DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd en tiende jaargang. MAANDAG 27 JANUARI. KIEZERSLIJSTEN. BINNENLAND. No. 22. 1908 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Wijziging der Verordening op het bestuur van het Stads-ziekenhuis. Post- en teiegraafgebouwen ten plattelande. Geen Katholieke sociale week. Mond- en klauwzeer. Ijs. Armoede. Voor het eerst in werking. Een botsing. Goed afgeloopen. Een anecdote van mr. Heemskerk. Verkeerde praktijken bij hardrijderijen. Inbrekers te Haarlem. Wat buitenlanders van Holland zeggen. ALKMAARSCHE COURANT. iRlAVli BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het gemeenteblad van AikmaarNo. 250is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 18 December 1.1., waarbij is vastgesteld èene verordening, houdende Welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie voor een ieder ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.05 in afdruk is verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voorn., Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 23 Jan. 1908. DONATH, Secretaris. De Burgemeester der gemeente Alkmaar, Gezien de artikelen 11, 12 en 13 der Kieswet, Noodigt de mannelijke inwoners der gemeente uit, die vóór of op 15 "Mei a. s. den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt en geplaatst wenschen te worden op de lijst, aanwijzende de kiesgerechtigden voor de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provinciale Staten en dc-n Gemeenteraad, voor het jaar loopende van 15 Mei 1908 tot 15 Mei 1909, voorzoover die inwoners dat kies recht niet ontkenen aan een aanslag in de Rijks di recte belastingen overhet laatstverloopen jaar (grond en pexsoneele belasting, dienstjaar 1907; bedrijfs- en vermogensbelasting, dienstjaar 1906/7,) daarvan ter secretarie der gemeente vóór 15 Februari a. s. te doen blijken op de volgende wijze: lo. wanneer zij over het laatstverloopen dienstjaar in een andere gemeente of in andere gemeenten in eene of meer der Rijks directe belastingen zijn aangeslagen geweest (in de g-rondbelasting voor minstens 1.) door inlevering1 van de voor voldaan geteekende aanslagbil jetten van alle belastingen, waarin men is aangeslagen geweest, welke biljetten na de vaststelling der lijst worden terug gegeven; (Deze uitnoodiging geldt alleen de belastingbetalende ingezetenen, die zich na 14 Februari 1907 in de ge meente Alkmaar metterwoon hebben gevestigd.) 2o. wanneer zij aanspraak op kiesrecht meenen te kunnen maken van te zijn mede-eigenaar van onroe rende goederen in een onverdeelde nalatenschap, omdat hun aandeel in den niet te hunnen name gestelden aan slag in de grondbelasting voor die goederen tenminste 1 bedraagt, door inlevering van een ter secretarie daarvoor kosteloos verkrijgbaar gesteld formulier; ver gezeld van de noodige bewijsstukken, waartoe behooren hot aanslagbiljet of een afschrift daarvan en de noodi ge bescheiden ten bewijze van het gemeenschappelijk bezit; (Deze bewijsstukken worden na de vaststelling der lijst terug gegeven.) 3o. a. wanneer zij als hoofden van gezinnen of 'ils alleen wonende personen in deze gemeente op den 31 Januari 1908 hebben bewoond sedert 1 Augustus 1907 krachtens huur één huis of een gedeelte van een h'uis, dan wel hoogstens twee huizen of gedeelten daarvan (al of niet met bijbehoorenden of gehuurden grond of niet ter bewoning bestemde bijlokalen of bijgebouwen), waai van de per week berekende huur minstens 1.50 heeft bedragen (huurkiezers), of krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur een zelfde vaartuig van tenminste 24 kubieke meter in houd of 24000 Kg. laadvermogen (vaartuigkiezers)-, b. wanneer zij op 31 Januari 1908 sedert 1 Januari 1907 onafgebroken in dienstbetrekking zijn geweest bij niet meer dan twee patroons, ondernemingen, openbare of bijzondere instellingen of als inwonende zoons werk zaam zijn geweest in het bedrijf of beroep hunner ouders en alszoodanig over 1907 hebben genoten: 400 inkomen, of vrije woning