DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nieuwjaarswenschen.
No. 304
Honderd en negende jaargang.
1907.
V R IJ D A G
27 DECEMBER.
Nieuwjaarswenschen
Benoeming Raadscommissiën.
Terug naar Zuid-Afrika.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
In het nummer van den Oudejaars
avond, hetwelk DINSDAG 31 DECEM
BER verschijnt, zullen wederom
worden opgenomen h 25 cents contant.
DE UITGEVERS.
Kerstfeest ten hove.
Staatscommissie voor de gemeentefinanciën.
Eerste Kamer.
Een zware hamer!
De staking te Krommenie.
Gevlucht.
Noodlottig.
ALKMAARSCHE CODRANT.
miaVI
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat in de
raadsvergaderinggehouden 18 December 1.1., zijn
benoemd
Tot leden der commissie voor het ontwerpen van
verordeningen, tegen welker overtreding straf is be
dreigd, waarvan de Burgemeester, krachtens art.
166 der Gemeentewet, voorzitter is, de heeren N.
Glinderman, Mr. A. Dorbeck, Mr. B. van der Feen
de Lille en H. J. Vonk
Tot leden der commissie voor de belastingzaken en
eenige andere onderwerpen van financieëlen aard,
de heeren J. de Lange C.Jzn., Mr. H. Boelmans ter
Spill, H. J. F. Wanna, H. J. Vonk en N. Glinder
man. De heer de Lange is tot voorzitter, dezer com
missie benoemd
c. Tot leden der commissie van bijstand in betrekking
tot het beheer en onderhoud der plaatselijke wer
ken en eigendommen, de heeren G. de Groot Jz., H.
J. Vonk en M. Uitenbosch. Tot voorzitter is door
Burgemeester en Wethouders aangewezen, de Bur
gemeester
Tot leden der commissie van bijstand in betrekking
tot het beheer en onderhoud van de wandelwegen,
de beplantingen van straten, wegen en pleinen der
gemeente, de heeren G. T. M. van den Bosch, G.
de Groot Jz. en N. Glinderman. Tot voorzitter is
door Burgemeesteen Wethouders aangewezen, de
heer Mr. H. Boelmans ter Spill, wethouder
e. Tot leden der commissie van bijstand voor de ge
meentelijke gasfabriek, de heeren J. de Lange C.Jzn.
en C. van Buijsen. Tot voorzitter is door Burge
meester en Wethouders aangewezende Burge
meester
f. tot leden der commissie van bijstand voor het ge>
meente-slachthuis, de heeren H. J. Vonk, D. A.
Luiting en N. Glinderman. Tot voorzitter is door
Burgemeester en Wethouders aangewezen, de heer
J. de Wit Dz., wethouder
g. Tot leden der commissie van bijstand in het beheer
van het gemeentelijk pensioenfonds, de heeren N.
Glinderman, J. de Lange C.Jz. en C. van Buijsen.
Tot voorzitter is door Burgemeester en Wethouders
aangewezen, de heer Mr. H. Boelmans ter Spill,
wethouder.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar G. RIPPING, Voorzitter.
20 December 1907. DONATH, Secretaris.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van A1 k-
m a a r brengen ter algemeene kennis, dat heden op
de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan
hen ingediende verzoek met bijlagen van J. N. SMIT,
van beroep winkelier in sigaren, wonende te Alkmaar,
om vergunning tot het oprichten van eene drogerij
van sigaren, in het perceel LAAT, wijk A no. 143
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden
ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling
op Dinsdag 7 Januari e.k., 's voormiddags te elf
uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende
drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en
hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie
dezer gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen
kennis nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
24 Dec. 1907. DONATH, Secretaris.
Wij hebben op den avond van het Algemeen Neder
landsch Verbond uit den mond van den heer Rompel ge
hoord, dat de toestanden in Zuid-Afrika voor het Hol
landsch zoo gunstig zijn als nooit te voren. Voor de
Flollandsche taal wel te verstaan. Doch als zij een
maal gunstig zijn voor de taal, kunnen zij gunstig wor
den voor Hollandsche beschaving, voor Flollandsche
betrekkingen, voor Hollandschen ondernemingsgeest
Dan kunnen van dien gunstiger toestand zoowel het
Hollandsche volk in zijn geheel als de Hollandsche
handelaar profiteeren. Het volk door uitbreiding van
taalgebied, door verhooging van zelfbewustzijn, door
grooter volkskracht en grooter aanzien, de Hollandsche
handelaar door vermeerdering van zijn afzet, door het-
onder gunstige omstandigheden aanknoopen van con
necties enz.
