DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 25. Honderd en tiende jaargang. 1908 DONDERDAG Hinderwet. BINNENLAND. 30 JANUARI. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertenfiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. De Kabinetscrisis. Dr. Kuyper en de coalitie. Eerste Kamer. Een kiesrechtmotie van de Liberale Unie. Jhr. Repelaer. Tweede Kamer. ALKMAARSCHE COURANT. RIAV BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie zijn gelegd de aan hen ingediende verzoeken met bijlagen van le. L. GILLES aldaar, om vergunning tot het op richten van een margarinefabriek, waarin een gas motor van 4 P.K. zal worden geplaatst in het perceel Baangracht, Wijk D No. 6 2e. H. A. A. DE GROOT te Gouda, om vergunning tot het oprichten van een gasmotor van 8 P.K. in het perceel Verdronkenoord Wijk D No. 48. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Donderdag 18 Februari e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 30 Jan. 1908. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 30 Januari. Gisteren is de zitting van het Engelsche parlement geopend. In Nederland geschiedt dit in vereenigde vergadering der beide Kamers maar in Engeland zj^u dat niet gaanhet Ploogerhuis telt 591 leden, het La gerhuis 070. De opening heeft plaats in het Ilooger- huis, een betrekkelijk kleine zaal, waar de Lords met hunne dames, voorzoover er plaats is, eenige rechters en een afvaardiging van het Lagerhuis samenkomen. De Koning is gisteren met de gebruikelijke praal van Buckingham Palace naar het Parlementsgebouw gereden en heeft zelf de troonrede gelezen. Dit staats stuk begon met de vermelding van het bezoek van den Duitsehen Keizer en de Keizerin, waarvan werd. ge zegd: „Door mij en de Koningin is de hartelijke ont vangst der vorstelijke gasten door de bevolking op hoogen prijs gesteld. Het kan niet anders of dit be zoek en de hartelijke verwelkoming zullen de vriend schappelijke relaties die tussclien de beide volken be staan versterken." Bij de bespreking welke in beide Huizen onmiddellij] na het uitspreken der troonrede plaats vonden, deden een tweetal leden, waaronder lord Lansdowne, met na druk uitkomen het belang van het door den Duitsehen keizer gebrachte bezoek en zij wezen er op, dat het een prachtige gelegenheid had aangeboden om den hoogen bezoeker en het Duitsche volk een getuigenis te geven van den ernstigen wil van het Engelsche volk om met hen op den meest vriendschappelijken yoet te leyen. En jiet is opvallend, dat juist gisteren, na zulke ver klaringen bekend werd gemaakt, dat de Engelsche re geering bericht heeft ontvangen omtrent de strekking der voorstellen betreffende de Noordzee van de Duit sche regeering. Het voorstel, dat gegrondvest is op het beginsel der handhaving van den territorialen sta tus quo, heeft de volle goedkeuring van de Engelsche regeering yerworyen. Dit alles wijst op het verlangen naar goede betrek kingen, en de troonrede bevatte dan ook een zinsnede, volgens welke de betrekkingen met d e buitenland sehe mogendheden vriendschappelijk blijven. In verband met de Ilaagsche conferentie zeide de Koning, dat verschillende akten aan het slotprotocol toegevoegd, deden zien welke vorderingen er_gemaakt warén. De Britsche regeering wijdde daaraan nauwge zette overweging. Een der belangrijkste dezer akten legt het groote beginsel van een internationaal hof van appèl in prijsgedingen vast. De regeering overweegt de vraag of zij de voornaam ste zeevarende mogendheden te Londen bijeen zal roe pen om verschillende belangrijke internationale rechts kwesties te regelen tot een leiddraad voor het hof. In het Lagerhuis werd over de Ilaagsche conferen tie nog al een en ander gezegd, maar de minister van financiën, lord Asquit.h, optredend als hoofd der regee- ling, daar de minister-president Campbell Bannerman