of inwoning en 325 inko men, of vrije kost en 200 inkomen of wel vrije kost, inwoning en f 125 inkomen (loonkiezers)-, c. wanneer zij op 1 Februari 1908 in het genot zijn van een pensioen of lijfrente van 400, verleend door eene openbare of bijzondere instelling of door eene on derneming (pensioenkiezers)-, V oor hen die in beide gevallen, sub b en c vermeld, verkeeren, kunnen inkomen, pensioen en lijfrente wor den samengeteld ter bereiking van het vereischte be drag van 400. d. wanneer zij op 1 Februari 1908 sedert 1 Februari 1907 den eigendom met recht van vrije beschikking hebben van minstens 100 nominaal, ingeschreven in een der Grootboeken der Nationale Sehuld (Grootboek kiezers). of van minstens 50, ingelegd in de Rijkspostspaar bank, in eene gemeentelijke spaarbank of in eene, be heerd door het bestuur van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereeniging, vyn eene naamlooze vennoot schap, van eene coöperatieve vereeniging of van eene stichting (spaarbankkiezers) e. wanneer zij met goed gevolg een examen hebben afgelegd, ingesteld door of krachtens de wet of aange wezen bij een algemeenen maatregel van bestuur examenkiezers.) door mievering van daartoe strekkende ter gemeen tesecretarie kosteloos verkrijgbaar gestelde formulie ren, waarbij voor de onder 3o sub d genoemde kiezers, die voor het eerst op de lijst wenschen te worden ge plaatst, eene verklaring moet worden gevoegd van de Directie van het Grootboek, van de Rijkspostspaarbank of van de besturen van de overige daar genoemde spaarbanken en die op schriftelijk verzoek van de be langhebbenden hun wordt toegezonden. Hierbij wordt er aan herinnerd, dat aanslagen in de Rijks directe belastingen, ten name van de vrouw, gel den voor haren man, die van minderjarige kinderen wegens goederen, waarvan de vader het vruchtgenot heeft, voor den vader; dat aanslagen in de Rijks directe belastingen buiten aanmerking blijven, als eerst na 31 December van het laatstverloopen jaar een aanslagbiljet is uitgereikt p dat de huur voor eene woning- waaronder ook is te verstaan contributie aan eene coöperatieve bouwver- eeniging- als zij per jaar bepaald is, door 50 en als zij per maand bepaald is, door 4 wordt gedeeld om de week- huur te verkrijgen. Is in den huurprijs het genot van gas- of waterleiding begrepen, dan vindt hiervoor geen aftrek plaats. Huur-, vaartuig-, pensioen- of lijfrente-, Grooteboek-, spaarbank- en examenkiezers die reeds op de thans van kracht zijnde kiezerslijst voorkomen, hebben geene nieuwe aangifte te doen, tenzij wat de huur- of vaar tuigkiezers betreft zij niet meer hetzelfde huis of vaartuig bewonen, dat zij op 31 Januari 1907 bewoonden. Loonkiezers, die reeds op de thans van kracht zijnde, kiezerslijst voorkomen, wordt een nieuw aangifte-for mulier ter invulling thuis gezonden. Ingevulde formulieren kunnen kosteloos per post aan den Burgemeester worden toegezonden, mits op den omslag worde vermeld boven aan de voorzijde: „Vrij van briefport, ingevolge art. 50 der Kieswet" en in den linker-benedenhoek de naam en woonplaats van den afzender en zijne handteekening. Hij, die eene aangifte inzendt en daarin opzettelijk eene valsche opgave doet aangaande een feit, waarvan de plaatsing op de kiezerslijst afhankelijk kan zijn, wordt gestraft met gevangenisstraf van hoogstens één jaar. Alkmaar, 25 Januari 1908. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. ALKMAAR, 27 Januari. Tiet is heden een belangrijke dag voor Frankrijk, voor het ministerie en voor de politiek: de Fransche Kamer zal de Marokko-interpellatie verder behandelen. Vrijdag is de behandeling begonnen en aanvankelijk scheen het, dat zij een heel kalm verloop zou hebben. Do heer Jaurès, de interpellant betoogde, dat Frankrijk zoo spoedig mogelijk zich moet onttrekken aan het steeds hachelijker wordend marokko-avontuur, wijl het zich de wraak der Marokkanen op den hals haalt, den sultan steunt, wiens troon wankel staat, en steeds meer aanstuurt op een verovering. Na