DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 27. Honderd en tiende jaargang. 1908 ZATERDAG 1 FEBRUARI. FEUILLETON. Benaming van Straten. HERFSTST Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. „Alkmaarsch "Comité tot steun aan de Werkloozen". tIAVÜ Telefoonnummer 3. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennisdat in de Raads vergadering van 29 Januari 1.1., aan de hieronder ver melde straten de volgende namen zijn gegeven lo. Voor het terrein tusschen den oostelijken Stations weg en de Stationstraat: a. aan de verlenging van de Snaarmanslaan, van de Stationstraat tot den Helderschen weg den naam Snaarmanslaan b. aan de straat, evenwijdig loopende aan den Helder schen weg, achter den grooten gashouder, den naam: Gashouderstraat; c. aan de straat, die de beide vorige verbindt, den naamKinheimstraat. 2o. Voor het in exploitatie gebrachte terrein van de Alkmaarsche Exploitatie-Maatschappij a. aan den breeden weg van den Singel tot de ont worpen splitsing den naam: Nassaulaan b. aan de open ruimte, gevormd door de sub a be doelde Nassaulaan, waar deze zich in tweeën splitst en de straat welke deze gesplitste straten weder verbindt, tezamen den naamNassauplein; c. aan de straat, voerende van het noordelijk ge deelte van het Nassauplein naar den Westerweg den naam Egmonderstraat d. aan de straat, voerende van het westelijk gedeelte van het Nassauplein naar den Westerweg, den naam: Lamoraalstraat. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar30J anuari 1908. Dinsdagavond is er in het stadhuis een algemeene vergadering van het Alkmaarsch Comité tot steun aan de werkloozen gehouden. De voorzitter, de heer J. van Riet, deed in zijn openingswoord uitkomen, dat er ten cnrechte aan het comité was verweten dat de gerefor meerde als kerkelijke en de anti-revolutionnaire als staatkundige partij van het comité was buitengesloten. Men had eenige malen geprobeerd deze kerkelijke en politieke partij in het comité zitting te doen nemen, maar telkenmale trof men den persoon in kwestie niet thuis. Vervolgens werd door den secretaris, den heer J. A. B. Fenijn het volgende verslag uitgebracht. „Het bestuur rekent het zich tot plicht U een over zicht te geven van de wijze waarop het zijne taak als bestuur heeft opgevat en uitgevoerd, over het tijdvak van 7 December 1907 tot 28 Januari 1908. Toen het voorloopig bestuur, bestaande uit de hee- ren Van Twuiver, van Riet en Fenijn in Uwe vergade ring van 7 Dec. 1907 was aangevuld met de heer Bur gemeester als eerevoorzitter en de heeren Cohen Stu art, P. v. d. Ende, Van Dijk en v. d. Klei, hebben wij aanstonds de circulaires waarvan het -concept door U was goedgekeurd, doen drukken, aan de burgerij ver zenden en terug doen halen. Het resultaat is U be kend, 't was ons inziens een zeer gunstig, gezien de slechte periode waarin wij ons bevinden. In ronde cij fers konden wij rekenen op een ontvangst van 3000, waardoor wy de waarborg hadden, gedurende een 10- tal weken te kunnen uitkeeren. Daarbij kwam dat dank zij de hulp van oifs gemeen tebestuur onze registers spoedig ontruimd werd met eenige tientallen werkloozen, daar er èn aan de afd. ROMAN door IDA BOY-ED. vertaling van S. S. 26) En daar het een nieuwe lantaarn was, trotseerde zij alle rukwinden, en bleef zij dus maar rustig doorbran den. Zoo stonden dan de twee jonge menschen tegenover elkander in het licht van den lantaarn. Zij aarzelden zonder noodzaak