DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
In het duister der Gemeentelinann.
No. 15.
Honderd en tiende jaargang.
1908
ZATERDAG
18 JANUARI.
HONDENBELASTING.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone adverfentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Er wordt b. v. gevraagd of wel overal voldoende
schoolgeld wordt geheven en of men niet in sommige
gemeenten te ruim is in het kosteloos toelaten van leer
lingen op scholen. Het percentage van de kosteloos
toegelaten was in het onderzochte jaar het rapport
Botercontröle-Stations.
Nederland België.
Dierenbescherming.
Bruidstoet op het ijs.
Gasverstikking.
Auto-ongeluk.
Het Ghildenfeest te Franeker.
De „Turbo."
Het pachtcontract.
Uit Schermerhorn.
Koolvervoer In den winter.
ALRMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTEE en WETHOUDEES van Alkmaar
brengen in herinnering, dat volgens de op 20 September
1882 vastgestelde verordening op de heffing eener belas
ting op de honden, ieder eigenaar, bezitter of houder
van een of meer aan de belasting onderworpen honden
verplicht is, daarvan jaarlijks vóór 31 Januari ten kan
tore van den .gemeente-ontvanger aangifte te doen.
Die aangifte geschiedt door de inlevering van een
behoorlijk ingevuld en door den belastingschuldige
onderteekend biljet, kosteloos san dat kantoor ver
krijgbaar.
De betaling der belasting geschiedt dadêAijk bij de
aangifte tegen kwitantie en afgifte van een penning,
onverminderd het recht, om, zoo de aangifte onjuist
bevonden wordt, herziening te doen plaats hebben.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
10 Jan. 1908. DONATH, Secretaris.
L. 1. Zaterdag hebben wij een zeer kort en algemeen
overzicht gegeven van het eigenlijke verslag van de
Staatscommissie voor de Gemeente-financiën, gelijk
het door de gewijzigde commissie volgens de gewijzigde
regeeringsopdracht is vastgesteld, terwijl wij thans ge-
wag hebben gemaakt van de nota's van verschillende le
den dier commissie, welke achter het eigenlijke verslag
zijn afgedrukt.
Behalve het eigenlijke verslag en de nota's bevat het
geelboek der commissie echter nog twee bijlagen, die
als een merkwaardige poging tot een wvgelijkende stu
die van de financiën der Neder) andsche gemeenten over
een gegeven jaar alleszins de aandacht verdienen.
Het zijn twee rapporten van subcommissies, uitge
bracht achtereenvolgens over den fimmtiëelen toestand
der groote en over dien van vt -schillende kleinen ge
meenten.
Die rapporten steunen op een uitgebreid onderzoek,
ingesteld naar den gel del ij ken toestand van meer dan
300 gemeenten in een gegeven jaar en de commissie
zegt daarvan, met een voor staatscommissie verslagen
ongewoon romantischen stijl: „liet aldus verzamelde
beekdeelen omvattende materieel, is in onderscheidene
overzichten gegroepeerd, in statistieken verwerken in
vergelijkende tabellen samengevat.
•Er is dus een zóó breedvoerig vergelijkend onderzoek
naar de financiën der Nederlandsche gemeenten inge
steld. als nog zelden of nooit zal zijn geschied. En wat
is toch weer het eerste resultaat, waartoe deze commis
sies komen? Dat zelfs de commissie, die den toestand
der grootste 8 gemeenten onderzoekt, op bezwaren
stuit, dat de invulling der staten niet in al die gemeen
ten op dezelfde wijze heeft plaats gehad, en dat de
afgesloten rekeningen van de verschillende gemeenten
een grondslag voor vergelijking niet kunnen vormen.
De commissie oordeelt de „inrichting der gemeente-
begrootingen en rekeningen geheel onvoldoende om
daaruit den finantiëelen toestand der gemeenten on
derling te vergelijken"; ja, naar de commissie meent,
is die inrichting „eerder geschikt om hen, die niet vol
komen vertrouwd zijn met de juiste beteekenis der cij
fers, op een dwaalspoor te brengen."
