DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 7 Honderd en tiende jaargang. DONDERDAG 9 JANUARI. Gevonden Voorwerpen. BINNENLAND. 1908 Waar dakloozen slapen Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. 4) (Op expeditie in de hoofdstad.) Tweede Kamer. De Kabinetscrisis. Huldeblijk van Nederlandsch-Indië. Erfgoolersquaestle. Verandering van uniform. Dankbare koetsiers. Verduistering. In de haverkist. Van Wieringen. ALKMAARSCHE COURANT. Te bevragen aan het Politiebureau van 9—12 uur. Twee broche's, een dameshorloge, twee rozenkran sen, een paar schaatsen, een lantaarn, een spoorstok, een handschoen, een huissleutel, een kinderzak, een hondje, een oorbelletje, een portemonnaie met eenig geld, een ring met sleutelseen prikslee en een armband. Alkmaar, De Commissaris van Politie 8 Jan. 1908. W. Th. van GKIETHUIJSEN. ALKMAAR, 9 Januari. In den staat Kentuckie heerscht een tabaksoorlog. Er is een groote tabakstrust gevormd door de koopers, die almachtig is, die den geheelen handel beheerscht en die o. a. de prijzen vaststelt, welke zij wenschV te te besteden. De planters weiden hiervan natuurlijk in de eerste plaats de dupe. Zij konden van hunne door de trust bepaalde! inkomsten niet leven en na men daarom maatregelen tct verweer. Zij verbonden zich de tabak niet onder een bepaalden prijs te verkoo- pen(, doch in dit geval zooals vaker waren de producenten minder goed te organiseeren als de afne mers. Sommigen van hen wilden van deze beweging niets weten, anderen hadden geld noodig en waren daarom wel genoodzaakt hun tabak aan de trust te verkoopen. Deze planters waren dus wat men bij an dere verhoudingen „onderkruipers" pleegt te noemen. Zij werden als zoodanig behandeld neen, veel erger nog. 's Nachts reden er vermonde ruiters Princeton (een stad met verscheiden duizenden inwoners) binnen, die de- hoofdkwartieren der politie bezetten en der brandweer, de telegraaf- en telefoondraden vernielden, twee tabakspakhuizen met dynamiet gedeeltelijk in de lucht lieten springen en vervolgens in brand staken. Om de inwoners bang te maken, vuurden ze af en tce salvo's af. Vervolgens was Hopkbinsville aan de beurt, waar een vijfhonderd van die nachtelijke ruiters ver schenen, en waar pakhuizen met voor Aeer dan een half millioen gulden tabak in brand gestoken werden. Zelfs groote steden als Paducah en Lexington en zelfs Louisville liepen gevaar, terwijl de overheid machteloos scheen tegenover de sterke benden. Niet alle planters die tegen de trust ageeren, billij ken deze methode. Er zijn er, die langs meer vredelie- venden weg een toenadering zoeken en „witte ruiters'' uitzenden, welke overdag de planters bezoeken en trachten hen voor de boycott te winnen. Een nacht in het Buitengasthuis. Het eerste wat Dirk had moeten doen, was een kaai t voor het asyl zien te bemachtigen bij de politie. Bij informatie was hem gebleken dat de kaarten niet vóór zeven uur werden verstrekt. Om even voor zeven stond hij voor het politiebureau Raampoort bij de Marnix- straat. Reeds wachtten daar acht zwervers, eveneens op een kaart. Eén voor één moesten de mannen bin nenkomen. Dirk plaatste zich handig op no. 2 maar jawel! dat werd niet toegestaan. JTij was het laatst gekomen en moest achteraan staan. Met de eer ste vier ging het vrij vlot. No. 5 was echter iemand die door de politie gezocht werd hij liep in den val en werd aangehouden. Dat was eén oponthoud van 23 minuten. Eindelijk was dan de beurt aan Dirk bij kreeg zijn kaart en liep zoo snel hij kon naar de 2de Constantijn Huygensstraat. Op 't Overtoom kwamen hem drie mannen achterop, die op een draf liepen. Eén van dezen kwam voor. Het werd een hardlooperij op den openbaren weg om een slaapplaatsMet krachtig spurten gelukte het Dirk toch nog als nummer één bij het portiershek aan te komen. In het gangetje waar we ook den vorigen avond ons hadden aangemeld (een ruimte van pl. m. 2 bij 4 M.) en in een daaraan gren zend waehthokje (pl. m. 4 