een paar seconden, eer zij instapten en trachtten hunne aarzeling te verbergen door een paar woorden te wisselen, welke zij nog, niettegenstaan de het stevig stormde, elkaar toeriepen. Zij wilden van beide zijden hunne nieuwsgierigheid bevredigen en elkander eens aanzien. Er kwam een glans van pleizier op het gelaat van den jongen man. En Brita dacht: „Nou, dat is eens een aardig avontuur. Eindelijk beleeft men tenminste eens iets." „Als het u belieft. zei hij, haar bij het instappen helpende. Zij kon niet zoo terstond de trede vinden. Ren keer trapte ze zelfs geheel en al mie, wat aanlei- ding gaf om in een luid gelach uit te barsten. Lachend reden zij nu verder tegen den stormwind in. V. Er was iets ongeloofelijks .gebeurd. Wanneer men hoort dat de zes en negentigjarige mevrouw von Kling- hammer den laatsten adem heeft uitgeblazen, kan men wel niet anders zeggen dan: Wel, dat spreekt toch van zelf. Eindelijk komt toch het laatste. Maar de inwoners van Wachow konden het toch maar niet gelooven. Nu reeds dertig jaar en langer had iedereen haar lederen dag achter haar raam zien zitten. Op de wit gelakte vensterbank stonden twee bloempotten, waarin plantsoenen èn die der publieke werken talrijke arbei ders geplaatst werden. Edoch dank zij ons grillig klimaat is deze onthef fing hier van langen duur geweest, de laatste 4 weken hebben wij, door afwisselende vorst en dooi, geregeld deze arbeiders moeten steunen, behalve die bij de plant soenen werkzaam waren. Toen wij dus wisten over welk kapitaal wij beschik ten, zijn wij onze berekening gaan maken en besloten wat vorm aangaat in hoofdzaak de ondersteuning in bons te verstrekken, die inwisselbaar waren voor di verse levensbehoeften, waar wij echter zeker wisten dat daar geld toevertrouwd was, hebben wij dit gegeven, dit waren echter uitzonderingen. Wat nu de hoegrootheid der ondersteuning aangaat stelden wij vast deze te bepalen voor ongehuwden op 1.75, voor gehuwden zonder of met één kind op 3.50 en voor gehuwden met groote gezinnen op 5. Dit wa- len de bedragen in geld berekend, in bons werd dit 1.77, 3.46 en 4.94. De eerste week echter hebben wij met het oog op de Kerstdagen 6 en 3 gegeven, heele en halve ondersteuning. Wat nu de bons aangaat, verdeelden wij 4.94 bons alsdus: 14 broodbons a 0.11 per stuk, 8 kruideniers bons a 0.25 per stuk, 2 vleeschbons a 0.40 per stuk en 2 brandstoffenbons 1 a 0.35, 1 a 0.25 per stuk; 3.46 bons was, 11 broodbons a 0.11, 5 krui deniers- bens a 0.25, 1 vleeschbon a 0.40 en 2 brandstoffen- bons samen 0.60, terwijl 1.77 bons was, 7 broodbons a 0.11, 3 kruideniersbons a 0.25, 1 brandstoffenbon a 0.25. Zooals nu te begrijpen was werd de toevloed van werkloozen, hoorende van onzen steun met dendaggroo- ter. De losse arbeiders vormden het grootste gedeelte, en onder deze kwamen personen voor die ons deze vraag deden overwegen: behooren deze wel bij ons comité en riet bij een liefdadigheidsinstelling. Wij hebben toen gemeend deze personen zooals ven ters, kleine handelaars en. vermomde bedelaars, niet tc moeten ondersteunen, evenmin weduwen, en zoo min, mogelijk liever geheel niet ongehuwden die bij kun ouders inwoonden. Ook de wijze hoe wij de ondersteuning aan de betrok ken personen zouden doen toekomen, was een onder werp voor ernstige bespreking, en het resultaat was, dat wij besloten de ondersteuning thuis te brengen om dat wij dan gedurig met den ondersteunde in aanraking kwamen, en