DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Kadaster. Honderd en tiende jaargang DONDERDAG 6 FEBRUARI. Stedelijk Museum. Hinderwet. BINNENLAND. No. 31. 1908 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Eerste Kamer. De Kabinetscrisis. Het Kiesrecht-vraagstuk en de Algemeene Bond van R. K. Kiesvereenigingen. Leercontracten. ALKMAARSCHE tlAVlj De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dat ter gemeente-secretarie, ge durende 30 dagen na heden, ter inzage is nedergelegd eene opgave van uitkomsten, bedoeld in de artt 15, 23 en 43 der wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad No. 82) waarvan, ter voldoening aan art. 15, 2e lid der Wet, bij deze afkondiging geschiedt. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 3 Febr. 1908. G. RIPPING. JAARKAARTEN a f 1 voor 1908, toegang gevende voor den houder, zijne huisgenooten en logé's, kunnen aangevraagd worden ter secretarie dezer gemeente. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie zijn gelegd de aan hen ingediende verzoeken met bijlagen van 10. J. DE GROOT aldaar, om vergunning tot het uit breiden van zijne herstelplaats voor rijwielen, door het plaatsen van een gasmotor van 2 P.K., tot het in beweging brengen van een draaibank en een boormachine, in het perceel Ridderstraat Wijk A, No. 18; 20. C. KAAL aldaar, om vergunning tot het oprichten van eene kuiperij met brandplaats voor kuipwerk op de openbare straat, in het perceel, Achter- dam Wijk C No. 21. Bezwaren tegen deze uitbreiding en oprichting kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente, monde' ling op Woensdag 19 Februari a.s., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 5 Febr. 1908. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 6 Februari. Er komt langzamerhand iets meer zekerheid in de voorstelling van het drama te Lissabon. De eerste be richten zijn natuurlijk altijd verward en tegenstrijdig, daar de berichtgevers opgewonden en de toeschouwers zenuwachtig waren. In hoeverre de latere verhalen onjuister zijn soms is moeielijk na te gaan, maar in elk geval geven zij een meer geregelde, volledige be schrijving. De Times geeft thans een verhaal van iemand die den moord heeft zien plegen. Het Koninklijk rijtuig, met vier paarden bespannen, ■reed een eindje uit voor de anderen en het bevond zich tusschen de ministeries van Financiën en Publieke Werken, toen een magere eenvoudig gekleede mali met zwarten baard plotseling te voorschijn kwam uit de me nigte. Hij sprong vlug op de treeplank van de Ko ninklijke koets, richtte een revolver op den koning en schoot. Koning Carlos kromp ineen, bracht de hand aan den nek en viel naar links. Onmiddellijk maakte zich een onbeschrijflijke schrik van de omstanders meester en ondertusschen hoorde men nog verschillende schoten. De koetsier van het Koninklijk rijtuig nam een snel besluit, legde de zweep over de paarden en reed de Arsenaalstraat in. Op dit vreeselijke oogc-nblik zag de menigte, hoe de Koningin, rechtop in het rijtuig staande, met de eene hand het lichaam van haren ge maal beschermend met het rijtuigdek, met de andere met een ruiker, die haar bij de landing was aangebo den, naar een der moordenaars sloeg, die zich aan het rijtuig vastklemde om door te blijven schieten. On middellijk nadat het eerste schot had weerklonken, wa ren de beide prinsen opgestaan en hadden zij hunne re volvers voor den dag gehaald. Prins Lodewijk Philip schoot daarmede op de moordenaars, die langs den wa gen liepen, terwijl de politie reeds op hen toesnelde. 