bij 4 M.) wachtten 60 man. Dirk kreeg een nummertje (56) en voegde zich bij de wachtenden. Het was een zonderlinge verzameling. Daar was een oude man van 14 jaar, die den vorigen dag van Amers foort naar Amsterdam was komen loopen althans dat zei-ie. Hij was evenals wij toen te laat geweest om hier te overnachten en had evenals wij alweer op een politiebureau geslapen. Ook was er 'n zekere Klaas, een zwerver van zoo wat 50 jaar, die nogal praatlustig was en met allerlei grap pen zichzelf en anderen den tijd kortte. ,,'k Wou maar dat ik kapot ging zóó is 't geen le ven," zuchtte er een tusschen de aardigheden var- Klaas door. In een hoek waren een paar mannen bezig schoenen te verkoopen. De koop werd gesloten voor 60 cent. Die zaten er dus nog al goed bij Dan was er nog een zekere Arie een klein man netje, met Engelschleeren broek en trijpen pantoffels aan. Hij was nu drie dagen in Amsterdam maar was er geen vreemde. Nog pas had hij een reis gemaakt te voet van Amsterdam naar Antwerpen. Dirk nam quasi een pruimpje en dadelijk solliciteer den verscheidene om een hapje. Drie kregen een mond je vol, maar toen zei Dirk: „Ho, ho ik ken dé heele boel hier niet bedienen." Het geval is merkwaardig, vooral wijl het geschiedt in het democratische Amerika, waar dergelijke machts misbruiken oven herhaaldelijk voorkomen van de zijde van de breede lagen van het volk als van het groote le ger der ambtenaren. Er schijnt in Amerika nog veel over te zijn gebleven uit den veroveringstijd, toen enkel en alleen het recht van den sterkste gold onder de oor spronkelijke blanke bewoners, de landverhuizers. Ei is bovendien in deze uitspattingen iets terug te vinden van het mooie principe, dat overigens in Amerika zoo veel goeds tot stand brengtself-help. Zelf denken, zelf doen het is een heerlijk beginsel, dat aanspoort tot krachtige daden, dat een prikkel vormt, welke bij de hedendaagsche verslapping en ver weekei ijking geens zins overbodig mag heeten. Maar men diijve het niet op de spits en men betrede met dit principe niet als in dividu het gebied van recht en wet. Doet men dit, dan wordt de Amerikaansche redeneering van kracht: wij burgers zijn de eenige macht in den staat; wij dra gen ons bestuur en onze wetgeving op aan een zeker aantal personen en wanneer die niet voldoen aan onze wenschen, dan nemen we de macht weer aan ons e.i doen wat ons goed cn recht dunkt. Het verwerpelijke en onhoudbare van deze redeneering behoeft niet na der te worden aangetoond. De praktijk leert haar vol doende. Ten overvloede wijzen wij op de lynchwet, op het rechtspreken of wat zij althans daarvoor hou den der burgers, wanneer een vonnis der justitie niet uitvalt overeenkomstig de meening van het volk. Zooals men weet leidt deze onbeschreven wet tot het bestormen van gevangenissen en het vermoorden op verschrikkelijke wijze en in het openbaar van beschul digden. Zoo is de konsekwentie der slechte toepassing- van een mooi principe. En het komt er weinig op aan, of mooie beginselen op verderfelijke wijze worden toege past in een democratischen, dan wel in een autocrati- schen staat. De Minister stelde gisteren in het licht, dat men slechts te kiezen heeft tusschen goedkeuren van de additioneele akte in Augustus te Brussel gesloten, of Engeland te zien uittreden uit de Conventie. Hoewel bij de Regeering volstrekt geen ingenomen heid bestaat met de wijziging in de Conventie van 1902 gebracht, stelt de Regeering toch, evenals andere Staten, prijs op het behoud van Engeland in de Conventie. Hier en daar namen anderen stiekum een pruimpje op oogenblikken dat zij dachten dat niemand naar hen keek. Klaas vertelde intusschen eens met 800 mark in Hamburg aangeland te zijn van een lange zeereis. Toen was-ie aan de zwier gegaan met een Deensche. In veertien dagen was 't geld er doorgejaagd. „Allemaal eigen schuld," zeiden een paar wijsgeeren en daar was men 't algemeen over eens. Een klein mannetje, met ernstig gezicht, een