DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 27.
Honderd en tiende jaargang.
1908
ZATERDAG
1 FEBRUARI.
FEUILLETON.
Benaming van Straten.
HERFSTST
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
„Alkmaarsch "Comité tot steun aan
de Werkloozen".
tIAVÜ
Telefoonnummer 3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk
maar brengen ter algemeene kennisdat in de Raads
vergadering van 29 Januari 1.1., aan de hieronder ver
melde straten de volgende namen zijn gegeven
lo. Voor het terrein tusschen den oostelijken Stations
weg en de Stationstraat:
a. aan de verlenging van de Snaarmanslaan, van de
Stationstraat tot den Helderschen weg den naam
Snaarmanslaan
b. aan de straat, evenwijdig loopende aan den Helder
schen weg, achter den grooten gashouder, den
naam: Gashouderstraat;
c. aan de straat, die de beide vorige verbindt, den
naamKinheimstraat.
2o. Voor het in exploitatie gebrachte terrein van de
Alkmaarsche Exploitatie-Maatschappij
a. aan den breeden weg van den Singel tot de ont
worpen splitsing den naam: Nassaulaan
b. aan de open ruimte, gevormd door de sub a be
doelde Nassaulaan, waar deze zich in tweeën
splitst en de straat welke deze gesplitste straten
weder verbindt, tezamen den naamNassauplein;
c. aan de straat, voerende van het noordelijk ge
deelte van het Nassauplein naar den Westerweg
den naam Egmonderstraat
d. aan de straat, voerende van het westelijk gedeelte
van het Nassauplein naar den Westerweg, den
naam: Lamoraalstraat.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar30J anuari 1908.
Dinsdagavond is er in het stadhuis een algemeene
vergadering van het Alkmaarsch Comité tot steun aan
de werkloozen gehouden. De voorzitter, de heer J. van
Riet, deed in zijn openingswoord uitkomen, dat er ten
cnrechte aan het comité was verweten dat de gerefor
meerde als kerkelijke en de anti-revolutionnaire als
staatkundige partij van het comité was buitengesloten.
Men had eenige malen geprobeerd deze kerkelijke en
politieke partij in het comité zitting te doen nemen,
maar telkenmale trof men den persoon in kwestie niet
thuis.
Vervolgens werd door den secretaris, den heer J. A.
B. Fenijn het volgende verslag uitgebracht.
„Het bestuur rekent het zich tot plicht U een over
zicht te geven van de wijze waarop het zijne taak als
bestuur heeft opgevat en uitgevoerd, over het tijdvak
van 7 December 1907 tot 28 Januari 1908.
Toen het voorloopig bestuur, bestaande uit de hee-
ren Van Twuiver, van Riet en Fenijn in Uwe vergade
ring van 7 Dec. 1907 was aangevuld met de heer Bur
gemeester als eerevoorzitter en de heeren Cohen Stu
art, P. v. d. Ende, Van Dijk en v. d. Klei, hebben wij
aanstonds de circulaires waarvan het -concept door U
was goedgekeurd, doen drukken, aan de burgerij ver
zenden en terug doen halen. Het resultaat is U be
kend, 't was ons inziens een zeer gunstig, gezien de
slechte periode waarin wij ons bevinden. In ronde cij
fers konden wij rekenen op een ontvangst van 3000,
waardoor wy de waarborg hadden, gedurende een 10-
tal weken te kunnen uitkeeren.
Daarbij kwam dat dank zij de hulp van oifs gemeen
tebestuur onze registers spoedig ontruimd werd met
eenige tientallen werkloozen, daar er èn aan de afd.
ROMAN
door
IDA BOY-ED.
vertaling van S. S.
26)
En daar het een nieuwe lantaarn was, trotseerde zij
alle rukwinden, en bleef zij dus maar rustig doorbran
den.
Zoo stonden dan de twee jonge menschen tegenover
elkander in het licht van den lantaarn. Zij aarzelden
zonder noodzaak een paar seconden, eer zij instapten
en trachtten hunne aarzeling te verbergen door een
paar woorden te wisselen, welke zij nog, niettegenstaan
de het stevig stormde, elkaar toeriepen.
Zij wilden van beide zijden hunne nieuwsgierigheid
bevredigen en elkander eens aanzien.