De subcommissie meent dus zelve, „dat de op de ver
kregen cijfers gegronde conclusies der commissie onder
voorbehoud moet worden aanvaard."
Zoo is het. En leest men die rapporten, „waarvan de
cijfers min of rfieer aan actualiteit hebben verloren en
niet nader zijn gecontroleerd," gelijk het hoofdrapport
zelf zegt, dan vindt men bijna op iedere pagina weer
dit groote bezwaar, dat wij, Nederland, den financiëelen
toestand van onze eigen gemeenten niet kennen. Wij
kennen dien financiëelen toestand niet over het door de
commissie onderzochte jaar, wij kennen hem a plus for
te raison in het algemeen niet, omdat wij heelemaal
geen vergelijking hebben ove verschillende jaren.
En toch is het niet volmaakt zeker, dat wij om den
finantiëelen toestand onzer gemeenten te kunnen ver
beteren, moeten beginnen met dien finantiëelen toe
stand te kennen? En niet oppervlakkig kennen, maar
werkelijk zóó kennen, dat wij met volmaakte zekerheid
kunnen vergelijken, de verschillende aanwijzen en de
oorzaken van die verschillen kunnen opsporen.
Men onderschatte toch niet de beteekenis van die ze
kere en op vaste feiten gebaseerde kennis. Zij is noodig
om bij de wet maatregelen te kunn en nemen ten bate van
een meer evenredige verdeeling van lasten. Doch zij is
ook van groot onmiddellijk belang voor het bestuur en
voor de inwoners eener gemeente. Eerst wanneer men
zuiver kan vergelijken kan men scherpe controle uitoe
fenen en de oorzaken van eigen ongunstige cijfers op
sporen. Eerst dan kan men zich aan een ander spiege
len en van een ander leeren. Eerst dan zullen opmer
kingen over onvoldoende zuinigheid en omzichtigheid
van sommige gemeentebesturen, als nu ook in de rap
porten dier subeomissies voorkomen, volstrekte waarde
krijgen en tot verbetering kunnen leiden.
En toch zal door die scherpere vergelijkende studie
de autonomie der gemeenten niet worden aangetast,
gelijk de autonomie van den eenling niet wordt aange
tast als hij door inzage te nemen van het kasboek van
een ander zal kunnen leeren op welke wijze hij zich be
ter van geldelijke zorgen zal vrijwaren dan tot nu toe.
Reeds nu bevatten op dit gebied de rapporten inte
ressante wenken.
is van 1904 b. v. in Amsterdam, Groningen en
Arnhem 66, 61 en 59 tegenover 35 in den Haag, 21
in Haarlem en slechts 11 in Utrecht.
Uitgerekend wordt, dat in Amsterdam een groot per
centage ouders belasting betaalt en geen cent school
geld, terwijl de toestand in Rotterdam andersom is. De
draagkracht der ingezetenon is gunstig in Amsterdam.
Den Haag en Arnhem, minder gunstig in Rotterdam,
Groningen en -Leiden. Wat de druk der belastingen
aangaat, hebben Amsterdam en Groningen het wel het
zwaarst te verantwoorden. De juistheid der Gronin-
sche aanslagen in de inkomstenbelasting wordt betwij
feld. De meest gedrukte gemeenten ontvangen het ge
ringste bedrag aan schoolgeld (Amsterdam 5.71,
Groningen 4.06.)
De kosten van het armwezen te Groningen worden
„wellicht hoog opgevoerd" genoemd. Een interessante
vergelijking met een paar Duitsche steden wordt ook
ter loops gemaakt.
En gelijk het bij de vergelijking tusschen de grootste
gemeenten gaat, is het ook bij de vergelijking van an
dere steden. Een bedenkelijk verschijnsel wordt het ge
noemd, dat in een aantal gemeenten het werkelijk in
komen der belastingschuldigen per hoofd der bevolking
niet of nagenoeg niet schijnt te stijgen (o. a. in Dord
recht, Leeuwarden, Delft, en Winschoten.)