1 oen nu het rijtuig omzwenkte en tegenover het mini sterie van binnenlandsche zaken was gekomen, haalde een magere kleine mail met een zwarten baard en een bleeke gelaatskleur een karabijn van onder zijn overjas te voorschijn en mikte op den troonopvolger. Hij schoot tweemaal, terwijl een schot uit de menigte afgevuurd, eten prins trof. Deze moordenaar was nog niet gepakt, toen het laatste schot werd gehoord. Nadat hij gescho ten had, vluchtte hij naar het gebouw van het ministe rie van binnenlandsche zaken, waar hij, tegen een pi laar geleund, nogmaals mikte, deze keer op de koningin en den infante Manuel, die intussehen ook viermaal geschoten had. liet had weinig gescheeld, of de alge meene slachting, waarop de moordenaars zeker gehoopt hadden, was een feit geworden. Gelukkig echter zag een soldaat den moordenaar, sprong op hom af en greep hem bij de keel. Deze trachtte zich echter los te wrin gen, wat hom belet werd door een luitenant, die met zijn sabel op hem lossloeg. Hij wist echter nog een paar schoten te lossen, die den luitenant en den soldaat kwetsten. Een agent van politie schoot daarop op den moordenaar toe, die hem nog trachtte te bijten, maar den vinger van den agent, dien hij reeds in den mond had, losliet, daar hem de krachten begaven. Intussehen was het Koninklijke rijtuig doorgereden. De Koningin dekte met haar lichaam den Koning en haar zoon. De politie had inmiddels een aantal moordenaars neerge schoten en verschillende personen in hechtenis geno men. Onder luid geschreeuw stoof de menigte uiteen. Algemeen was de verwarring, op alle gezichten stond schrik eu ontzetting te lezen. Onder de menschen, die werden doodgeschoten, was er een, een zekere Dacosta, totaal onschuldig. Zijn pa troon, een goudsmid uit de Arsenaalstraat, heeft n. 1. onder eede verklaard, dat hij hem eenige oogenblikken vóór 't voorbijtrekken van den Koninklijken stoet naar het postkantoor had gezonden om postzegels te koopen en dat de ongelukkige toen vermoedelijk onder het ge drang is geraakt en in de nabijheid der vorstenmoorde naars is gekomen. Het is voorts gebleken dat de heer Franco den Ko ning bij zijn aankomst dringend heeft aangeraden ge bruik te maken van het gesloten rijtuig dat gereed stoiul. De Koning wilde dat echter niet bestijgen, voordat de kap was neergelaten. Wanneer dit inder daad waar is, is het niet te laken, dat de minister-pre sident de Koninklijke familie in een open rijtuig heeft laten rijden, nadat er al een complot was ontdekt. De heer Franco heeft thans verklaard, dat hij zich uit het openbaar leven heeft teruggetrokken. Koningin Maria Pia moet hem hebben genoemd ,,'s Konings doodgra ver, terwijl Koningin Amalia, met droefgeestig gebaar wijzende op de lijkbaren tot hem zeide „ziedaar uw werk, Franco." De aldus aangesprokene zweeg, boog het hoofd en verliet bet vertrek. Schreiend bleef de •Koningin achter.. Haar buitengewone moed en kalmte te midden van haar verpletterende smart wekt algemee ne bewondering. Treffend zijn de woorden, welke de jonge Koning hoeft gesproken in den Raad van State. „Gisteren zeide hij was ik adelborst, nu ben ik Koning. Ik weet niets van regeeren af en heb er nooit aan gedacht, dat ik koning zou worden. Ik verzoek u dus mijne vrienden te wezen en mij goeden raad te geven." Het nieuwe kabinet heeft gisteren vier uur achter een vergaderd. Heden zullen ze opnieuw bijeenkomen om te besluiten wat er gedaan moet worden. Zij hebben geen gemakkelijke taak en een zware verantwoordelijk heid. Wellicht vinden zij steun bij Koning Eduard, die natuurlijk bijzonder belang stelt in de Portugeesche ge beurtenissen en die een geslepen regeerder is. Wel is een deel van het Portugeesche volk niet op Engelsche raadgevingen gesteld, maar men zal in Londen wel we ten hoe men op de voorzichtigste en de verstandigste wijze invloed op Lissabon kan uitoefenen. De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bijeenge roepen tegen Vrijdag 7 dezer, te 2 ure des namiddags. Het Centrum verzekert, dat het nieuwe Kabinet „niet tot een onmiddellijk beroep op de kiezers zal overgaan, maar alleen tot Kamerontbinding zal be sluiten, indien het een linkerbloc dwars op zijn weg vindt." Door het bestuur van den Algemeenen Bond van Roomsch Katholieke Kiesvereenigingen is