Er kwam een glans van pleizier op het gelaat van
den jongen man. En Brita dacht: „Nou, dat is eens
een aardig avontuur. Eindelijk beleeft men tenminste
eens iets."
„Als het u belieft. zei hij, haar bij het instappen
helpende. Zij kon niet zoo terstond de trede vinden.
Ren keer trapte ze zelfs geheel en al mie, wat aanlei-
ding gaf om in een luid gelach uit te barsten.
Lachend reden zij nu verder tegen den stormwind in.
V.
Er was iets ongeloofelijks .gebeurd. Wanneer men
hoort dat de zes en negentigjarige mevrouw von Kling-
hammer den laatsten adem heeft uitgeblazen, kan men
wel niet anders zeggen dan: Wel, dat spreekt toch van
zelf. Eindelijk komt toch het laatste.
Maar de inwoners van Wachow konden het toch
maar niet gelooven.
Nu reeds dertig jaar en langer had iedereen haar
lederen dag achter haar raam zien zitten. Op de wit
gelakte vensterbank stonden twee bloempotten, waarin
plantsoenen èn die der publieke werken talrijke arbei
ders geplaatst werden.
Edoch dank zij ons grillig klimaat is deze onthef
fing hier van langen duur geweest, de laatste 4 weken
hebben wij, door afwisselende vorst en dooi, geregeld
deze arbeiders moeten steunen, behalve die bij de plant
soenen werkzaam waren.
Toen wij dus wisten over welk kapitaal wij beschik
ten, zijn wij onze berekening gaan maken en besloten
wat vorm aangaat in hoofdzaak de ondersteuning in
bons te verstrekken, die inwisselbaar waren voor di
verse levensbehoeften, waar wij echter zeker wisten dat
daar geld toevertrouwd was, hebben wij dit gegeven,
dit waren echter uitzonderingen.
Wat nu de hoegrootheid der ondersteuning aangaat
stelden wij vast deze te bepalen voor ongehuwden op
1.75, voor gehuwden zonder of met één kind op 3.50
en voor gehuwden met groote gezinnen op 5. Dit wa-
len de bedragen in geld berekend, in bons werd dit
1.77, 3.46 en 4.94. De eerste week echter hebben wij
met het oog op de Kerstdagen 6 en 3 gegeven,
heele en halve ondersteuning.
Wat nu de bons aangaat, verdeelden wij 4.94 bons
alsdus: 14 broodbons a 0.11 per stuk, 8 kruideniers
bons a 0.25 per stuk, 2 vleeschbons a 0.40 per stuk
en 2 brandstoffenbons 1 a 0.35, 1 a 0.25 per stuk;
3.46 bons was, 11 broodbons a 0.11, 5 krui deniers-
bens a 0.25, 1 vleeschbon a 0.40 en 2 brandstoffen-
bons samen 0.60, terwijl 1.77 bons was, 7 broodbons
a 0.11, 3 kruideniersbons a 0.25, 1 brandstoffenbon
a 0.25.
Zooals nu te begrijpen was werd de toevloed van
werkloozen, hoorende van onzen steun met dendaggroo-
ter. De losse arbeiders vormden het grootste gedeelte,
en onder deze kwamen personen voor die ons deze vraag
deden overwegen: behooren deze wel bij ons comité en
riet bij een liefdadigheidsinstelling.
Wij hebben toen gemeend deze personen zooals ven
ters, kleine handelaars en. vermomde bedelaars, niet tc
moeten ondersteunen, evenmin weduwen, en zoo min,
mogelijk liever geheel niet ongehuwden die bij kun
ouders inwoonden.
Ook de wijze hoe wij de ondersteuning aan de betrok
ken personen zouden doen toekomen, was een onder
werp voor ernstige bespreking, en het resultaat was,
dat wij besloten de ondersteuning thuis te brengen om
dat wij dan gedurig met den ondersteunde in aanraking
kwamen, en bovenal omdat wij dan zeker wisten dat
de vrouwen den steun in handen kregen.
De wijze waarop wij werkten was dezeVrijdags
avonds werden de werkloozen tusschen 7 en 9 uur in de
werkplaats van den heer Vlaming ingeschreven,denzelf
den avond, meestal echter den volgenden hielden we be
stuursvergadering, waarop wij de gezinnen bespraken
die wij steun gebracht hadden en de nieuw ingekome-
ncn behandelden, en aan een nauwkeurig onderzoek on
derwierpen, waarbij de nooit genoeg geprezen kennis
die onze bestuursleden de heeren v. d. Ende en Van
Dijk van Alkmaars inwoners hebben, ons uitstekend
ten rade kwam.
