ENGELSCHE BRIEVEN.
Vraag en Aanbod.
W aar zooveel duisternis heerscht, verlangt men na
tuurlijk te harder naar de zon en dus is het geen won
der, dat men hier in gezelschappen het heel druk heeft
ever de voor- en nadeelen van het plan des heeren Wil-
lett die ons leven 21 dagen per jaar langer wil maken
en 210 uren meer daglicht in den zomer wil laten ge
nieten, door ons vroeger te laten opstaan. Nederlan
ders zijn langslapers. Het goud in den morgenstond
trekt weinig- aan, meer voelen wij voor de nuchtere
verzekering, dat vogeltjes die zoo vroeg zingen voor de
poes zijn.
Aangegeven.: 2 schoenmakers, P. G., boven de 20
jaar, gehuwd, samen 6 kinderen.
Aangegeven: 1 scheepmaker: P. G. boven de 20 jaar,
gehuwd.
Aangegeven: 1 schipper, afgegaan: 1 schipper: R. K.
boven de 20 jaar, gehuwd.
Aangegeven: 4 stucadcors, afgegaan: 1 stucadoor,
nog werkloos 3 stucadoors, 1 R. K., 3 P. G., 4 boven
de 20 jaar, 3 gehuwd, 1 ongehuwd, samen 7 kinderen.
Aangegeven: 4 borstelmakers, afgegaan: 1 borstel
maker, nog werkloos 3 borstelmakers, alle R. K., 3 bo
ven 20 jaar, 1 beneden 20 jaar, 3 gehuwd, 1 ongehuwd,
samen 12 kinderen.
Aangegeven: 2 kleermakers, P. G., boven 20 jaar
gehuwd, 4 kinderen.
Aangegeven: 1 typograaf, R. K., boven 20 jaar, on
gehuwd.
Aangegeven 1 reiziger, R. K., boven de 20 jaar, ge
huwd, 2 kinderen.
Aangegeven: 1 vormer, P. G., boven 20 jaar, onge
huwd.
Aangegeven: 4 kaasknechts, afgegaan: 1 kaasknecht,
nog werkloos: 3 kaasknechts, 1 R. K., 3 P. G., boven
de 20 jaar, 1 gehuwd, 5 kinderen, 3 ongehuwd.
Uitkeeringen.
24 December 1907. Aan 74 personen: 19 uitkeerin
gen van 6, 47 van 3, 8 van 1.75.
31 December 1907. Aan 86 personen 15 uitkeeringèn
van 5, 45 van 3.50, 26 van 1.75.
7'Januari 1908. Aan 106 personen 18 uitkeeringen
van 5, 56 van 350, 36 van 1.75.
14 Januari 1908. Aan 130 personen, 21 uitkeeringen
van 5, 68 van 3.50, 41 van 1.75.
21 Januari 1908. Aan 138 personen 16 uitkeeringen
van 5, 73 van 3.50, 49 van 1.75.
Totaal over 5 weken: 19 uitkeeringen van 6, 70
van 5, 242 van 3.50, 47 van 3, 160 van 1.75. To
taal 1732.
Aan het einde van dit overzicht zij het mij vergund
namens het bestuur onzen hartelijken dank te brengen
aan allen die op zoo milde wijze ons in staat stelden,
den nood die geleden is te lenigen.
Ten slotte word het volgende overzicht gegeven van
den financiëelen toestand (gedeeltelijk naar schat
ting.)
Ontvangsten:
Aan geïnde bijdragen f 2801.08.
geraamde wekelijksche bijdragen
nog te innen f 400.
Diversen f 70.
Uitgaven:
Per betaald aan leveranciers
bedeeling in geld
zesde bedeeling
betaalde onkosten
f 3271.08.
f 856.80.
f 370.75.
f 480.—.
f 88.51.
nog te betalen aan leveranciers over
de 5 eerste bedeelingen f 504.44.
getaxeerde onkosten f 70.
nog ter bedeeling f 900.57.
S. E. N. O.
f 3271.08.
Alkmaar, 29 Jan. 1908.
(V(Mi onzenLondemchm medewerker).