den heer Jaurès, sprak de heer Delcassé, vroeger minister van buitenlandsehe zaken, thans een verge ten burger. Hij heeft een groote rol gespeeld op het Fransche staatstooneel. Hij is de man der Fransch-En- gelsche toenadering en hij verwierf zich veel roem, tot dat Keizer Wilhelm met veel vertoon een bezoek bracht aan Tanger en Rijkskanselier von Biilow in den Rijks dag dreigde. Er is toen in Frankrijk heel wat geïntri geerd, er zijn heel wat aanvallen van persoonlijke vij anden geschied en ten slotte werd de heer Delcassé door minister Rouvier genoodzaakt zijn ontslag te ne men. Onder de heftigste bestrijders behoorde een se nator-journalist, thans minister-president: de heer Clé- menceau. Eu onder diens ministerie is de politiek van Delcassé zondof. Delcassé voortgezet. Hieraan heeft de oud-minister Vrijdag herinnerd in een groote rede. Hij schetste den politieken toestand tijdens zijn minis terschap en betoogde de noodzakelijkheid om Europa te ontlasten van den politieken druk. De Marokko- kwestie noemde hij een Middellandsche zeekwestie en de minste aarzeling kan de grootste gevolgen hebben. Vervolgens nam de heer Delcassé zijn vroegeren be lager Clémencéau in bescherming tegen Jaurès, die op een gegeven oogenblik uitriep: waarom hebt gij, radi calen, die dezen man thans toejuicht, indertijd doen vallen? Zeil: gaf de heer Delcassé het antwoord: „zij zijn bedrogen geworden." Groote opwinding en bewe ging ontstond er in de Kamer en toen die wat was be daard vervolgde de heer Delcassé zijn rede, betoogende dat Frankrijk thans niet door die acte van Algeciras zou zijn gebonden, indien het zich krachtig tegen Duitsehland had verzet, waarvoor het sterk genoeg is. „Onze taak in Marokko is werkelijk netelig geworden. De conferentie van Algeciras heeft de Marokkaansclie anarchie versterkt. Heeft men wel uit hare akten <F volle konsekwentie getrokken? De toekomst van Fraiikrijk als grootmogendheid staat op 't spel. Reeds 10 jaar geleden zeide ik, (lat wij ons Afrikaansch rijk tegen mededingende invloeden beschermen moesten. Tiet grootste gevaar is heden niet de Algesiras-akte, maar ons eigen aarzelen, onze eigen zwakheid. Laten wij niet ophouden onze plaats in Europa te bevestigen, daarbij steeds bereid tot alle besprekingen, vooropgesteld dat de bespreking ernst is. Zorgen wij voor de wapenen onder bondgenootsehaps- en vriend schapsbetrekkingen. Wel zijn wij niet onfeilbaar voor stormen geborgen, maar de stormen zullen te minder losbarsten hoe meer wij hun liet hoofd kunnen bieden en hoe zekerder men dit weet." Een dergelijke verklaring, jegens Duitsehland is haast een uitdaging. De heer Delcassé is in eens weer de man geworden, de gevaarlijke man. En zooals twee jaar geleden de heer Clemencéau hom beentje heeft gelicht, zoo zal misschien hij heden, als de besproking wordt voortgezet, den heer Clemencéau doen vallen, hoe stevig deze ook op zijn ministeriëele beonen moge staan. De Crisis. Men heeft uit den terugkeer van Mr, Heemskerk naar Amsterdam de gevolgtrekking gemaakt dat de lijst der nieuwe ministers thans definitief was vast gesteld. Uit de beste bron kunnen wij echter verze k9ren, dat Mr. Heemskerk's vertrek uit Den Haag slechts deze beteekenis heeft, dat zijn werkzaamheden hier ter stede zijn aanwezigheid op het oogenblik eischen. Mr. Heemskerk heeft geruimen tijd de opdracht tot vorming van een Kabinet overwogende eigen lijke besprekingen hebben nog niet langer geduurd dan gewoonlijk in zulke gevallen. Afgezien van het „gereed zijn" van een Kabinet uit de rechterzijde spreekt het ook wel van zelf, dat ten aanzien van enkele portefeuilles de definitieve beslissing niet zoo spoedig verkregen kan worden. (N. v. d. D.) Bij beschikking van den Minister van Waterstaat van 17 dezer, is een commissie ingesteld om een onderzoek te doen naar de eischen, en, in verband daarmede, naar de indeeling en afmetingen van post en teiegraafgebouwen ten plattelande. Wij vernemen, dat op een Woensdag door de Kath. Soc. actie in