Een juistere schatting van het inkomen zoude aanbe
veling verdienen in bijna alle gemeenten (met uitzon
dering wellicht in Gouda, Sne-ek en Ilarlingen o.a.)
in sommige gemeenten worden personen niet aangesla
gen, die in de termen zouden vallen (o. a. in Schiedam)
ol worden kleine inkomens meer dan noodig schijnt
verschoond (Delft o. a.In* de meeste gevallen kan
een straatbelasting worden ingevoerd (behalve b. v. in
Alkmaar, waar zij bestaat) en de opcenten op de per-
soneele belasting kunnen hier en daar nog zonder be
zwaar worden verhoogd of geheven (b. v. in Sneek en
Ilarlingen.) Voor verhooging van schoolgeld komen
o. a .in aanmerking Winschoten, Meppel, Assen, Sneek
en Ilarlingen, voor beperking in het kosteloos toelaten
o. a. Winschoten, Assen en Meppel. Eu dergelijke wen
ken worden er nog verschei«L-„ gt-^-ven
Doch zooals gezegd de vaste basis voor deze J
conclusies is er niet. Die kan er alleen komen, indien
de staat een opzettelijk en uitgebreid onderzoek door
daarvoor aangestelde zeer deskundige ambtenaren laat
instellen, welke hun lichf ter plaatse zullen moeten op
steken en die de veranderingen van jaar tot jaar nauw
keurig bijhouden. Eerst wanneer dit nauwkeurige on
derzoek, op de instelling waarvan wij reeds herhaalde
lijk hebben aangedrongen, zal zijn verricht en voor het
vervolg geregeld zal worden aangevuld, zal men kun
nen spreken van een kennis van de gemeentefinanciën,
die bij uitstek vruchtbaar zal zijn voor hen, die geroe
pen zijn de gemeenten te besturen en voor hen, die den
nood der gemeenten moeten kennen om die te lenigen.
Het spreekt van zelf, dat de nu gevraagde voorzie
ning op dit onderzoek niet kan wachten. Doch wel zal
de definitieve regeling van de financiëele verhouding
tusschen rijk en gemeente vermoedelijk niet zóó gauw
komen, dat men met de aldus verkregen gegevens niet
zijn voordeel zal kunnen doen.
De Minister van Landbouw heeft goedgevonden
met intrekking van de beschikking, d.d. 6 September
1905, te bepalen hetgeen volgt
Door den directeur-generaal van den landbouw zal
kunnen worden toegestaan voor een door hem te
bepalen termijn en op de na te melden voorwaarden
dat, bij verpakking van boter, afkomstig van aange
slotenen bij een onder Rijkstoezicht staand botercontröle-
station inwikkelpapier, voor alle hoeveelheden van 1
kilogram of minder, met in 1 der bovenaangehaalde
beschikking, d.d. 3 Juli 1905, voorgeschreven merk
i zal zijn gedrukt van Rijkswege en op kosten van
den belanghebbende op dat wikkelpapier.
In dat geval zal alleen het formaat A zijn te bezigen.
De vorenbedoelde voorwaarden zijn de volgende:
a. indien de waar is bestemd voor het buitenland,
moet het inwikkelpapier voorzien zijn van het in
Nederland gedeponeerde fahrieks- of handelsmerk.
Daarnaast mag de naam van den aangeslotene voor
komen
a. indien de waar is bestemd voor het buitenland,
moeten de inwikkelpapieren, huiten en behalve het in
Nederland gedeponeerde fabrieks- of handelsmerk,
tevens den naam van den aangeslotene dragen.
Nevens dat gedrukte merk zullen, overeenkomstig
door den directeur-generaal van den landbouw te geven
voorschriften, eenige aanwijzingen worden aangebracht,
noodig voor de uit te oefenen controle. St.-Ct
Het kiesrecht.
Heden vergadert de kiesrecht-commissie, uit de R. K.
Kamerclub daartoe benoemd, opnieuw met leden der
anti-revolutionnaire partij.