aan de aangesloten leden eene circulaire verzonden, verge zeld van een aantal vrager, uit welker beantwoor ding op de algemeene vergadering van den Bond zal blij ken, welke houding ten opzichte van het kiesrecht wordt aangenomen en welke vragen tevens kunnen dienen als leidraad bij de besprekingen in de kies vereenigingen. Deze vragen, getrokken uit het rapport der com missie, luiden 1. Acht gij het thans, nu de voorstellen tot grond wetsherziening staan ingetrokkeen te worden, nog noodzakelijk of wensclielijk dat de Bond zich over de regeling van het kiesrecht uitspreke 2. Zijt gij van oordeel dat de kiesrechtregeling volgens de wet van Houten aan zoo groote gebreken lijdt, dat een nieuwe regeling wenschelijk is'? 3. Meent gij dat een nieuwe regeling van liet kiesrecht zóó urgent is, dat desnoods eene herziening der Grondwet aan het voortarbeiden aan de sociale wetgeving moet voorafgaan 4. Behooren de grondslagen van het kiesrecht voor de politieke lichamen in de Grondwet tehuis of kan aan de wet worden overgelaten die te regelen (Blanco artikel in de Grondwet.) 5. Is het kiesrecht een den burger vpn nature toe komend recht of is het kiesrecht eene bevoegdheid die door de Overheid wordt toegekend aan die burgers, die vermoed worden, de geschiktheid om te kiezen te bezitten 6. Behoort de nieuwe kiesrechtregeling weder indi vidueel te zijn of schenkt gij de voorkeur aan orgauisch kiesrecht d. i. aan eene regeling waarbij het kiesrecht wordt toegekend aan organisch in de Maatschappij levende groepen 7. Wordt naar uwe meening een eerste stap gezet op den weg naar organisch kiesrecht door het kies recht toe te kennen aan gezinshoofden'? 8. Of zijt gij van oordeel indien gij vraag 7 niet toestemmend kunt beantwoorden dat in het zijn van gezinshoofd naast andere een uitne mend kenteeken ligt van geschiktheid om de kies- functie uit te oefenen 9. Of verklaart gij u gele ook op de tegen woordige politieke verhoudingen voor algemeen kiesrecht 10. Behooren zoowel degenen, die van wege de Overheid als zij die door kerkelijke en particuliere liefdadigheidsinstellingen blijven bedeeld worden, van het kiesrecht te worden uitgesloten, of alleen de eerst- genoemdeti 11. Indien het kiesrecht is een door de Overheid toegekende bevoegdheid heeft de Overheid dan ook het recht te eischen, dat van het kiesrecht gebruik gemaakt wordt (Stemplicht.) 12. Zijt gij vócr of tegen invoering van eene even redige vertegenwoordiging ongeveer zoo als in België bestaat 13. Is invoering eerier evenredige vertegenwoordi ging van zooveel belang, dat een oplossing van het kiesrechtvraagstuk zonder haar onbevredigend dient te heeten 14. Zijt gij van meening dat het meervoudig kies recht alleen in theorie een prachtige instelling is of acht gij haar ook in de practijk uitvoerbaar'? 15. Acht gij het tijdstip gekomen, waarop ook aan de vrouw in meerdere of mindere mate het kiesrecht behoort te worden toegekend (Centrum). Natuurkennis van plattelandsbewoners. In de N. R. Ct. schrijft X onder de rubriek „uit den Plattelandshoek" over het gebrek aan natuur kennis bij de plattelandsbewoners. Hij zegt o.a. „Men kan moeilijk een vereeniging denken, waarin meer dwaasheden op natuurwetenschappelijk gebied worden verkocht, dan in het Nederlandsche Paarden stamboek daar heerscht de zwartste onkunde op het gebied van de fokkerij. Het overgroote deel weet niet wat het wil, eenvoudig omdat het niets weet. Elk behoorlijk begrip van de levensleer der dieren is daar afwezig. Toch meenen de meeste paardenhouders dat zij ook fokkers zijn. De meesten hebben nooit een boek over de fokkerij in handen gehad't is zelfs de vraag of zij zoo'n werk zouden kunnen lezen. Wij wijzen hierop om aan te toonen, dat de grond slag voor de paardenfokkerij, natuurkennis van het paard, nooit den p lardenhouders is geleerd. Jaarlijks geeft onze regeering duizenden en dui zenden guldens uit tot bevordering vaa