goeie veertig jaar op den gis, had vroeger in Friesland groen ten gevent. Hier wou hij dat wel weer probeeren, maar 't ging niet zonder kapitaal. „Was jij maar stil in Friesland geblevenzei Dirk. „Ja mööi praten heb jij 'k had immers geen thuis m'n moeder is dood 'k ben een wèès." Een man van over de veertig, die zich wees ge voelt 't Werd zoo benauwd in 't kleine hokje dat Dirk even naar buiten ging om een luchtje te scheppen. Het was een heerlijk-vredige avond. Om het oude gebouw was alles stil en van verre klonk alleen het ge- draisch van het stadsleven. Toen waren er orgeltonen over het pleintje komen ruischen en gezang van zachte vrouwenstemmen: „Stille nacht, Heilige nacht." 't Waren de pleegzusters op de kinderzaal. „Jij zit daar ook niet goed 't Was een ruwe stem van een der wachtenden in 't gangetje die het mooie moment verstoorde. Dirk ging naar binnen. Een scheerbaas kwam degenen die hier voor het eerst sliepen, knippen. De „barebox" (zoo werd hij genoemd) nam een ouden man onderhanden. Ook mijn vriend zou geknipt wor den, doch nadat hij beweerd had „dat het zuiver was." hetgeen bij onderzoek waar bleek te zijn mocht hij zijn haardos behouden. Eindelijk werd no. 56 opgeroepen en hij begaf zich naar achteren. Eerst echter had hij zijn schoenen moeten uittrek ken die werden weggebracht, terwijl zijn kleeren in een zakje werden gestopt dat ook het nummer 56 droeg. Hij stond nu voor de badkamer de deur ging open, een man in een flanellen hemd dat tot de voeten reikte met lange mouwen trad naar buiten en hij kon binnen- gaan. Terwijl nu een aanvang werd gemaakt met het was- sclien, kwam een heer binnen, die de leiding van het nachtastyl had, en vroeg „Is hij zuiver?" „Ja, dat is goed," zei de badman. „Waar heeft u 'de vorige nacht geslapen „Bij de politie." „Hm! Bij de politie daar is het niet altijd zuiver De Minister stelde voorts in het licht, dat aan certificaten van oorsprong wel waarde is te hechten. Schade is er in geen geval van te duchten. De Minister er op wijzende dat van de sombere voorspellingen van vroeger, dat door overstrooming met Russische suiker onze suiker-industrie, indien zij niet beschermd werd, te niet zou gaan, niets is uit gekomen, en integendeel zelfs de invoer is verminderd, deed uitkomen, dat, aangezien er van noodtoestand geen sprake is, voor de Regeering absoluut geen reden bestond tot surtaxe-heffing over te gaan. Uit volle overtuiging adviseerde de Minister tot goedkeuring van het ontwerp. Na eenige replieken is het wetsontwerp aangenomen. De vergadering is daarop tot nadere bijeenroeping verdaagd. Men seint uit Den Haag aan de N. Tilb. Ct., waar van het Tweede Kamerlid Arts uitgever is, dat het bericht van het Haagsche Correspondentiebureau over de bijeenkomst van vijf Katholieke Kamerleden met mr. Heemskerk en Kuyper alleen in zooverre j uist is, dat in het hotel „de Twee Steden" in den Haag een bijeenkomst is geweest van den voorzitter der anti revolutionaire Kamerclub, mr. Heemskerk, met eene commissi© uit de Katholieke Kamerclub, bestaande uit de heeren mr. Kolkman, voorzitter, en de heeren mr. Loeff, mr. Yan Nispen en dr. Nolens. De bijeen komst had ten doel de hiersecktkwestie te bespreken en dr. Kuyper was daarbij uitgenoodigd. Maar met de vorming van een nieuw Ministerie stond deze bij eenkomst in geen verband hoegenaamd. Door de commissie voor het huldeblijk van Neder landsch-Indië aan H. M. de Koningin, werd ter Ilarer Majesteits beschikking gesteld het batig saldo van de bijdragen voor dit doel geschonken. Hare Majesteit heeft besloten dit bedrag aan te wenden tot oprichting van een gasthuis voor behoef tige ooglijders van alle landaarden te Bandoeng. Het hoofdbestuur van de nieuwe partij der erfgooiers heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met het ver zoek, het rapport, dat door éene commissie uit de Kamer is uitgebracht omtrent het optredbn der politie in de erfgooiers-quaestie, ten spoedigste in behandeling