LONDEN, 27 Januari 1908.
Naar mij uit brieven uit Nederland blijkt heeft men
daar, ten minste in sommige steden de narigheid van
een zwaren mist dezer dagen ook ondervonden en de
onrust waarin velen verkeerd hebben, tengevolge van
het ongeval de „Amsterdam" overkomen, eene erva
ring-, die eenig denkbeeld geeft van de onrust die hier
in zulke dagen in duizenden gezinnen gevoeld wordt,
want men is nooit zeker, dat huisgenooten bij zulk een
mist weer heelhuids thuis zullen komen. Men steekt
wel lichten en flambouwen op, doch dat helpt zeer wei
nig, als de mist goed zwart is. Men ziet, als men een
lantaarn voorbij is, den volgenden bijvoorbeeld niet.
Daarbij komt de ontzaggelijke schade die in alle tak
ken van bedrijf wordt geleden. Op de Theems stond alle
verkeer 5 a 6 dagen volkomen stil, goederen konden
niet gelost worden en allerlei is moeten bederven. De
groote winkels in de stad zagen geen klanten opdagen,
wat in den tijd der „Sales" of uitverkoopen natuurlijIt
een geweldig nadeel is, dat voor sommige winkeliers
veilig op 500 a 600 per dag kan geraamd worden.
Want dat is het eigenaardige, dat wie niet komen op
zoc'n dag hun bezoek niet uitstellen, doch eenvoudig
afstellen.
Dat de omnibus-maatschappijen mee lijden spreekt
van zelf, want ieder kruipt in de ondergrondsche trei
nen, die nu alle electriscli zijn en dus niet meer zoo
Toen de kleine dokter Haase zoo vergenoegd zijn si
gaartje zat te rooken en in gepeins verzonken naar de
steeds langer -wordende asch zat te staren, was hij een
groote ergernis voor zijn tafelgenooten. Men kon hem
aar zien, dat genoeglijke gedachten hem bezighielden,
gedachten, die hij zijne vrienden niet deelachtig wilde
maken en dat konden die vrienden niet langer verdra
gen. Stilzwijgend had men het geduld, dat Ilaase stil
letjes, zonder de anderen in zijn geheim in te wijden,
een rendez-vous had gehad; ja, men had gedaan alsot
bef niet gezien was, dat hij op zekeren dag met een da
me was gezien, maar dat hij zich in z'n eentje vermaak
te met gedachten, die zijn vrienden niet kenden, dat
was niet langer uit te houden.
Dit zwijgende genot van prettige geheimen was een
voudig verraad, hoogmoed van den bezitter, die met
verachting op de niet-bezitters neerkeek want ten
opzichte van teedere geheimen waren Haase's vrienden
allen niet-bezitters te noemen. Voor hen behoorden
galante avonturen met mooie vrouwen in het rijk dar
riroomen thuis. Ilaase evenwel scheen er anders over
te denken en wilde een aardige modiste ridderdiensten
bewijzen. De Goden zouden hem straffen!
Toen Haase op een keer niet aanwezig was en de
vrienden een lekker avondmaal genuttigd hadden,
brak de algemeene verontwaardiging los.
,,'t Is ongehoord en vervelend" riep Kunze, can-
didaat in de philosophie, uit. „Hij amuseert zich en
w:j kunnen toekijken, dat gaat zoo niet langer."
„Wij kunnen het niet meer dulden" zei Schmidt, de
juiist.
En Steinmann, een mooie, blonde jonge man, op
wiens levenslustig gelaat zich de zorgen van zijn oud
heidkundig beroep nog niet hadden afgespiegeld, vulde
zijn glas nog eens en zeide beteekenisvol„Wij zullen
het hem wel betaald zetten."
Heel gemoedelijk zaten de vrienden bijeen en begon
nen plannen te beramen. Toen König, architect van
be:oep, op den inval kwam: „laten wij hem anonieme
minnebrieven schrijven!" vondt dit voorstel zulk een
bijval, dat oogenblikkelijk het plan ten uitvoer werd ge
bracht. Er werden brieven ontworpen, zooals de hee-
ïen zelf graag zouden willen ontvangen, brieven van
allerlei soort cn inhoud, totdat Steinmann eensklaps
de opmerking maakte: „maar wat geeft dat alles nu.
