; maar zooals eenmaal het lachende
meer Flevo in de Zuiderzee werd herschapen, zoo ook
is de ongestelheid, die vroeger alleen eenige rijke da
metjes kwelde, wanneer zij zich hier of daar verveel
den, geworden tot eene ziekte, die sterke mannen en
vrouwen aangrijpt en bij duizenden voor hunne een
voudige taak verlamt. De ramp breidt zich nog altijd
uit. De wereld zal een groot gesticht voor zenuwlij
ders worden en daartegen is niets te doen."
Alfred's gelaat nam eene verdrietige uitdrukking
aan.
Wordt vervolgd.