de paarden fokkerij, maar zou het niet verstandiger zijn, wanneer dit geld eerst eens eenige j ireu achtereen werd be steed aan de ontwikkeling van de paardenkennis bij onze landbouwers De menschen weten te weinig, de meesten weten heelemaal niets. Dat moeten wij wijten aan het slechte onderwijs in natuurkennis, dat op het platteland is en wordt ge- gegeven. Den landbouw steunen met geld is goed, maar van oneindig meer waarle is den landbouw te steunen door het aanbrengen van meer kennis. Met de vereeniging het Nederl. Paardenstamboek is het zelfs zoo ver, dat men niet eens weet wat eigenlijk een stamboek is. Een paar heldere leden die natuurlijk nog geen meerderheid konden vinden verklaarden dan ook ronduit, dat het Nederl. Paardenstamboek geen stamboek, maar een adres boek is. Met ons rundvee stonden wij er voor enkele jaren ook niet best voor en het Nederl. Rundvee-stamboek was heelemaal niet wat het zijn moest. Toch meende iedere veehouder, dat hij ook een veekenner en een veefokker was. Maar met dit al Lep de veestapel niet vooruit, wat ook niet kon, omdat de echte veekennis ontbrak. Totdat de winkel voldoende in de war was en alleen krachtige reorganisatie de zuiverheid van Onzen veestapel nog redden kon. Die redding is niet te danken aan de veehouders zelf, maar aan het heldere inzicht, de groote kennis en bekwaamheid van den voor kort aangestelden hoofdinspecteur, den heer Iman G. van den Bosch te '-Gravenhage. Het is diens natuurwetenschappelijke ontwikkeling, die onzen veestapel weer zuiver houden eu daardoor tot grooten bloei brengen zal. Toch moet men niet meenen, dat hij geen strijd had en heeft te voeren. Wie zich herinnert den on- verkwikkelijken strijd in N.-Holland tegen den naam \an het vee in Holland, zal weten hoe dwars de vee houders kunnen zijn. Alleen de meer ontwikkelden begrijpende massa overstemt, als zij eenmaal iets in het hoofd lieeft gezet. Natuurkennis hebben wij noodig op onze dorpen. Op onze gewone lagere dorpsscholeii. Want wordt daar de grond gelegd) dan wordt de land- of tuinbouwer meer geschikt om te begrijpen, dat de practijk alleen het niet meer kan klaarspelen; trouwens, dat heeft de practijk nooit gekund. De boer is nog een willig werktuig in handen van den kwakzalver en van den vervalseher van allerlei voeder en andere artikelen. Bij den boer is nog geld te verdieneu voor den bedrieger. Er wordt, nog te weinig beseft, dat het boerenbedrijf het moeilijkste vak is voor den gewonen mensch, wijl het gebaseerd is op de natuurwetenschappen. En is liet nu toch niet wat al te dwaas, dat juist de boer het minste onderwijs krijgt in de natuurwetenschappen Als men eens nagaat, hoe tegenwoordig in de steden het onderwijs in de natuurkennis wordt verzorgd, hoe alles in het werk wordt gesteld door uitgebreide ver zamelingen van leermiddelen, om toch maar kennis aan te brengen, dan vragen wij ons weer afwaarom moeten de dorpskinderen, die straks de landbouwende oevolking zullen vormen, weer achteraan komen'? Begrijpen onze schoolautoriteiten dan niet, dat de kracht van 't plattel and voornamelijk ligt in het onder wijs, dat de kinderen ontvangen Zij, die in de allereerste plaats geroepen zijn de belangen van den land- en tuinbouwenden stand te behartigen en te bevorderen, de Maatschappijen, Boe renbonden, Vereenigingen, werkeu alle veel te eenzijdig. En juist omdat zij eenzijdig werken, daarom is het vereenigingsleven zoo slap. Zij letten op de ontwik keling der landbouwers niet. Het is niet waar, dat de boer voldoende geholpen wordt, wanneer de regeering maar zorgt voor vak onderwijs. Toch doet onze regeering niets meer. Alleen het vakonderwijs voor het platteland wordt verzorgd, al zouden wij gaarne, hier nog wat meer schot in zien. Maar het andere onderwijs, neen, dat wil ons niet bevallen." Meu zal de coöperatie krachtig ter hand nemen, om hierdoor geldelijke voordeelen voor den boer te behalen. En