bovenal omdat wij dan zeker wisten dat de vrouwen den steun in handen kregen. De wijze waarop wij werkten was dezeVrijdags avonds werden de werkloozen tusschen 7 en 9 uur in de werkplaats van den heer Vlaming ingeschreven,denzelf den avond, meestal echter den volgenden hielden we be stuursvergadering, waarop wij de gezinnen bespraken die wij steun gebracht hadden en de nieuw ingekome- ncn behandelden, en aan een nauwkeurig onderzoek on derwierpen, waarbij de nooit genoeg geprezen kennis die onze bestuursleden de heeren v. d. Ende en Van Dijk van Alkmaars inwoners hebben, ons uitstekend ten rade kwam. En toch bleken wij niet altijd tegen onze belagers opgewassen. De eerste week de beste verkochten een drietal hunne bonnen oi' waren voor Schiedammer vocht. Ook waren er, die toen hen werd aangezegd dat er werk voor hen was, daarvoor feestelijk bedankten, meenende dat werken voor de dommen is, doch begrij pelijk hebben wij onze relatie met deze Heeren verbro ken. Wij zijn nu naar onze schatting op de helft van de ons voorgestelde tijd van werken, blijft het weer zooals het thans is, dan kunnen wij verwachten ons hoogte- echter geen bloemen waren. Het waren blauwe, porce- leinen potten, waarop een wit medaljon was aange bracht met een goud randje, en daarop stond nu een geschilderd bouquet rozen. Tusschen de twee ledige hemelsblauwe bloempotten had men steeds het gerim pelde gelaat hunnen zien met dat wipneusje en den ronden, zwarten knop van de hoedeniiaald, welke een wit kanten mutsje moest vasthouden. Kleine kinderen, die nog niet eens loopen konden, waren volwassen menschen geworden. Jonge meisjes waren op haar beurt reeds grootmoeders geworden, jon gelingen waren naar den vreemde getogen en als Croe sussen teruggekeerd. En nog altijd zat het oude vrouwtje met het perka menten gezicht en de verstandige, blauwe oogen daar tusschen de ledige, blauwe bloempotjes. Ieder had gedacht, dat zij honderd zou halen. Dat Wachow den honderdsten verjaardag van een der in gezetenen misliep, scheen bijna een gevoelige ramp te z in. Het zou toch altijd voor iedereen een gewichtig ding geweest zijn, wanneer hij zoo'n feest eens had mogen medebeleven. daar meer nog dan haar dood, veroorzaakte haar testament een hevige opschudding. Men fluisterde druk over den inhoud. Drie dagen voor haar dood had de oude mevrouw zich des avonds om zeven uur niet goed gevoeld en terstond den advocaat Berthold met den notaris Zufusz laten roepen. Toen was het testa ment gemaakt. Berthold liet niets uit. Dat wist men. Maar de notaris verstond zoo de kunst om iets te zeg gen en toch niets te zeggen, waardoor hij tevens zijn behoefte om de tongriem te smeren en als een alweten de te poseeren, bevredigen kon. Misschien dat dan ook de geruchten wel uit den koker van Zufusz kwamen. Maar men kon het niet bewijzen. De hoofdpersoon kwam het eerst te weten, toen daags na de begrafenis het testament, gelijk de erflaatster bepaald had, publiek werd geopend in de groote zaal van het kantongerecht. Alle mannen, die in Wachow liefde voor hun vader stad koesterden, en wien het welzijn der plaats ter har te ging, waren er bij tegenwoordig, en zoodoende was punt bereikt te hebben en zullen we allengs in de laat ste weken snel dalen, waardoor wij dan vermoedelijk wel rond zullen komen met de ontvangen gelden. Naast de noodwendige teleurstellingen die wij wis ten te zullen ondervinden, hebben wij toch de heerlijke voldoening