wegens ernstige ziekte van zijn broeder afwezig was, keurde de neiging afom haar werk'te verkleinen en verklaarde dat men aanmerkelijk in de gewenschte richting was vooruitgegaan. Het voornemen van de Engelsche regeering is bij uitvoering zeker weer een stapje op den goeden maar langenweg. Natuurlijk maakte de troonrede melding van het Engelsch-Russisch verdrag een kenner van Aziati sche toestanden, de luitenant-kolonel van den Russi- schen generalen stal Snesaref, die jarenlang in het Aziatische departement van den staf heeft gewerkt, verklaarde dezer dagen dat het verdrag te onoprecht was om den vrede te kunnen handhaven, en dat het in Azië moeielijk te ontdekken was welk voordeel Rus land eigenlijk had behaald. Ook werd door den Koning genoemd de sluiting van een verdrag tusschen Enge land, 1' rankrijk en Duitschland, om de onschendbaar heid van Noorwegen te hsudhayen. Van den Balkan moest weer worden getuigd, dat de toestand der Christenen en der Mahomedanen in Macc donië geen verbetering toont. De bendpn van verschillende nationaliteiten zetten hun campagne met heftigheid voort en zijn een oorzaak van ernstige ongerustheid. I)e groote mogendheden keurden het tegenwoifrdige Turksche hervormingsprogram goed. Groot-Brittanië deed nieuwe voorstellen aan den Sultan en de mogend heden, om de voornaamste oorzaken der rustverstoring krachtig aan te vatten. De Britsche regeering is zich ten volle bewust dat er ongerustheid heorscht in verband met de wijze waarop de bevolking van den Congostaat wordt behandeld. Zij vertrouwt dat de onderhandelingen thans gevoerd tus schen den Souverein van den Congostaat en de Belgi sehe regeering, een waarborg mogen scheppen voor een humaan bestuur in den Congo in overeenstemming met d< n geest van het verdrag van Berlijn. De regeering hoopt voorts dat een in vriendschap gevraagde beslissing van het Haagsche hof in de kwes tie tussclien Engeland en Amerika hangende over de Newfoundlandsche visscherij een reeds lang bestaande bron van moeilijkheden zal doen verdwijnen. Een re geling wordt aangekondigd van de Japansche immi gratiekwestie, die tusschen Japan en Canada hangt, en betreurt de voedingsschaarschte en het heerschen van ziekten in een deel van Indië tengevolge van het uitblijven van den regenval. Terloops zij opgemerkt dat het Hoogerhuis een Indische specialiteit méér heeft gekregen: lord Curzon. an de binnenlandsche politiek vermeld het eerste verslag over de troonrede wejnig: alleen dat onder een reeks nieuwe wetten welke aangekondigd worden be hoort één betreffende verzorging van ouden vaii Ha gen. In het Hoogerhuis werd de troonrede langdurig be sproken, zoowel wat buitenlandsche als binnenlandsche zaken betreft. In het Lagerhuis was het vooral de oud-minister-pre- siuent Balfour die kritiek uitoefende op de uitgebreid heid van het wetgevende program. Hij viel de regee- riug aan over haar politiek betreffende het onderwijs en Ierland. De heer Asquith zeide dat de regeering vast besloten is om te trachten haar wetgevend program ten uitvoer t< brengen. [Tij verklaarde dat er weinig ernstige misdrijven in Ierland voorkwamen, afgescheiden van het zoogenaamde veedrijven, waartegen de regeering "•■oorneniens is bij de wet maatregelen te nemen. Het blijkt hieruit reeds dat Ierland dit jaar in het Engelsche parlement wederom veel discussie zal uitlok ken. Prins Hendrik op reis. Prins Hendrik der Nederlanden is thans naar Schwe- rin vertrokken. Naar De Post, het katholieke Nieuwsblad voor Gel dei land, van welingelichte zijde zegt te vernemen, zal mr. Kolkman stellig in het nie,uwe kabinet zitting nemen, en is het bericht eener benoeming van kolonel J. G. baron van Voorst tot Voorst tot minister van oorlog, geheel ongegrond. Het resultaat der voortgezette besprekingen over de oplossing der Kabinetscrisis, is naar de Tel. uit rechts-parlementaire kringen vernemen dat de formateur, op Oorlog en Binnenlandsche Zaken na, zijn ministerie gereed heeft, met de volgende ver deeling der portefeuilles. Mr. Th. Heemskerk (a.r.), formateur, Binnenlandsche Zaken. Mr. M. J. C. M. Kolkman (r.