En toch bleken wij niet altijd tegen onze belagers
opgewassen. De eerste week de beste verkochten een
drietal hunne bonnen oi' waren voor Schiedammer
vocht. Ook waren er, die toen hen werd aangezegd dat
er werk voor hen was, daarvoor feestelijk bedankten,
meenende dat werken voor de dommen is, doch begrij
pelijk hebben wij onze relatie met deze Heeren verbro
ken.
Wij zijn nu naar onze schatting op de helft van de
ons voorgestelde tijd van werken, blijft het weer zooals
het thans is, dan kunnen wij verwachten ons hoogte-
echter geen bloemen waren. Het waren blauwe, porce-
leinen potten, waarop een wit medaljon was aange
bracht met een goud randje, en daarop stond nu een
geschilderd bouquet rozen. Tusschen de twee ledige
hemelsblauwe bloempotten had men steeds het gerim
pelde gelaat hunnen zien met dat wipneusje en den
ronden, zwarten knop van de hoedeniiaald, welke een
wit kanten mutsje moest vasthouden.
Kleine kinderen, die nog niet eens loopen konden,
waren volwassen menschen geworden. Jonge meisjes
waren op haar beurt reeds grootmoeders geworden, jon
gelingen waren naar den vreemde getogen en als Croe
sussen teruggekeerd.
En nog altijd zat het oude vrouwtje met het perka
menten gezicht en de verstandige, blauwe oogen daar
tusschen de ledige, blauwe bloempotjes.
Ieder had gedacht, dat zij honderd zou halen. Dat
Wachow den honderdsten verjaardag van een der in
gezetenen misliep, scheen bijna een gevoelige ramp te
z in. Het zou toch altijd voor iedereen een gewichtig
ding geweest zijn, wanneer hij zoo'n feest eens had
mogen medebeleven.
daar meer nog dan haar dood, veroorzaakte haar
testament een hevige opschudding. Men fluisterde
druk over den inhoud. Drie dagen voor haar dood had
de oude mevrouw zich des avonds om zeven uur niet
goed gevoeld en terstond den advocaat Berthold met
den notaris Zufusz laten roepen. Toen was het testa
ment gemaakt. Berthold liet niets uit. Dat wist men.
Maar de notaris verstond zoo de kunst om iets te zeg
gen en toch niets te zeggen, waardoor hij tevens zijn
behoefte om de tongriem te smeren en als een alweten
de te poseeren, bevredigen kon. Misschien dat dan ook
de geruchten wel uit den koker van Zufusz kwamen.
Maar men kon het niet bewijzen.
De hoofdpersoon kwam het eerst te weten, toen daags
na de begrafenis het testament, gelijk de erflaatster
bepaald had, publiek werd geopend in de groote zaal
van het kantongerecht.
Alle mannen, die in Wachow liefde voor hun vader
stad koesterden, en wien het welzijn der plaats ter har
te ging, waren er bij tegenwoordig, en zoodoende was
punt bereikt te hebben en zullen we allengs in de laat
ste weken snel dalen, waardoor wij dan vermoedelijk
wel rond zullen komen met de ontvangen gelden.
Naast de noodwendige teleurstellingen die wij wis
ten te zullen ondervinden, hebben wij toch de heerlijke
voldoening talrijke gezinnen in dezen barren winter
voor totalen ondergang gespaard te hebben.
Ten slotte moeten wij nog mededeelen dat door de
verschillende zangvereenigingen aan ons een aanbod
werd gedaan om een uitvoering voor de werkloozen te
geven. Wij hebben echtfer gemeend dat wij, waar de
liefdadigheid der ingezetenen, nu reeds was opgeroe
pen en goed gebleken, opnieuw geen vermomden aan
val op hunne beurs mochten doen en hebben, dankbaar
voor de goede bedoeling, deze aanbiedingen voorloopig
van de hand gewezen.
Thans rest ons nog ten slotte U mijne Heeren een
overzicht te geven van het verloop onzer steunbewe
ging, het zijn cijfers dus wat dor, maar toch niet min
der belangwekkend.