Ze is een Italiaansche, we moeten dus in 't Italiaanscli
schrijven."
Dat was «en ernstig geval, want al studeerden de
benauwd, al is de ventilatie nog lang niet volmaakt.
Doch in elk geval zijn zo mistvrij en de dienst kan vrij
geregeld doorgaan. De motoromnibussen konden haast
niet voort en de conducteurs moesten voor-boven op de
kap gaan zitten, om den chauffeur beneden te helpen
sturen. Boven is het altijd een kleinigheid minder
zwart dan benhden. Denkt men bij dit alles nog aan
de massa's geld die gemeente, winkeliers, fabrikanten
cn ook particulieren in zulk een week aan kunstlicht
moeten besteden, dan kost het weinig moeite het be
richt te gelooven dat ik in een der couranten zag,datal
ler, bij elkaar elk etmaal nevel Londen 1/4 millioen pond
sterling, dus 3 millioen gulden kost.
Zelfs de politiek lijdt er onder, al is het maar aan
den buitenkant. Want overmorgen opent de koning
in statie het Parlement en een paar weken van te vo
ren houdt men in den vroegen morgen repetitie met de
paarden, de rijtuigen en de lakeien, opdat alles bij de
plechtigheid zonder haperen verloope. De koning is
uiterst precies bij zulke gelegenheden en wil alles ge
heel in de puntjes hebben. Welnu de geheele vorige
week hebben de repetities niet kunnen plaats hebben en
als dus de wereldvrede, of de toekomst van het Bnt-
sche Rijk Woensdag nadeel lijden, wijl de statiekaros
wat te verof niet ver genoeg stilhoudt dan weet men
waaraan het lag-.
Te midden van de misttroebelen is een der onder
grondsche lijnen ook nog 6 uur lang buiten gevecht
gesteld, tengevolge van een gebrek in de electrische
leiding. Dit ongeval heeft ter sprake gebracht in vele
gezinnen, wat wel gebeuren zou, als er eens een paniek
op zoo'n spoor uitbrak. Verbranden kan men niet,
want het hout is vuurproef gemaakt, de vloeren zijn
van cement en alleen een begin van brand zou kunnen
ontstaan, wanneer bijvoorbeeld een rooker onvoorzich
tig' met zijn lucifers omsprong. Doch zoo'n begin is
genoeg om een paniek te doen ontstaan. Nu zijn die
tunnels zoo gemaakt, dat de wagons er precies in pas
sen. Men kan dus niet naast den trein gaan staan,
daar bovendien de deuren aan de zijden zijn aange
bracht kan men er heelemaal niet uit. Dat is alleen
mogelijk bij de oude ondergrondsche lijn, die nu ook
ek-ctrisch is. Dan heeft men evenwel weer het ge
vaar dat men in aanraking komt met de „life rail,"
die den electrischen stroom geleidt en u onmiddellijk
zou dooden. Dat gevaar van paniek is niet zoo gering
dus en vooral niet als men in den trein zou blijven
moeten. De maatschappijen gaan namelijk kalm
voort drie, vier maal meer menschen in de wagens te
stoppen, dan er zitplaatsen zijn, en hoewel men gemak
kelijk van den eenen wagen in den anderen kan over-
loopen, helpt dit weinig, als men als sardines in een
doosje opgestopt zit en staat. Het wordt dan een
krankzinnig dringen, met al de gevolgen daarvan.
De Engelsehen zijn vroeger bij de hand, „Early to
bed, etc." en „the early bird catches the worm" zijn
niet poëtische, doch practische beweringen. Nu wil de
heer Willett ons in April op Zondagmorgens, of Zater
dagavonden opze klokken telkens 20 minuten laten
voorzetten en in September weer telkens 20 minuten
achter. Het gevolg zou dan natuurlijk wezen, dat het
op cien langsten dag tot half elf licht bleef. In 't najaar
en 's winters komt er natuurlijk geen verandering.