-k.), Tweede Kamerlid, Financiën. J. S. G. Bevers, (r.-k.) wethouder van 's Graven- hage, Waterstaat. Ds. A. S. Talma, (a.r.), Tweede Kamerlid, Land bouw, Handel en Nijverheid. A. W. F.Idenburg, (a.-r.), oud-minister van Koloniën, Koloniën. Mr. J. A. Loeft', (r.-k.), oud-minister van Justitie, J ustitie. A. II. Hoekwater, schout-bij-nacht, Marine. De heer Loeff, zegt het blad, had aanvankelijk om gezondheidsredenen ernstig bezwaar gemaakt, zich voor de portefeuille van Justitie ten tweeden male beschikbaar te stellen. Hieruit werd ons het noemen van mr. Regout als minister van Justitie verklaard. Op herhaalden aandrang echter heeft mr. Loeff medisch advies ingewonnen, wat tot zijn bereidverklaring om als minister op te treden, heeft geleid. Voor Oorlog en Buitenlandsche Zaken werden ons verschillende namen genoemd, maar voor deze porte feuille bestond nog niet eenige zekerheid. Wat de Christelijke-Historische Kamerfractie betreft, vernam de Tel., dat wel met haar onderhandelingen zijn gevoerd nopens de oplossing der crisis, maar uit do bovengenoemde lijst blijkt reeds, dat die onder handelingen tot nu toe niet hebben geleid, tot de op name van een Christelijke-historisch minister in liet Kabinet. Er is beweerd, dat aan dr. Kuyper de Kamerzetel voor Sliedrecht die thans door mr. Heemskerk wordt bezet gehouden zou zijn aangeboden. De Tel. Verneemt thans van welingelichte zijde, dat dit inderdaad het geval is geweest, maar dat dr. Kuyper heeft bedankt. De oud-premier wenschte n.l. dit aanbod niet te aanvaarden, wanneer hij niet de zekerheid had, straks de candidaat te zullen zijn van de drie kerkelijke par tijen, de coalitie-candidaat dus. Een zóódanige ver kiezing achtte dr. Kuyper eisch, omdat zijn wederop- treden in de Kamer moet zijn een optreden als leider der coalitie en niet als leider anti-revolutionnaire Ka merfractie, gelijk mr. Heemskerk was. Met deze rol stelde dr. Kuyper zich niet tevreden, en wijl hem nóch het leiderschap der drie kerkelijke partijen kon worden toegezegd, nóch een candideering in Sliedrecht dooi de christelijk-historischen zoo goed als door de Roomsch- Katholieken en anti-revolutionnairen, heeft hij voor de eer bedankt en zich teruggetrokken. Achter de Sneeker-historie moet, naar de Tel. voorts werd medegedeeld, een soortgelijke kwestie zitten. Gisteren heeft de Kamer goedgekeurd het ontwerp betreffende wijziging van de Suiker-Conventie. Daarna kwam aan de orde de behandeling van de Staatsbegrooting. De heer Vermeulen, hoewel ernstige beden kingen hebbende tegen verschillende principieele nieuwe posten, op de begrooting voorkomendeverklaarde vóór de begrooting te zullen stemmen, omdat zijns inziens eene toekomstige Regeering moreel niet ge bonden wordt on voor haar dus de aangenomen ont werpen slechts credietwetten zullen zijn. Spr. meende in dit opzicht in de toekomstige Regeering vertrouwen te mogen stellen. Echter vroeg spreker vooraf van de Regeering de uitdrukkelijke verklaring, dat zij, onder de bestaande omstandigheden, niet zal overgaan tot uitvoering van die bestreden principieele aangelegen heden, tenzij een gewichtig Staatsbelang onverwijld ingrijpen noodzakelijk maakt. De heer W o 11 j er wees op het gevaar van het inwerken van vrijzinnige beginselen op de onderste lagen der bevolking, die voor de wetenschap zich niet buigen. De heer Van Nierop oordeelde, dat het bedrijf der Rijks-Postspaarbank nooit een verliespost voor den Staat zal opleveren. Hij wenschte wel uitbreiding van het beleggingsveld voor de bank, echter niet door belegging in buitenlandsche