te willen nemen. GEMENGD NIEUWS. De uniformen van de ambtenaren van de staats spoor zullen binnenkort een geheele verandering on dergaan. De stationschefs le klasse krijgen op de zwart zijden fluweelen band 2 zilveren biezen, waar- dan moet u nog maar een goede beurt hebben." Volgde een wassching van het hoofd en een inwrij ving met spiritus, ook onder de armen, 't Begon he vig pijn te doen én te steken, doch de badman beweerde dat dat wel goed was. Na de wassching kreeg hij alleen een lang flanellen hemd aan, terwijl ook zijn onder goed in het bovenbedoelde zakje werd gelegd. Met een paar sloffen aan werd hij daarop in een groote zaal toegelaten, de slaapzaal. Hier stonden aan beide zijden 15 ledikanten ijze ren ramen waartusschen strak gespannen zeildoek. In het midden waren lange tafels geplaatst met banken voorzien van leuningen. Een aangename warmte had er in het vertrek geheerscht, zoodat het zitten in de zaal ondanks den steenen vloer (van rood-gebakken te gels) niet onaangenaam-koud was geweest Aan de tafels zaten nog drie mannen te eten, terwijl de anderen zich reeds ter ruste hadden begeven. Ook Dirk kreeg brood, twee dikke sneden goed tarwebrood, netjes op een bordje met een weinigje boter er op, be nevens een groote kom koffie. Na den maaltijd keek hij eens rond naar zijn bed. Alle legersteden waren genummerd, doch het nummer 56 zag hij niet in de zaal. Een trap leidde naar boven naar een galerij waar nog meerdere ledikanten ston den. Hier vond hij no. 56. Het was geheel gereed een kussen met sloop aan het hoofdeind, twee dekens (een molton eii een donkere wollen) waren opgeslagen. Het had daar zeer goed gelegen. 't Was omstreeks zes uur toen geroep klonkopstaan mannen. Eerst alweer gegaap en gerek, toen kwam de een na den ander overeind. De zakjes, waarin de eigen kleeding, werden bij de bedden gebracht en allen trok ken hun plunje aan. Men moest de dekens opvouwen en kon zich daarna naar beneden begeven, waar gele genheid was zich te wasschen bij groote geëmailleerde waschkommen. Er was niet ^oor ieder een eigen hand doek, maar water was er in overvloed. Dus verfrischt begaven allen zich aan de lange ta fels, terwijl zij die hier geen plaats meer vonden op dt ledikanten gingen zitten. Het ontbijt bestond weer uit tarwebrood en koffie. Voor men echter mocht beginnen, werd een kapittel uit den Bijbel voorgelezen. Onder 't eten werden kaartjes uitgereikt, welke recht gaven op een gratis maaltijd tusschen twaalf en twee uur in de volksgaarkeuken in de Haarlemmer Houttui nen. Daarop kregen allen schoenen en petten en begon de uittocht. Gratis logies, gratis voeding, goede ligging, vriende lijke behandeling, reinheid -kan het mooier? Nieuws gierig naar wat meer bijzonderheden heb ik eenige da gen later bij de directie verdere inlichtingen gevraagd, die welwillend werden verstrekt. De eerste vraag was wat was de aanleiding tot tusschen een zilveren band van 1 c.M. breedtede adjunct-chefs twee zilveren biezen in plaats van één de eerste stations-assistenten en stations-assistenten een zilveren biesagenten op de stations en contro leurs drie zilveren biezeneerste goederenklerken, goederenklerken en commiezen twee. Verder de ad junct-commiezen, klerken-telegrafist en surnumerairs allen één zilveren bies. De koetsiers die Vrijdagavond te 's-Gravenhage ge profiteerd hebben van de hun door de Koningin ver strekte warme dranken, hebben den volgenden dag het volgende adres gericht aan H. M. de Koningin „Geven met den meesten eerbied te kennen onder- geteekenden, koetsiers te dezer stede, dat zij gisteren avond na het vervoer van de vele gasten naar l w paleis ten zeerste werden verrast door het ontvangen van warme chocolade en koffielangs dezen weg brengen zij Uwe Majesteit hulde en dank voor deze door ons zeer gewaardeerde dranken." Volgen de handteekeningen van de koetsiers der stalhouderijen. Een bediende van de firma D. B., in manufacturen uit den Haag, werd Maandagmiddag