Utrecht gehouden vergadering, is be sloten, dit jaar geen sociale week te houden. Een voorstel, da' van het Centraal Bureau reorganisatie voorstellen vordert, is aangenomen. (Tijd). De directeur-generaal van den landbouw brengt ter kennis van belanghebbenden dat aan de Rijksserum- inrichting thans serum tegen mond en klauwzeer be reid en in voorraad gehouden wordt. De resultaten, met eenige proeven verkregen, doen vermoeden, dat dit serum een doelmatig hulpmiddel kan zijn bij de bestrijding der ziekte, wanneer het kan aangewend worden bij runderen, die. ofschoon blootstaande aan de besmetting, die ziekte nog niet onder de leden hebben. Met de seruminspuiting zal slechts dan een gunstig resultaat te verkrijgen zijn, wanneer de veehouder, bij het optreden der eerste ziekteverschijnselen, de aangetaste dieren dadelijk afzondert en onverwijld aangifte doet bij den burgemeester. Als maatregel van voorzorg kan de veehouder de plaatsen, waar de aangetaste dieren gestaan hebben, met kalkmelk (1 deel gebrande kalk op 10 deelen water) reinigen. Zoodra het bestaan der ziekte door den districtsvee arts of door den veearts, die hem vervangt, geconsta teerd is, worden de gezonde dieren, indien de eigenaar het verlangt, kosteloos met serum ingespoten. Deze operatie kan ook geschieden bij het vee, dat zich op aangrenzende erven bevindt. Men schrijft aan de N. R. Ct. Het dagelij ksch bestuur van het Nederlandsch Land- bouw-Comité heeft aan de afdeeling voor veeteelt en zuivelindustrie van dat comité de vraag gesteld „Welke maatregelen worden dienstig geacht om te bevorderen, dat gedurende den staltijd het mond- en klauwzeer worde onderdrukt?" De afdeeling meende, dat aan de regeering behoorde te worden geadviseerd, het vee gedurende den staltijd geregeld te doen inspecteeren. Zij overwoog daarbij, dat naast het directe voordeel, dat zulke inspectiën zullen opleveren n.l. dat de overheid er door vol komen op de hoogte komt van den toestand er het niet te onderschatten indirecte voordeel van mag worden verwacht, dat zij de verplichte aangifte zeer zullen bevorderen. In verband met dit advies heeft de regeering een aanvang gemaakt met het doen houden van stal-in- spectiën door de districts-veeartsen. Alle stallen in een groot aantal gemeenten in Gro ningen, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland moeten reeds onder toezicht zijn en daarbij zou geen enkele vee houder betrapt geworden zijn op het verzwijgen van de ziekte en zou voorts gebleken zijn, dat de ziekte in vele streken geheel geweken is en dat in slechts één stal runderen lijdende aan mond- en klauwzeer werden aangetroffen, doch ook in dat geval bleek de aangifte van den burgemeester tijdig te zijn gedaan. De veehouders juichen over het algemeen dit on derzoek toe. Op deze wijze zal het mond- en klauw zeer ongetwijfeld geheel onderdrukt zijn tegen het a.s. voorjaar. GEMENGD NIEUWS. Dienstwoningen spoorwegpersoneel. In het jongste nummer van het orgaan van de Nederl. Vereeniging van spoor- en tramwegpersoneel wordt het volgende vermeld „Door de gezondheidscommissie is onbewoonbaar verklaard de dienstwoning van den haltchef te Ruiner- wold. De commissie heeft den bewoner aangezegd, dat hij uiterlijk 1 Februari de villa moet verlaten, dus op zeer korten termijn. Het wordt onzen chefs, gezien art. 14 van het R. D. V. 1907, wel moeilijk gemaakt. Is het anders niet kostelijk, een dienstwo ning der rijke S.S.