Het is niet gemakkelijk ineens in dien nieuwen ge-
dachtengang te komen. Sedert den Boerenoorlog heb
ben wij Zuid-Afrika min of meer opgegeven. Wij
hebben het hoofd afgewend omdat wij niet langer zien
konden wat ons zooveel leed deed. Het schijnt dat de
tijd gekomen is, waarop wij het hoofd weer moeten te
rugwenden, trachten moeten ons aan te passen aan de
nieuwe omstandigheden en ons (en hun) voordeel zoo
wel in ethisch als commercieel opzicht met die veran
dering te doen. Het schijnt voor nieuwe Nederland-
sche activiteit in Zuid-Afrika het psychologische mo
ment te zijn. Ten minste juist in dezen tijd komen
verscheidene stemmen uit het verre Zuiden tot ons, die
spreken: „Nu of nooit." De kansen zijn thans zoo
gunstig mogelijk.
Nu versta men die roepstemmen wel. Dat. er kans
zou zijn op het tot stand komen van oen Nederlandse!) ij
wereldrijk, o. a. in Zuid-Afrika, of op het oprichten
van een Nieuw Nederlandschen Staat ginds, die met
banden des bloeds en met andere bahden aan ons ver-
bonden zou zijn, gelooft waarschijnlijk niemand. Zuid-
Afrika is Britsch en wil voorloopig althans zeer ze- l:
ker Britsch blijven. En als het niet meer Britsch
zal zijn, zal het niet Nederlandsch willen zijn. Doch
er is nu ginds een sterke strooming voor het Neder
landsch en als men er in slaagt die strooming te ver-
breeden en te verdiepen, dan zal Zuid-Afrika een ge
heel zelfstandige of een onder Britsche suzereiniteit
staande staat worden, waarin het Nederlandschè ele
ment een zeer voorname zoo niet de voornaamste plaats
zal innemen. En van hoeveel belang dit voor ons land
zou zijn, behoeft wel geen betoog.
Men komt dus opnieuw, als voor eenige jaren, tot
Nederland. Ditmaal niet met dezelfde vraag als eeni
ge jaren geleden: „Geef ons geld ter leniging van on
zen schrikkelijken nood." Ditmaal met de vraag
„Steun ons moreel en breid uw relaties in deze richting
uit."
Onder den invloed van de geweldige indrukken van
dien tijd heeft Nederland toen werkelijk iets groots ge
daan. Er is een ongekende opwinding geweest en er is
gegeven nis nooit te voren.
In Zuid-Afrika heeft men die sympathie toen ge
voeld: men is haar nog niet vergeten.
Zal men hier thans in staat zijn de apathie of liever
de groote teleurstelling te overwinnen en metterdaad
meer belang te gaan stellen in de Zuid-Afrikaansche
zaak? Het lijkt eenerzijds zoo gemakkelijk. Er worden
thans geen cadeaux gevraagd. De contributie van het
lidmaatschap van de Zuid-Afrikaansche vereeniging is
voldoende.
Doch er wordt gevraagd zelfoverwinning. Er wordt
gevraagd een zich in daden uitende sympathie, terwijl
er thans niet is het grootsche schouwspel van toen, het
welk bijna dwong tot het betuigen van sympathie. En
die daden van sympathie moeten bestaan eenerzijds in
pogingen om de ethische banden nauwer aan te halen,
anderzijds in een krachtig initiatief op commercieel ge
bied. Er moet gezonnen worden op middelen, die de
familiebanden met Zuid-Afrika weer nauwer aanhalen.
Er moet in de tweede plaats gezorgd worden dat het
intellectueele verkeer met Zuid-Afrika onder het Ne-
derlandsche taalverband grooter en dieper wordt. Doch
ook de commercieele relaties behooren te worden ver
strekt. Er is nu een Nederlandsche Kamer van Koop
handel in Johannesburg, doch overigens is door deu
Nederlandschen handel ginds weinig gedaan. Er is
geen handelsagent, er zijn geen monsterkamers, de Ka
mer van Koophandel heeft onvoldoende financiëelen
steun, wij concurreeren niet, wij maken geen reclame',
wij reizen en adverteeren niet genoeg, onze handelslie
den komen niet zelf kijken en aanpakken, de Zuid-Afri-
kalijn blijft nog steeds een vrome wensch.
Nu treffen deze verwijten niet uitsluitend den han
del. Wel degelijk heeft de gewone Nederlandsche geld
belegger groote schuld, die zijn papier vaak belegt in
ondernemingen, waar Hollandsche ooren en oogen
verre zijn. Hij heeft dan tenminste geen kans het in
het Hollandsch te hooren, indien de zaak slecht is, en
kan eventueel in het gevolg van groote buitenlandsche
speculanten winnen of.verliezen. Merkwaardiger
wijze is de voorzichtige Nederlander het minst voor
zichtig bij zijn geldbelegging, waarvoor hij het verre
buitenland meer vertrouwt dan de nationale onderne
mingen.