Het lijkt heel mooi, behalve voor de menschen die op
reis gaan, want de spoorwegmaatschappijen zulfèn er
natuurlijk voor bedanken extra reisgidsen samen te
stellen en men zou dus des zomers hier er nog meer
last mee hebben, dan men in Nederland reeds van den
„Greenwich tijd" heeft, waar men nooit weet of een
trein om 2.55 dan wel om 2.75 vertrekt. Ze zeggen kier
nu wel, dat wie naar Ierland gaat, zijn horloge ook 25
ni'nuten moet verzetten, doch in de eerste plaats gaat
men niet eiken dag naar Ierland en in de tweede is dat
tene verandering die altijd dezelfde blijft. Ik zie er
cius nog niet veel van komen, dat het publiek 8 maal
in het jaar die rekensommetjes uitwerkt en dan nog
bang is in de war te komen, door niet zeker te zijn of
het die 20, 40, 60 of 80 minuten er nu bij moeten tellen
of wel er aftrekken.
En de hemel helpe den Nederlander die dan in April
of September hier komt, hij weet dan heelemaal niet
hoe laat het is
Nevel, doch in overdrachtelijken zin bedekt ook nog
de kroonjuweelen van Ierland, die gestolen heeten.
Hier vertelt men allerlei. Men zegt dat de regeering
heeren in Rome, zij waren de taal niet zoo machtig, dat
z" een Italiaanschen minnebrief konden opstellen. Bij
na lieten zij hun plan reeds varen, toen Schmidt op het
idéé kwam: Ik weet wat, wij schrijven in 't Eransch,
en de dame geeft als reden daarvoor op, dat de „Te-
desco het Italiaansch zeker niet genoegzaam verstaat.
Kunze, jij bent goed thuis in de Pransche taal, begin
dus maar."
Kunze nam een potlood en begon:
Geliefde
„Weineen, riep König-. „Zij kent hem slechts van
aanzien. Zij moet hem dus met „Monsieur" aanspre
ken.
„Dat is ook goed. Dan maar: monsieur j' ai l'hon-
neur.
„Jij schijnt werkelijk van derg-elijke brieven op de
h< ogte te zijn. Nee Steinmann van l'honneur is hier
geen sprake. t Moet een heel gewone brief zijn en
daarom moeten we ons eerst in het karakter van de
schoone schrijfster verdiepen.
Hoe zal zij eruit zien? Zij heeft natuurlijk zwart
haar is van middelmatige grootte, een lief gezicht,
-— maar gepoederd en geverfde lippen.
„Neen, niet geverfdbeweerde Schmidt opgewon
den.
„Natuurlijk alles geverfd!" meende Kunze juist.
„Vv at zal zij dragen? Een blauw eostuum met goud-
borduursel, grijze schoenen, een grijzen mantel, een
gioenen hoed met een rooden sluier.
„Heerlijk!" vond Schmidt. „En hoe zal ze heeten?"
„Dat komt pas aan 't slot, zei Kunze en tikte onge-
ouidig met het potlood op het nog leege papier. Einde-
- - rk werd men het eens omtrent de dame, die schrijven
/."U. zij zou een dochter van een deftige familie zijn,
l"-lJina geheoten, die op Haase verliefd was geworden.
Toen de brief voor werd gelezen, luisterden allen aan-
each tig en Steinmann bromde: „De kerel is 't eigen
lijk niet waard."
De volgende dagen heerschte er een groote opge
wondenheid onder de vrienden. Don tweeden dag kwam
ci een brief van Ilaase terug onder de afgesproken
lettor. Een gejuich steeg er op, toen deze voorgelezen
werd. „Ja, hij had haar gezien in haar blauw kleedje
met den grijzen mantel en den groenen hoed met den
rooden sluier. TI ij had het niet gewaagd haar aan te
spreken ofschoon zijn hart daar erg naar verlangd had.
Nu sprak hij den wensch uit, haar de hand te mogen
kussen. Waar hij haar ontmoeten kan?"