talrijke gezinnen in dezen barren winter voor totalen ondergang gespaard te hebben. Ten slotte moeten wij nog mededeelen dat door de verschillende zangvereenigingen aan ons een aanbod werd gedaan om een uitvoering voor de werkloozen te geven. Wij hebben echtfer gemeend dat wij, waar de liefdadigheid der ingezetenen, nu reeds was opgeroe pen en goed gebleken, opnieuw geen vermomden aan val op hunne beurs mochten doen en hebben, dankbaar voor de goede bedoeling, deze aanbiedingen voorloopig van de hand gewezen. Thans rest ons nog ten slotte U mijne Heeren een overzicht te geven van het verloop onzer steunbewe ging, het zijn cijfers dus wat dor, maar toch niet min der belangwekkend. Statistiek van het verloop der Werkloosheid alhier aanvangend 28 Nov. 1907 tot 24 Januari 1908. Aan- en afvoer van werkloozen. Week 28 Nov. tot 6 Dec. 1907. Aangegeven: 31 timmerlieden, 14 metselaars, 9 opperlieden, 6 grond werkers, afgegaan: 5 timmerlieden, 7 metselaars, 3 op perlieden, 4 grondwerkers, aangegeven12 schilders, C8 losse arbeiders, 1 smid, 1 stoker, afgegaan: 1 schil der, 9 losse arbeiders, smids geene, stokers géene, aan gegeven 2 tuinlieden, 2 zadelmakers, 1 scheepmaker, 1 schipper, afgegaan: 2 tuinlieden, zadelmakers geene, scheepmakers geene, schippers geene, aangegeven: 2 stucadoors, 3 borstelmakers, 1 typograaf, 1 vormer, af gegaan: 1 stucadoor, 1 borstelmaker, typograaf geene, vormers geene. Totaal aangegeven 155, afgevoerd 33, over 122 werkloozen. Week 6 tot 13 December 1907. Aangegeven: 4 tim merlieden, 0 metselaars, 2 opperlieden, 1 grondwerker, afgegaan4 timmerlieden, 2 metselaars, opperlieden geene, 2 grondwerkers, aangegeven :-l schilder, 21 losse arl -iders, 2 smeden, 1 stoker, afgegaan2 schilders, 13 losse arbeiders, smeden geene, stokers geene, aange geven: 1 steenhouwer, 0 tuinlieden, 1 reiziger, 1 kaas knecht, afgegaan: steenhouwers geene, 2 tuinlieden, reizigers geene, kaasknechts geene. Totaal aangege ven 35, afgevoerd 25, over 10 werkloozen. Week 13 tot 20 December 1907. Aangegeven: 2 tim merlieden, 2 metselaars, 1 opperman, 1 grondwerker, afgegaan: 4 timmerlieden, 1 metselaar, 4 oppermans, grondwerkers geene, aangegeven: 0 schilders, 19 losse arbeiders, 1 stucadoor, afgegaan 1 schilder, losse ar beiders geene, stucadoors geene. Totaal aangegeven 26, afgevoerd 10, over 16 werkloozen. Week 20 tot 27 December 1907. Aangegeven: 9 tim merlieden, 2 metselaars, 2 opperlieden, 1 grondwerker, afgegaan: 4 timmerlieden, metselaars geene, 1 opper man, 1 grondwerker, aangegeven: 2 schilders, 10 losse arbeiders, 1 smid, 0 tuiiüieden, afgegaan: 3 schilders, 13 losse arbeiders, 1 smid, 3 tuinlieden, aangegeven: 0 schippers, afgegaan: 1 schipper. Totaal aangegeven 27, afgevoerd 27, over geene werkloozen. Week 27 December 1907 tot 3 Januari 1908. Aange geven 1 timmerman, 5 metselaars, 1 grondwerker, 2 schilders, afgegaan1 timmerman, metselaars geene, grondwerkers geene, schilders geene, aangegeven: 14 losse arbeiders, 1 zadelmaker, 1 stucadoor, afgegaan: 2 losse arbeiders, zadelmakers geene, stucadoors geene. Totaal aangegeven 25, afgevoerd 3, over 22 werkloo zen. Week 3 tot 10. Januari 1908. Aangegeven; 3 tim merlieden, 2 metselaars, 4 opperlieden, 18 losse arbei- iie zaal geheel bezet. De spanning was groot. Reeds negen maanden lang, zoolang Mandach hier burge meester was, had men hem vaak genoeg met zijn ge weldige basstem hooren zeggen, alsof hij het maar te bevelen