verder'? Ja, dat weet men schijnbaar niet, want alleen uit breiding der bemoeiingen door middel van coöperatie is het eenige, waar men van hoort. Maar ziet men dan niet in, dat, hoe groot de voor deelen van de coöperatie ook zijn, er, naast de belan gen van de beurs, ook nog belangen voor de geeste lijke ontwikkeling van onze landbouwers ziju'? En deze schijnen ook nu meer onder den voet te geraken. Straks worden ook de land- en tuinbouwers betrokken binnen den kring van de sociale regeeringsbemoeiïng het arbeidscontract, de ziekte- en landbouwongevallen- verzekering enz. enz.de landbouwer zal weldra mer ken, dat hij uit zijn isolement is getrokken en deel moet nemen aan de uitvoering van de moderne uitingen op arbeidsgebied. Niet 1 pet. van onze land- en tuinbouwers, dat in staat zal zijn, behoorlijk zijn verplichtingen, door de nieuwe sociale wetten op te leggen, na te komen men zal de wetten noch kunnen lezen, noch kunnen begrijpen. Hier ligt dus een mooi terrein voor de landbouw- maatschappijen en tuinbouwvereenigingende leden voorbereiden op en in te lichten over de komende sociale wetten. Laten de maatschappijen en bonden toch inzien, dat de polders op het gebied van het vereenigingsleven droog geloopen zijn, dat er frisch water moet worden binnen gelatenanders is alle groei onmogelijk, Heusch, de vereenigingen staan droog Is het verder niet de taak van de landbouwmaat- schappijen om aan te dringen op beter eu meer onder wijs op onze dorpen'? Zijn de leden dezer maatschap pijen niet zelf de gemeentenaren, die dit kunnen be slissen? En waarom geschiedt dit dan niet'? Als de land- en tuinbouwmaatschappijen maar eens konden gaan inzien, dat de behartiging van alle sociale be langen harer leden tot haar werkkring behoort, en dat slechts hierdoor deze maatschappijen krachtig kunnen bloeienEn indien zij dan als eerste punt op haar programma's zettenonderwijs in natuurkennis, zoo uitgebreid mogelijk voor de leden en hun kinderen, dan zou ons land er over eenige jaren wel anders uitzien. V reemdelingen verkeer. Het laat zich aanzien, dat binnen niet al te langen tijd zal tot stand komen een algemeen bureau voor reclame en reisinformatie, onder het bestuur van den Nationalen Bond voor Vreemdelingenverkeer in Nederland. Het benoodigde bedrag, f 5000 per jaar, is bijeen. De Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen gaf f 1200 voor 3 jaar; de H. IJ. S. M. f 1000 voor 3 jaar, mits het bureau te 's-Gravenhage of Amsterdam gevestigd wordtde Holland-Amerika- lijn f 600 voor 3 jaar; de Batavierlijn f 500 tot wsderopzeggens het Algemeen Nederlandsch Verbond f 50 voor 5 jaar en de Algemeene Nederlandsche Wielrijdersbond f 50, voorloopig voor één jaar, en ook de regeering zeide geldelijken steun toe, mits zij invloed krijge op de plaats van vestiging van het bureau. Men meent te mogen rekenen op een regeeringssubsidie van f 1000 per jaar. Als plaats van vestiging van het bureau komen ia aanmerking: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Uitvaart Mgr. Lans. Gisteravond werden te Amsterdam in de kerk van O. L. Vrouwe Onbevlekt Ontv. („Posthoorn"), waar van het priesterkoor in rouw gedompeld was en door tal van kaarsen verlicht de Metten gezongen bij liet stoffelijk overschot van mgr. M. J. A. Lans, Deken van Amsterdam, kanunnik van Kapittel te Haarlem eu Geheim-Kamerheer van den Paus. Na afloop der plechtigheid, waarbij mgr. L. Jansen, pastoor der kerk, officieerde, defileerden honderden langs de katafalk om een laatsten blik op den over ledene te werpen. De Nutscommissie voor onderwijs heeft een circulaire gericht aan de besturen van patroonsvereenigingen, ambachtsscholen, avondteekenscholen, alsmede aan de departementen der Maatschappij tot nut vau 't algemeen en vau de Maatschappij van nijverheid, naar aanlei ding van het feit, dat op de Staatsbegrooting voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1