Een rendez-votisDat kon prachtig wordenDe blon
de König met zijn jeugdig gelaat herschapen in de
schoone Delfina! Een stormachtig bijval baak los,
best weet wie ze wegnam. Het moet de oudste zoon
van een allerhoogst geplaatst regeeringspersoon in
Ierland zijn, die het land heeft aan Sir Arthus Vicars
den officiëelen bewaarder der sieraden. Die jonge man-
is wel niet idioot, doch hij is toch verre van een genie;
daar er nu verder eigenlijk zooals men het wel noemt,
geen kwaad haar aan hem is," wil de regeering, naar
men zegt al het mogelijke doen om hem te sparen en
■zoo de positie voor zijn hoogst bekwamen' en geachten
\nder niet onmogelijk maken. Sir Arthur, die* verant
woordelijk is, wil evenwel met al die geheimzinnigheid
niet te maken hebben en staat op een openbaar onder
zoek. Een ander verhaal wil, dat de regeering wel
weet, dat die jonge man de juweelen niet weg nam,
dat de werkelijke dader haar ook bekend is, dat ze be
leend zijn in een pandjeshuis te Parijs, doch dat het
lommerbriefje zoek is. In elk geval zal van beide
praatjes wel niet veel waar zijn en zal men er wellicht
meer van liooren, wanneer het parlement weer bijeen
ie gekomen.
Onzichtbaar blijft ook de nieuwste luchtvlieger, de
heer Earman, ten minste voor de Londenaars. Hij kan
in de stad geen geschikt' terrein vinden, als hij geen
entrée wil laten betalen en zoo'n vertooning is hem
iet wetenschappelijk genoeg. Hij moet een zacht
glooiend terrein hebben, om in vlucht te kunnen gera-
k- n en dan ook ruimte. Of hij het nu buiten Londen
zal beproeven, schijnt onzeker. Het vertelsel, dat hij
van Londen naar Manchester zou gaan vliegen is trou
wens geheel onjuist. Zijne machine is nog lang niet
zo-wer verbeterd, dat hij er groote afstanden mee kan
afleggen en hij wil zich voorloopig- daaraan ook niet
wagen.
En of wij zekere reizigers van Manchester te Londen
zullen zien komen, is ook steeds in de nevelen der tóe
komst verborgen. Ik bedoel den optocht van Werk-
loozen daarginds. Hier willen de leiders der werkloo-
zenbewegiug niets er van weten. Zij zeggen dat men
met een paar honderd man in een stad als Londen,
waar tienduizenden werkloos zijn, niet den minsten
indruk maakt, zoodat geld, tijd en geestdrift, gewekt
door roode vlaggen, nutteloos besteed zouden zijn. In
Birmingham heeft men ze ook niet willen hebben en
hebben ze al met de politie gevochten, die er een dozijn
van Inrekende, doch later weer los liet. Zij zijn nu in
C oventry of Northampton. Wellicht brengen zij het tot
Londen, doch wanneer de menschen hier zich niet bij
licn aansluiten, zal niemand op hen letten.
Ten slotte een bericht uit de groote wereld. Men ar
rangeert tegenwoordig danspartijen, waarbij de heeren
onder het dansen geweren afschieten. Dat is, naar
men weet een algemeen bekend gebruik, bij wilde volk
stammen en zelfs Arabieren en Kozakken geven van
die vertooningen, bij wedrennen en overeenkomstige
vermakelijkheden. Dat onze jeunesse dorée hare man
nelijke deugden nu met schietgeweer in salons en
danszalen gaat demonstreeren, is wel heel nieuw!
VOOR DE DAMES.
Kijkjes in de Modewereld.
in het hooggebergte der Alpenwaar de mode
nog niet tot de bevolking is doorgedrongen, worden
zulke smaakvolle costumes gedragen door de dorps-
schoonen, dat vele mode-dames er werkelijk jaloersch
op kunnen zijn. Daar wordt er niet op gelet of de
rok precies zoo- of zooveel centimeters lang isde
mouwen een beetje meer of minder poffen de cein
tuur wat smaller of breeder is. 'Waar wel de aan
dacht aan geschonken wordt isde kleurschakeering.