Nu is het waar onder het mom van verheffing der
nationaliteit worden vaak twijfelachtige zaken gelan
ceerd. Doch die uitzonderingen behoeven geen regel te
zijn. Het moet toch ook mogelijk zijn, dat soliede per
sonen soliede Nederlandsche zaken in het buitenland
beginnen en zoo hun landgenooten de grootst mogelij
ke waarborgen geven, grooter waarborg dan onbekende
Russen of onbekende Amerikanen.
Welnu in deze richting werke men. In deze rich
ting is dubbele winst te behalen, winst voor de eigen
onderneming en winst voor de nationale zaak.
En waar het psychologische moment thans schijnt te
zijn gekomen, getuige men opnieuw evenals voor enkele
jaren, uiterst voorzichtig maar ook zeer beslist.
Be heer Woltjer pleitte voor de bevordering van
het bijzonder onderwijs in Indië. Meer scholen, meer
subsidie en mepr liefde hij den inlander en zulks in
het belang onzer schoone bezittingen.
De Minister van Koloniën (de heer Fock)
beantwoordde verschillende sprekers. Dankend voor
de hulde hem gebracht. Spr. beantwoordde daarna
de gemaakte opmerkingen. Ten aanzien van het opium-
misbruik, zette spr. uiteen, dat het gebruik minder erg
is dan alcoholmisbruik. Krasse beteugeling is beter
dan absolute verbodsbepalingen, die toch overtreden
worden. Daarna beantwoordde spreker de door de
heeren Hovy en Woltjer gemaakte opmerking, ont
kennende, dat de regeering er iets tegen zou hebben,
dat inlanders Christenen worden. Ten aanzien der
progressieve belasting, sloot spr. zich aan bij de warme
verdediging srede van den heer Van Nierop en hoopte
diens deskundigen opmerkingen te overwegen.
Na een enkel woord van repliek werden de alge
beschouwingen gesloten. De begrooting werd daarna
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Eveneens
een rij van ontwerpen, o.a. de begrooting van Suri
name de Surinaamsche geldleening op korten termijn
de begrooling van Cura9ao den aankoop der collectie-
Six (melkmeisje)het Salaris wetje voor onderwijzers,
de begrooting der algemeene landsdrukkerij en de
staatsbegrooting voor 1908, hoofdstuk 1 (huis der
Koninging) en 7a nationale schuld en de Middelenwet.
H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der
Nederlanden hebben op den eersten Kerstdag des na
middags om 41/2 uur in de balzaal van het paleis
aan den Kneuterdijk, waarin fraai versierde Kerst-
boomen waren opgesteld, aan ruim 100 kinderen van
6 tot 12 jaren van het dienstpersoneel Kerstgeschen
ken uitgereikt, bestaande uit speelgoed en versnaperingen.
Deze feestelijkheid, waarbij ook de chefs van de de
partementen der koninklijke hofhouding en de ouders
der kinderen tegenwoordig waren, werd voorafgegaan
en gevolgd door een Kerstlied (Kerstzang, woorden
van dr. Laurillard, muziek van C. A. Wulffraat) ten
gehoore gebracht door een dameskoor.
Aftreden van het Kabinet.
Met zekerheid kan worden gemeld, (zooals een tele
gram, door ons te laat ontvangen om nog op te nemen,
reeds mededeelde), dat het ministerie bij brief van
24 dezer collectief ontslag aan de Koningin heeft
aangevraagd.
Naar men meldt is het verslag der Staatscommissie
voor de gemeentefinanciën heden aan H. M. de Koningin
verzonden.
Voortgegaan is Dinsdag met de behandeling van de
Indische Begrooting.
D<s heer Van den Biesen drong aan op krach
tige bestrijding van het opiumkwaad.
De heer Rahusen, hoewel goedkeurende dat
noodbelastingen op verschillende producten, als suiker,
tabak, enz., vervangen worden door eene inkomsten
belasting, opperde bezwaren tegen de wijze, waarop
deze belasting is geregeld daarbij vooral opkomende
tegen het toepassen van progressieve heffing ten aan
zien van Naamlooze Vennootschappen.
De heer Van der Does de Willebois be
pleitte uitbreiding van het zoutbriquettenstelsel.