Ditmaal zijn, om beter tot geheele overeenstemming
tr geraken, ook leden der ehristelijk-historische partij
daartoe uitgenoodigd. (Tijd.)
Central News weet te vertellen, dat de Hollandsch-
Belgische commissie de invoering van het stuivers-
port tusschen Nederland en België aanbeveelt, en zelfs
reeds dat men gelooft dat de regeeringen der beide
landen daarmee mee zullen gaan.
viger te vallen. Het ijs is met een laag water bedekt. Op
den havendam te Marken staan de menschen in groote
scharen te wachten.
„In de verte naderen op zee een groote stoet mannen.
In dien stoet twee sleden, beladen met een droeve
vracht, een meisje van 24 en een jongeling van 18
jaren, dood. Diepe stilte heerscht in de wachtende
schare als de stoet de haven genaderd is en de lijken
worden aan wal gebracht.
In den vischafslag wordt het "stoffelijk overschot
der beide slachtoffers van het ijs onder dak gebracht.
De gemeente-geneesheer houdt den doodschouw.
Rappe handen reppen zich in timmermans-werkplaat
sen om een laatste aardsche woning gereed te maken.
Familieleden, inmiddels overgekomenhebben veel
moeite om de zoo eenvoudige formaliteiten voor het
vervoer in orde gebracht te krijgen.
„Eindelijk is alles in orde. Een groote stoet volgt
de lijken naar den zeedijk. Een oogenblik van diepe
stilte, terwijl de sleden met hun kostbaren last over
den dijk worden gebracht.
„Eenige krachtige handdrukken aan de treurende
familieleden eenige stamelende woorden van dank
voor hulp en steun die belangloos werden verleend
en de sombere stoet verwijdert zich, te midden .van
den piassenden regen, terwijl de slede-voerders door
het water plassen, in de richting: van Monnikendam."
GEMENGD NIEUWS.
Het ongeluk op deJZuiderzee
Van het eiland Marken schrijft het Hbld. over de
aangebrachte slachtoffers het volgende
Een di oeve, sombere dag. De regen begint steeds he
Een commissie heeft zich gevormd met het doel
om door studie en propaganda te verkrijgen een goede
wetgeving op het gebied van dierenbescherming.
Ter bereiking van dit doel wenscht de commissie
zich op de hoogte te stellen van wat door bestuurs
leden van dierenheschermende lichamen in deze ma
terie gewenscht en mogelijk geacht wordt en in 't
algemeen zoo volledig mogelijk kennis te nemen van
het oordeel van in dezen bevoegde personen, denkers
en practici, zoo in woord als geschrift. Zij heeft zich
daartoe met een vragenlijst gewend tot verschillende
personen en corporaties.
Op weg naar het gemeentehuis geraakte Donder
dagmiddag een rijtuig van een bruidstoet met het
bruidspaar in het Oosterdiep te Wildervank. Gelukkig
was, niettegenstaande de dooi, het ijs zóó sterk, dat
de inzittenden' er met den schrik en eenige lichte
verwondingen afkwamen.
De 18-jarige Koekkoek te Amsterdam, is den dood
zeer nabij geweest als 'gevolg van gasverstikking. Men
vond hem gistermorgen bedwelmd op zijn kamer aan
de N. Achtergracht liggen, en constateerde, dat het
gaskraantje open stond.
Naar het gasthuis vervoerd, is het met veel moeite
gelukt hem het bewustzijn te hergeven.
Gistormorgen is op den Velperweg een wielrijder,
die van Velp naar Arnhem reed, door auto no. 366
van den heer Wurfbain aangereden. Ernstig aan het
hoofd verwond, werd hij in het Invalidenhuis Bron
beek binnengebracht en vandaar naar het Diacones-
senhuis te Arnhem getransporteerd.
Na eenige jaren in studie te zijn geweest en meer
dan eens uitgesteld, werd Donderdagmorgen bij ongun-
stigen barometerstand het groot historisch Ghilden
feest te Franeker geopend.
In het café „de Doelen" aan de Breedeplaats werd
de optocht samengesteld.