Bonte kleederen met de meest schilderachtige kleuren
worden door de vrouwen en meisjes uit de verschil
lende Alpendalen gedragen. De volksdrachten in de
Alpenstreken zijn bijzonder mooi; in Tyrol beginnen
zij helaas een weinig uit te sterven maar bij de
Italiaansche grens hecht de bevolking met haar
warm temperament nog meer aan kleuren. In de
Beiersche Alpen komen nog bijzonder sierlijke volks-
kleedingen voor. In Tegernsee b. v. wordt een eos
tuum gedragen dat bestaat uit een rok van bont
gekleurd katoen, een keursje van dezelfde stof, een
fijn wit schortje met gekleurd lint, een witte blouse
en een klein, hoog vilten hoedje. Iets zwaarder is
de Dachauer dracht Een bruid wordt daar gekleed
in een rok van zwaregeplisseerde gebloemde zijde
en draagt een met tres versierd fluweelen keursje.
Een zijden blouse voltooit het geheel. De bruid
draagt aan het middel een geldtasch waarin haar
geheele bruidschat zich bevindt. De Dachauer meisjes
hebben een slanke taille en zien er daardoor elegant
uit in hun eostuum.
In het Noorden van Tyrol hebben de bewoners
van Montafor en het Zilierdal hunne kleedij nog
behouden. De blauwoogige, slanke „Zillerthalerinnen"
met haar goudblonde haren dragen bijna alle nog
den zwarten ronden vilten hoed, die met een gouden
koord versierd is. Zij zien er door de week heel
toon dit voorgesteld werd. König protesteerde eerst
wel een weinig tegen de hem toegedachte rol, maar
cinar werd niet naar geluisterd, hij was de eenige ge
schikte persoon. Beraadslaagd werd dus over het eos
tuum. Hoe er aan. te komen? Deze zorg werd evenwel
veer op den achtergrond gedrongen, omdat Haase's
brief eerst beantwoord moest worden. Om negen uur
zeide Delfina hem een rendez-vous toe bij den Triomf
poort van Constantijn.
at voor plannen er niet voor dien avond gesmeed
werdenKunze dacht er aan ter gelegenheid van den
verjaardag van zijn grootvader de vrienden dan vrij te
houden. W at deed Haase moeite om van die invitatie
af te komen. En wat een pleizier hadden de anderen,
toen Schmidt voorstelde: „Laten we ter eere van
grootvader Kunze's verjaardag naar het kolosseum bij
de iriomfpoort gaan! 's Avonds zoo om een uur of
negen. In de maneschijn zal het daar prachtig we
zen."
Eindelijk was de groote dag aangebroken, 't Had
heel wat moeite gekost, om alles wat Delfina noodig
had, bij elkaar te brengen, en zonder voor een studen-
tenbeurs bedenkelijke onkosten, was dit dan ook niet
geschied. Weliswaar had Steinmann's hospita een
ccstuum van een harer nichtjes geleverd, maar een
groene hoed moest gekocht worden, evenals de roodc
sluier en een taschje. Een mantel en een pruik werden
gehuurd.
De fijngebouwde König werd in een allerliefste da
me herschapen en daar hij bij maskeradefeesten meer
malen vrouwenkleederen gedragen had, wist hij er zicli
heel goed in te bewegen. Hij kreeg er werkelijk zin in
om Ilaase er eéns tusschen te nemen, en welgemoed
ging hij naar beneden om zich naar de plaats van het
rendez-vous te begeven. Afgesproken was, dat de an
deren even later zouden komen en juist op 't oogenblik,
dat Haase de schoone Delfina begroeten wilde, de twee
geliefden zouden storen. Allen waren vol verwach
ting. Niemand had er evenwel aan gedacht, welke
io.oeielijkheden een dame kan overkomen, die zich zoo
laaf alleen op straat begeeft.