-maatschappij onbewoonbaar Er is in dezen winter nog niet zooveel zwaar ijs voor de kust geweest als Zaterdag naar Texel kwam drijven. Met het mistige weer maakt dat ijs het stoomboot- verkeer met den vasten wal zoo goed als onmogelijk. De post en ook reizigers, moesten van wal af met ijsvletten op de booten worden gebracht en afgehaald. Een huisbezoeker van de commissie uit de burgerij tot steun van werkloozen te Amsterdam trof in een gangetje in de Rozenstraat een heel treurig gezin aan. Een jonge, krachtige man, vrouw en 8 kinderen onder de 10 jaar zoogoed als naakt, slechts enkele lompen en bloote voetjes. Op een houtvuur stond een pot met aardappelschillen en op den grond de overblijfselen van een kat De in den afgeloopen zomer door de Nederlandsche diaconessenhuizen in het leven geroepen organisatie, ten doel hebbende het verleenen van onmiddellijke hulp bij nationale of plaatselijke, rampen van plotse- lingen aard, trad Vrijdag voor het eerst in werking ter assistentie bij het ongeluk aan den Hoek van Holland. Op een aanvraag aan den directeur der Reddings- brigrade jhr. mr. L. van Bevervoorden tot Oldemeule, begaf zich de chirurg van het Diaconessenhuis aldaar met een zuster dier inrichting onmiddellijk naar de plaats des onheils, voorzien van verband- en andere middelen voor eerste hulp. Zij hebben den verken ningstocht op zee meegemaakt. Zaterdagnamiddag is op het station Utrecht een locomotief in aanraking gekomen met het achterste rijtuig van een stilstaanden personentrein. Van dien trein werden enkele voertuigen licht beschadigd, ter wijl een reiziger een geringe verwonding kreeg. Zaterdagmiddag is bij het restauratiewerk aan de Groote Kerk te Breda een groot blok zandsteen van een aanmerkelijke hoogte door het dak gevallen. Het Dgbl. v. Nbr. verneemt, dat het stuk steen even be zijden het monument van Engelbrecht van Nassau in de kerk is terecht gekomen, en dat een werkman licht werd gekwetst. Een lid der linkerzijde, zoo zegt het Hdbl., ontmoette de vorige week mr. Theodoor Heemskerk en, hem bij den arm vasthoudend, vroeg hij goedmoedig, maar wel wat naïef: „Nu, ik zal het nauurlijk niet oververtellen, maar zeg mij eens, hoe staat het toch eigenlijk met de Kabinetsformatie? hoe ver is ze gevorderd?" De heer Heemskerk, zich overbuigend en met de rechterhand een korte beweging makend, zeide: „Wat u daar zegt, doet mij denken aan de vraag, die een meester eens deed aan een zijner leerlingen: „Jongen, vertel mij eens wanneer is koning Hendrik IV gestorven?" „Gossi mijne meister, en ik wis niet eens as dat ie ziek was!" Het lid der linkerzijde hield het zich voor gezegd en ging verder. De Kollumer Ct. verhaalt het volgende van den hardrijder Schilstra, te Akkrum. Deze deed op 4 Januari mee aan de hardrijderij te Dokkum. Zijn eer ste rit was tegen O. de Jong, van Leeuwarden. Hij gooi de het met dezen op een accoord van „deelen wat er ge wonnen wordt," maakte het De Jong toen gemakkelijk, zoodat deze de premie van 60 winnen kon, gaf zich zelf per telegraaf aan voor de dien middag te Oudkerk te houden hardrijderij, reed daar twee uur later mee en deelde toen met ITolst, van Amsterdam, prijs en premie van 60 en 20. Schilstra kreeg dien dag dus helft van 60 te Dokkum en de helft van 80 te Oudkerk, zijnde samen 70. Maar dit slimme rekensommetje is later uitgekomen en, volgens deKollumer C t. zal Schilstra nu niel; meer worden toegelaten op de hardrijdersbanen van ijs- clubs die bij den Nederl. Schaatsenrijdersbond zijn aan gesloten. Te Haarlem is Zaterdagnacht op twee plaatsen inge broken. Ten kantore van den aannemer Geijl werd de brandkast geforceerd en een andere kast vernield. De dieven hebben echter geen waarde gevonden. Ook ten kantore van den brandstoffenhandelaar Honing in de Kok,steeg is ingebroken, doch werd evenmin iets van waarde gevonden. De T e 1. kreeg twee nummers van het literaire en artistieke weekblad L e S i 11 o n, „uitsluitend gere- dgieerd door vrouwen," wat voor de vrouwen een min der vleiend getuigenis is, sedert mej. Valentine Dutre.y met haar broeder Amsterdam en Nederland bezochten en zij een stukje schreef, waarin, volgens de bekende gewoonte, de met allerlei dwaasheden gegarneerde waarheid op haar kop wordt gezet bovendien, liet blad noemt de volgende staaltjes: De bevolking van Urk jaagt op troepen zeehonden, evenals dat op Spitsbergen gebeurt. In Nederland bestaat geen oude adel; eerst in 1813 verleende de koning adellijke titels. Men zegt, dat in Amsterdam en Den Haag driekwart

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1