met een couvert, inhoudende f 400 aan bankpapier, ter bezorging ge zonden naar de firma v. K., op de Bierkade. Hij keerde niet naar zijn patroon terug doch in den laten avond ontving deze een briefkaart, hem meldende dat het couvert verloren was. De zaak werd door de politie onderzocht en het mocht den rechercheur A. B. F. J. Hijkoop gelukken den bediende aan te houden aan het spoorwegstation op 't oogenblik dat hij naar Rotterdam wilde vertrekken. Het grootste gedeelte van het vermiste geld werd op hem gevonden. De bediende is in verzekerde bewaring genomen. De paardenknecht aan de mestplaats der gemeente reiniging te Deventer had in de vroegte een allerzon derlingste ontmoeting. Toen hij n.l. de paarden voeder wilde geven, vond hij in de haverkist een man liggen te slapen. Nadat de politie was gewaarschuwd, haalde deze den vreem den sinjeur te voorschijn, Waarna bleek, dat het een zwerver wasdie's avonds geen onderdak heb bende, in den stal was geslopen. Nadat voldoende was gebleken, dat de man geen booze plannen heeft gehad, is hij weder op vrije voeten gesteld. Voor het eerst sinds onheugelijke jaren is thans ook op het eiland een geval van inbraak voorgekomen. Bij afwezigheid van de bewoners P. F. K. is bij hen het tot stand brengen van het asyl? In hoofdzaak klachten van de politie. Op alle pos ten meldden zich avond op avond de dakloozen bij tien tallen aan. Zij werden opgenomen, mochten slapen op banken, kregen geen voeding en. verontreinigden de bureaux. Om daar nu een eind aan te maken, besloten een aantal heeren nachtasyl op te richten. Er werd een vereeniging „Hulp voor onbehuisden," gevormd, welke werd goedgekeurd bij het Kon. besluit van 30 Augustus 1904, met het doel in de gemeente Amsterdam aan hen die van huisvesting verstoken zijn, tijdelijk onderkomen en zoo mogelijk verdere hulp te verleenen tot het voor zien in eigen onderhoud. Niet alleen nachtverblijf wordt verschaft, doch wan neer het aan mannen die in Amsterdam kwamen om werk te zoeken, na enkele dagen nog niet gelukt is eenigen arbeid te vinden, kunnen zij opgenomen worden in een werkinrichting van de vereeniging. Aan den hoofdcommissaris van politie zijn kaarten verstrekt, die deze weder afgeeft aan alle posten. Tot het getal 60 mag iederen avond kaarten worden afge geven en op die wijze wordt voorkomen dat zoovelen op de politiebureaux slapen. Kaarten worden gegeven aan ieder (tot 't getal 60) die zich aanmeldt tusschen 7 en 101/2 uur 's avonds, die niet onder den invlo»d van sterken drank verkeert, zich wil laten baden bij aankomst en zijn kleeding wil uittrekken, welke in den nacht wordt uitgestoomd. Rein krijgt men dus 's mor gens zijn kleeren weer terug. Wanneer de mannen na drie nachten logies en drie dagen van vergeefs zoeken naar arbeid nog geen werk hebben gevonden, dan wordt hun door de vereeniging werk aangeboden. Dan is het gratis verblijf in het asyl geen aalmoes meer. Zoodra zij eenigen tijd in de werkinrichting hebben vertoefd, wordt door do vei- eeniging getracht hen in de maatschappij terug te voe ren wat heel dikwijls gelukt. En de resultaten? In 1907 tot 1 October werden door de vereeniging 2103 mannen aan gratis nachtver blijf en voeding geholpen, waarvan ongeveer 50 doortrekkende werkzoekenden. De meesten gingen weer de stad uit. 926 bleven gaarne in de werkinrichting en genoten 22387 werkdagen. De meester, die daarvan heengingen werden aan weik geholpen in de maat schappij anderen begaven zich naar Duitschland. Van October tot November werden 400 man in het asyl opgenomen. Of zulk een asyl ook noodzakelijk is! En de directie is alweer bezig met nieuwe plannen uit te werken, 't Getal 60, dat iederen dag opgenomen wordt, blijkt te klein - uitbreiding der inrichting wordt beraamd. Ook zal waarschijnlijk in afzienbareu tijd een dergelijk asyl voor vrouwen en kinderen wor den geopend, waarvoor de lokaliteit reeds gevonden is! Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1