De costumier, de heer F. A. Boomsma te Groningen,
had gezorgd voor frissche costuums, zoo zuiver moge
lijk het origineel afbeeldende.
Toen de stoet zich in beweging zette voor den omme
gang door de stad, bleek hoe de kleederdracht der figu
ren aan den optocht deelnemende, de vaandels, banie
ren, schilden enz. der Ghilden zich onderscheidden door
frischheid van kleuren. Het geheel leverde een trot-
schen aanblik op. Met de stedelijke muziek aan het
hoofd trok men 's morgens 9 uur naar de versierde
baan van de ijsclub „Franeker" op de Zuidergracht,
waar onmiddellijk met rijden werd aangevangen.
Do toevloed der vreemdelingen was niet zoo groot
als men had mogen verwachten bij goed winterweer.
Dit was een natuurlijk gevolg van het hoogst on
gunstige weder. In den namiddag begon het hevig en
aanhoudend te regenen. Op het ijs ontstonden daar
door groote waterplassen.
Toen aanhoudende dooi, gepaard met steeds sterker
wordende regenval het ijsfeest deden staken, verlegde
het bestuur der ijsclub den verderen loop der feestelijk
heden naar de zalen der „Koornbeurs. Daar verzamel
den zich allen te ongeveer 2 uur.
Kort daarop trad de magistraat der stad met gevolg
binnen en nam plaats op het tooneel.
Toespraken werden gehouden door een der burge
meesters, den rector-magnificus en vertegenwoordigers
der ghilden, allen wijzende op in 1640 bestaande toe
standen in stad en land.
Het officiëele deel overdag was hiermede afgeloo-
pen.
Ofschoon het den geheelen middag bleef regenen,
heerschte er over het geheel een vroolijke, opgewekte
toon.
Ondanks den regen had te ruim 7 uur de optocht nog
eens plaats, fantastisch door fakkels belicht. Daarna
werd het slot afgewerkt in „de Beurs," waar spél en
zang en dans en wals de gezelligheid verhoogden.
Daartoe werkte ook vooral mede de tooneelclub „l'Uni-
on" met de opvoering van een blijspel „Wie kaatst
moet den bal verwachten."
Een kind verbrand.
Ten huize van Bielinga, te Usselo, gemeente Lon-
neker, geraakten gistermiddag de kleertjes van het
vijfjarig kindje in brand. Bij het blusschen van eene
daardoor ontstanen binnenbrand vond men het geheel
verkoolde lijkje
De petroleum afkomstig van het op de Zuiderhaaks
gestrande tankschip „Turbo" verdwijnt gelukkig, spoe
diger dan men verwacht had, uit het Marsdiep en
van de gronden, waar de visschers de garnalen van
gen. Slechts hier en daar drijft nog een strookje olie
op de golven, dat gemakkelijk door den visscherman
kan worden gemeden. Er is dus geen sprake meer
garnalen te eten met een petroleumluchtje er aan,
en voor de kamende visscherij op haring en ansjovis,
die naar sommigen meenden, ook nog last van de
olie zou ondervinden, is het gevaar geheel geweken.
Inzake de gehouden enquête omtrent het paehtcou-
tact in Nederland worden thans door prof. mr. Diepen
horst te Amsterdam, als voorzitter van de enquête-com
missie, mededeelingen gedaan, waaruit blijkt dat door
de rapporteurs geconstateerd wordt, dat er uitermate
weinig sympathie bestond voor de zoogenaamde gar-
venpaelit of deelbouw, waarbij de pacht niet in een vas
te geldsom, maar in een zeker deel van de bruto-oogst
vastgesteld wordt. Alleen in Drente en Gelderland gin
gen enkele stemmen voor de verbreiding van dit insti
tuut op. Een groote reeks van argumenten werd te
gen den deelbouw ingebracht. Allereerst merkte men
op, dat daardoor eene slechte behandeling van het land
wordt bevorderd, eene bewering, die werd gestaafd door
eene verwijzing naar het groote verschil in de bewer
king door eenzelfden landbouwer van grond, die al of
niet tiendplichtig is.