Statistiek van het verloop der Werkloosheid alhier
aanvangend 28 Nov. 1907 tot 24 Januari 1908.
Aan- en afvoer van werkloozen.
Week 28 Nov. tot 6 Dec. 1907. Aangegeven: 31
timmerlieden, 14 metselaars, 9 opperlieden, 6 grond
werkers, afgegaan: 5 timmerlieden, 7 metselaars, 3 op
perlieden, 4 grondwerkers, aangegeven12 schilders,
C8 losse arbeiders, 1 smid, 1 stoker, afgegaan: 1 schil
der, 9 losse arbeiders, smids geene, stokers géene, aan
gegeven 2 tuinlieden, 2 zadelmakers, 1 scheepmaker, 1
schipper, afgegaan: 2 tuinlieden, zadelmakers geene,
scheepmakers geene, schippers geene, aangegeven: 2
stucadoors, 3 borstelmakers, 1 typograaf, 1 vormer, af
gegaan: 1 stucadoor, 1 borstelmaker, typograaf geene,
vormers geene. Totaal aangegeven 155, afgevoerd 33,
over 122 werkloozen.
Week 6 tot 13 December 1907. Aangegeven: 4 tim
merlieden, 0 metselaars, 2 opperlieden, 1 grondwerker,
afgegaan4 timmerlieden, 2 metselaars, opperlieden
geene, 2 grondwerkers, aangegeven :-l schilder, 21 losse
arl -iders, 2 smeden, 1 stoker, afgegaan2 schilders,
13 losse arbeiders, smeden geene, stokers geene, aange
geven: 1 steenhouwer, 0 tuinlieden, 1 reiziger, 1 kaas
knecht, afgegaan: steenhouwers geene, 2 tuinlieden,
reizigers geene, kaasknechts geene. Totaal aangege
ven 35, afgevoerd 25, over 10 werkloozen.
Week 13 tot 20 December 1907. Aangegeven: 2 tim
merlieden, 2 metselaars, 1 opperman, 1 grondwerker,
afgegaan: 4 timmerlieden, 1 metselaar, 4 oppermans,
grondwerkers geene, aangegeven: 0 schilders, 19 losse
arbeiders, 1 stucadoor, afgegaan 1 schilder, losse ar
beiders geene, stucadoors geene. Totaal aangegeven
26, afgevoerd 10, over 16 werkloozen.
Week 20 tot 27 December 1907. Aangegeven: 9 tim
merlieden, 2 metselaars, 2 opperlieden, 1 grondwerker,
afgegaan: 4 timmerlieden, metselaars geene, 1 opper
man, 1 grondwerker, aangegeven: 2 schilders, 10 losse
arbeiders, 1 smid, 0 tuiiüieden, afgegaan: 3 schilders,
13 losse arbeiders, 1 smid, 3 tuinlieden, aangegeven: 0
schippers, afgegaan: 1 schipper. Totaal aangegeven
27, afgevoerd 27, over geene werkloozen.
Week 27 December 1907 tot 3 Januari 1908. Aange
geven 1 timmerman, 5 metselaars, 1 grondwerker, 2
schilders, afgegaan1 timmerman, metselaars geene,
grondwerkers geene, schilders geene, aangegeven: 14
losse arbeiders, 1 zadelmaker, 1 stucadoor, afgegaan:
2 losse arbeiders, zadelmakers geene, stucadoors geene.
Totaal aangegeven 25, afgevoerd 3, over 22 werkloo
zen.
Week 3 tot 10. Januari 1908. Aangegeven; 3 tim
merlieden, 2 metselaars, 4 opperlieden, 18 losse arbei-
iie zaal geheel bezet. De spanning was groot. Reeds
negen maanden lang, zoolang Mandach hier burge
meester was, had men hem vaak genoeg met zijn ge
weldige basstem hooren zeggen, alsof hij het maar te
bevelen had: „Mevrouw moet de stad maar erfgena
me maken; de stad kan het goed gebruiken, en die ach
terneven zijn toch millionaire zonder kinderen 1"
En nu en nu. Was het zooals het praatje liep?
Terstond nadat het testament voorgelezen was, wat
precies om één uur gebeurde, gingen de kantonrechter
1 tal denwang, de advocaat Berthold en de burgemees
ter Mandach naar het huis van den eerstgenoemde, al-
vaar mevrouw Antoinette de heeren op een palingsoep-
je geïnviteerd had.