De heer Hovy verzocht de Regeering in overleg
te treden met de kerkbesturen te Batavia, om een
einde te maken aan den toestand van verwarring op
zendingsgebied
De heer Van Nierop oordeelde zeer wenschelijk
eene progressie belastingheffing op de Indische Naam
looze Vennootschappen. Bij het toepassen daarvan had
men echter naast de inkomstenbelasting eene speciale
belasting op de Naamlooze Vennootschappen moeten
maken.
UIT DE PERS.
De Kabinetscrisis.
De N. Rott. Ct. betoogt dat er niets anders op zit
dan dat de partijen, die het Kabinet tot heengaan
noopten, zeiven het bewind over gaan nemen, hetzij
gezamenlijk, hetzij sommigen van hen. „Evenwel, aan
een vereend optreden van mr. Heemskerk met mr.
Troelstra, schoon dit de meest constitutioneele oplos
sing der crisis zou zijn heeft niet de heer Heems
kerk ons herhaaldelijk geleerd, dat wie samen streden,
ook samen een Kabinet moesten weten te vormen
is niet te denken. Dus blijft het woord aan de
verbondene antirevolutionaire en roomsch-katholieke
partijen alléén. En onder hen is, dunkt ons, mr.
Heemskerk het eerst aan bod.
Die eisch is zwaar, zult gij zeggen. Zeer zeker, doch
geenzins te zwaar. Indien men aan eene oppositie
partij als voorwaarde mag stellen en dat moet men
in een constitutioneel geregeerd land doen dat hare
oppositie voortspruit uit een beginsel van regeering,
dat in hare oppositie niet bloot een afbrekend, doch
vooral een opbouwend vermogen vervat is, dan mag
verondersteld worden, dat zij, zoo niet begeerig, dan
toch bereid is, de taak van het door haar overwonnen
Kabinet over te nemen.
Eu over te nemen met de Kamer, gelijk die er is.
Reeds werd er, toen nog de voorzitter der Kamer zijn
stem over de oorlogsbegrooting amper uitgebracht
had, in de pers van gesproken, of het nu niet eens
geprobeerd worden kon, door eene Kamerontbinding
uit de politieke impasse te geraken. Later werd zelfs
verzekerd, dat in het ministerie zelf aan zoo iets
werd gedacht. Wij hebben dat voor een „canard"
gehouden, dien men het best doet, maar zonder een
schot te losseD, de vlucht in de vrije ruimte te laten
Eene ontbinding om de ontbinding van een Kabinet
tegen te gaan! Het zou eem»yoorbeeld zijn van eene
speculatieve politiek, als wij sedert de dagen van het
ministerie-Heemskerk (vader) niet meer beleefden en
ook wel niet meer zullen beleven. Kamerontbinding
is niet in het leven geroepen als een gewoon middel
van regeering, om aan een Kabinet, dat over eene
meerderheid in de Kamer niet kan beschikken, eene
meerderheid te verschaffen. Trouwens, wie oprecht
de belangen van het land wil behartigen, zal er niet
aan kunnen denken, op dit oogenblik voor eene alge
meene verkiezing de verantwoordelijkheid op zich te
nemen. Dat werd de volkomenste verwarring.
Maar dat geldt voor elk Kabinet, welk ook, dat
thans op het Binnenhof zijne intree zal doen. Zoo zal
dus mr. Heemskerk of wie hij er voor schuift
het moeten verkroppen, dat hij zonder meerderheid
voor de Kamer zal staan en het moeten afwachten
of soms boontje om zijn loontje zal komen'.
Wij wenschen den toekomstigen kabinetsformateur
meer dan de „gedempte blijmoedigheid" toe, waarmee
de minister Van Rappard het votum over zijne be
grooting tegemoet ging
GEMENGD NIEUWS.
De moord te Erica.
Omtrent den moord te Erica meldt men nader het
volgende: Zondagavond was het café Stout vol bezoe
kers, toen twist ontstond tusschen den 22-jarig'en W.
P. en den 20-jarigen P. Bekelaar, beiden wonende onder
Erica. De ruzie liep zoo hoog, dat P. naar de keuken
snelde en van daar met een mes terugkwam, waarmede
hij B. een diepe wonde in het dijbeen toebracht, welke
zoo ernstig was, dat de getroffene 10 a 15 minuten na
de verwonding aan verbloeding is overleden. De dader
is in arrest gesteld, doch heeft nog niet bekend. Oor
zaak van deze droeve zaak is alweer misbruik van ster
ken drank.
Plet is een, vooral onder studenten, bekend verschil
dat prof. Pel bij het onderzoek van zijn patiënten een
lichten, prof. Rotgans een zwaren percussiehamer ge
bruikt.
Eens op het college van prof. Pel.werd naast -
an geheid. d'r moest een huis komen.