Uit Gelderland's Achterhoek werd daaraan nog toe
gevoegd, hoe, na het verdwijnen van de garvenpacht,
die daar vroegi*r veelvuldig voorkwam, intensieve be
bouwing is tot- uien eh de opl>. ïgst van den bodem
aanmerkelijk is gestegen.
Met overweldigende meerderheid werd bevestigend
beantwoord de vraag: „Vindt ge het wenschelijk, dat
bij onvoorziene rampen geheel of gedeeltelijke resti
tutie van de pachtsom plaats heeft.
In tal van provincies wordt de kardinale quaestie van
vergoeding voor aangebrachte verbeteringen als het
hart der quaestie beschouwd en met onstuimigen drang
op hervorming in dezen aangedrongen.
De instelling van pachtcomibissies wordt door zeer
velen urgent geacht.
De bevolking bestond 31 December 1906 uit528 m.
en 510 v., totaal 1038 personen. Vermeerderd door go-
boorte met 12 m. en 6 v., totaal 18 personen. Vermeer
derd door vestiging met 36 m. en 34 v., totaal 70 per
sonen. Totale vermeerdering 48 m. en 40 v., totaal 88
personen. Verminderd door sterfte met 6 m. en 3 v.,
totaal 9 personen. Verminderd door vertrek met 58
m. en 62 v., totaal 120 personen. Totale vermindering
64 m. en 65 v„ totaal 129 personen. Bevolking op 31
December 1907 alzoo 512 m. 485 v., totaal 997 personen, g
Er werden 14 huwelijken gesloten.
Uit West-Graftdijk.
Jl. Donderdag hield de IJsclub te West-Graftdijk
een wedstrijd in het ringsteken op schaatsen, waaraan
25 personen deelnamen. De le prijs werd behaald door
K. Dik, de 2e pr. door J. Pilkes en de 3e prijs door D.
Oud. De winners reden voor weduwen en ouden van
dagen. Verder ontving ieder deelnemer een bon voor
brood, brandstoffen en kruidenierswaren.
De ijsboeiers te St.. Pancras kunnen bij aanhoudend
vriezend weer, het ijs nog wel openbreken, maar de i
schollen zijn een groote belemmering voor de koolvaar- j
tuigen.
Nu is de geheele afstand, van het zuideinde der ge
meente, tot Broek op Langedijk in vakken verdeeld,
waarvoor nummers aan de deelnemers zijn uitgereikt.
Elk moet bij vriezend weer iederen morgen zijn vak
open maken en de schollen verwijderen.
Uit Winkel.
De heor J. Koomen Dzn. is herbenoemd tot burge
meester dezer gemeente.
Uit Schagen.
Het 100-jarig bestaan van het departement Schagen
van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd den
17den den stichtingsdag gevierd met eene bijeen
komst in de N. II. kerk. Met orgelspel van den heer J.
Winkel werd geopend, waarna de Departementsvoorzit-
ter, Ds. D. F. J. Herman een openingsrede hield, waar
in hij in het hijzonder de .vaarde van het Nut voor het
volk schetste en enkele personen uit het verleden van
het departement herdacht. Met ingenomenheid ge
waagde spreker van het werkje, door den heer M. Vis
ser geschreven, behelzende een overzicht van het leven
van den honderdjarige.
Daarna gaf de vermaarde zangvereeniging van Wog- 1
num een zeer goed geslaagd concert, hetwelk met groo
te aandacht door de ongeveer 300 aanwezigen werd
aangehoord. Met orgelspel weer werd de bijeenkomst
in de kerk gesloten, 's Avords gaf de Sehager dilet
tantenclub in het N. H. Koffiehuis op verdienstelijke
wijze „Groote Stadslucht," terwijl het Symphonieorkest
ter afwisseling eenige nummers ten beste gaf. Aan het
verzoek der feestcommissie om te vlaggen was door en
kelen gevolg gegeven. Zondag laatste feestdag.