had: „Mevrouw moet de stad maar erfgena me maken; de stad kan het goed gebruiken, en die ach terneven zijn toch millionaire zonder kinderen 1" En nu en nu. Was het zooals het praatje liep? Terstond nadat het testament voorgelezen was, wat precies om één uur gebeurde, gingen de kantonrechter 1 tal denwang, de advocaat Berthold en de burgemees ter Mandach naar het huis van den eerstgenoemde, al- vaar mevrouw Antoinette de heeren op een palingsoep- je geïnviteerd had. De aangename, zoetzure geur der toekruiden in de palingsoep was reeds in al de vertrekken doorgedron gen. Of men al ventileerde, het hielp niet, de reuk wilde er niet uit. Zelfs Mandach zeide: „Palingsoep is het eenige gerecht, wat men te voren mag ruiken." De soep was echter nog niet gereed. De heeren moes- jen nog een paar minuten geduld hebben, want „ik had u niet zoo op tijd verwacht, zei mevrouw Halden- wang. in de groote eetkamer stond de tafel gedekt. Mevrouw llaldenwang zat bij het raam. Haar zesja- ilg dochtertje stond bij haar. Berthold stond met de handen op den rug dicht bij de gesloten deur, welke toegang gaf tot de andere ka mer. De burgemeester liep handenwringend en aan de grootste ontroering ten prooi heen en weer. Zi.in zware basstem klonk als een bazuin door de kamer. Hij riep mets anders dan: „dat zou jiiet mooi, niet mooi, lieusch niet mooi. zijn De kantonrechter Haldenwang liep ook al handen wringende heen en weer maar steeds zeggende: „Wees inch verstandig. Wees toch verstagidig." erstandig, mijn waarde??!" hernam de eerste, „het is hier een quaestie van eer!" „Men kan, als het om de eer te doen is, wel doen als don Quichotte." Dat wil ik nog liever, dan nijht fair handelen." ders, afgegaan: timmerlieden geene, metselaars geene, opperlieden geene, 5 losse arbeiders, afgegaan: 1 siga renmaker. Totaal aangegeven 27, afgegaan 6, over 21 werkloozen. Week 10 tot 17 Januari 1908. Aangegeven: 1 tim merman, 1 metselaar, 2 opperlieden, 1 grondwerker, af gegaan: 2 timmerlieden, metselaars geene, opperlieden geene, grondwerkers geene, aangegeven: 3 schilders, 23 losse arbeiders, 1 draaier, 1 schoenmaker, afgegaan: schilders geene, losse arbeiders geene, draaiers geene, choenmakers geene, aangegeven: 2# kleermakers, .1 kaasknecht, afgegaan: 1 vormer, kaasknechts geene. Totaal aangegeven 36, afgegaan 3, over 33 werkloo- sen. Week 17 tot 24 Januari 1908. Aangegeven 4'met selaars, 1 opperman, 4 losse arbeiders, afgegaan: 1 tim merman, 1 metselaar, opperlieden geene, losse arbei ders geene, aangegeven: 1 borstelmaker, 2 kaas knechts, afgegaan: borstelmakers geene, 1 kaasknecht. 'Totaal aangegeven 12, afgegaan3, over 9 werkloozen. Week 24 tot 31 Januari 1908. Aangegeven: 2 met selaars, 4 grondwerkers, 9 losse arbeiders, 1 schoe*nma- ker, totaal aangegeven 16 werkloozen. Totale aangifte over 9 weken 359 werkloozen, totale afvoer over 8 weken 110 werkloozen, in het register open op 31 Januari 1908 249 werkloozen. Verdeeld over de beroepen was het totale verloop al dus aangegeven51 timmerlieden, afgevoerd21 tim merlieden, hiervan waren 19 R. K., 32 P. G., 39 boven de 20 jaren, 12 beneden de 20 jaren, 26 gehuwd, 25 on gehuwd, de gehuwden hadden samen 42 kinderen t3 hunnen laste. Nog werkloos 30 timmerlieden. Aangegeven32 metselaars, afgevoerd 11 metselaars, nog werkloos 21 metselaars, hiervan waren 11 R. K., 21 P. G., 26 boven de 20 jaar, 6 beneden de 20 jaar., 23 gehuwd, 9 ongehuwd, de gehuwden samen