fondsen. Nu is het voor gekomen, dat de bank een onbelegd kassaldo had van ruim een millioen. Minister De Meester verwees den heer Ver meulen naar het schriftelijk gegeven antwoord. Daar aan voegt de Regeering niets toe. De Regeering zal, zoolang zij nog aan het bewind is, hare gedragslijn blijven volgen en doen wat naar haar eerlijke over tuiging 's lands belang vordert. Tegenover den heer Woltjer ontkende de Minister beslist, dat de conse quentie van het belijden van vrijzinnige beginselen zou moeten leiden tot oinhelzing van sociaal-demo cratische of anarchistische beginselen. Kortelijk be antwoordde de Minister ook de overige sprekers. Hoofdstuk II (Hooge Collegiën en Kabinet der Koningin) werd aangenomen. Evenzoo hoofdstuk VII B (Departement van Financiën), wijziging van art. 24 der Burgerlijke Pensioenwet; Vaststelling van de begrooting van uitgaven voor het Fonds van de uit voering der Tiendwet 1907 voor het dienstjaar 1908 en wijziging en verhooging van het Vile Hoofdstuk B der Staatsbegrooting 1908 (2 wetsontwerpen); hoofd stuk XII (Onvoorziene uitgaven); hoofdstuk III (Buitenl. Zaken)hoofdstuk IV (Justitie)Bij hoofd stuk V (Binuenl. Zaken) kwam de heer Van den Niesen op tegen de wijze, waarop de Woningwet wordt uitgevoerd. Maatregelen in het belang der volksgezondheid zijn goed, mits zij niet gelijk het geval is ontaarden in vexatoire maatregelen. Laat men de krotten opruimen waarmede huisjes melkers den arme menschen hun laatste centen af persen voor een onbewoonbaar hok, waarvoor al die plagerijen Zoo spoedig mogelijk dient een wet te v orden ont<vorpen waarbij een einde gemaakt wordt aan een wet waarbij de menschen worden gedonderd en genegerd. De minister van B i n n e n 1. Zaken (de heer Rink) gaf toedat de Woningwet herziening eischt en heeft dit in de Tweede Kamer reeds erkend. Hoofdstuk V (Binnen], Zaken) werd daarna zonder stemming aangenomen. Eveneens Hoofdstuk VI (Marine). Bij hoofdstuk 9 (Waterstaat) bepleitte de heer Delink een doelmatiger verwarming van treinen. Minister Kraus beloofde te zullen zorgen dat het onderwerp alsnog in studie wordt genomen. Bij hoofdstuk 10 sprak de heer Regout over de instelling van een driehoofdig bestuur bij het mijn wezen in Limburg. Een meervoudig directie was on- noodig, maar het advies van den bekwamen Wenc- kenbach is terzijde gelegd voor dat der twee technici, die nu in den raad zitten. Minister V e e g e n s beantwoordde den spreker en verdedigde het meerv.uldig bestuur, dat ook in Duitsch land veelvoudig voorkomt. Trouwens, op meerdere gionden laat zich eèn veelhoofdig bestuur als ver kieslijk verdedigen en het is ook niet bezwaarlijk voor s lands schatkist. De nieuwe directie voldoet uit nemend en de raad had dus nog niet ontslag kunnen verwachten. vergadering bijeengeroepen tegen Dinsdagmiddag 4 Februari, half twee. Het hoofdbestuur der Liberale Unie stelt de volgende motie voor inzake het kiesrecht voor de Tweede Kamer De Liberale Unie in hare jaarlijksche algemeene vergadering op 8 Februari 1908 bijeengekomen in het gebouw „Eensgezindheid," van oordeel lo. dat definitieve oplossing van het Kiesrecht- vraagstuk in Nederland evenals in de omliggende landen niet mogelijk is zonder aanvaarding van het stelsel van Algemeen Kiesrecht met wettelijke uit sluitingen 2o. dat het thans bestaande Kiesrecht voor de 2de Kamer behoort te worden vervangen door eene regeling, waarbij op de Kiezerslijsten worden gebracht: a. alle mannelijke Nederlanders, die ingezetenen zijn en den leeftijd van 23 jaren hebben bereikt, voor zoover zij niet door de Wet van het stemrecht zijn uitgesloten b. alle vrouwelijke ongehuwde Nederlanders, die ingezetenen zijn en den leeftijd van 30 jaren hebben bereikt, voor zoover zij niet door de Wet van het stemrecht zijn uitgesloten 3o. dat door de wet van het Kiesrecht