Prof. Pel begint het onderzoek van een patiënt, te
midden der respondeerende studenten.
Daar begint de hei-machine buiten te werken, met
haar dreunendboemboem
„Pleeren," zegt prof. Pel, zijn hamer latende zak
ken „we zullen even wachten tot collega Rotgans
klaar is(Hbld.)
Aan de fabriek der vennootschap Verwer wordt rus
tig doorgewerkt, terwijl bij het aan- en uitgaan der
verschillende fabrieken niets bijzonders voorvalt.
Een zestal rijksveldwachters zijn weer naar hunne
standplaatsen vertrokken.
In den loop der vorige week werd te Maastricht ze
kere S„ een Duitschei-, werkzaam als machinist op de
fabriek „De Phoenix" in het Bosscherveld, door de ma
rechaussee aangehouden en in verzekerde bewaring ge
steld, daar men vermoedde dat hij zich ten nadeele dier
fabriek schuldig gemaakt had aan diefstal van kope
ren kranen, lood enz. In den nacht van Vrijdag op Za
terdag, circa 121/2 uur gelukte het hem evenwel uit de
cel in marechausseekazerne te ontvluchten. Hij wist
zich tegen het traliewerk op te werken, en zijn lenig
lichaam er door heen te wringen. Daarna liet hij zich
door middel van een langen reep, aaneengeknoopt van
stukken der wollen dekens, naar beneden zakken, tot
op den grond. Deze afstand bedraagt 14 M. Direct
nadat de vlucht ontdekt was, werd de heele brigade
mobile verklaard, en binnen het uur had men dep.
vluchteling weer te pakken, vlak bij zijn woning, waar
hij in de armen der wachtende marechaussees viel. Ste
vig geboeid werd hij nu voor den tweeden keer opge
sloten. Hij heeft een volledige bekentenis afgelegd.
VL. K.)
Een lafaard.
Te Amersfoort schopte de geleider van een honden
wagen, W. v. P., wonende aldaaa* één der beide honden,
welke vóór den wagen gespannen was herhaalde malen
op zoodanige wijze met zijn klomp in de zijde en onder
den buik, dat ten gevolge van dat schoppen het dier
na circa een kwartier bezweek.
Van deze verregaande mishandeling is aangifte ge
daan. (N. Amersf. O.)
Baldadige werklieden.
Aan de buckskinfabriek der firma Robert von der
Nahmer te Stratum bij Eindhoven kwam de patroon
Dinsdagmorgen bij het overtrekken achtereenvolgens
bij drie stukken tot de ontdekking, dat deze met een
scherp werktuig door en door waren ingekorven. Een
door de firma ingesteld onderzoek leidde tot niets,
waarop geheel het personeel, een honderd man, is
ontslagen. De rijkspolitie stelt hedennamiddag een
nader onderzoek in. De fabriek blijft gesloten tot dat
er meer licht over de zaak is opgegaan. Het werk
volk vindt den maatregel der firma gerechtvaardigd
en alles is rustig. De hoofdbesturen van St. Severus
en Unitas zijn door de firma van de zaak verwittigd.
Te Schiedam trof een slagersjongen die met een
mes in den zijzak van zijn jas wat vlug een hoek om
liep, den brandersknecht H. V. met dat mes juist in
lies. De getroffene overleed, ondanks geneeskundige
hulp, vrij spoedig na het ongeval.
Door onvoorzichtigheid.
Te Helwerd wilde de vrouw van don arbeider W.
d. R. eens bij haar man zien, terwijl deze werkzaam
was met een braakmachine. Zij kwam te dicht bij
het vliegwiel en bezeerde zich hevig. De neus was in
tweeën gespleten bovendien kreeg ze nog ernstige
verwondingen aan den rechterarm. De vrouw is naar
het diaconessen huis te Leeuwarden vervoerd. Men
vreest, d.it ze ook nog een der oogen zal verliezen.
Een waakhaan.
Iemand te Boschkapelle bezit zulk een rariteit.
Doet overigens deze haan wat des haans is, bovendien
houdt hij een waakzaam oog op den voorbijganger.
Wil deze het erf betreden, dadelijk is het beest hij
de pinken den bezoeker den doorgang te betwisten.
Met opgezette halsveeren schiet hij onmiddellijk toe
en stelt zich in gevechtspositie. Met zijn scherpe
sporen en dito bek hakt hij er op in, zorgvuldig de
schoppen en slagen ontwijkend van den aangevallene.
Menige leurder en koopman moest onverrichter zake
verder gaan, omdat deze gevederde waakhond hem
den toegang tot het huis belette.