met 67 kin deren te hunnen laste. Aangegeven: 21 opperlieden, afgevoerd 8 opperlieden, nog werkloos 13 opperlieden, hiervan waren 14 R. K., 7 P. G., 19 boven de 20 jaar, 2 beneden de 20 jaar, 11 ge huwd en 10 ongehuwd, de gehuwden samen 33 kinderen. Aangegeven: 15 grondwerkers, afgevoerd: 7 grond werkers, nog werkloos 8 grondwerkers, hiervan waren 9 R. K., 6 P. G., allen boven de 20 jaar, 13 gehuwd, 2 ongehuwd, samen de gehuwde 16 kinderen. Aangegeven: 20 schilders, afgevoerd 7 schilders, nog werkloos 13 schilders, hiervan waren 12 R. K., 8 P. G., 17 boven de 20 jaar, 3 beneden de 20 jaar, 14 gehuwd, 6 ongehuwd, de gehuwden samen 25 kinderen. Aangegeven: 186 losse arbeiders, afgevoerd: 44 losse arbeiders, nog werkloos 142 losse arbeiders, hiervan waren 92 R. K., 94 P. G., 167 boven de 20 jaar, 18 be neden de 20 jaar, 128 gehuwd, 58 ongehuwd, de ge huwden samen 316 kinderen. Aangegeven: 4 smeden, afgevoerd 1 smid, nog werk loos 3 smeden, hiervan waren 3 R. K., 1 P. G., 3 bo ven 20 jaar, 1 beneden 20 jaar, 1 gehuwd, 3 ongehuwd, de gehuwden 2 kinderen. Aangegeven1 sigarenmaker, R. K. ongehuwd, bo ven de 20 jaar. Aangegeven: 2 stokers, 1 R. K., 1 P. G., 1 beneden 20 jaar, 1 boven 20 jaar, beide ongehuwd. Aangegeven: 1 steenhouwer: R. K., beneden de 20 jaar, ongehuwd. Aangegeven7 tuinlieden, afgevoerd 2 tuinlieden, uog werkloos 5 tuinlieden, hiervan 5 R. K., 2 P. G., 6 boven 20 jaar, 1 beneden 20 jaaa, 4 gehuwd, 3 onge huwd. Aangegeven: 3 zadelmakers, alle 3 R. K., allen bo ven de 20 jaar, allen gehuwd, samen 2 kinderen. Aangegeven: 1 draaier, P. G., boven de 20 jaar, ge huwd. „Och, domheid Maar dit woord had een uitwerking als van een bom op den opgewonden man, en er volgde nu een stilzwij gen na zijn ontboezemingen, alsof er een groote ont ploffing gebeurd was. Hij schrikte niet weinig. „Nou neem me niet kwalijk!" voegde hij er dade lijk aan toe, zijn vriend op den schouder slaande, dat liet klapte. Maar deze lachte reeds, hij wist wel, hoe het bedoeld was. „Onzin dat kun je nu wel zeggen. Maar stel je eons voorik, een onderkruiper van een erfenisNee dat laat ik niet op me zitten, ik wil niet, dat men mij altijd met den vinger zou nawijzen," zei hij. „Maar, dat is 'm juist de onzin. Dat ben je heele- inaal niet. De stad heeft toch driemaal honderdduizend voor louter inrichtingen van algemeen nut en welda digheid geëerfd, en jou heeft de oude dame, omdat ze jou zoo goed mocht lijden, omdat je haar de laatste negen maanden van haar leven menig uur veraange naamd hebt, honderdduizend vermaakt. Iedereen heeft het vleiend compliment gehoord. Deze erfenis niet te aanvaarden, zou pure dwaasheid zijn." De burgemeester wandelde met groote stappen de kamer op en neer, zoodat de kleine Toni, zich veilig wetende tusschen de knieën van hare moeder, zich be paald amuseerde en geen oog van hem afliet. „Als mévrouw nu maar niet zulke goed omschreven bepalingen er bij gevoegd had! Dan zou mij alles nog niets kunnen schelen. Maar als ik weiger, dan krijgt de gemeente het nog niet eens. En dien millionaire daar ginds in Berlijn gun ik heti ook niet. Het vreeselijkste is, dat ik er niet over beschikken kan. Dat kan ik niet eens. Anders gaf ik de heele honderdduizend renteloos en zonder wederopzegging ter leen aan de badhotel - maatschappij. Maar neen, ze moeten in consols vast blijven liggen, ik krijg alleen maar de rente!" Wordt vv~jolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 5