Zonder er bij te denken, liep König in het begin met
zijn gewonen gang, natuurlijk veel te groote passen ne
mend, toen bedacht hij zic-h evenwel dat dit niet over
eenkwam met zijn eostuum en hij ging met kleine, ele
gante stapjes voorwaarts. Al spoedig ging een galan
te ridder aan zijn zijde en vroeg of hij de bekoorlijke
signora mocht begeleiden.
Maar de bekoorlijke dame zweeg en de ridder ver
dween om plaats te maken voor een bedelaarster met
een in lompen gehuld kind op den arm. Tot haar schrik
eenvoudig uit; alleen 's Zondags als zij naar de kerk
gaandoen /zij een kleurig schort niet geel zijden
linten over den donkeren rok en rijgen haar keursje
met een gekleurd; lint dicht.
De vrouwen in Ampezzan kleeden zich in een
donkeren gladden rok een verbazend groot schort
met lichtblauwe linten, een zwart fluweelen keursje
en een bonten'halsdoekeen witte blouse met half
lange mouwen, die van onderen met lichtblauw lint
ingehaald zijn. Bij haar Zondagsgewaad behoort een
ketting ,"'t zij van zilver of kralen.
In St. Ulrich versieren de vrouwen haar keursje
met zilver en dragen een stijf gestreken en geplooiden
halskraag. Op den Heiligen Sacramentsdag, wanneer
zij een optocht houdendragen ze een heel mooi
eostuumeen donkeren, geplisseerden rokeen wit
kanten schortjeeen groen keursje en een groen
mutsje met een gouden kroon.
Een algemeen geliefde mode is die der overblouses.
Zij maakt meer opgang dan men aanvankelijk den
ken zou. Een overblouse van dezelfde stof als de
rok maakt vooral een zeer gekleeden indruk. De
tegenwoordig zoo eenvoudige zijden of batisten
blouses maken zonder overblouse een minder aardigen
indruk. Heeft men geen stot van een rok over om
er een overblouse van te vervaardigen, dan kan men
donkere zijde daarvoor nemen. Een overblouse van
zwart taffet b. v. staat zeer gekleed. Zij wordt ge
garneerd met biais en siersteekjes. Van voren worden
in de overblouse uitspringende biesoprijgjes aange
bracht evenzoo van achterenwaar de blouse met
knoopen gesloten wordt. De blouse is heel laag
vierkant uitgesneden en voorzien van een pasdie
bestaat uit smalle biais, welke met kruisnaad-, spin-
en knoopjessteken aan elkaar bevestigd zijn. Een
11/2 cM. breede biais maakt de pas er van af. De
zeer wijde korte mouwenwelke losjes over de
blouse-mouwen hangen, bestaan eveneens uit biais,
met steekjes aan elkaar verbondenen worden
inzonderheid onder de armeningehaald en met
kruissteken in de blouse gevoegd. Onder een dergelijke
overblouse moet men een zeer eenvoudige blouse
dragen b. v. een wit-zijden zonder veel garneersel
met een kanten pas of een kanten blouse zonder
eenig versiersel.
V.oor jonge dames staat een kanten overblouse heel
lief. Wanneer de onderblouse van dezelfde kant
gemaakt wordt, geeft het een chique geheel. De pas
is ingehaald en gevoerd met dunne witte zijde,
eveneens de wijde dofmouwendie met een wijde
kanten volant zijn afgemaakt. De uitgeschulpte
bovenrand van den staanden boord is gegarneerd
met een heel smal galonnetje. De overblouse heeft
geen mouwen en is in het midden van voren ver
sierd met zijden strikjes; de plooien, welke over de
mouwen vallen, zijn afgewerkt met een smal zijden
biesje.
Een keurig wandelcostuum wordt gemaakt van
een stevige geruiten wollen stof. De rok, die serpen-
tine-vormig geknipt wordt en het manteltje worden
beide schuin genomen en met zwart tres gegarneerd.
Aan het manteltje bevindt zich een schootdie om
het middel is aangenaaid en bedekt wordt door een
ceintuurtje van 4 cM. breed tres. De diepe halsuit
snijding van het manteltje is voorzien van een vestje
van fluweel, dat met zwart fluweelen lint gegarneerd
wordt. De kraag en de mouwen worden versierd met
zijdedie in smalle plooitjes genaaid is. De rok is
voetvrij en van onderen met breed tres afgewerkt.
Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling.
fFE KOOP of TE HUUR nieuwe en gebruikte
J VAARTUIGEN bij J. BRUIN, St.-Pancras.
Aan hetzelfde adres een SCHUITENMAKERS
KNECHT gevraagd.
B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij Ko-
ningsweg 67. Grafteekenen, Schoorsteen
mantels enz.
BAKKER Dz„ bouwkundige, beëedigd Ma-
keiaar en Taxateur. Vraagt ter plaatsing
particulier Kapitaal op 1ste Hypotheek,
Aanbevelend, I. BAKKER Dz.,
Kerkplein 4.
Metselwerken. Nic. Corn, van den Idsert, Hofstraat
No. 13, beveelt zich beleefd aan voor alle voor
komende metselwerken, zoowel nieuw als reparatie-
werk.
VRAAGT Boter van 50 cent, uitsluitend ver
krijgbaar bij J. v. d. MEULEN, Boterstraat.
bemerkte Delfina toen, dat het taschje geheel leeg was
en 't haar dus ook onmogelijk was een rijtuig te nemen.
Verhit en buiten adem kwam König eindelijk ter be
stemder plaatse. De maan kwam helder op en verlicht
te de geheele omgeving, die er spookachtig uitzag.
König geheel en al vergetend waarvoor hij hier geko
men was door het aangrijpende landschap om zich heen,
zag plotseling een rood licht en hoorde verscheidene
stemmen een lied zingen. Hij vloekte en draaide zich
om om de vlucht te nemen. Maar o wee, hij had niet
meer gedacht aan Delfina's sleep, verwarde zich erin
en viel. Oogenblikkelijk voelde hij een behulpzame
hand en hoorde een stem vriendelijk vragen: of de
schoone dame zich ook bezeerd had?" Met moeite kwam
König weer overeind en zocht naar het taschje, dat de
galante heer gedienstig voor zijn beschermelinge op
raapte toen juist Haase verscheen met het herken-
nmgsteeken in de hand.
En König zag dat Haase verbluft bleef staan, toen
hij zijne geliefde met een anderen cavalier zag prateli.
In hetzelfde oogenblik was König's verdere plan ge
maakt. Hij boog zich naar den nieuwen vereerder en
lispelde heel beschroomd, zoo goed en zoo kwaad als
hei ging in 't Italiaansch: „Och mijnheer, breng mij
even naar de volgende straat. Ik ben mijn gezelschap
kwijt geraakt." „Con piacere!" was het antwoord en
do vreemdeling bood zijn bekoorlijke vondst den arm.
En König stamelde tamelijk luid een paar Italiaan
sche woorden, toen zij langs Haase gingen, die met ge
balde vuisten het paar nakeek en mompelde: ontrouwe
vrouwenDe duivel hale ze
Al spoedig bereikte König de vrienden, die hunne
o'ogen niet vertrouwden, toen ze Delfina aan den arm
van een anderen heer zagen wandelen, en de vreemdo
heer wist niet wat hij hoorde toen zijn bevallige dame
zeide haar gezelschap nu weer gevonden te hebben en
zicll naar het clubje studenten begaf.
„Wat is er gebeurd? kwam hij niet? Is het mis
lukt?" riepen allen door elkaar.
„Mislukt? Integendeel!" lachte König en vertelde
vat er gebeurd was.
Delfina werd naar huis gebracht en de kleeren op
geborgen. De vrienden trokken er op uit om Haase
tc zoeken, dien zij evenwel niet vonden. Ook de volgen
de dagen ontweek hij hen en toen zij hem eindelijk weer
eens ontmoetten, vertelde hij hun 't land te verlaten,
't klimaat beviel hem niet langer. Hij zag er dan ook
we rkelijk ziek en verbitterd uit.
En de ontrouwe Delfina werd nooit door Haase ver
geten. Later, toen de wond geheeld was, vertelde hij
aan jongeren altijd het verhaal van Delfina als getui
genis van de ontrouw der vrouw.