De aangename, zoetzure geur der toekruiden in de
palingsoep was reeds in al de vertrekken doorgedron
gen. Of men al ventileerde, het hielp niet, de reuk
wilde er niet uit. Zelfs Mandach zeide: „Palingsoep
is het eenige gerecht, wat men te voren mag ruiken."
De soep was echter nog niet gereed. De heeren moes-
jen nog een paar minuten geduld hebben, want „ik
had u niet zoo op tijd verwacht, zei mevrouw Halden-
wang.
in de groote eetkamer stond de tafel gedekt.
Mevrouw llaldenwang zat bij het raam. Haar zesja-
ilg dochtertje stond bij haar.
Berthold stond met de handen op den rug dicht bij
de gesloten deur, welke toegang gaf tot de andere ka
mer.
De burgemeester liep handenwringend en aan de
grootste ontroering ten prooi heen en weer. Zi.in zware
basstem klonk als een bazuin door de kamer. Hij riep
mets anders dan: „dat zou jiiet mooi, niet mooi,
lieusch niet mooi. zijn
De kantonrechter Haldenwang liep ook al handen
wringende heen en weer maar steeds zeggende: „Wees
inch verstandig. Wees toch verstagidig."
erstandig, mijn waarde??!" hernam de eerste, „het
is hier een quaestie van eer!"
„Men kan, als het om de eer te doen is, wel doen als
don Quichotte."
Dat wil ik nog liever, dan nijht fair handelen."
ders, afgegaan: timmerlieden geene, metselaars geene,
opperlieden geene, 5 losse arbeiders, afgegaan: 1 siga
renmaker. Totaal aangegeven 27, afgegaan 6, over 21
werkloozen.
Week 10 tot 17 Januari 1908. Aangegeven: 1 tim
merman, 1 metselaar, 2 opperlieden, 1 grondwerker, af
gegaan: 2 timmerlieden, metselaars geene, opperlieden
geene, grondwerkers geene, aangegeven: 3 schilders, 23
losse arbeiders, 1 draaier, 1 schoenmaker, afgegaan:
schilders geene, losse arbeiders geene, draaiers geene,
choenmakers geene, aangegeven: 2# kleermakers, .1
kaasknecht, afgegaan: 1 vormer, kaasknechts geene.
Totaal aangegeven 36, afgegaan 3, over 33 werkloo-
sen.
Week 17 tot 24 Januari 1908. Aangegeven 4'met
selaars, 1 opperman, 4 losse arbeiders, afgegaan: 1 tim
merman, 1 metselaar, opperlieden geene, losse arbei
ders geene, aangegeven: 1 borstelmaker, 2 kaas
knechts, afgegaan: borstelmakers geene, 1 kaasknecht.
'Totaal aangegeven 12, afgegaan3, over 9 werkloozen.
Week 24 tot 31 Januari 1908. Aangegeven: 2 met
selaars, 4 grondwerkers, 9 losse arbeiders, 1 schoe*nma-
ker, totaal aangegeven 16 werkloozen.
Totale aangifte over 9 weken 359 werkloozen, totale
afvoer over 8 weken 110 werkloozen, in het register
open op 31 Januari 1908 249 werkloozen.
Verdeeld over de beroepen was het totale verloop al
dus aangegeven51 timmerlieden, afgevoerd21 tim
merlieden, hiervan waren 19 R. K., 32 P. G., 39 boven
de 20 jaren, 12 beneden de 20 jaren, 26 gehuwd, 25 on
gehuwd, de gehuwden hadden samen 42 kinderen t3
hunnen laste. Nog werkloos 30 timmerlieden.
Aangegeven32 metselaars, afgevoerd 11 metselaars,
nog werkloos 21 metselaars, hiervan waren 11 R. K., 21
P. G., 26 boven de 20 jaar, 6 beneden de 20 jaar., 23
gehuwd, 9 ongehuwd, de gehuwden samen met 67 kin
deren te hunnen laste.
Aangegeven: 21 opperlieden, afgevoerd 8 opperlieden,
nog werkloos 13 opperlieden, hiervan waren 14 R. K., 7
P. G., 19 boven de 20 jaar, 2 beneden de 20 jaar, 11 ge
huwd en 10 ongehuwd, de gehuwden samen 33 kinderen.