behooren te worden uil gesloten a. zij, die tot de doorloopende bedeelden behooren b. zij, die den leeftijd van 23 jaar nog niet bereikt hebben c. zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over hun goederen hebben verloren cl. zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak, ter zake van het plegen van een strafbaar feit, ontoerekenbaar zijn verklaard e. zij, die als krankzinnigen in een gesticht ver pleegd worden f. zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak tot gevangenisstraf van ten minste één jaar zijn veroordeeld g. zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld zijn wegens landlooperij' of bedelarij h. zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak zijn veroordeeld wegens eene der overtre dingen, genoemd in artt. 426 en 453 van het Wetboek van Strafrecht, bij herhaling begaan (dronkenschap); i. zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van hun kiesrecht zijn ontzet. 4o. dat in de uitoefeningjvan het Kiesrecht behooren te worden geschorst de kiezers, die krachtens de Wet van hunne vrijheid zijn beroofd zooals gevangenen, gegijzelden, verpleegden in krankzinnigengestichten 5o. dat met de invoering van het Algemeen Kies recht behoort gepaard te gaan, invoering van Stem plicht en van evenredige vertegenwoordiging (het laatste in dien zin, dat het Rijk in eenige groote districten wordt verdeeld en aan het stelsel van groepen vertegen woordiging boven dat van persoonlijke vertegenwoor diging de voorkeur wordt gegeven). noodigt het Hoofdbestuur uitvoor eene Kiesrecht regeling als boven aangegeven krachtig propaganda te maken. Te Den Haag is op 48-jarigen leeftijd overleden jhr. P. J. J. Repelaer, voorzitter van het hoofdbestuur van de Hollandsche Maatschappij van landbouw. De overledene was officier in de orde van Oranje-Nassau. De teraardebestelling zal plaats hebben op Zaterdag, per extra-trein van den Haag naar Dordrecht. De heer Repelaer was een in de Nederlandsche landbouwwereld algemeen bekende en hooggeachte persoonlijkheid, die zich in menig opzicht verdienste lijk heeft gemaakt. Zijn overlijden, op betrekkelijk nog jeugdigen leeftijd, zal in ruimen kring me' diep leedwezen worden vernomen. De overledene maakte vele jaren deel uit van het hoofdbestuur van de Holl. Maatschappij van Land bouw en werd in het afgeloopen najaar, toen hij zich in Den Haag bevond in verband met voorbereiding der internationale Landbouwtentoonstelling, door ziekte verhinderd het presidium zoowel van de tentoonstel ling als van de vergadering der Maatschappij waar te nemen. In zijn woonplaats, Dubbeldam, nam hij deel aan het bestuur van tal van openbare en particuliere instellingen op het gebied van polderwezen, landbouw en waterschappen. De Tweede Kamer der Staten-Generaal is thans ter Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De jaarvergadering van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen zal op Woensdag 10 Juni a.s. ge opend worden, wederom in het gebouw van de Vrije Gemeente te Amsterdam. Tot de nieuwe voorstellen vau het hoofdbestuur, die op de agenda voorkomen, behoort een voorstel, om aan het hoofdbestuur op te dragen I. het bevorderen van het voorbereidend Fröbel onderwijs a. „door voor dit onderwijs propaganda te maken, door woord en geschrift" b. door ten behoeve van de kosten van op- en in richting van departementale Fröbelbewaarscholen, subsidiën in eens beschikbaar te stellen, op voor waarden, door het hoofdbestuur vast te stellen „voor dit doel op de begrooting voor 190708 uit te trekken f 3000; II. „het bevorderen van voiWgezet onderwijs aan kinderen, die de lagere school hebben doorloopen, en wel in scholen of cursussen voor het onderwijs in zang, gymnastiek, handenarbeid, houtsnijwerk, vrou welijke handwerken, enz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1