Aangegeven: 15 grondwerkers, afgevoerd: 7 grond
werkers, nog werkloos 8 grondwerkers, hiervan waren
9 R. K., 6 P. G., allen boven de 20 jaar, 13 gehuwd, 2
ongehuwd, samen de gehuwde 16 kinderen.
Aangegeven: 20 schilders, afgevoerd 7 schilders, nog
werkloos 13 schilders, hiervan waren 12 R. K., 8 P. G.,
17 boven de 20 jaar, 3 beneden de 20 jaar, 14 gehuwd,
6 ongehuwd, de gehuwden samen 25 kinderen.
Aangegeven: 186 losse arbeiders, afgevoerd: 44 losse
arbeiders, nog werkloos 142 losse arbeiders, hiervan
waren 92 R. K., 94 P. G., 167 boven de 20 jaar, 18 be
neden de 20 jaar, 128 gehuwd, 58 ongehuwd, de ge
huwden samen 316 kinderen.
Aangegeven: 4 smeden, afgevoerd 1 smid, nog werk
loos 3 smeden, hiervan waren 3 R. K., 1 P. G., 3 bo
ven 20 jaar, 1 beneden 20 jaar, 1 gehuwd, 3 ongehuwd,
de gehuwden 2 kinderen.
Aangegeven1 sigarenmaker, R. K. ongehuwd, bo
ven de 20 jaar.
Aangegeven: 2 stokers, 1 R. K., 1 P. G., 1 beneden
20 jaar, 1 boven 20 jaar, beide ongehuwd.
Aangegeven: 1 steenhouwer: R. K., beneden de 20
jaar, ongehuwd.
Aangegeven7 tuinlieden, afgevoerd 2 tuinlieden,
uog werkloos 5 tuinlieden, hiervan 5 R. K., 2 P. G., 6
boven 20 jaar, 1 beneden 20 jaaa, 4 gehuwd, 3 onge
huwd.
Aangegeven: 3 zadelmakers, alle 3 R. K., allen bo
ven de 20 jaar, allen gehuwd, samen 2 kinderen.
Aangegeven: 1 draaier, P. G., boven de 20 jaar, ge
huwd.
„Och, domheid
Maar dit woord had een uitwerking als van een bom
op den opgewonden man, en er volgde nu een stilzwij
gen na zijn ontboezemingen, alsof er een groote ont
ploffing gebeurd was.
Hij schrikte niet weinig.
„Nou neem me niet kwalijk!" voegde hij er dade
lijk aan toe, zijn vriend op den schouder slaande, dat
liet klapte. Maar deze lachte reeds, hij wist wel, hoe
het bedoeld was.
„Onzin dat kun je nu wel zeggen. Maar stel je
eons voorik, een onderkruiper van een erfenisNee
dat laat ik niet op me zitten, ik wil niet, dat men
mij altijd met den vinger zou nawijzen," zei hij.
„Maar, dat is 'm juist de onzin. Dat ben je heele-
inaal niet. De stad heeft toch driemaal honderdduizend
voor louter inrichtingen van algemeen nut en welda
digheid geëerfd, en jou heeft de oude dame, omdat ze
jou zoo goed mocht lijden, omdat je haar de laatste
negen maanden van haar leven menig uur veraange
naamd hebt, honderdduizend vermaakt. Iedereen heeft
het vleiend compliment gehoord. Deze erfenis niet te
aanvaarden, zou pure dwaasheid zijn."
De burgemeester wandelde met groote stappen de
kamer op en neer, zoodat de kleine Toni, zich veilig
wetende tusschen de knieën van hare moeder, zich be
paald amuseerde en geen oog van hem afliet.
„Als mévrouw nu maar niet zulke goed omschreven
bepalingen er bij gevoegd had! Dan zou mij alles nog
niets kunnen schelen. Maar als ik weiger, dan krijgt de
gemeente het nog niet eens. En dien millionaire daar
ginds in Berlijn gun ik heti ook niet. Het vreeselijkste
is, dat ik er niet over beschikken kan. Dat kan ik niet
eens. Anders gaf ik de heele honderdduizend renteloos
en zonder wederopzegging ter leen aan de badhotel -
maatschappij. Maar neen, ze moeten in consols vast
blijven liggen, ik krijg alleen maar de rente!"
Wordt vv~jolgd.